Rummer 68. Donderdaa 26 Augustas 1909. 32 Jaargaug, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. De Kretenzer kwestie. P AL JAS ANTOON TIELEI, Dit nummer bestaat uit TWEE 1 Bladen - a~tt Uitgever: FEU1LLRÏ OJ\ WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Door uitsluitend Sunlight Zeep te gebruiken blijft het linnen en tafelgoed zoo wit als sneeuw. Sunlightzeep schaafjes om zachte zeep te maken. Gratis te bekomen bij uwen winkelier in ruil voor 5 omslagen Courant Waalwtjksclif en Lingstraatsck 11 ■-- a^^-.b-wttrn 1—7 reeels f 0.60 j daarboven 8 cent per Dit Blad verscl ijnt "Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0.w5. Franio per post door bet geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootc letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels e» advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. GEBRU1KS AANWIJZING ROND IEDER STUK. Kef De moeilijkheden die sinds eenigen tijd weer een nieuwe Kretenzer-kwestie in het leven hebben geroepen, zijn de laatste dagen van zulk een ernstigen aard geworden, dat niet zonder reden wordt gevreesd voor nieuwe verwikkelingen in het Oosten. De internationale bezetting van Kreta nam den 27sten Juli LI- een einde, toen de Europeesche troepen het eiland ont ruimden. De Kretenzers hadden namelijk de twee voorwaarden, waaraan Europa de terugroeping der troepen had ver bonden, vervuld handhaving der orde, voor de Turksche minderheid op het eiland. Om in zeker opzicht aan Turkije voldoening te schenken, hebben de mogendheden de Ottomaansche vlag onder bewaking van eenige soldaten geplaatst, welke vlag op een afgelegen en verlaten eiland in de Suda-baai ge- heschen, de suzereiniteit-in-naam van Turkije symboliseert. Op het oogenblik van inschepen, haal den de Europeesche troepen hun vlaggen neer, die boven een klein fort, bij den ingang der haven van Canea, wapperden. Van hun kant lieten de autoriteiten van het eiland de Kretenzer vlag strijken, die naast de standaards der vier groote mogendheden was geheschen en heschen in de plaats daarvan, zoowel op het fort als op een paar publieke gebouwen, die door de internationale gebouwen waren ontruimd, de Grieksche vlag. De diplomatie schrok hiervan, bemoeide er zich mede en vroeg, dat de Kretenzer vlag weer in de plaats van de Grieksche zou worden geheschen. Tusschen twee haakjes zij hier opge merkt dat die Grieksche vlag reeds sedert tien maanden boven de meeste openbare gebouwen in Kreta wappert het gouvernements-gebouw, de gemeente huizen, politiebureaux, douanekantoren, kazernes, enz maar dat nu de Kretenzer standaard (een wit kruis op een blauw veld, met een klein rood veld in een der hoeken, waarop een ster, symboli- seerend de opperheerschappij van den sultan) tot nader orde moet worden ge heschen op het fort van Canea en op al die openbare gebouwen, waarop de Grieksche vlag vóór 27 Juli nog niet prijkte. Voorwaar een zonderlingen eisch en die eenigszins een denkbeeld geeft van den eigenaardige, tweeslachtige en dub belzinnige regeering, waarmede men het eiland heeft begiftigd. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." OF ^êcfóeiiltomv aan cku JbuvvvfijlijCaiti). De geschiedenis van Kreta in den loop der negentiende eeuw is niets anders dan een lange reeks van op standen tegen de Ottomaansche over- heersching. Toen na de moordpartijen van 1897 de mogendheden tusschenbeide kwamen, noodzaakten zij Turkije Kreta te ontruimen en bezetten zelt met hun militaire macht het eiland. Daarna werd het tot een autonomen en constituti- oneelen staat verheven, onder voogdij schap van de vier groote mogendheden Frankrijk, Engeland, Italië en Rusland, die zichzelf besturen mocht zonder daarin Turkije te kennen, dat alleen een fictief recht van