Nummer 69. Zondag 29 Augustus 19UU. 32e jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Biad. IekMdmakingT PALJAS HET ONDERSTE UIT ÖE ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen Uitgever: FEUILLETON WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Door uitsluitend Sunlight Zeep te gebruiken blijft het linnen en tafelgoed zoo wit als sneeuw. Sunlightzeep scliaafjea om zachte zeep te maken. Gratis te bekomen bij uwen winkelier in ruil voor 5 omslagen Mijn antwoord aan G. Waahvpsclie en Langstraatselie Courant, Dit Bind versci ijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. Pranio per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezouden stuiken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advkrtbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Advertentiën duiaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. GEBRUIKS AANWIJZING ROND IEDER STUK De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend dat op Donderdag, den 2en September 1909, eene verkiezing zal plaats hebben ter vervulling van 2 plaatsen in den geracente-raad van Waalwijk, dat op dien dag van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur, bij den Burgemeester opgaven van candidaten kunnen worden inge leverd. Deze opgaren moeteu inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candidaat en onderteekend zijn, door tenminste elf kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waar voor de inlevering geschiedt. De inlevering der opgaven geschiedt persoon'ijk door een of meer personen, die haar hebben onderteekend. De candidaat kan daarbij tegen woordig zijn. I I Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." OF tTêefóeultomv aatt Dew 'GmwfijlijCauD 11.) Weihoe! zijt gij hot Floury riep hij, hem nader tredende. Wat is er dan gebeurd Welk voorval Ach monseigneur, zoo ge wist Het., het., 't was Dinsdag, eergisteren dat het gebeurde.. De woorden wilden maar niet uit den mond van den armen jongen, maar op zijn bloek, ontsteld gelaat kon men gemakkelijk lezen dat bij geene gelukkige tijding bracht. De hertog was ongeduldig. Staat mijn hotel in brand? vroeg hij. Neen, monseigneur, maar. Maar wat Spreek dan, kinkel, ge zult me nog den dood aanjagen van ouge duld 1 Monseigneur, zij hebben zij hebben de Bastille ingenomen 1 Zij hebban de Bastille ingenomen, sprak de hertog', die er niets van begreep. Maar wie heeft dat gedaan Het volk monseigneur. Wat rammelt ge mij daar al dooreen Is hot om mij zulke fabels te komen wijs maken, dat gij zestig uren te paard hebt afgelegd Komaan, Fleury, gij raaskalt 1 Verschooning, Monseigneur... maar ik moet u doen opmerken dat mijn verstand even helder is als .eertijds. Goede hemel ware ik zoo gelukkig geweest zien en hooren te verliezen, vooraleer znlke gruweldadon te moeten bijwonen Zoo waar als ik hier sta, monseigneur, is de Bastille in de handen De tot invulling bestemde formulieren voor de opgaven, hierboven bedoeld, sijn ter Secretarie dezer gemeente kosteloos verkrijgbaar, van Dondedng den 26 dezer tot en met den dag, der verkiezing. STRAFBEPALINGEN. Artikel 151. Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51 inlevert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor diinlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgavo zou overblijven, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij ,die wetende det hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing,eene voor die verkiezing der inlevering bestemde opgave als bedoeld bij art. 51 heeft onderteekend. Waalwijk, den 22 Aug. 19Ü9. De Burgemeester voornoemd. Burgemeester en Wethouders -der Gemeente Waalwijk maksn bekend dat de verkiezing, ter vei valling der vacature's in den Gemeenteraad, ontstaan door het ontslag nemen van de Heeren Th. J. Hoffmans en J. J. van Dooren, zal plaats hebben op Donderdag 2 September 1909 en de stemming en herstemming zoo noodig op Don derdag 9. en Maandag 20 September 1909. Waalwijk 21 Aug. 