Nummer 62.
Donderdag 5 Augustus IDOtL
32 Jaargang.
J
Toegewijd aan Handel^ industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
PAL JAS
A N T O 0 N T IE L E N,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen.
Uitgever:
FEUILLETON
KJh c'tiltomv aait Den JGmvefijlwbauD.
Door uitsluitend Sunlight
Zeep te gebruiken blijft het
linnen en tafelgoed zoo wit
als sneeuw.
Sunlightzeep scbaafjes om zachte
zeep te maken.
Gratis te bekomen bij uwen
winkelier in ruil voor 5 omslagen
De Echo van het Zuiden
«is Langslraatsclie Courant,
Dit. BLd verse ij lit Woensdag- en Zaterdagavond.
A bonneraentsprijs per S maanden f 0"5.
Franco per post door het geheele rijk f0.90.
Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden san den
Uitgever.
WAAL W ÏJ K. Telefoonnummer 38.
Advertkntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Adverteutien Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloteD- Reclames IB cent per regel,
GEBRUIKS AANWIJZING ROND IEDER STUK.
Gecombineerde vergadering der Kamers van
Koophandel van Noord Brabant en Limburg.
Zaterdag-morgen half twaalf werd in
de repetitiezaal der Kon. Liedertafel
Souvenir des Montagnards eene gecom
bineerde vergadering gehouden van 18
verschillende Kamers van Koophandel
Fabrieken, waarvan tegenwoordig waren
Tilburg, 's-Bosch, Breda, Bergen-op-
Zoom, Waalwijk, Raamsdonk, Ooster
hout, Eindhoven, Helmond, Vechel,
Maastricht en Roermond.
De aanwezigen werden verwelkomd
door burgemeester Raupp, die mede
deelde, dat, toen onlangs het gemeente-
Vau „DE EüHO VAN HET ZUIDEN."
OF
4)
He vriend Wie heeft u gezegd dat ik
u geene hulpzame hand zou toereiken riep
hij uit.
Zwervers hebben een hart, juist gelijk do
andere menschen.
Maar ge zult mot mij bekennen dat uw
voorstel niet is gelijk menig ander, en gij zult
dus ook begrijpen dat ik mijne voorwaardeu
stel.
Welke voorwaardeu Spreek. Hoeveel
verlangt ge
Daarover spreek ik niet. Geld zou mij
geenszins uit den slag trekken zoo wij ver
rnst werden, integendeel.
Paljas bezit geen ander goed dan zijne goede
naam en daar houdt hij ook aan. Maar wie
zou voor het onderhoud zijner familie zorgen,
terwijl hij in de gevangenis zit
Stel uwe voorwaarden, maar in 's hemels
naam weiger toch niet mij te helpen.
Zoo wij iets met het gerecht af te has-
1 pelen hebben, znlt gij dan de gansche ver
antwoordelijkheid op u ulleen nemen
Dat beloof ik u.
Gij zult rondborstig verklaren in welke
omstandigheden gij mij ontmoet hebtgij zult
verklaren, dat ik u alleen geholpen heb omdat
ik geloof hechtte uan hetgeen gij mij vertel-
det?
Wees gerust, dit all s zal gebeuren, ik
^eef u mijn woord van... mijn woord van eer.
«Waar, geef mij de hand Het zal nooit
gezegd worden dat een kristen menseh, door
<^o moedwilligheid van Willem Paljas zonder
O graf is gebleven.
bestuur vernam, dat bovengenoemde
Kamers beslist hadden hunne eerste
gecombineerde vergadering te Tilburg
te zullen houden, dit besluit door het
gemeentebestuur met onverdroten ge
noegen werd begroet. Het is daarom
ook, dat hij de leden van haite het
welkom in deze stad toeroept en dat
het hem spijt de vergadering niet méér
officieel in het gemeentehuis te kunnen
ontvangen, hoewel de ontvangst er echter
niet minder welgemeend om is.
Tilburg, een stad zijnde van den lateren
tijd, kan niet aanbieden wat andere
zustersteden kunnen doenoudheid
kundige musea hebben wij niet, maar
wij kunnen toonen grootsche inrichtingen,
die voor mannen van handel meer waarde
hebben.
