Nummer 77. Zondag 26 September 1909. 32e «iaatgang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. 8NNUCHT 2BBP PALJAS ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen "LANDBOUW Uitgever: FEUILLETON De wasch, U ziet het, is groot, doch is door de zuivere zeep het werk gemakkelijk. Sunlightzeep schaafjes om zachte zeep te maken. Gratis te bekomen bij uwen winkelier in ruil voor 5 omslagen Chilisalpeter in den Herlst. Het gebruik en de behandeling onzer Bloem- en Bladheesters. cis Lansstraatselie Courant, Dit Blad verschijnt "Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f 0."5. Tran< o per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden ?.an den Uitgever. - r WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Advkrticntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Eon Qrooto Waach En Wolnia: Werk Zuivcro Zoop 1245 We hadden gemeend er in twee arti kelen mee klaar te komen, doch de uitgebreidheid der stof noopt ons er nog een derde artikeltje aan te wijden. Trou wens, het omverstooten van een Toe komststaat-idee, welks uitwerking zelf een reeks artikelen vereischte, kan ook 7.00 maar niet >in een vloek en een zucht' gebeuren. Bovendien zit er in Bernstein's idee ook wel iets goeds, al kan men met de grondgedachte niet meegaan. Zoo zouden wij het b. v. ook Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." OF (KvliWitotivv aan. t)eit JêmvcfijlwiOaiiD. 19) Siska voldeed aan dit verzoek, al kon zij niet nalaten de opmerking te maken dat bet haar hoogst onaangenaam was, hare moosters. zoo slecht gekleed te zien. Dan nam zij de kleine Madeleine uit de armen vau Suzanna en ging in dj andere kamer om har3 meesters vrij zich te laten verkleeden. Toen zij de kamer verlieten, waren zij schier onkenbaar. Op het eerste gezicht waren het echte boeren. Men mocht ze nochtans niet van te dicht bij aanschouwenhunne fijue gelaatstrekken en menig andere kleine bijzonderheid zou anders al licht hunne afkomst verraden. Maar de nood was dringend en de oogen- blikken geteld. Zij waren op het pnnt te vertrekken, en de markiezin stak reeds de armen uit om de kleine Madeleine weer te nemen, toen de pachteres op eens terughield'. Wacht oen oogenblik, sprak zij, wij hadden nog ie's vergeten. Wat Me juffer Madeleine is in veel te kostelijke teken gewonde, dat zou genoeg zijn om u te rraden. Zoo gij wilt, zal ik haar iu de i»Bken van mijn kind spelden. Zij zullen misschien wel wat ruw zijn voor haar teeder lichaampje... Ja, maar, het is eene hoogst noodige voorzorg, zei de markies. Maar om Godsnaam haast u wat of anders worden wij nog verrast, ft In een, twee, drie, had Siska de verandering toejuichen, als die al te scherpe tegen stellingen in onze maatschappij konden weggenomen worden, doch om nu verder met ons onderwerp door te gaan, zou den wij Bernstein willen vragen, welke middelen hij wel door de gekozen be ambten wenscht aangewend te zien, om de discipline te handhaven en de arbeids schuwe burgers tot den arbeid te dwin gen. Men moet weten, dat de ontwerper in zijn systeem alle beambten door al gemeen en geheim kiesrecht laat ver kiezen Welnu, hoe stelt hij zich dat politieopzicht nu voor? Zal zoodoende zijn Toekomststaat niet even goed een tuchthuisstaat zijn als de Bebelsche, gelijk we reeds in het tweede artikel opmerk ten En zal het voor elk denkend arbei der niet een gruwel zijn, te weten, dat elk oogenblik een beambte met als 't ware de zweep in de hand achter hem staat, om toch maar toe te zien, dat hij h-;t »staatswerk" goed en zonder ver zaking van zijn plicht verricht Hoe verlammend zal deze voortdurende po- litie-controle ook niet werken, vooral op de plichtsgetrouwe arbeidselementen in den Staat Neen, deze heeren profeten toonen al