jSummer 67.
Zondag 22 Augustas 19Uü.
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
PALJAS
32 «iaaigaiL^g.
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen.
BEKENDMAKING.
LANDBOUW.
km iEj
FEUILLETON
UïTGEVEK
WAAL¥IJK. Telefoonnummer 38.
OöGENBUkKEN OM UIT
te blazen zcjn alleen mogelijk
vaaneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
Sunlightzeep scbaafjes om zachte
zeep te maken.
Gratis te bekomen bij uwen
winkelier in ruil voor 5 omslagen
De Staatscommissie
Werkeloosheid.
van
Het beste Voorbehoedmiddel.
.iiisslrailsrif Courant,
Dit Blad verse, ijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.~5.
Fraiif o per post door het gelieele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
adverteuties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Do nieuwe minister van
Koloniën.
1214
*1* i'"JBll! "UWJI. ■l'J»
Loting voor de Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
maken bekend dat de loting voor de nationale
militie voor de ingeschreven lotelingen (lichting
1910) zal plaats hebben op Woensdag 25 Augus
tus aanstaande, ten Raadhuizc te Wualwijk, des
voormiddags 9x/j uur-
Wijders wordt verwezen naar do publicatie ten
raadbuize aangeplakt, waarin de verplichtingen
der lotelingen zijn vermeld.
Waalwijk 12 Aug. 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Tn. DE SURMONT DE BAS SsiKELE.
Dc Secretaris,
F. W. van Liempx.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.'''"
OF
JUelOcultomv aan. Dcu J'(?usvefijlidixtttD.
9)
Men zag overal oude huifkarren, koetsen en
wagens met burgers en boeren gevuld, zonder
de groepen te rekenen die te voet al lachend
en zingend over den weg stapten
De manuen hadden hun Zondagspak aange
trokken en de vrouwen hadden zich met hare
schoonste linten en kostelijkste juweel3n
opgetooid.
Zooals het altijd gebeurt, waren er zelfs
moeders die hunne zuigelingen op don arm
droegen en eone heele bende kleine jongens
en meisjes voortsleepten, wier gelaat de milde
zon tegenlachte on de vreugde weerkaatste van
te mogen meegaan.
De meeste huurlingen droegen groote korven
en waren geladen met vette kiekens en kalkoe
nen, met eieren, vruchten en bloemen.
Het was alsof zij hunnen heer en moester
eene vrije tiende wilden betalen voor de gast
vrijheid welke bij hun aanbood.
Naarmate de gasteu aankwamen, stapten
zij over de ophaalbrug, gingen over do eerste
omheining en traden weldra in hot binnenhof,
waarvau het hekken, in gesmeed ijzer en
bekroond met het wapenschild van Montbazon,
wijd open stond
De rentmeester, M. Langlois, stond daar
oïjpi hen te'ontvangen cn naar de bijgobouwen
te geleiden, om er hunne vrachten af te leggen,
terwijl de knechten hunne lastdieren op stal
brachten.
Daarna kwamen zij terug op het binnenhof
waar meester Langlois ze op twee rijen schikte
aan beide kanten van de middendeur vau het
kasteel.
Daar treedt me waarachtig minister
Idenburg af en komt de heer de Waal
Malefijt in zijne plaats, terwijl de heer
Idenburg naar alle waarschijnlijkheid den
Buitenzorgschen zetel zal gaan bezetten.
Het s> Volk* sprak in dezen van stui
vertje wisselen®. Nu, iets lijkt het er
wel op. Over 't algemeen vindt de nieuwe
minister geen »goede pers.® Te ver
wonderen is dit geenszins. Immers, de
heer de Waal Malefijt kan onmogelijk
een Indiënkenner genoemd worden met
het houden van eenige studie-speechjes,
die sterk naar dc studeerkamer roken,
is men rog geen Indische specialiteit.