Hij wenscht de deelnemers het beste
succes in hun streven, in de hoop, dat
de te behandelen punten de ruimste en
mildste vruchten mogen oplevei en-
De voorzitter der Tilburgsche Kamer
van Koophandel, de heer Jules De Beer,
zich aansluitende bij de woorden van
den vorigen spreker, memoreert daarbij
hoe op initiatief van de vier aangesloten
Kamers van Limburg deze bijeenkomst
is ontstaan en dat de tentoonstelling
alhier aanleiding was deze eerste ver
gadering alhier te houden.
De heer Schaepkens van Riempstjr.,
voorzitter der Kamer van Maastricht,
verzocht hij de leiding der Kamer op
zich te nemen.
Deze laatste neemt met genoegen
deze benoeming aan en stelt voor even
een kleine rust te nemen, na het dage-
lijksch bestuur der gemeente zijn dank
te hebben betuigt voor de hartelijke
ontvangst.
Mr. Everwijn, alsnog even het woord
nemende, verklaart gaarne openlijk zijn
hartelijken dank hieraan toe te voegen
en dat hij door zijn hier-zijn blijk heeft
willen geven, welk een goede indruk de
tentoonstelling heeft gemaakt op Z Exc.
den minister.
Na de pauze worden eenige huis
houdelijke zaken besproken o.m. het elk
jaar houden eener algemeene vergadering
en dat het bestuur zal bestaan uit de
verschillende presidenten, die elk jaar uit
hun midden een bureau van vijf personen
kiezen.
Tot spijt van al degenen, dio bewaren dat
goochelaars en kunstenmakers allen tot de hel
gedoemd zijn, zal ik hoden toch wel mijn deel
van den hemel verdienen.
Gij stemt toe?... O l heb dank riep de
man met den mantel. Dat God n zegeue, u
en gansch uw huisgezin
Genoeg zoo onderbrak Paljas. Wij
hebben geenen tijd te verliezen, laat ons
spoedig aan 't werk gaan, want l eiden moeteD
wij haastig voort. Gij schijnt niet genegen om
u hier lang op te houden, en ik zon reeds
moeten weg ziju...
Ah 1 wacht, wij moeten eenig gereedschap
hebben, want met onze handen kunnen wij
toch de bevroren aarde niet opdelven. Ik heb
daar in mijue koets juist het noodige liggen
eene schup en eene hak die mij dienen als ik
ergens mijne tent opsla, op de eene of andere
kermisplaats. Het gaat nog goed, anders weet
ik niet hoe wij het zouden aan boord gelegd
hebben om ons werk te verrichten.
Op dit oogonblik werd hot kindje dat de
vreemdeling onder zijnen mantel droeg wakken
en begon bitter te schreien.
De vader hief den mantel op, zag op het
hleeko aangozichtje hoezeer het wichtje moest
lijden en was gansch terneergeslagen.
Het kleintje schijnt niet in zijn schikte
zijn, zei Willem. Is 't misschien ziek?
O, 'k geloof het niet... maar het is zoo
zwak, het heeft zoo'n honger
Katharien door medelijden bewogen nam het
en \oedde het als haar eigen kind.
Het gelaat van den vreemdeling helderde
op en innigo dankbaarheid straalde uit zijne
oogen.
Maar zijn voorhoofd verduisterde.
Mijne vrouw mijue arme vrouw, riep hij
En krachtig voegde hij er bij
Komaan geenen tijd verloren
De twee mannen drongen het bosch in.
Spits sprong hen achterna en wilde hen
volgen, maar Willem, die vreesde dat de hond
door zijn geblaf den eeneu of anderen nieuws
gierige naar hunnen kant zou lokken, zond
hem naar de legerplaats terug.
Pas op uwe meesters gebood hij.
En de goede Spits gehoorzaamde.
Het was niet zonder vrees, dat Katrien
Alsnu komen aan de orde
Het voorstel Bergen-op-ZoomDe
Regeering te wijzen op de wenschelijk-
heid dat kantoren van Rijksdienst, voor
zooverre die voor het publiek toegankelijk
zijn, gevestigd worden in van Rijkswege
beschikbaar te stellen gebouwen, en,
niet in door de betrokken ambtenaren
te kiezen perceelen, wordt aangenomen.