heel weinig de volksziel te kennen, al meenen ze deze dan juist tot haar studie-object gemaakt te hebben. Tot slot mag niet vergeten worden te memoreeren een beteekenisvolle be kentenis van Bernstein, een bekentenis, die in elk geval van heel wat meer gezond verstand en nadenken getuigt dan de Bebelsche theorie over den Toekomst staat, Bernstein zet n.l. uiteen, dat het zelfs bij de grootste vorderingen der techniek nooit mogelijk zal zijn, der menschheid een lui en lekker leven of, duidelijker uitgedrukt, een >luilekker- landsleven" te bezorgen, zooals vele socialistische Toekomststaatsphantasten hun roode aanhangers gelieven voor te spiegelen. Wel gelooft hij, dat de techniek nog meer dan tot nu toe voor allen, dus ook voor de arbeiders, het leven aange namer en comfortabeler zal maken, doch hij acht het zeer twijfelachtig of het de techniek ooit gelukken zal, het werkleven veel te verminderen. Volgens hem zal de som der' te verrichten arbeid wel ongeveer dezelfde blijven als nu. Doch toegegeven zoo gaat Bernstein verder dat een zekere vérmindering van den bewerkt. Eene laatste aanbevoling voegde M. de Montbazon er bij ik beveel u, in uw eigen belang zoo haastmogelijk onze kleederen te doen verdwijnen. Verbrandt ze zonder uitstel. En nu, op Godsgenade Dank, goede Siska dank 1 Nooit zullen wij dezen dienst vergeten.... Dat Onze-Lieve-Vrouw u behoede, edele meesters Da markiezin. verBtikt door de tranon die in hare keel verkropten, kon geen woord uiten, maar de gevoelens van haar hart glinsterden door do tranen uit hare oogen, terwijl zij de pachteres omhelsde en als eene zuster tegen haar hart drukte... Eenige oogenblikken later zijn de vluchte lingen in het veld. Zoo spoedig mogelijk beklimmen zij een heuveltje dat naar het woud leidt. De markies leunt op een dikken, knobbeligen stok, van een lederen zweepje voorzien, gelijk de Normandische voerlieden gewoonlijk bij zich l ebben. De markiezin drukte zorgvuldig de kleine Madeleine tegen haar hart, de kostbaarste van hare juweolen, het eenigste kleinood dat zij meedroag. Zoo dwalen nu door de velden de schitterende kasteelheer, die gisteren nog als heer en meester over heel de omliggende streek gebood, en de lieve edelvrouw die door iedereen zoo innig bemind en zoo hoog vereerd werd en wier deugden haar tegen allo ongeluk schenen te moeten vrijwaren. Het was juist twee jaar geleden dat men, met buitengewone pracht hun huwelijk vierde op dat zelfde kasteel van Montbazon, het welk zij heden verkleed, als twee dieven, moesten verlaten Is dat nu het geluk welk bun gewenscht werd door al degenen, die hun huwelijk bij woonden Waar zijn nu die trouwe vassalen, welke allen op hunnen doortocht eerbiedig het hoofd bogen en luidruchtig hunne meesteres toe juichten Daar klimmen zij nu alleen, te voet en zonder geleide, de helling op. Zij zijn zoodanig bevreesd, dat zij niet eens het hcofd durven omkeeren en, in gedachten verslonden, noodigen arbeid mogelijk zij, zoo zal men toch nooit kunnen volstaan met een arbeidsdag van vier a vijf uur, gelijk Bebel aangeeft. Altijd zal er langer gewerkt dienen te worden, om de menschheid in 't alge meen haar onderhoud te doen verdienen- Met deze bekentenis van Bernstein, die, ondanks zijne door ons aangevoch- tenToekomststaatsdenkbeelden, toch nog een der intelligentste en meest practische socialisten Duitschlands is, valt eene der sterkste vestingen der roode toekomst profeten, want deze hebben steeds hun grootste kracht gezocht in de door hen met voorliefde naar voren geschoven stelling, dat het de zich steeds vervol makende techniek eindelijk gelukken zal, de arbeid, noodig voor 's menschen onderhoud, tot op een klein deel van den dag terug te brengen. En ziedaar dan wederom eene mis