Nummer 93.
Zondag 21 November 1909.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
illlUSIT
De Wefkloosheidvefzekeiing
I'ALJ AS
"landboïïw~
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
AITOON TIELEN,
32e Jaargang
SUNLIGHT
Uitgever:
FEUILLETON
BUITENLAND.
België.
W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38.
OOGENBUKKEN OM bil
te blazen zijn alleen mogelijk
wanneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
Sunlightzeep schaafjes om zachte
zeep te maken.
Gratis te bekomen bij uwen
winkelier in ruil voor 5 omslagen
Courant
TXT 1 iiiii hi-i-i-- n. m_i- CnW
WCiiljnT O 6 11 3 (i a f*HO Z fl t, P. r fl n cr a 17 f\ t, - -m-w -»■=»--Kw.i i Min
-JP -IJl
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maauden fü."5.
Frarno per post door het geheele rijk f0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
DER
Engelsche Vakvereenigingen.
IV.
In ons laatste aitikel beloofden we
vergelijkender wijze, ook voor ons land
eenige cijfers vast te stellen. We voegden
hieraan toe »vergelijkender wijze4, daar
officieel in deze nog zeer weinig of bijna
niets is aangegeven. Welnu, we zagen,
dat in Duitschland met z'n 60 millioen
inwoners ongeveer 15 millioen arbeiders
zijn.
Van „DE ECHO VAN IIET ZUIDEN."
OE
dtëekVuUoiuv aait Den J'êmvefijliXtuD.
35)
Uitzinnig van droefheid, liep Katrien naar
baren man, toon zij zelve, met de twee kin
deren, met het aangezicht in het zand stortte.
Belphégor wilde ook zijnen vader ter hulp
snellen, maar hij kreeg een duchtigen stoot
:n de lenden en rolde eenige stappen verder
in het gras.
Wat was er gebeurd en vau waar kwam
die onverwachte aanval?
Gedurende den nacht hadden de Blauwen,
op aanraden hunner hoofdmannen, zich in
twee korpsen verdeeld Het eerste was gelast
den vijand uit het hol te lokken, waar hij
zich sedert verscheidene dageD schuil hield,
het andere moest hem langs achter overvallen
en do manschappen van den markies de Mont-
bazon als in eene muizenval verpletteren.
Die dubbele beweging was zoo behendig
aangeleid, dat de scherpzinnigheid van „den
Vos zelve was verschalkt geweest.
Op het uitz.cht van die eenzame, frissche
vallei, nog ganech in den morgendauw gehuld,
zou niemand verondersteld hebben dat elke
struik eenen vijand verborg.
Achter eenen dozer struiken, die het dichtst
gelegen was bij de plaats waar Paljas, zonder
achterdocht, met den markies stond te spreken,
zat de soldaat verborgen die den goochelaar
den vorigen dag ontmoet had.
an uit deze schuilplaats, kon men wel niet
goed verstaan wat er tusschen beide mannen
gezegd werd,, maar men bespeurde duidelijk
het minste gebaar en de republikeinsche sol-
Stellen we nu in verband met deze
getallen het verhoudingscijfer voor ons
land vast, dan komen we voor een
inwonertal van 6 millioen tot een arbei
dertal ('t woord arbeider natuurijk in z'n
ruimste beteekenis genomen) van l1/»
millioen. Nemen we nu voor ons land
ook 2% wcrkloozen in den zomer, 5°/0
in den winter, dan zouden er volgens
deze berekening ten onzent 30000 ar
beiders werkloos zijn in den zomer en
75000 in den winter.
Men bedenke bij het lezen dezer
cijfers echter wel, dat zij alleen bij be
nadering zijn vastgesteld, zoodat van
nauwkeurigheid geen sprake kan zijn.
Laat ons nu eens zien, wat in deze
de z.g. »trade unions4 of Engelsche
vakvereenigingen gedaan hebben In
1901 telden deze trade unions te zamen
700000 leden en toen gaven zij ongeveer
f 2 700.000 uit voor ondersteuning hun
ner werklooze leden of f 3,50 per lid.