En meer heeft de nieuwe minister van
koloniën al niet gedaan. Hierbij komt
nog, dat hij als minister, met den heer
Idenburg als gouverneur-generaal niet
meer zal zijn dan eenornament of
wil men een ander beeld, als ja-knikker,
op hetgeen uit Buitenzorg door den
onderkoning Idenburg zal worden voor-
gebuteerd. Dit moge scherp gezegd zijn,
wij gelooven, dat hiermede toch de si
tuatie zuiver geteekend is. Nu komt
het ter beoordeeiing van dezen toe
stand er op aan, hoe men de verhou
dingen beziet. Meent men, dat van uit
den Haag Indië en onze koloniën moeten
worden geregeerd, dan kan men aller
minst tevreden zijn met dezen gang van
zaken. Oordeelt men er echter over als
de anti-rev. Rotterdammer, dan is de
toestand zoo logisch mogelijk. Deze zegt
toch: >Ons anti-rev. standpunt gaat van
de stelling uit >Niet op het Plein in
den Haag moeten de beslissingen in
zake de binnenlaudsche aangelegenheden
der Koloniën genomen worden maar te
Batavia en te Paramaribo zelf.
Het Bestuur en beheer der Koloniën
moet geheel afgescheiden zijn van de
Rijkshuishouding in het Moederland en
moet op eigen wortel stoelen, De over-
zeesche bezittingen moeten onder de
hoogheid van het Rijk een iurichting
ontvangen, die strookt met haar belang,
haar natuur en haar gezondheid. Toe
gegeven moet worden dat deze methode
wel past in het kader van de ethische
koloniale politiek, waaraan wij eenige
jaren zijn gaan doen, doch,... waar blijft
dan de hoogheid, ja zelfs de benoo-
Bovcn die menigte, meer danduizend in getal,
heerschte er een aanhoudend gerucht, gelijk
aan het gehommel van eonau bijenkorf.
Op eens werd allee stil de vrouwen bcgen
voorover, terwijl de mannen zich het hoofd
ondekten.
De bruidstoet, voorafgegaan door twee
hellebardiers, trad uit de ridderzaal.
Er ontstond een ongelooflijk gedrang, iedereen
duwda zij oen buur met de ellobjgen weg, om
hot jongepaar op zijn gemak te kunnen aan
schouwen.
Iedereen wilde de bruid zien met haar uit
zilver geborduurde stoffe vervaardigd kleed,
Slank en welgevormd, hare weelderige blonde
lokken met myrtekransen on oranjebloesem
omslingerd, trad zij statig on edel, op den
arm van hertog leunend, vooruit.
Deze eenieszins diklijvig, met liooggukeurde
wangen, gelijk oen normandisch edelman van
den echten stempel, droeg een prachtkleed
uit gebrocheerde zijde te Lyon vervaardigd en
waarop de eereteekens prijkten der ridderorden
van den Geest en van Sint-Lodewijfe.
Achter hem volgde de jonge markies, een flin
ke welgebouwde kerel van zes of achten-twintig
jaar, heel deftig, maar nochtanB eenvoudig ge
kleed.
Gelijk zjju vader, had hij een ranke blik en
open gelaat maar da gelaatstrekken waren
min diep afgeteekend en de aanblik was zachter.
Aan zijne zijde trad de kanunnikes, eene
vrouw van gevorderden leeftijd, zeer streng van
uiterlijk en gansch in zwarte zijde gekleed.
Daarna volgden de getuigen voor den
bruidegom, de heeren graaf de Blangy, zijn
neef en de hoofdbaljuw de Courgemont voor
de bruid, de heeren graaf de Bressigny, haar
voogd en de markies de Freneuse.
Do hofjonkers en juffers kwamen op de
vierde plaats.
De genoodigden van grooten huize, die mede
het huwelijkskontrakt onderteekeud hadden,
sloten den stoet.
Als alle deze personnaatjes van het bordes
afgekomen waren, bleef de stoet een oogenblik
staan.
Dan zag men uit een der binnenzalen van
het kasteel zeB bazuinblazers komen, gevolgd
door eenen wapenbode met bannier en eeu
digdheld van een. koloniaal minister
Wij konden het dan best afdoen met
een registreerende koloniale afdeeling.
Hoe dit echter zij, de heer de Waal
Malefijt zal door daden moeten toonen,
dat hij werkelijk een minister van kolo
niën is, anders vreezen wij is deze per
soonsverwisseling een verzwakking van
het kabinet.
Wie bij dit alles op den achtergrond
treedt, is de nog zetelende gouverneur-
generaal, de heer van Heutsz. En toch
schijnt er heel wat gepasseerd te zijn,
nadat de Atjeh-bom gesprongen was.