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Th. de Surmont de Bas Smeele. De Secretaris, F. W, VAN LlEMPT. A-S" Iedereen kent het spreekwoord, waar van bovenstaande den kern aangeeft. En al worden dan ook spreekwoorden machtspreuken genoemd, zij zijn gegroeid uit de practijk des levens en geven dus een ervaringswijsheid weer, welke ons van zelf op een ander zustertje uit deze groote familie brengtOndervinding is de beste leermeesteres. Welnu, waar men dus op vrij vasten bodem staat, als men bij de ontwikkeling van een stelling uitgaat van een aloude proefondervinde lijk bewezen volkswoord, daar kunnen we dit gerust in zijn geheel als ons motto opzetten: »Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op den neus". De lezer begrijpt zeker al, waar we heen willen, want op het politiek terrein is thans een treffend voorbeeld van die »onderste-uit-de-kan-tactiek"aan de orde, een voorbeeld, dat geen courantenlezer en vooral geen coalitie-courantenlezer onbekend kan zijn. «In het district Breu- kelen, dat thans vacant is en waar de katholieken, die er minstens het 2/t deel van de bevolking uitmakeu een katho lieken candidaat wenschen, zullen toch de anti-revolutionnairen een eigen can didaat gaan stellen, ten minste, zoo de Stichtsche Crt. met alle beslistheid be weert. Nu moet men weten, dat de heer de Waal Malefijt, de anti revolutionnair, die jaren lang het district vertegenwoordigde er natuurlijk zonder den steun der katho lieken niet had kunnen komen. En al hoewel het district, gezien het overwe gende groote aantal katholieken, feitelijk door een katholiek vertegenwoordigd had moeten zijn, hebben de katholieken toch hun goed recht afgestaan aan de anti-revolutionnairen en steeds als trouwe bondgenooten den anti-revolutionnairen- candidaat gesteund. Nu er echter, door de benoeming van den heer de Waal Male fijt tot Minister van Koloniën een partiëele verkiezing moet plaats hebben, bij welke van bindende afspraken omtrent de ver- deeling van zetels der Rechterzijde onder haar verschillende fractiëu geen sprake is, nu wenschen de katholieken denlogischen loop der dingen, n.l. dat dit overwegend katholiek district dit laatste fracties- gewijze bedoeld natuurlijk ook door een katholiek vertegenwoordigd zal wor den. Verwacht had mogen worden, dat de anti-revolutionnairen dit ook ingezien hadden en, als voorbeeld van politieke trouw, ons ijverig in de gewenschte rich- ting gesteund hadden. Dit klemt nog te meer, wanneer men bedenkt, dat wij bij deze en vorige verkiezingen onze bond genooten met bijna een ideale trouw krachtig gesteund hebben, ja zelfs dis tricten hebben afgestaan, men denke aan Enschede, waar zij, alleen staande, niet de minste kans van slagen hadden. En ondanks dit alles zal zoo de Stichtsche Courant in deze de woord voerder der anti-rev. partij is een eigen anti rev -candidaat tegenover den katho lieken gesteld worden. Wordt hier nu niet werkelijk het onderste uit de kan gewenscht Afgescheiden van den toekomstigen uitslag dezer verkiezing, zal er zoo de anti-rev. werkelijk hun plan doorzetten een zeer gevaarlijk politiek antecédent van het volk. Maar dat is onmogelijk Da Bastille met hare hooge torens en hare muren van tien voet dik Ik weet niet hoe het mirakel gebeurd is, maar dat het gebeurd is, daar ben ik stel lig zeker van. Verklaar u duidelijker, Fleury. Ik zal aan monseigneur al vertellen wat ik weet, want de meest