In 1906 bestonden er in Engeland reeds
1161 vakverenigingen met een ledental
van 2.106.283 Honderd der g-rootste
dezer vakbonden telden 1.273.095, leden.
Die 100 verenigingen bssomden in dat
jaar een inkomen van 28 mill, gulden,
terwijl ze uitgaven ongeveer 20 mill,
gulden. Aan ondersteuning v^n werk-
loozen werd door die 100 grootste ver-
eenigingen uitgegeven f 5 Ö55.504.
Het volgende lijstje doet den lezer
zien, wat in 10 jaren door bewuste vak
verenigingen voor werkloosheid hunner
leden werd uitgegeven
1897 f 3,973,296 1902 1 5,149,080
1898 f 2,808,732 1903 f 5,278,788
1899 f 2,218,116 1904 f 7,879,652
1900 f3.138,600 1905 - f 6,234,492
1901 f 3,904,704 1906 f 5,068,804
Gemiddeld werd in deze 10 jaar voor
ondersteuning bij werkloosheid uitgege
ven f 4,649,112, wat met de 4 mill, der
regeering een bedrag uitmaakt van ruim
8Vs mill, gulden, een aardig sommetje.
Alen ziet, dat de Engelsche vakver-
eenigingen groote uitgaven hebben,
doch dat put haar kassen geenszins uit.
Haar vermogen bedroeg in 1906 ruim 60
mill, gulden. En deze mooie spaarpot
werd verkregen met een gemiddelde
bijdrage van 40 cent per lid en per week.
Voor deze 40 cent geniet het lid onder
steuning in geval van staking of uit-
Advkrtentikn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
sluiting, ziekte, ongevallen, werkloosheid
en bij tal van vereenigingen ouderdoms
pensioenen.
Het geheim van deze groote finan-
cieele kracht der Eügelsche »trade
unions4 is, dat al de kleine locale
organisaties in grootere nationale vak
bonden zijn vereenigd. Daar heerscht
dus niet het verzwakkende systeem van
alle mogelijke bonden eu bondjes, zooals
bij ons.
Gelijk we zagen, kwam de werkloos
heidverzekering der Engelsche vakver-
eeniging zoo ongeveer op f 3.50 per per
soon. Slaan we dit nu over onze 1,5
mill arbeiders uit, dan zouden wij ten
onzent naar dezen maatstaf komen tot
de som van ruim 5 millioen, wat voor
elk der 105.000 werkloozen of f 30000 in
den zomer pl. 75000 in den winter ge
middeld ongeveer 50 g. was.
Wij merken nogmaals op dat al deze
cijfers zeer relatief genomen zijn, toch
geven zij zoo ongeveer een blik op het
giobale, wat er noodig zou zijn voor een
algemeene werkloosheidsverzekering.
De regelingen der verschillende En
gelsche vakvereenigingen komen in hoofd
zaak hierop neer: Het bedrag dei uit-
keering hangt af van den duur van het
lidmaatschap en stijgt met langer lid
maatschap. Zij begint eerst na eenige
dagen werkloosheid, varicerend voor 3
tot 8 dagen, zij bedraagt als regel f 6 per
week. De rijtuigmakers in Londen geven
f 10.80 per week. Na een zekeren tijd
ondersteuning te hebben genoten, 12
weken b.v. bij de timmerlieden wordt de
uitkeering verminderd. Dikwijls is ook
een maximum voor de uitkeering per
jaar bepaald.
De werkloozen zijn verplicht zich eiken
dag op het bureau der vereeniging aan
te meldenbij zelfverschuldigde werk
loosheid wordt geen ondersteuning ge
geven, terwijl de ondersteunde verplicht
is arbeid aan te nemen die hem vanwe
ge zijne vereeniging wordt aangewezen
of door deze passend wordt verklaard.
Wordt dit geweigerd, dan vervalt de
ondersteuning.
Als regel (eene belangrijke uitzonde
ring vormen de katoenspinners^ geschiedt
de uitkeering ten koste van de bonds-
kas, niet door de locale-afdeelingen
eveneens is regel betaling uit de alge
meene kas geen afzonderlijk werkloozen-
tonds wordt geadministreerd - dit laatste
noemen wij beslist verkeerd wij komen
echter later hierop nog terug.