lukte poging tot het theoretisch opbou wen van den socialistischen Toekomst staat, nog wel van iemand, die we zeiden het boven reeds over 't alge meen een vrij nuchter denkend socialist is. Doch we zien hier weer uit, dat we evengoed voorzichtig dienen te zijn met de z. g revisionistische als de radikale socialisten. De eerste moge, zoo oppervlakkig beschouwd, niets meer zijn dan een nog wel zeer sterk vooruit strevend, maar dan toch geen revolutio nair gezind manterwijl de laatste zich openlijk voordoet als een stormlooper tegen de bestaande ordeinderdaad staan beide richtingen principieel tegen over de burgerlijke, met name de christe lijke partijen. Het eenige verschil zit hem in den toon, waarop de twee richtingen hunne eischen te kennen geven en de taktiek, waarmede ze deze trachten te verwezenlijken. Over 't algemeen passen de reviosio- nisten zich meer aan bij de bestaande toestanden niet, omdat ook zij niet den communistischen Toekomststaat wen- schen we zagen dat in deze artikelen reeds maar wijl ze meenen meer aan hangers te krijgen, als ze kunnen komen met directe gevolgen. Nog eens prin cipieel zijn de revisionisten evengoed onze politieke en sociale tegenstanders als de radikalen en ze zijn bovendien nog gevaarlijker dan de laatsten, omdat vergelijken zij beiden dit prachtige verleden aan het droevige heden 1 De markies had zelfs het genoegen niet, het erf zijner vaderen, vrij en het hoofd omhoog, te kunnen verlaten langs de groote poort waarboven het wapen der Montbazons prijkt, gelijk zijn vader het verlaten had En bij betreurde nn dat hij niet vroeger den hertog naar Engeland had gevolgd. Zal hij tot bij hem nog geraken De avond, die in den winter reeda vroeg begint te vallen, beschermde de vlucht der edele echtgenooten. Op den rand van het bosch ontmoetten zij eene oude \rouw, die naast eenen mutsaard droog hout gezeten was. Bij hunne aankomst, stond zij op. Suzanna dringt dicht tegen haren reisgezel aan die ook wel eens gerild heeft. Hunne ontroering neemt toe als de vrouw hun aanspreekt. Hola mijne schaapjes, zegt zij met bevende stem, moet ge nog ver gaan Tot aan Kluis, antwoordde de markies onbedwongen. Ik, ik ga daar Préville, slechts eenige minuten van hier. Ik was wat vermoeid en rustte mij wat uit, zooals ge ziet. Denk eens na, met Lichtmis zal ik tachtig jaar oud zijn... En gij, gij zijt jong, een haan en een hennotje. ik wil zeggen jonge gehuwden (en onder hare pinkende, zwaar gerimpelde oog leden keken twee kleine nog flikkerende oogen nit).., Hoe heet gij Ik heet... Laurent, zei de markies half stamelend, want die vragen en die vorechende blik boezemden hem weinig vertrouwen in. Laurent ging de oude voort, ik heb nog Laurent's gekend, maar zij waren van de Klnis niet, zij woonden te Armanville.... Nu. 't is ook wel mogelijk dat ik mij vergis, want als men oud wordt, dan begint men ook al de memorie te verliezen en dan geraken de gedachten soms al eens io de war... Zeg eens, Laurent, gij ziet er een brave jongen uit wilt gij mij eens eventjes mijnen mutsaard opgeven Volgaarne, moedertje. En bij baaBtte zich d6r oude den kleinen dienBt te bewijzen, welken zij vroeg. Dank u, sprak zij. Blijft nu maar niet ze zich onschuldiger voordoen. Men zij dus wel op zijne hoede en loope niet in de uitgezette fuiken. Beider Toekomst staten zijn niet alleen utopiën, maar ook in princiep voor ons verwerpelijk- Ofschoon iu den laatsten tijd op lezin gen, in tijdschriften, vakbladen etc. meer malen op bovengenoemd punt de aandacht is gevestigd en de meeste landbouwers ook reeds chilisalpeter op de wintergranen ge bruiken, meenen we juist nu nogmaals bier voor de attentie te mogen vragen. Wanneer we hierboven plaatsen «Chilisalpeter in den Herfst' dan