suzereiniteit behield. Prins George van Griekenland werd de eerste gouverneur van Kreta met den titel van »hoogen commissaris der mo gendheden». In 1906 werd hij vervangen door den heer A. Zaimis, voorzitter van den Griekschen senaat. Onder dit regiem van vrijheid is Kreta er in geslaagd zijn verschillende takken van dienst goed te organised en, zich uit zijn puinhoopen op te richten en den weg naar den voor uitgang in te slaan, steeds echter, van tijd tot tijd, de vereeniging met Grieken land, het moederland, eischend. Nooit heeft een volk met meer energie en volharding getoond, in welke banen het zijn nationale toekomst wenscht te leiden. Maar telkens stootte het op het veto van Europa, dat, zich kantend tegen de eenvoudige annexatie, toch nu en dan eenige concessies deed aan de eischen der Kretenzers, en hen op die manier als het ware langs de verschillende pleisterplaatsen van den weg voerde, die per slot van rekening toch tot de vereeniging met Griekenland als eindpunt moest leiden. Zoo gebeurde het, eveneens in lyuo, dat men officieel aan den koning van Griekenland het recht toekende, den gouverneur van het eiland aan te wijzen aan het hoofd der militie en der gen darmerie werden Grieksche officieren gesteldmen stond toe, dat Grieksche balieleden in de Kretenzer gerechtshoven werden benoemd, enz. Eindelijk, in een nota gedateerd 28 April 1908, verbonden de vier beschermende mogendheden zich tegenover de Kretenzers, hun troe pen in den loop van 1909 terug te roepen, onder de reeds genoemde voor waarden, dat de orde zou worden ge handhaafd en de Turksche minderheid op het eiland beschermd. Die belofte hield, zoowel volgens de meening der mogendheden als in de oogen der Kretenzers, een implicite machtiging in, als het eiland eenmaal door de inter nationale troepen was ontruimd, ook den laatsten band, die het nog aan Turkije bond, te verbreken. Toen dan ook den 7den October 1.1. Kreta de vereeniging met Griekenland proclameerde, steunde het op deze verzekeringen. Het volgde trouwens het voorbeeld door Oostenrijk gegeven, dat Bosnië annexeerde, en door Bulgarije, dat zich onafhankelijk verklaarde. De Jong-Turken protesteer den. Zij lieten Europa weten, dat zij geen enkele wijziging, hoe gering dan Sok, in bun verhouding tegenover Kreta zouden goedkeuren. De beschermende mogendheden be vonden zich nu in een lastig parket aan den eenen kant wilden zij niet de Turken voor het hoofd stooten en stemden niet in de vereeniging met Griekenland toeaan den anderen kant wilden zij ook de formeele aan de Kretenzers gedane beloften houden en riepen de troepen terug, die zij in Kreta staande hielden, Zij hebben lurkije beloofd zijn ^opperste recht.en« te zullen doen eerbiedigen, en den Kretenzers »met welwillendheid toe te zullen zien op de toekomstige regeering van het eiland'. Bij gebrek aan een definitieve oplossing der kwestie, biedt deze regeling tenminste het voordeel, dat, voorloopig althans, èn de geit èn de kool wordt gespaard. Een Kretenzer maakte dezer dagen de niet onjuis'e opmerking, dat de nota der mogendheden wel wat herinnert aan die antieke beelden, die naargelang men ze van den eenen of den anderen kant bezag, lachten of weenden Hoe zal nu de toekomstige regeering in Kreta er uit zien Tot de laatste dagen toe, schenen de mogendheden het tegenwoordige heerschend regiem op het eiland, inderdaad een Grieksch regiem, goed te keuren. Want inderdaad wordt Kreta sinds de maand October 1908 in naam van den Griekschen ko ning geregeerd, ofschoon zonder de of- ficieele toestemming van dezen laatste ook het Kretenzer leger wordt door Grieksche officieren gecommandeerd. Alle openbare diensttakken zijn naar Grieksch voorbeeld ingericht en zelfs de Kretenzer postzegels zijn »vergriekscht'. Om