Nummer 77. Zoiiüag 26 September 1909 62e Jaargang Tweede Blad, BINNENLAND. Ingezonden stukken. atle Kamerverkiezing Breukelcn Men seint De officieele telling heeft uitgemaakt, dat zijn uitgebracht op de heeren mr. F. H. de Monté VerLoren (a.r.) 1772; baron Van Serooskerken van Zuylen, (1.) 1070; mr. L. J. Doude >an Troostwijk (c.h.) 953;mr.J. B. L C. C. baron de Wijkerslooth de Weerdesteijn (r.k.) 2621. In 't geheel uitgebracht 5923 stemmen. Prinses Juliana. Naar wij vernemen heeft Prinses Juliana haar tweede tandje gekregen, zonder eenigen hinder. De kleine Prinses, die ook «n dit opzicht een zeer voorspoedig kind blijkt te zijn (zij is pas ruim 6Vg maand oud), blijft zeer welvarende. (icen interpellatie. De Haagsche cor- v.h. Hbld. meldt Van het aanvankelijke voornemen om een interpellatie te houden over de zaak Kuyper-Lehmann.Westmeijer is, om meer dan ééne reden afgezien ook door de sociaal-democraten. De zaak zal ech ter vermoedelijk bij de begrooting ter sprake worden gebracht, dus zonder dat de Regeering er rechtstreeks in be trokken wordt. De Millioenen nota. De rijksbegrooting ziet er niet zoo schitterend uit. De millioenen-nota, we melende van groote cijfers is door den minister van financiën ingediend. Het voornaamste geven we hier De minister becijfert het volgende Tekort dienstjaar 1908: 4,9 millioen. 1909: 5.0 1910:11,8 Alles op den gewonen dienst. Dat tekort moet worden gedekt, het spreekt vanzelf. De Minister steekt het niet onder stoelen of banken, dat hij dit beroerd vindt, maar zonder geld geen Zwitsers. Straks worden allerlei nieuwe uitga ven aan de schatkist gevraagd en het zal dus noodig zijn eerst de oude schul den te betalen. De Minister stelt voor handhaving der 10 opcenten op bedrijfs- en vermogens belasting, dat geeft 1,2 millioen. Dan verhooging van jeneveraccijns 7,6 millioen. Verder verhooging der invoerrechten met 30 pCt. 3,7 millioen. Samen 11,3 millioen. Daarmee is het tekort over 191C gedekt op een half millioeutje na. De uitroer van Amerikat Volgens Amerikaansche statistiek be- droeg 1de waarde van den uitvoer naar Nederland van Juli 1907 tot Juli 1908 tot Juni 1908. Juni 1909. Dollars. Dollars. Zooileder. 23.300 3,972 Overleder. 618.211 743 084 Schoenen. 24.162 11.258 De waarde van den uitvoer naar België Zoolleder. 244.694 244.463 Overleder' 424.316 Schoenen. 86 466 En de waarde van de Zooileder. 6.593.950 Overl. (behalve verlakt 418 269 69.659 totalen uitvoer 6 887 298 en chevreaux) 15 344.497 17.623.525 Chevreaux 2.897.969 3 573.909 Schoenen 11.469.559 10.305,814 Gelijk uit bovenstaande statistiek over 12 maanden blijkt, gaat de uitvoer van zoolleer van de Vereenigde Staten van Noord-Amerlka naar Nederland sterk achteruit, en bedraagt de import hiervan voor ons land thans 't luttele bedrag van nog geen 4000 dollars. Helaas kan hetzelfde verschijnsel niet geconstateerd worden van den invoer van overleer hierin werd voor circa 125-000 dollars meer ingevoerd over de 12 maanden Juli 1908 tot Juni 1909 dan het vorige statistiek-jaar. Het blijkt voorts ge noegzaam, hoe groote afmetingen de import van Amerikaansch overleer aan neemt hier te lande. De Amerikaansche uff, satin, chroomglacé, box-calt vinden ier steeds goeden aftrek en dat vooral, lanifeer de prijzen betrekkelijk niet hoog noemen zijn. Het is namelijk de vraag, oi het nu bereikte cijfer in de periode itOC-Ifuh 1909—Juni 1910 overtroffen zal wor den. Weliswaar zijn de prijzen aan merkelijk hooger en wordt dus de waarde van een zelfde aantal stuks direct aan zienlijk veel meer, maar nu de verkoop in satin, buff etc. uit Amerika veel en veel minder is, hebben we toch ver trouwen, dat de invoer over de volgende periode niet zoo groot zal wezen. Een