bedoeleu we daarmee de noodzakelijkheid van een gift chilisalpeter in den herfst voor onze wintergewassen, 't Is bekend, dat onze landbouwgewassen de stikstof uitsluitend opnemen in den vorm van een salpeterzuurzout. Wil de land bouwer dus beslist succes hebben dan dient hij ie zorgen, dat deze stikstof vorm in zijn bouwgrond steeds voorhanden is, ook in den herfst. Is daarvoor een opzettelijke be mesting met chilisalpeter in den herfst be slist roodig Ja, zeer zeker. In Duitschland is men reeds lang overtuigd van de noodzakel kheid sener matige chilisalpeiergift in den herfst en ook op de rijksproefvelden in Nederland is ten duidelijkste de groote waarde hiervan gebleken. Nog meer nut zal een weinig chilisalpeter thans doen, nu we zoo'n kou den, natten zomer achter den rug hebben. Wat toch is het geval Op zeer vrucht bare gronden zal, ouder gunstige omstan digheden uit ammoniak salpeterzuur ge vormd worden. Niet of weinig echter iu de allerbovenste laag, omdat genoemde omzetting volgens onderzoekingen van Wa- rington het best in het donker geschiedt. Men lette hierop, omdat dö kismplantjes direct opneembare stikstof iu den boven grond moeten kunnen vinden. Veider is op de salpeterzuurvorming de temperatuur van den bodem van overwegenden invloed. By 87o C. heeft zij het snelst plaats, en n^emt dan af, naarmate de temperatuur weer tot 5° nadert. Onder normale om standigheden zal nu de bodemtemperatuur in den nazomer het geschikst zijn. Dit is thans helaas niet het geval. De zomer is te lang meer onderweg, brave lieden, want bet is bitter koud en de vrouw staat al reeds te bibberen. En bovendien zie ik dat zij onder haren mantel nog eene kleine vracht ver borgen heeft... Een kindje zeker, hé?... Ik heb zoo ook twaalf anuiterjes groot gebracht vijf jongens en zeven meisjes allen in leven en wel gezond ik wensch er u zooveel.,. Kom, goeden avond en dat God u hoede 1 Gebogen onder hare vracht, trok de oude sleepvoetend weg. Zij dacht er voorzeker niet aan dat die man, welke haar den mutsaard opgegeven had de zoon van den machtigen heer van Montbazon, on dat de jonge vrouw dio meer beefde van schrik dan van koude, zijne lieve echtgenoote was. Niet alleen had de verschijning dezer oude de vluchtelingen den schrik op 't lijt gejaagd, maar haar ontijdig gepraat bad hun boven dien nog een kostelijken tijd doen verliezen. Zij zetten zich weder op weg en verhaastten den stap zooveel mogelijk, want zij volgden een kronkelpad tusschen het schaarhout om niet bemerkt te worden. Eindelijk kwamen zij hijgend, boven op den berg in eene vlakte, alwaar zij eenige oogen- blikken uitrustten en hunne blikken door de bladerlooze takken der boomea over het veld tot aan Touques lieten wijden. Sedert hun vertrek hadden zij niet eens durven omkijken. Nu eerst keerden zij zich om en aanschouwden een vraeselijk tooneel. Da sombere massa van het kasteel dat zich spookachtig in het hnlfdonker van den vallen den avond op den horizon afteekende, werd op eens door eene akelige klaarte verlicht. Kronkelende vlammen schoten langs het dak van den linkervleugel, waar juist hnune slaapvertrekken gelegen waren. Heel het gebouw weerkaatste de roode, laaie vlammen de geweerschoten door den echo van dal tot dal herhaald, getuigden dat een hevige strijd aanvang had genomen. Maar, wat scheelde hun toch de nitslag van dien strijd De markies begreep op dit oogenblik slechts ééne zaak, 't was dat de bakermat zijner familie, het oude slot zijner voorouders dat zoo menige eenw in den kolk der tyden zag nat en koud geweestdoor do lage bodem- temperatuur is er gedurende den zomer wei nig of geen salpeterzuur gevormd. De aan wezige voorraad is door het gewas opge teerd, zoodat we mogen aannemen, dat er thans in den