uiteenloopende ge ruchten worden over dit voorval verspreid. Den dag tevoren had niemand zulks verwacht, en het zou vast niet gemak kelijk zijn de grondreden en het begin der zaak te bepalen. Ter zake I ter zake 1 riep de hertog. Welnu, monsoigBeur, ging Fleury voort, het schijnt dat de aanvallers reeds in den morgen geweren en kanonnen in het bezit hadden, welke zij op de invalieden hadden veroverd. Dat zij heel talrijk minstens veertig duizend man en wel gewapend waren, dat is zeker en onbetwist. Omtrent den middag, was ik op straat als ik het Bpel zag aankomen, begreep ik al dadelijk dat er ernstige zaken gingen gebenren en ik trok heel voorzichtig binnen, grendelde de deuren, sloot de vensterluiken en giDg dan boven aan het dakvenster liggen om alles af te spieden. Ach monseigneur, haddet gij dat gezien De Sint—Antoniusstraat was zwart van volk de menigte groeide hoe langer hoe meer aan en stond daar in dichte drommen opeen ge pakt. Er was daar van alle volk onder veel werklioden, burgers en zelfs soldaten der wacht... ja, soldaten der wacht, die met bet volk samenspanden en aanhielden Wat zal ik u meer vertellen, monseigneur als dat ze kortom de Bastille hebben inge nomen. En wat deed M. de Launay, de gouver nenr dan M. de Launay is dood. Zyn hoofd werd op eene piek gestoken en zoo rond de straten gedragen Ik zelf heb het niet gezien Dan heb ik niet langer meer gewacht. Ik heb het beste paard uit den stal geaadeld en ben in vollen draf naar hier gekomen om monseigneur over de gebeurtenissen in te geschapen worden, een antecédent, dat hoe optimistisch de beschouwingen over zijn gevolgen in onze pers ook zijn wel eens in vervulling kon doen gaan het tweede gedeelte van ons motto, dat spreekt «van het deksel op den neus". Immers, ook politieke trouw heeft hare veerkracht, die overspannen kan worden Met *De Residentiebode' gelooven ook wij, dat met deze laatste verkiezing de expansie onzer politiek tot op z'n hoogst gespannen was dat in het vrageu van offers niet verder gegaan kon worden en dat voor nog hooger opvoering der offervaardigheid eerst eens een tegen- offer onzer bondgenooten moest staan. We zien echter, hoe deze de zaak op vatten. Blijven zij hierbij volharden, dan kan 't niet uitblijven, of vele katholieke kiezers zullen er in 't vervolg feestelijk voor bedanken om hunne sloffen van de voeten te loopen ten behoeve van bondgenooten, die alleen willen hebben maar waarbij van geven geen sprake is, zelfs niet daar, waar hun feitelijk 't bezit niet toekomt. En nu moge de hooggeëerde Dr. Ariens verklaren, dat het voor de nog te voeren onderhandelingen jammer is, dat er door het schrijven in verschillende bladen van te voren reeds stemming gemaakt is, wij meenen met >De Tijd" dat de ervaring, bij vroegere verkiezin gen in het district Breukelen en ook in andere districten opgedaan, geen grond geeft voor de optimistische veronder stelling, dat, indien maar de katholieke pers gezwegen had, de andere christe lijke kiesvereenigingen wellicht weinig bezwaar zouden gemaakt hebben tegen een katholieke candidatuur. Wij willen deze korte beschouwingen eindigen met de hoop uit te spreken, dat Breukelen een katholiek ter Tweede Kamer afvaardigt als E. V. bestond sprak het van zelf en dat de ante- rev. nog bijtijds hun gewaagd spel inzien. Zoo niet, dan vreezen wij met groote vreeze, dat ze er later de nadeelige ge volgen van zullen ondervinden. Men kan t ook te veel eischend zijn. lichten. Na den henglijken dag, toon bet volk van Parijs zegepralend de poorten der Bastille was binnengernkt, volgden de politieks ge beurtenissen elkander met de gekende snelheid op en de hertog van Montbazon, verontwaar digd over de toegevingen