al de voordeelen te verkrijgen, die hun de otficieele erkenning der an nexatie zou hebben gegeven, ontbreekt den Kretenzers niets anders dan het recht bij hen op het eiland het Grieksche douanetarief in te mogen voeren en vooral dat van afgevaardigden naar de kamers in Athene te zenden. Dit recht van vertegenwoordiging in de Helleensche kamer zou overigens niet onvereenigbaar zijn met het suzereini- teitsrecht van den sultan, als men re kening houdt met zekere precedenten in den Balkan, met name met dat van Oost-Roemellë, dat van af den Bulgaar- schen staatsgreep in 1885, tot aan het vorig jaar, als een Bulgaarsche provincie ofschoon Ottomaansch bezit blijvend werd geregeerd. Maar de Jong-Turksche regeering wil juist niet, dat Kreta zich beroept op het precedent van Oost Roemelië om de laatste banden, die het nog aan de Ottomaansche suzereiniteit binden, te verbreken. En in een nota, die als het ware in de bewoordingen van een ulti matum is gesteld, heeft de Porte aan Griekenland gevraagd, zich niet met de Kretenzer manifestaties te willen inlaten en de Grieksche officieren-instructeurs terug te roepen. Sedert een goede week werken de vier beschermende mogend heden te zamen en met kracht tegelijk in Constantinopel, in Athene en in Ca nea, om een dreigend conflict tusschen Turken en Grieken te voorkomen. Het schijnt, dat èn op de vraag van de vlag èn op alle punten een aanne melijke 'oplossing zal worden gevonden. Ondertusschen gaan de Kretenzers onafgebroken voort, zich van wapenen en munitie te voorzien, met het doel öf de Grieken te hulp te snellen in ge val van een Ottomaanschen aanval, óf hun eigen land tegen een mogelijken, overigens onwaarschijnlijken, inval van Turksche zijde te beschermen. De Kre tenzers zijn eerste strijders hun moed, dapperheid en uithoudingsvermogen zijn in geheel het Oosten legendarisch. Op dit oogenblik kan het kleine Kreta 8,000 man op de been brengen. In tien jaar zal het een leger van minstens 50,000 man kunnen bezitten. De totale bevolking van het eiland bedraagt echter niet meer dan 330.000 zielen. Alleen, 10) Eensklaps stond meester Langlois op, word ernstig en riep luidkeels met gebiedende stem Stil! Ziehie>r Monseigneur I... Oogenblikkelijk was het uit met babbeleD, lachen en zingen. Alle aanwezigen stonden op met ontdekten hoofde en keerden zich in de richting die meester Langlois hun aanwees. Een woord was dus genoeg geweest, om die honderden menschen, die daar even op de meest uitgelaten wijze hunne gevoelens lucht gaven, tot de slaafsche onderdanigheid terug te roepen. Iuderdaed, daar kwam de hertog aan met zijnen zoon, zijne schoondochter en de voornaamste gaBten van de bruiloft. Als een kleine koning in zijne staten, wilde hij zijne onderdanen een bezoek brengen. De rentmeester was opgestaan en trad hem te gemoet doch op eenigen afstand bleet hij staan, boog bijna tot den grond en sprak metfleemende stem Monseigneur... welke eer 't Is wel, 't is wel antwoordde de hertog, die immer vooruit trad, terwijl meester Lauglois, altijd in twee gebogen, langzaam achteruit ging. Wij komen hier eens zien oi deze brave lieden tevreden zijn en of er hun niets optbreokt. Neemt geen acht, vrienden, en blijft maar zitten. 