verblijdend teeken mag het ge noemd worden, dat Amerikaansch schoenwerk zoo weinig meer hier ge bruikt wordt. De invoer bedraagt slechts voor 11.000 d. volgens bovenstaande statistiek in 't laatste jaar. En dan maakt men de menschen nog wel wijs, dat er hier zooveel Amerikaansch schoenwerk wordt verkocht. Hier deugt 't model, de snit immers niet 1 Ter wille van het publiek moet men een mooi klinkenden Engelschen naam geven, opdat 't er beter bij de menschheid in zal gaan. Terwijl anders de trek van een volk is om zooveel mogelijk zijn eigen pro ducten te gebruiken en zijn eigen industrie te ondersteunen, schijnen wij, Neder landers, juist het omgekeerde standpunt in te nemen- Terwijl een Duitsche naam aan de overzijde van het Kanaal steeds als iets minderwaardigs aangezien wordt, is het publiek in Holland van meening, dat een artikel direct is waarde s t ij g t, indien er een mooie Fransche naam Engelsch etiquet of dik Duitsch woord op zitHet ware te wenschen, dat het koopend publiek dit eindelijk eens in ging zien in onze verlichte eeuw 1 Het spreekwoord>De wereld wil bedrogen zijn4 is nog maar al te zeer van toepassing. V. v. d. S. Successierechten Het wetsontwerp tot nadere regeling van de rechten van successie en van overgang bij overlijden, is bij de Tweede Kamer ingediend. De voorgestelde wijziging zal aan de schatkist een jaarlijksche bate van on geveer f 1,100,000 kunnen brengen. Het ligt in de bedoeling der regeering kleine erfdeelen en legaten te ontlasten door uitbreiding van vrijstellingen. Hoogere opbrengst der belasting zal verkregen worden door verhooging van het percentage der heffingen voor ver- krijgingen in de zijlijn en door niet- verwanten. Verhooging voor de rechte lijn wordt niet voorgesteld. Eeri'olie overwinning Een der belangrijkste afdeelingen van de Wereld tentoonstelling van Fotografie te Dresden mag de groep »Photographie im Dienste der Lander- Völkerkunde4 genoemd worden. Niet minder dan 37 landen, zoowel in als buiten Europa namen aan dezen vreedzamen wedstrijd, een fotografische beschrijving van hun land te geven, deel. Aan de Nederlandsche inzending, door de regeeringscommissie bijeenge bracht, werd de hoogste onderscheiding n.l. de écnige sEhrenpreis4 in deze groep toegekend. Voor Holland een eervolle overwin ning I Nationale Tentoonstelling roor Huisvlijt. Het Bestuur der Nationale Tentoon stelling voor Huisvlijt welke, uitgaande van den Volksbond tegen Drankmisbruik in de zomermaanden van 1910 te Den Haag zal worden gehouden onder eere- presidum van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, is thans met de voor bereidende werkzaamheden voor een groot deel gereed gekomen. Vastgesteld is het plan van de ten toonstelling, hetwelk twaalf afdeelingen te zien geeft, namelijk deze I. Oorsprong, geschiedenis en ont wikkeling der Huisvlijtbeweging in ons land. Literatuur, leerboeken en geschrif ten leermiddelen, werktuigen en grond stoffen ter bewerking. II. Een moderne huisvlijtschool met openbare les, en nieuwste hulpmiddelen. III. Huisvlijt produkten uit vroegeren tijd. VI. Houtbewerking en metaalbewer king. V. Papier-, leder- en beenbewerking, riet-, touw- en stroovlechtwerk. VI. Nuttige en fraaie handwerken. De afdeelingen IV, V en VI moeten een beeld geven van de trapsgewijze ontwik keling van het eenvoudigste tot bet meest kunstig bewerkte huisvlijt-product, uit eenzelfde grondstof vervaardigd, tevens zoo mogelijk met indeeling der groepen naar practisch nut en versiering. VII. Teekenkunst, schilderkunst, pho tographic, projectie, boetseer- en kleiar- beid. VIII. Verscheidenheden niet behoo- rende in de vorige afdeelingen, als postzegelarbeid, scherfwerk, en alle ver sieringskunst uit