welke de koning en het Hof zich lieten afpersen, besloot zijn va derland te verlaten. Met M. de Blanpy en den groot-baljnw de Conrgemont, stak hij over naar Engeland Vruchteloos had hij gepoogd zijnen zoon over te halen hem in den vreemde te volgen. De markies, voor wien de nieuwe richting en de nieuwe gedachten minder aanstootelijk waren dan voor zijnen vader, wilde met hem die vrijwillige ballingschap niet deden en bleef in Normandië. VI. De zomer van het jaar 1790 liep ten einde. Meer dan een jaar is verloopen sinds de hertog de Montbazon naar Engeland vertrok ken is. De omwenteling gaat altijd voort en wint immer veld, maar niet altijd op vreedzame wijze. De voorgestelde en uitgevoerde hervormingen verbitterden de eenen en moedigden aen anderen aan. Het volk, voor wiens oogen men de hoop op eene betere toekomst bad doen schitteren, wordt ongeduldig, schudt het juk der hoofd mannen af en begint zelf, op, eigen hand, het werk te verrichten. Op menige plaats weigert de boer nog langer de leenrechten te betalen en gaat openlijk den strijd tegen zijne meesters aan. Verscheidene kasteelen worden in Normandië, Limousin, Périgord, Quercy, Romergac en Bretanië in brand gestoken. Het Bestuur, door deze buitensporigheden verschrikt, ontwerpt de strafwet om ze te beteu gelen, maar niettegenstaande hare strengheid is deze wet onmachtig de woedende stroom rukt in zijne dolle vaart, alle dijken weg, die men tegen hem wil opbouwen.... Bij het lezen van Uw vriendelijk stukje was ik verheugd en ontstemd. Ver heugd, wijl ik merkte, dat mijn geschrijf minstens door één persoon met aandacht gelezen was. Mijn hartelijken dank, waar de Heer G. voor Uw lieve attentie. Ontstemd, omdat ik uit Uw pennen vrucht merkte, dat ik er allerminst in ge slaagd was, om de onderhavige quaestie in 't algemeen duidelijk te maken, d. w. z. voor Uw persoon. Zooals U wel ge merkt zult hebben, liet ik ten slotte het oordeel geheel aan den lezer over. Nu weet ik niet, of dit algemeen begrip in Uwe hoffelijke persoonlijkheid kan samengevat worden. Zoo ja, dan heb ik ellendig fiasco geleden met mijne goed gemeende uiteenzetting. Zoo neen, dan blijft de mogelijkheid, dat ik tegenovtr iemand sta, die wel veel, maar niet goed leest. Immers, ik heb met mijn stukje alleen trachten aan te toonen, dat er m. i. in deze quaestie zoowel moreel als wettelijk sprake was van een «dringende reden", terwijl A. B. alleen sprak van «de zeer groote waar schijnlijkheid van het aanwezig zijn van zulk een reden". Bovendien wilde ik doen uitkomen, dat er, hoewel voor mij per soonlijk de «dringende reden" vaststond, in de wereld der rechtsgeleerden tweeër lei opvattingen bestaan omtrent de uit- legging van het artikel, waarin over die «dringende redenen" gesproken wordt. Ziedaar, de opzet van het artikeltje. Al het andere, wat mijn vriendelijke be strijder er bijhaalt, is van ondergeschikt belang en dus niet ter zake dienende. Dat deze ondergeschikte dingen als zoo vele loopplankjes moesten dienen tot een stormaanvalletje van «groote hoffe lijkheid", terwijl de Redactie er nog enkele heeft doen verwijderen, die wellicht den heer G- nog meer als «gentleman" hadden doen kennen, is niet mijne schuld. Laat ik van den heer G. afscheid nemen met dezen vriendenraad «Tracht, als ge een ander op zijne, naar uwe meeningonnauw- keurigheden, fouten of verkeerde opvat tingen wilt wijzen, eerst zelf kalm te zijn, opdat te groote opwinding of nerveu- ziteit niet Uw zuiver onderscheidingsver mogen benevelt en ge zoodoende onbil lijk ofwat erger is, onwellevend wordt. U wilt toch zeker ook gaarne door gaan voor een welopgevoed mensch, niet waar J. M. En nochtans leefde de markies kalm en