Bij de behandeling van het voorstel
Bergen-op Zoom om bij de betrokken
ambtenaren, i.e. de inspectie der volks
gezondheid voor Noord-Brabant, Gelder
land en Limburg aan te dringen op
scherp toezicht op- en het nemen van
maatregelen tegen den verkoop van voe-
dingsartikelen. wordt besloten om eene
motie aan de deelnemende Kamers te
verzenden, welke in de volgende ver
gadering zal worden behandeld.
Het voorstel Bergen-op-Zoom
De betrokken autoriteiten te wijzen op
de nadeelen, voor Noord-Brabant ont
staan door de belemmering in het ver
keer en de gemeenschap met België ten
gevolge der Provinciale Wegbelasting.
Wordt, als geldende slechts eene pro
vincie, niet in behandeling genomen en
van de agenda afgevoerd, evenals het
voorstel Raamsdonk
Adres tot verkrijging van een avond-
trein op de lijn 's BoschLage-Zwaluwe,
vertrekkende te 's Bosch te 9 20.
Waaromtrent wordt geoordeeld, dat
het op den weg ligt, dat Raamsdonk
zelf eeti adres verzendt, waaraan de an
dere Kamers hare adhaesie kunnen
schenken.
Na krachtige verdediging door Raams
donk die wijst op de ernstige pogingen
reeds zoo dikwijls door de Kamer van
Waalwijk aangewend, wordt het voorstel
door de Kamer van Waalwijk gesteund
die aantoont, dat zij reeds in dato 14
Februari 1907 en daarna telkens bij de
voor- en najaarsdienstregelingen gemoti
veerde adressen heeft ingediend hij den
Directeur Generaal der Staatsspoorwe
gen, bij de Regeeriug en bij de Com
missie van Spoorwegdienstregelingen.
Hoewel eene zaak van lokaal belang
meent de vergadering dat eene desbe
treffend adres wel door de Kamers zal
worden gesteund.
Bij de rondvraag stelt de afgevaardigde
van Waalwijk voor eene motie te richten
haren echtgenoot in het kreupelhout zag
verdwijnen met dien zonderlingen man, die
hem voor zoo een droevig werk was komen
opzoeken.
Da kleine Balphégor had ook wel graag
zijnen vader gevolgd.
Zijne kinderlijke inbeelding en zijn aange-
booren nieuwsgierigheid waren ten hoogste
door die geheimzinnigheid geprikkeld.
Lang bleven zijne groote kijkers op het
donkere bosch staren, op dat bosch waar eene
doodo lag.
Dan keerde hij zijne blikken tot het kleine
vreemde meisje.
Heeft dees kindje geene moeder meer
vroeg hij met belangstelling.
Neen, lieveling, hare moeder is dood.
En wie zal hare moeder nu vervangen
Dat weet ik niet.
Dit antwoord beviel Belpnégor niet al te
zeer maar hij durfde niet aandringen en zette
zich naast zijne moeder, diep in gedachten
verslonden en het hartje zoo droevig en zoo
ongerust, zonder dat hij echtef zelf wist
waarom...
De twee mannen stapten langzaam door de
struiken en baanden zich eenon weg door het
braamgewas.
Na omtrent een kwartier gegaan te hebben
traden zij een dennenbosch in.
Dit boEch, zoo somber green getint, niet
tegenstaande den heerechenden strengen winter
stak hevig af bij andere soorten van plan
ten die er rond stonden en waarvan de naakte
takken, om zoo te zeggen, niets anders dan
het geraamte der boomen meer vertoonden.
Het gerucht hunner stappen kon men met
moeite hoeren door de dikke laag dennenspel-
den, die den grond als met een tapijt bedekte.
Onder die samengevlochten dennentakken
waa het stil en somber, gelijk onder de ge
welven van een heiligdom.
De vreemdeling die tot hiertoe, op gansch
den weg geen woord gesproken had, bleef
staan en sprak met doffe stem, terwijl hij een
nabijgelegen heuveltje aanduidde
Daar is het
Die drie woorden, zoo eenvoudig, deden
Paljas in al zijne leden trillen.
om reorganisatie van de Kamers van
Koophandel.