waardelooze grondstof fen. IX Versiering van diversen aard. X. Inzendingen van bijzondere perso nen en instellingen. XI. Huisvlijt-producten uit de koloniën en uit het buitenland. XII De huisvlijt als propagandamiddel van den Volksbond. Vastgesteld is tevens het reglement voor de inzenders Inzender op de Tentoonstelling kan ieder zijn, die in Nederland woonachtig of van Nederland sche nationaliteit is. De inzenders worden onderscheiden in le vaklieden, 2e man nen en vrouwen (geen vaklieden) boven de zestien jaar, 3e jongens en meisjes van twaalf tot zestien jaar, en 4e inzenders buiten mededinging en van voorwerpen ter opluistering. Zij allen worden uitgenoodigd, zoowel ter mededingen als ter opluistering in te zen den onder voorbehoud van hetgeen in de artikelen wordt gemeld. Inzendingen ter mededinging moeten door den inzender zeiven gedurende de laatste vijf jaren zijn vervaardigd. De aangifte van inzendingen moeten voor 15 April 1910, gedaan worden bi de plaatselijke correspondenten, of voor die plaatsen, waar geen correspondent is aangesteld, bij den Secretaris der Regelingscommissie, den heer G. J. Blees Kz. te Zaandam, op nauwkeurig ingevulde en onderteekende inschrijvings- kaarten, welke bij de correspondenten of bij den Secretaris voornoemd ver krijgbaar zijn. Correspondenten zijn thans benoemd en hebben de benoeming aangenomen in de meeste plaatsen des lands tezamen verklaarden bijna 300 dames en heeren zich bereid aan dit nuttige werk hunne krachten te verleenen, en onder hen vindt men allen rang en stand vertegen woordigd. Voor Waalwijk is de correspondent E. W. Klijberg-Pernot, industrieel. Voor Geertruidenberg Luitenant La- gerweij. De Tentoonstelling belooft, naar de vooruitzichten nu reeds aanwijzen, van deelneming niet te zullen worden ver stoken. En behalve de binnenlandsche inzendingen mag ook van de buiten- landsche groep, die ter leering en ter opluistering wordt georganiseerd, goed effect worden verwacht. (Builen verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur. Verleen ons s.v.p. eenige plaatsruimte in uw veelgelezen blad, waarvoor wij u hartelijk dank zeggen. Ondergeteekenden, behoorende tot het personeel van de Stoomschoenen- fabriek van den heer Bern. v- d. Heijden- van Iersel, verklaren hiermede, dat aan hun Baardwijksche collega's bij het pas- toorsfeest geen verlof was toegezegd en weer ingetrokken en dat hun wel dege lijk is tegemoet gekomen door om 4 uur vrij af te geven, ondanks overgroote drukte. Wij keuren dan ook het optreden van het bestuur der afd. Baardwijk af, daar zij wel hare bemiddeling mag aan bieden doch in geen geval met zulke dreigementen voor den dag had mogèn komen. ANTOON TRIMBACH. lid van de Vakv. Waalwijk. A. MAHIEU, ld. H. J. VAN NUNEN, lid van de Vakv. Baardwijk Mijnheer de Redacteur. Naar aanleiding van het ingezonden stuk, geteekend S- S., zou men den in druk krijgen, dat ik de arbeiders van domheid heb beschuldigd. Niets is echter minder waar dan dat. Ik tart S. S. mij de plaats in mijne stukken aan te wijzen, waar ik dat schreef. Dat ik het woord dom gebruikt heb in ver band met het bestuur van de afd. Baard wijk is mogelijk, doch het bestuur zal tqch wel niet zoo verwaand zijn zich te verbeelden de arbeiders te vertegen woordigen. Mag ik het bestuur van de Baardwijk sche vakvereeniging niet voor leugen achtig uitmaken als zij doorgaat met blijven te beweren dat ik eerst verlof zou hebben gegeven en daarna weer ingetrokken. Geheel mijn personeel kan getuigen, dat nooit verlof is toegestaan. Zelfs de man in quaestie, van Leent, beweert nu nog tegen zijn tegenwoor digen patroon den heer A. H. van Schijndel, dat het stuk in De Leerbe werker onwaar is. Waar blijft nu mijn