landbouw gebrek aan direot opneembare stikstof is. De nazomer kan hierin weinig verbetering brengen, want mochten er nog warme dagen komen, dan dient do aangevoerde warmte in de eerate plaat», om het overtollige water te doen verdampen. De bodemtemperatuur zal dus dit jaar laag blijven en de uitgezaaide kor rels, hoe goed van kwaliteit zo ook zijn mogen, zullen plantjes voortbrengen die in hun prilste jeugd gebrek aan direct opneem bare stikstof zuilen krijgen. Een kwijnend bestaan is hiervan het gevolg. Dat raag niet. Onze wintergewassen gaan een kwaden tijd tegemoet en moeten flink toegerust wor den. Naast voldoende hoeveelheden kali eu phosphorzuur is aanwezigheid van direct opneembare stikstof dringend noodzakelijk. En om zeker te zijn, dat deze aanwezig is, is een matige gift chilisalpeter straks bij het zaaien of het opkomen een zaak van niet geringe beteekenis, In de meeste ge vallen zal een hoeveelheid van 100 kgr. p6r hectare voldoende zijn. Onder bovenstaande titel is vau de hand van den tuinbouwkundige K. Post een werkje verschenen bij den uitgever H. J. den Boer, dat o. i. in een door velen ge voelde behoefte voorziet. De kennis toch van de heesters, welke tot versiering van onzen tuin kunnen dienen, is bij het groote publiek gering bij den aanleg moet men zich geheel op den tuinman of kweeker verlaten en dikwijls ziet men zich dan later teleurgesteld in den regel betaalt men geld genoeg, maar de waar blijkt inférieur, of men zijt zich opgescheept met iets, dat onzen smaak niet bevredigt. Dan komt de be handeling zelf is men totaal onkundig en alweer geeft men zich over aan de zorg van den tuinman of een of ander snoeibaas, die er veelal niet meer van weten. Men wordt opnieuw teleurgesteld heesters die het bij anderen zoo mooi doen, voldoen in eigen tuin niet, en komt men er dan ten slotte toe ze maar te laten opschieten of zelfs eens het snoeimes ter hand te nemen, dan wordt het al niet beter en vaak een verzwinden en aau zoo menigen aanval weer staan had, nu, op éénen dag, geplunderd en vernietigd giDg worden 1 Dit was het laatste nieuws dat de markies uit Frankrijk aan zijnen vader in ballingschrp kon overbrengen, indien hij zooverre geraakte? Hij was razend van wanhoop. Hij verweet zich zei ven dat hij, de afstam meling van moedige ridders, niet daar gebleven was om zijnen onteerden haard tot den dood te verdedigen. Da markiezin liet zich op den stronk van een uitgekapten eik neerzakken en barstte in tranen los. Die vlammen, die roode woerglans, dit aan houdend geschut herinnerden haar de feest voren en de geweerschoten van haren huwe lijksdag die haar zoo diep ontroerd hadden, als waren die ontroering reeds een voorgevoel van hetgeen nu gebeurde. Na dit akelig tooneel gedurende eenige oogenblikken stilzwijgend aanschouwd te hebben, werd de markies weer zijo eigen meester. Van hot vlammende kasteel keerde hij zijne oogen op zijne vrouw en zijn teergeliefd kindje. Hij dacht na, dat alle weerstand zou on machtig geweest zyn en hij nutteloos zijn leven zou hebben blootgesteld. En hij begreep duidelijk dat zijne vlucht geene lafheid was geweest, maar hem door de omstandigheden werd opgelegd. Weldra zou or waarschijnlijk van het kasteel van Montbazon, dat vroeger zoo statig zyne kanteelen en torens loven de vallei verhief, niets anders meer overblijven dan ds blakende muren en een afzichtelijko puinhoop maar deze twee lieve wezens zullen tenminste ge spaard en gfred ziju... Waartoe diende het dan nog langer, mach teloos die onherstelbare ramp te aanschouwen Men zou hen opzoeken misschien had men reeds hun spoor ontdekt en zouden zij weldra ingehaald worden, zoo zij langer op deze plaats stand hielden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 1