'Zij zijn allen zeer tevreden, Monseig neur... Zij zouden overigens wel ondankbaar en lastig moeten zijn, indien zij niet tevreden waren na het vriendelijk onthaal dat... De hertog luisterde naar het einde dezer vleierij niet. Hij naderde tot de tafels, beval iedereen gerust op zijne plaats weer te naau zitten en sprak hier en daar eenige welwillende woorden tot zijne pachters en landbewerkers Welnu, mijne vrienden, heeft men u goed verzorgd... hebt gij genoeg gegeten... zijt gij tevreden V Ah 1 't is wel een schoono dag voor mij... een heerlijke dag in mijn leven 1... Langlois, laat glazen opdienèn... W ij zullen allen op de gezondheid drinken van den koning en de koningin alsook op die van nlle goede, trouwe lieden van het landgoed Montbazon die hier tegenwoordig zijn. Op de heildronk dio hij instelde, antwoord den de aanhoudelijke toejuichingen dor me nigte en het geklink van bekers en glazen: Leve Monseigneur Barnabas, de voornaamste boer van het landgoed, de boer die de hoeve bewoondewelke aan het kasteel paalde, vroeg en kreeg de toelating om de gezondheid der nieuw gehuw den in te stellen. Ed dan klonk het weer in eene machtige en langdurige davering over de weide Leve mijnheer de Markies Leve me vrouw de Markiezin 1 Aanstonds daarna klommen de muzikanten op tafels en tonnen en de meest verscheidene spelen en dansen vingen aan. De hertog, die voorzeker dien dag uitermate vriendelijk was, wilde het werk zijner edel moedigheid volmaken en opende de danspartij met Siska, de vrouw van Barnabas. Dat was nog nooit te Montbazon gebeurd 1 Dia buitengewone eer door den eigenaar der landstreek aan eenen zijner landbouwers bewezen, maakte op het volk meer en beteren indruk dan al het overige wat de hertog ge daan had om aan zijn volk te behagen. Lang werd dit voorval van groep tot groep druk besproken en toegejuicht en de boeren her haalden het om het meest, terwijl zij immer den eenen pot na den anderen ledigden... Langzamerhand daalde de zon achter den gezichtseinder en kleurde het westen in purperrooden glans het lommer der boomen strekte zich over de weiden uit en de bosschen en bergen staken helder op het blauwe hcmelaruur af, toen de edele gasten, na het feestpark doorkruist te hebben, besloten terug te keeren. De vermakelijkheden schenen echter nog niet te eindigen. Dansers, spelers en drinkers schenen on vermoeibaar iedereen wilde zijn hart eens goed ophalen en tot hot einde toe de goede gelegenheid, dio hun aangeboden was, waar nemen. De jonggehuwde en de andere voorname gasten stegen in hunne rijtuigen en gingen een rit door de bosschen doen, in afwachting dat hot uur voor het avondmaal zou slaan. Wat den hertog betreft, deze was eenigszins afgemat en ging naar zijne slaapkamer om wat uit te rusten. Deze kamer echter was in den linkervleugel van het kasteel gelegen. Hare vensters zogen uit op een halt rond balkon, vau waar men het grootste gedeelte der oude omheining kon gade slaan. De hertog leunde mijmerend tegen het kun stig gesmeede traliewerk van het balkon. Van het prachtig landschap dat zich voor hem uitstrekt dicht bewassen heuvels, prach tige velden en groene weiden door de ionques als met een zilveren band doorkronkeld en omweven, viel zijn blik op de rustige kermis, ter cere van het huwelijk zijns zoons ingericht. Op dit oogenblik was bij bijzonder fier over het bezit van die uitgestrekte eigendommen waarvan zijn oog de palen niet ontwaarde en hij voelde geen minder genoegen in het nagan van de vreugde zijner ondergeschikten die zich gelukkig achtten, de gelegenheid welke hij hun heden goed willig had toegestaan, waar te nemen, De aanblik van die zingende, springende, lustig drinkende menigte maakte den besten indruk op zijn gemoed. Nooit had hij beter zijne macht gevoeld nooit werd zijn hoogmoed meer gestreeld. Da hertog was, wel is waar, een rechtvaardig, goedhartig en eerlijk man, maar diep doordron gen van de verouderde denkbeelden en vooroor deelen van vroegere eeuwen, Die ongeneesbare hoogmoed van zich deu afstammeling te voelen der kruisvaarders kwam gedurig bij hem boven en mengde zich bij zijne edelste daden en gewaarwordingen. Hij wenschte zich zeiven geluk over het goe gebruik dat hij vau zijno rijkdommen en voorrechten wist te maken. Waren zijne vazallen niet echt gelukkig r