brutaliteit, als ik meer dan voldoende kan bewijzen, dat ik gelijk heb en blijf volhouden, dat de berichten van het bestuur, niet der ar beiders, zooals S. S. beweert, leugen achtig zijn, Het antwoord van het bestuur ge tuigt of van groote domheid, of van verregaande brutaliteit. Het komt mij voor en met mij veel anderen, dat S. S. met zijn schrijven niets anders ten doel heeft, dan de ar beiders tegen den patroon op te ruien. Immers, waarom die aanhef in zijn stuk over die domheid Geeft S. S. geen blijk van valschheid Ik schreef er waren er maar 3 eigen dunkelijk weggebleven of bedoelt het bestuur als no. 4 een jongen van 12 jaar, die ik vrij had gegeven, wijl ik die missen kon Nu laat die eerlijke S. S. het voorkomen alsof ik geschre ven zou hebben, er zijn er maar 3 weg gebleven, waarbij nog een jongen van 12 jaar. De rest laat hij weg. Is dat nu doordat hij zich zoo vermaakte of is het opzettelijk vervalschen Of het 't zelfde is of er 3 of 5 weg blijven f Zeker vermakelijke S. S. Ik heb liever dat er maar 3 menschen zijn die hun plicht niet kennen dan 5. Verder gelieft gij het optreden van het bestuur bemiddelend te noemen- Maar mijn beste S. S. is dan dreigen met actie, waar het niet te pas komt, een zaak middelen 1 En gedreigt heeft men toch Lees het schrijden van het bestuur maar eens als u lezen kunt of wilt. Dat andere heeren patroons vrij geven is hun zaak. Ik moet mijn zaak be sturen. Voorts wordt een arbeider uit een andere gemeente, die bij mij in dienst komt, te kennen gegeven, dat hij zich aan de Waalwijksche toestanden heeft aan te passen. Was een dergelijk feest In Waalwijk voorgekomen, dan was de fabriek gesloten geworden en hadden de arbeiders uit Besoijen, Sprang, Elshout, Drunen en Baardwijk ook vrij gehad. Daar juist zeer veel werk af moest, pastte het mij niet, om voor een feest in een andere gemeente, een gedeelte mijner arbeiders niet enkele uren, want dat was toegestaan maar een halve dag vrij te geven en een ander gedeelte voor niets in de fabriek te houden. Dat er omstandigheden zijn, als het vervullen van zijne wettelijke plichten en familie-omstandigheden dat de arbei ders recht op vrij af geeft, geef ik gaarne toe, doch wat zegt dat nu Hier was het toch niet zoo'n geval 1 Ondanks het zalvende slot, kan S. S. de opruiende strekking van zijn schrijven niet verbergen Een volgend maal uw naam er onder mijnheer S. S. Imand die met zulke eerlijke wapens strijdt is waardig gekend te worden. Het bestuur der afdeeling Baardwijk ziet van verder polimiek af. Het is m.i. echter niet voldoende zich zoo van de zaak af te maken. Immers toen ik van Leent naar het bestuur verwees om rectificatie van het bericht in De Leerbewerker, waarin ver meld was dat ik verlof had gegeven en weer ingetrokken wat van Leent zelf getuigt heeft dat 't niet waar was kreeg ik een schrijven waarin dat bericht niet alleen gehandhaafd werd, doch waarin men ook dreigde met actie. Ik zal daarom niet rusten vooraleer het bestuur het eerste bericht heeft gerectifi ceerd en erkent te ver te zijn gegaan, want ik verkies niet, door wie ook, voor leugenaar te worden gequalificeerd en ook wacht ik wel bemiddeling af n aar geen dreigementen in zaken die mij alleen aangaan en waarbij nog het recht aan mijne zijde is. Zoolang dat niet is geschied, wil ik, wat er ook moge gebeuren, op het ge bied van vakactie, met zoo'n bestuur, dat willens en wetens een verkeerde voorstelling van een gebeurtenis geeft, niets te maken hebben. U mijnheer de Redacteur dankzeg gende voor de verleende plaatsruimte in uw blad verblijf ik, B. V. D. HEIJDEN-van IERSEL. Waalwijk, 24 Sept. 1909. Mijnheer de Red. Vergun mij een kleine plaatsruimte in uw blad. Het schrijven tusschen