De inleiding met motie door den voor
zitter onzer Kamer voorgedragen luiden
als volgt
Organisatie der Kamers van Koop-
kandel en Fabrieken in Nederland In
geleid door den Voorzitter der K. v. K.
en F. ie Waalwijk op de gecombineerde
Vergadering van Kamers van Koophandel
en Fabrieken van Limburg en Noord-
Brabant te Tilburg den ji Juli IQOQ.
I tjnheer de Voorzitter.
't Is ons allen bekend, dat de wen-
schelijkheid in hooge mate en zelfs de
noodzakelijkheid eener organisatie der
Kamers van Koophandel en Fabrieken
bestaat en gedurig al meer en meer op
den voorgrond treedt. Getuige o.a. de
pogingen daartoe aangewend door den
vorigen minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel, Mr. I. D. Veegens en
de daaropgevolgde bijvalsbetuigingen en
zakelijke adviezen door de verschillende
Kamers uitgebracht. En toch Mijnheer
de Vooizitter, schijnt dit probleem
moeilijk te zijn op te lossen niet te min
wil ik eene poging wagen om deze be-
laugrijke aangelegenheid nog eens op 't
tapijt te brengen.
Nu wij hier vereenigd zijn in verga
dering. waarvan zooveel kracht kan uit
gaan en waar wij 't voorrecht hebben
den Referendaris van het Ministerie van
Landbouw, Nijverheid en Handel (Af-
deeling Handel) den geachten Heer Mr.
J. C. A. Everwijn in ons midden te zien,
als blijk van instemming der Regeering
met deze bijeenkomst en die dus onze
belangen bij zijn Departement kan be
pleiten, vind ik de gelegenheid te schoon
en te gepast om ze ons te laten ont
glippen.
Alzoo ter zake
Voorstel der Waalwijksche Kamer.
»De gecombineerde vergadering van
»Limburgsche en NoordBrabantsche
Kamers van Koophandel, wendde zich
»tot de Regeering om te verkrijgen dat
»de organisatie der Kamers van Koop-
»handel en fabrieken bespoedigd moge
sworden.
Toelichting.
Den 28 Februari 1906 verzond de
Aan den voet van het heuveltje bemerkte
hij indordaad een onduidelijken vorm waarin
men eerst moeilijk eene menschengeduante kon
onderscheiden.
De goochelaar die, zooals wij gezien
hebben, geen gevaar vreesde en wiens inborst
bestand scheen tegen alle aandoeningen, Paljas
slond pal en was, om zoo te zeggen, met eene
heilige vrees geslagen voor dit wreede tooneel
des doods.
Bevend en wankelend stapte hij langzaam
zijnon gezel achterna.
Doze bleef staan en nam zijnen hoed af.
Paljas deed werktuigelijk hetzelfde.
Hij was zoodanig ontroerd, dat hij nauwe
lijks bewust was van zijne bewegingen.
Voor hunne oogen lag eene jonge vrouw
nut gesloten oogen, half opon mond, de armen
levenloos nevens hare zijde.
Zijt gij wel zeker dat zij dood is? vroeg
Willem.
Eilaas maar al te zeker 1
Sedert hoelang?
Sedert omtrent een uur....
Ik heb alles beproefd om haar te verwar
men on in het leven terug te roepen en ik
heb haar slechts verlaten, toen ik volkomen
zeker was, dat er geen hoop meer overbleef.
En hoe is dat gebeurd
Plotseling. Wij stapteo door het bosch...
Zij droeg ons kindje aan hare borst... Wij
waren vermoeid en afgemat door de pijnlijke
aandoeningen welke wij onderstaau hadden...
zij vooral. Hier, achter deze dennenboomon
hielden wij stil om ons nit te ruston, vooraleer
ons weder op weg te begeven... De koude
overviel haar.... en eene koortsachtige rillirg
doorliep haar lichaam. Daarna viel zij in
onmacht en is niet moer tot het bewustzijn
gekomen.
Zoo dat zij den dood niet voelde aan
komen?
Ik geloof het nietvoorzeker heeft zij
niet lang geleden. Maar zoo ge gezien hadt
welke wreede onrast uit hare oogen straalde,
als zij voelde dat hare krachten haar gingen
begeven...
Arme vrouw!
Oh ja, arme vrouw, herhaalde de
vreemdeling.
Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel onder No. 1810 aan de Kamers
van Koophandel en Fabrieken een zaak
rijk schrijven betreffende de organisatie
der Kamers, met verzoek op de daarin
gestelde vragen van advies te willen
dienen. Zooals de meeste Kamers voldeed
ook de onze aan dat verzoek en ver
zond in dato 10 April 1906 aan ge
noemden Minister een uitvoerig schrijven,
bevattende hare zienswijze betreffende
de in de hoofdstukken A D gestelde
vragen.
De gegronde hoop dat de organisatie,
die, om verschillende redenen urgent
mag heeten, door de Regeering met
bekwamen spoed voorbereid zou worden,
werd niet alleen niet verwezenlijkt, doch
tot op den dag van heden zijn geen
teekenen merkbaar, dat dit punt eerlang
op de agenda der Regeering zal komen.
Waar de regeering zelve, getuige haar
missive, volkomen de meening was toe
gedaan, dat die organisatie, met het oog
op de aanzienlijke gewijzigde toestanden
in handel en nijverheid zoo spoedig
mogelijk haar beslag kreeg, ligt het op
den weg der Kamers thans zelve bij de
Regeering met gepasten drang voor die
nadere regeling op te komen-
De Kamers van Koophandel en Fa
brieken kunnen zeer veel nut op 't ge
bied van handel en nijverheid stichten,
doch dan is het noodig, dat haar o- a.
meerdere bestuursbevoegdheden en aan
zienlijker financieele steun van Gemeente-
of van Rijkswege of wel van beide, ver
leend worde.
Andere Kamers, buiten Noord-Brabant
en Limburg, zullen wel bereid zijn dit
voorstel te steunen.
Het zij mij vergund, Mijnheer de
Voorzitter, deze korte toelichting onder
de welwillende aandacht der vergadering
te brengenniet twijfelende aan den
noodigen steun, veroorloof ik mij de
navolgende motie in overweging te geven.
Motie:
De Limburgsche en Noord-Brabantsche
Kamers van Koophandel en Fabrieken,
in gecombineerde vergadering te Tilburg
vereenigd
Overwegende, dat het Organiek-Regle-
ment voor de Kamers van Koophandel
en Fabrieken, vastgesteld bij Koninklijk
Besluit van 9 November 1851, Staats-
Hij knielde neder en drukte een langen kus
op het ijskoude voorhoofd der doode.
Komaan, vriend, heb moed, zei Paljas
die van zijnen kant zoo goed mogelijk stand
wilde houden.
De man stond op.
Wij zullen haar in een afgelegen hoek
moeten begraven, meende Willem.
Ja, eene plaats waar haar graf tegen alle*'
onteering vrij is.
Zij doorzochten het omliggende en ont
dekten eene gunstige plaats te midden van
het struikgewas.
Voorzien van het gereedschap dat zij mede
gebracht hadden, gingen zij dapper aan 't
werk.
Paljas Bloeg eerst stevig met de hak door
den bevroren grond.
Do vreemdeling had de schup genomen,
maar niettegenstaande zijne krachtinspanning,
schenen zijne handen die van aandoening
beefden, dezen zwaren arbeid te weigeren.
Elke slag dien zijn gezel kapte, vond een
droevigen weerklank in het diepste zijns
harten.
Na gedurende eenige minuten gewerkt te
hebben, vonden zij eenen zandochtigen grond
waarin men veel gemakkelijker werkte.
Zij graafden eenen kuil van omtrent drie
voet diep.
Paljas had, wel is waar, het werk bijna
gansch alleen verricht.
Hij was zelf verwonderd over de handigheid
waarmede hij het ambt van grafmaker be
kleedde en had nooit gedacht dat hij ervoor
zulken aanleg bad.
Welke tegenstelling met zijn anders zóó
lustig ambacht
Als de kuil gegraven was, wilde de vreem
deling er een bed van droge bladeren in leggen,
opdat de doode, zeide hij, zachter zou rusten.
Groote droefheden hebben Boms roerende
opmerkzaamheden.
Toen alles gereed was, gingen de twee man
nen het lijk halen en brachten het heel voor
zichtig en eerbiedig op den boord van dit graf.
Het droevig oogenblik was aangebroken.
(Wordt vervolgd.)