Een ingewijde verhaalt
In de Tweede Kamer is de Atjeh zaak
kalmer gepasseerd daa in het Kabinet
van den Minister. Uit goede bron kan
ik verzekeren dat de Minister voorgelicht
door prof. Snouck Hurgronje, verre van
gesticht was over den loop, dien de
zaken in Atjeh hadden genomen. Hij
gevoelt de verantwoordelijkheid daarvoor
sterk, omdat de benoeming van gen.
Van Daalen tot gouverneur van Atjeh
op aandringen van Van Heutsz zijn werk
was. Hij had daarbij hel advies van
Snouck Hurgronje gedesavoueerd, waar
door de verantwoordelijkheid, nu de
zaak verkeerd bleek geloopen te zijn,
hem nog te zwaarder drukte. Daarbij
kwam dan nog, dat deze bekwame ad
viseur, voor Indische zaken, die weinig
vertrouwen in van Heutsz heeft, destijds
reeds had voorspeld, dat de zaken, in
dien men Van Heutsz zijn zin gaf, aldus
zouden loopen. Toen dan ook de Atjeh-
beftn sprong is er heel wat te doen ge
feest in de ministerieële bureaus en
menig kabelgram, dat tusschen het
Plein en Buitenzorg gewisseld werd, was
niet zeer vriendelijk van aard.®
Tot zoover de Haagsche briefschrijver
van de Arnh. Ct.
Wij willen besluiten met de beste
verwachtingen uit te spreken en eerst
de daden van dïn nieuwen bewindsman
afwachten. Dan kunnen we verder spreken
Eindelijk is er deze door gekomen,
Het heeft lang geduurd, wat er onge
twijfeld op wijst, dat de samenstelling
niet zoo best van stapel is geloopen als
de regeering, gezien het groote belang
der zaak, wel zal gewenscht hebben.
Wij hebben de namen der heeren, die
tot leden benoemd zijn. eens de revue
laten passeeren. Het doet ons natuurlijk
genoegen, dat ook een plaatsgenoot die
eer geniet. Wij gelooven dat de regeering
met de keuze van den heer Klijberg
Pernot een goede gedaan heeft. Ver
wondering moet het echter baren, dat
er geen enkele voorman van den R. K.
Volksbond in zit. Beslist hadden we
onder deze namen die van den Heer
Passtoors verwacht. Is deze soms aan
gezocht, doch hebben zijne drukke be
zigheden hem van zitting—nemen terug
gehoudeu Doch waarom dan niet een
andere R. K. Volksbonder er in Het
zou misschien voor velen, die zich met
ons over deze leemte verwonderd heb
ben, een hooggewaardeerd genoegen
zijn, als hier op de eene of andere manier
een opheldering over gegeven kan
worden.
Een vreemde manier van
iecipieeron
Zooals men weet heeft de Duitsche
Keizer een bezoek gebracht aan het
kasteel Middachten, eigenaar van den
Graaf Bentinck. Dit bezoek was geheel
particulier, onze regeeriog en dus de
schatkist had er niets mede te maken.
Doch wat is er gebeurd
Het station is versierd en een nieuw
wisselspoor is er aangelegd om den kei
zerlijken trein op het andere spoor te
brengen. En wie betaalt dat De graaf
natuurlijk. Mis, de directie der Staats
spoorwegen. Verder is er een aparte
ondergrondsche telegraafkabel gelegd,
om het kasteel direct met het kantoor
De Steeg te verbinden. Van een boven-
grondsche leiding wilde de graaf niets
weten. Wie betaalt dat Natuurlijk de
Graat I Ter plaatse zelf kreeg men ge
heel andere indrukken, zegt de Haagsche
medewerker van N. v. h. Noorden. En
zoo zou er nog veel meer op te noemen
zijn, doch genoeg, om te doen zien, dat
hier de Duitsche Keizer door een par
ticulier nog wel een Duitscher, ge
deeltelijk op kosten van 's lands schat
kist ontvangen is. Noemden wij sdezc
manier van recipieeren® zonder redenen
een beetje vreemd
twintigtal scherpschutters, allen gekleed gelijk
ten tijde van Karei IX.
De banier was die welke Hugo deMontbazon,
een der l eroemste voorouders van den hertog,
in de kruisvaarten had medegevoerd.
De kasteelheer, die trouw alle gewoonten
had willen volgen, hield er aan dat zij inden
stoet gedragen werd en had er schik in gevonden
de herinneringen der oude vervlogen tijden te
doen horlevon om haar eeno waardige eerawacht
te vormen.