Haddon zij er einig belang bij den huldigen toestand der zaken te zien veranderen of verdwijnen Neen, dio brave landbewerkers zouden het vergift der valsche leeriDgen niet inzuigen, zij zouden de stelsels van die zoogezegde wysgeeren niet aankleven, maar integendeel trouw het pad hunner voorouders volgen... De landbouwers zouden voorzeker met do oproermakers d«r groote steden niet samen spannen; de Koning door hen ondersteund, zou weer aan de bovenhand komon en de omwente ling zou in hare kiem gedempt on uitgeroeid worden... De hertog was diep in deze overweging verslonden toen zijne aandacht getrokken werd naar het kronkelpad, dat langs bergen en dolen naar den ingang van hot kasteel geleidde. Een stofwolk steeg op langs dien weg en kwam al dichter en dichter in snelle vaart bij, weldra kon de hertog oenen ruiter onderscheiden die in volle vaart naar het slot gereden kwam. Ziin oog volgde den ruiter langs den kronkel weg'dien de heuvels als met eenen gordelriem omslingerde, tot dat hij zonder stilstaan het kasteel bereikt had en ophaalbrug en middenhof .til so lesk rood zich heen, verwonderd dat hij niemand op zijnen weg ontmoet had en dat ook niemand hem te gemoet kwam. De verwondering van M. de Moutbazon was echter even groot. Wie kon zoo laat in den avond een bezoek brengen Was het misschien een bode van het Iiof? Een aankondiger van goede tijding of een ongeluksbode De hertog ging terug zijne kamer binnen en belde heftig voor eonen dienaar. De eerste kamerknecht verscheen. Beaugrand, sprak de hertog, er is daar even een ruiter in het eerehof aangekomen, ga bem vragen wat hij zoo laat komt doen, wie hij is en wat hij verlangt. Terwijl de knecht naar beneden ging om de boodschap to volbrengen, ging do hertog te rug op het balkon staan om den uitslag ra to zien. Daar de avond reeds begon te vallen, kon hij de kleeding noch het aangezicht van den ruiter onderscheiden, noch het edel rcB herken nen dat daar immer stond te hinniken en de steenen ouder zijne hoefslagen deed drennen, als eischte htt zijne maat haver, het welver diende loon van zijnen spoedigeu draf. Buitenmate was de hertog verwonderd, toen hij zag dat Beaugrand en de vreemdeling als twee oude kennissen aan 't praten gingen en elkander de hand drukten. - De ruiter steeg af, bond zijn paard vast aan eenen ring die in den muur ge met sela was en wandelde dan op en neer, om zijne beenen wat te lenigen, terwijl de kamerknecht in allerhaast naar boven liep om den meester zijne aankomst te melden. Welnu vroeg de hertog. Monseigneur, antwoordde Baaugrand, cansch ontroerd en overigens door zijn haastig loopen geheel buiten adem, het is., het is b leury. Fleury 1 riep M. de Montbazon even ont- roerd als zijn knecht. Ik had hem niet herkend. Wat komt hij hier doen, zonder dat ik hem ontboden heb Dat weet ik niet. Hij heeft my enkel ge zegd dat hij zeer belangrijke nieuwstijdingen bracht welke hij alleen aau monseigneur of aan M. den markies mocht mededeeleu. Belangrijke nieuwstijdingen 1 herhaalde de hertog heel nieuwsgierig en niet wetend of hij te vreezen of te hopen had.. Die onverwachte bode was de vertrouweling welke het hotel van den hertog de Montbazon te Parijs, goduiendo de afwezigheid zijns meesters, moest beridderen en bewaken Hat moest wel eene ernstige, dringende reden zijn welke den man zoo onverwacht had aangezet om naar hier te komen. Eenige oogenblikken later stond hij, op bevel dat hem door Beaugrand werd medege deeld, in de spreekkamer vóór zijnen meester, van het boofdtot de voeten met stof overdekt en terwijl dikke zweetdroppels hem over het aangezicht lekten. De hertog liet hem den tijd niet eenige verontschuldigingen te stamelen. (Wordt vervolgd.) V.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 1