gelukkig met zijne vrouw in het oude famie— liekasteel. Het feit dat hij voor de omwenteling niet weggevlucht is, wordt overal te zijnou voor— deele besproken. ledereen veronderstelde dat hij de ziens wijze van zijnen vader van de hand had gewezen, om het nieuwe stelsel aan te kleven. Overigens hoeft hij vermeden aan de ge l eurtenissen van Parijs ti gaan deelnemen en leidt hij, zoowel uit neiging als uit voorzichtigheid, het stille, vreedzame leven van den plattelandschen edelman Ook toonen al zijne vassalen zich dankbaar omdut hij in hun midden is gebleven om zijne goederen rechtvaardig te besturen en hen op vader lijke wijze te behandelen. De jonge markiezin draagt er ook veel toe bij, om haren man meer en meer de volks liefde te winnen. Zoo goed als zij schoon is, wist zij weldra ieders genegenheid te veroveren, door hare bevalligheid en hare goede inborst. Boeren, knechten, landbouwers en ambachts lieden, allen roemen om het meest de edele hoedanigheden van hunne »dame« en eiken dag is de markies moer en meer verheugd dat hij zoo'n waardige vrouw tot levensgezellin gekozen heeft. In gezelschap der kanunnikes, hare eerbied waardige tante, doorkraiste Sazanna het leengoed van haren echtgenoot om overal waar ellende heerscht, hulp en bijstand te dragen, want onder de gelukkigste volkeren telt de armoed nog slachtoffers, Zij wacht niet tot dat iemand haar zijn nood kome klagen, zij zelve zoekt de nood driftigen op en stelt er haren roem en hare vreugde in hunne smarten te lenigen. Geene enkele hut staat er in tien nren in den omtrek, waar haar naam niet gezegend en geëerd wordt, gelijk die eener heilige. De markies heeft meer en meer smaak in het buitenleven gevonden. Hij zelf hondt zich met den landbouw en veeteelt gedurig onledig, en zijn onverpoosde werklust brengt hem dagelyks in aanraking met de boeren en smeedt tusschen hem en zijn volk, de sterkste vriendschapsbanden. Wij moeten er nochtans bijvoegen, dat meester Langlois en zijn eersten pachter Barnabas, hem flink ter zijde staan. En zoo komt het dat hij, in die beroerde tijden, gelukkig en ongestoord voort kan leven. Kortom, zijn geluk zon waarlijk volkomen wezen, dacht hij soms niet met droefheid aan de ballingschap van den hertog, zijnen vader, die van dag tot dag minder lust gevoelde om naar Frankrijk nog weder te keeren Wij hebben gezegd dat meester Langlois den markies van grooten dienst was. Wij achten het noodig onze lezers nader bekend te maken met dit personaadje waai over wij, tot hiertoe, slechts terloops gesproken hebben. Hij was een zoon van graaf de Lansac een losbandige kerel, hardnekkige speler, tot over de ooren in da schnldon gestoken, en die zijn vronw en het kind oneerlijk had verlaten. Niettegenstaande hare strenge levenswijze, had de hertogin zich nochtans door de tranen van het arme meisje laten bewegen, en dat enkel in hare trouwvolle eenvoudigheid, door een eerloozeD kerel werd om den tnin geleid. Zy vergaf haar dan ook hare schuld en bood haar zelfs eine krachtige hulp aan, om in de opvoeding van het knaapje te voorzien. Van jongs af, bij een der voornaamste boeren besteld, groeide het kind tot de jon gelingsjaren in het landbouwersleven op. Maar de hertog, die bemerkt had dat de jongeling heel verstandig was, deed hem daar na een goede geleerdheid bezorgen om hem later een eerlijk ambt te kunnen toever trouwen. Langlois was nauwelijks vijftien jaar oud, toen zijn moeder stierf. Hij werd, hoovaardig als voelde hij, dat er adelijk bloed in zijne aderen stroomde, hij droeg haat en nijd, die de tijd en omstan digheden in hem ontwikkelen. Hij was nu omtrent vijf en dertig jaar oud. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 1