Dit was een eigen denkbeeld van hem, en
hij was er fier over.
Die troep, die de nieuwsgierigheid van alle
de aanwezigen uitlokte, trad aau het hoofd
van d^n stoet.
De bazuinen hie\en een zegemarsch aan,
en de stoet begaf zich langzaam naar de na
bijgelegen kerk.
De menigte der opgekomen burgers en boe
ren volgde.
Maar het kerkje was veel te klein om al dat
volk to bevatten het grootste gedeelte der
genoodigden moesten buiten blijven staan
en mis hooren in de open lucht, de gebeden
en gezangen navolgend, die hun langs het opeD
kerkportaal toekwamen.
In de gothi8cho kerkbeuk. waar het daglicht
even binnendrong, verzacht door de geschil
derde vensterramen waarop heiligo legenden
of historische feiten afgebeeld waren, brandden
honderden waslichten oude, prachtige tapijten
bedekten de muren, frissche bloemenkransen
slingerden rond de pijlers op en hunne aangena
me gen reu mengden zich met den reuK die
uit de wierookvaten opsteeg.
Zelden had men zoo eeuo prachtige en
indrukwekkende plechtigheid bijgewoond,
V.
De mis was uit, de menigte opende den
doorgang voor den hnwelijksstoet en juichte
eu iubelde het jonge echtpaar toe.
Van allo kanten klonk het
Leve de hertog leve de markies leve
mevrouw de markiezin 1
En iedereeu stond met ontdekten hoofde en
wuifde met zijnen zakdoek.
De hertog, majestatisch en toch goedhartig
Wij gaven in een onzer laatste artikelen
eenige middelen, welke ter bestrijding van
plantenziekten en schadelijke insecten kun
nen dienen. De goede uitkomsten daarvan
in vele gevallen zijn niet te ontkennen,
meermalen was het geldelijk voordeel, daar
door verkregen, zeer groot en menig kwee-
ker erkent dan ook dankbaar de goede hnlp,
welke de wetenschap hem ook hier heeft
geboden.
Dit mag hem evenwel niet doen voorbij
zien, dat de aanwending van dergelijke mid
delen niet steeds afdoende is, omdat haar
uitwerking zich slechts bepaalt tot het weg
nemen der verschijnselen en de oorzaak, welke
vaak in 't duister .ligt, onaangetast laat. 't
Zal dan ook menigeen wel al gebleken zijn,
dat het Bucces niet altijd bestendig was,
zelfs niet bij herhaalde toepassing van het
middel.
't Is goed, dit te weten lo. om voor
teleurstelling bewaard te blijven of liever
daarop voorbereid te zijn 2o. opdat men
blijve zoeken naar de eigenlijke oorzaak of
oorzaken en naar betere, meer afdoende
middelen, waardoor het kwaad en de schade
kunnen worden voorkomen.
Naast vesl, dat voor ons in deze nog
verborgen is, is cr toch ééa feit van groote
beteekenis, hetwelk moet worden erkend,
maar als zoodanig (als feit n. 1.) nog lang
niet algemeen bekend is. Wij bedoelen het
feit, dat een goede voeding, ergo een doel
matige bemesting onzer cultuurgewassen, de
beste waarborg geeft tegen schade, hierboven
bedoeld.
Wij lazen dan ook met groot genoegen,
dat de N. P. V. (Nederi, Pomologische Ver.)
haar kalender voor bespuitingen ter bestrij
ding van ziekten eu insecten eindigt met
dezen raad: u Tegen de aanvallen van allerlei
insecten en ziekten op vruchtboomen blijkt sterk
bemesten een der beste voorbehoedmiddelen"
Hierop nog eens met nadruk te wijzen,
is zeker niet overbodig. Zoomin, in 't al-
gemeea, een zalfje van den dokter ons ge
zond kan maken of doen blij ren, zoomin is
eenig bespuitiugs- of bestuivingsmiddel in
staat meer dan tijdelijke (soms slechts schijn
bare) baat te geven, indien niet ovcr'gens de
levens- en groeivoorwaarden gunstig zijn.
En evenzeer als het waar is, dat wij onze
was fier eu hoogmoedig, als hij dio gobe en
hoofden zag on die welgemeende toejuichingen
hoorde.