de heer v.d. Heijden en het bestuur van de vakver eeniging afdeeling Baardwijk, heb ik steeds met belangstelling gevolgd. En dan moet ik zeggen dat, vooral nu een zekere S.S. gemeend heeft zich ook met de quaestie te moeten bemoei en, het mij is opgevallen, dat noch het bestuur, noch S S. eenig antwoord geeft op het schrijven van v. d. Heijden daar waar hij zegt dat van Leent zelf ontkent heeft dat de zaak zich zoo, zooals in de Leerbewerker stond vermeld, heeft toegedragen. Dat wordt èn door bestuur èn door S.S. zorgvuldig vermeden. Volgens mijn bescheiden meening is dit toch alles waaromheen de zaak draait. Dat zorgvuldig vermijden geeft te denken 1 Ik kan dan ook goed begrijpen dat v. d. Heijden het optreden van het Be stuur ontactisch noemde, want wat toch doen zij Zij keuren het eigendunkelijk weg blijven der arbeiders af, maar schelden v. d. H. uit voor onwelwillend en maken hem dan zoo wat voor een onwaarheid spreker uit. Wat doen zij nog meer Zij keuren het eigendunkelijk weg blijven der arbeiders af, doch schrijven v. d. H. dat het berikht niets hinderlijks voor hem bevatte en alleen was eene mededeeling van vaststaande feiten (hoewel de betrokken persoon zulks ontkent) en dreigen dan met actie omdat zij de handelwijze der werklieden afkeuren. U, mijnheer de Redacteur, dank ik voor de verleende plaatsruimte. Kaatsheuvel 24. Sept. igog H.IJ.S.M, Verworpen. De aanvraag der »Hanze4 voor de vakcursussubsidie is in de gemeenteraads vergadering van 14 Sept. j. 1. afgeketst. Waarom Omdat enkele boeren afgevaardigden beweerden dat er geen geld was en an deren zeiden geen verstand van de schoenmakerij te hebben en daarom maar tegen subsidie geven waren 1 Dat het niet zoo gemakkelijk zou gaan was wel te begrijpen uit de vorige ver gadering toen het request na voorgelezen te zijn onbehandeld werd ter zijde gelegd om nogmaals aangehouden te worden. „Wie aanhoudt overwint" doch in dit geval komt deze spreuk niet tot haar recht en is „aanhouden' beslist af te keuren. Terwijl de heeren Brok v. d. Geldt en Willemse de aanvraag verdedigden een heel begrijpelijk voorstelden dat het eene noodzakelijkheid was, een dringende behoefte, een onmisbaar iets op het hui dige oogenblik voor Drunen komen de boeren afgevaardigden voor den dag met „er is geen geld". 't Is me dan ook wel een reden om voor een uitgaaf van vijftig gulden want meer is het niet de vereeniging de Hanze4 zoo in haren vooruitgang te belemmeren en te dwarsboomen. Het Rijk heeft verleden jaar wel ge gronde reden gehad om de subsidie te weigeren die natuurlijk voor hen veel hooger is. Wanneer vakmannen beweren dat een cursus noodzakelijk is voor de instand houding van de schoenmakerij moesten menschen die daarvan niet het minste verstand hebben daarover zwijgen, zich er bij neer leggen want evenmin als een Schoenmaker iets van het boerenbedrijf kent weet een boer niets van de Schoen makerij. Het is ook in 't belang van 't alge meen dat er een cursus tot stand komt en men kan hier niet het minste eigen belang ontdekken van de voorstanders. Weth. van Son zegt ik ben een leek in 't vak dus kan er niet over meepraten, doch als het noodig is geeft subsidie. En tot slot omdat hij er nou eenmaal niks van weet doch weet doch wanneer het noodig is geven, is hij voor het voorstel van Speijk, de eene volgt de andere na en leden die er heelemaal niet over gedisctueerd hebbeninplaats van onpartijdig te blijvenstemmen even eens tegen het geven van subsidie. En wat v. Son nou vertelt van >hooren zeggen4 dat is ook ongerijmd »vantlaat er vijftig schoorsteenen rooken en er is niemand die het vak kent dan zullen ze gauw uitgerookt zijn. Zuilen 9 V

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 5