Alles lachte de hertog de Montbazon op dien
schoonen zomerdag tegende bruiloft van
zijnen zoon werd onder de beste voorspellingen
gevierd.
Toen de stoet terug op het binnenhof van
het kasteel kwam, stond er een groote, prachtige
meiboom die men in allerhaast gepiant had,
en een druk mnskottenvunr eu sissersgeknal
door de joDgolingen van de lauden afgschoten.
dreunde vau boven uit da oude torens,
De muren waren hier eu daar versierd met
maliënkolders en wapentropeeën en de baelte-
nissen der voorouders.
Aan een der uiteinden van de zaal, was er
eene verhevene plaats opgetimmerd waar de
hertog, de jonge echtgenooten da getuigen en
de voornaamste personen plaats namen.
Die van minderen rang, stonden van beide
kanten langs den muur.
Hoven die middengroep, wapperde de bannier
der Montbazons als symbool het verleden
dat het heden beschermt.
De bazuinen heffen het krijgslied aan en
de menigte, dio met groote moeite door de
hellebardiers tegengehouden w»rd. stroomt nu
met geweld naar binnen en trekt stoetsgewijze
voorbij die groote hearen, om holde te be
wijzen.
Die koninklijke plichtplegingen waren door
den hertog zelf belegd, niet alleen om het trouw
feest meer luister bij te zetten, maar om zich
zeiven een bewijs zijner macht en heerschappij
te geven.
Toen de optocht gedaan was, begaf zich de
familie de Montbazon in de eetzaal, waar oen
prachtig maal was opgedkcht, wnaraan de
voorname uitgenoodigden zonden deelnemen.
De braitloft was heel deftig en vroolijk.
De groot-baljuw de Courgemont, die zich
roemde nu en dan eenB zijnen tijd aan letter
kunde te besteden en do „muze der dichtkunst
te plagen „droeg aan het nagerecht een
brniloftBlied voor, dat hij zelf voor deze
gelegenheid vervaardigd had.
Iutu8schentijd waren burgers en boeren van
hnnnen kant ook lekker aan 't smullen.
Door de vensters, die uit hoofde der warmte
opengebleven waren, konden de hertog en
zijne dischgeuooten een gedeelte der mindere
gasten die op het voorhof aan tafel zaten,
zien eten en hooren joelen.
Op het voorplein der aangrenzende en aan-
hoorende hoeve, had men ouder de zwaar
beladen appelboomen,menigvuldige grootetafels
aangebracht, waai opde dienstboden dos hertogen
gedurig eetwaren opdischten, naarmate deze
door de menigte verslonden werden
Hier waren noch zilveren, noch metwap.-n-
ec ilden versierde schotels, maar voedende,
krachtige spijzen voor menschen die wolven-
eetlust hadden.
Houderden ganzen enknikens, twintig schapon
en tien kalveren waren er gedood geweest
voor dit-huwelijksmaal, waar meer dan duizend
personen aan den di6ch zaten.
Do cider en de wijn stroomden naar verlangen
en zelfs gebruikte men van tijd tot tijd een
teugje appel brandewijn om, volgens het spreek
woord van de streek, de maag en den eetlust
aan te prikkelen
Aan het boveneinde der tafel zat meester
Langlois die belast was dit volksfeest voor
te zitten en te besturen.
Hij kweet zich nauwgezet van de hem
opgelegde taak, gaf met eene wonderbare nauw
keurigheid de uoodige bevelen aan de tafel-
kncchten eu bovendien het voorbeeld der
meest opgewekte teirdenheid, aan al de aan
wezigen. Ru en dan zelfs, riep hij den eenen
of anderen pachters, op beschermenden toon
met name toe en deed dit alles met zooveel
ernst, alsof hij voor zich zeiven het ambt uit
oefende dat hem door zijnen meester was
opgelegd.
Langzamerhand warden de hoofden verhit,
do Bamspraken namen in drukte toe en een
ongelooflijk gebrom en gehommel steeg boven
deze menigte uit, midden in het gekling van
vorken en drinkschalen en borden. Het aan
houdend schaterlachen en de drinkliederon en
liefderefreinen, die nu van het eene einde
der tafel tot aan het andere weerklonken
meldden aan de gaBten, die binen in het kasteel
zaten, de openhartige en onbegrensde vreugde
van de onderdanen des hertogen.
(Wordt vervolgd