Gemiddeld schommelde het werkloo-
zencijfer in de jaren 1900 tot 1904 tus
schen 2,9 en 6,5 °/o der leden Hierbij
moet echter bedacht worden dat de
Engelsche vakvereenigingen hoofdzake
lijk uit werkelijke vakarbeiders bestaan,
bij wie de werkloosheid in den regel niet
zoo groot is als bij de ongeleerde of z.g.
losse arbeiders.
daat legde deze op de volgende verkeerde
wijze uit
Ah gij schurk van eenen kunstenmaker,
gij hebt mij bedrogen Gij zijt in ver-
standhouding met de Witten Gij hebt bijeen
komsten met hunnen hoofdtftan gij groet
hem eu buigt voor hem tot tegen den groad
„Uw ootmoedige dienaar, mons igneur:"
dit alles om ons af te spieden en te verraden,
met waar? eu gij ontvangt geld zulke
diensten verdieuen overigons betaald te wor-
deu
De lezer moet het wel bekennen, naar het
uiterlijke te oordeelen liep alles samen om het
onderhoud tusschen den markies en Willem
den goochelaar verdac t te maken en de uit-
1 egging van den soldaat was meer waarschijn
lijk dan de waarheid zelve.
Iim bromde hij, 't is met geen geld,
maar mot lood, dat ik u ga betalen Iedereen
wat hem toekomt
Hij legde zijr< geweer in den vork van eenen
boomtak en schoot
En zich tot eenen kameraad richtend,
nep hij
Aan u do goochelaar
Een tweede schot knaldeeen tweede
slachtoffer viel.
Hst zou onmogelijk zijn al de bijzonderheden
te beschrijven vnu het drama dat toen plaats
greep.
Op het eerste schot en zoo haast hij den
markies had zien vallen, was „de Vos'', die
op den hoek van den weg do wacht hield,
met zijne gazellen vooruit gesprongen eu dé
mannen begonnen dapper op den onzichtbaren
vijand te schieten
Maar weldra waren de volledige troep n
van bade kanten in 't strijdperk "de Witten
kwamen toegesneld, denkende dat hun hoofd
man in eene hinderlaag gevallen was en de
Blauwen dat hunne voorposten aangerand
werden.
De soldaten der Republiek en de vrijwilli
gers van het koningsgezinde leger spiongen
over de rotsklompen on door de struiken en
bremmeu naar beneden.
Het was een vreeselijk gevecht in de vallei.
In die bergengte opgesloten gelijk in eene
schroef, door do overmacht verpletterd, stre
den de Witten met de hardnekkigheid der
wanhoop onder de aanvoering van den Ven-
deeschen priester die, met het geweer in de
hand, het voorbeeld der dapperheid gaf en
zijne mannen ter dood geleidde, onder den
kr^et „Leve de Koning
Na een half nur strijdens, behielden de
Blauwen de zegepraal, maar ten koste van
groot verlies.
Om het even, zij liadden hun doel bereikt:
dit gedeelte des legers van Charette was geheel
vernield
De officieren van generaal Hoche die er
overigens weinig van hielden in zulke on
gunstige ligging te blijven, leidden hunne
troepen terug naar het kamp met eenige
krijgsgevangenen.
Eu alles werd dan in de beschaduwde vallei
die even nog dreunde vau het herbaalde ge—
wecrgeschut, terug zoo eenzaam en kalm als
vroeger,
De aardbodem was met lijken bedekt;
groote plassen bloed verfden de grijze rots
klompen en het groene gras met m nigvuldige
bloemen tusschen de dood-u hoorde men het
aanhoudend gereutel der stervenden sterk
geurende kruitwulken verhieven zich in de
lucht een talrijke zwerm krassende raven
zweefde over het slagveld en kwam reeds het
aas van de monschenlyken zoeken.
En tusschen dit alles bemerkte men het
volgende
Tusschen die lijken stak een lief, klein bruin
hoofdje omhoog.
De kleine Belphégor richtte zich langzaam
op de knieen en keek angstig rond zich heen.
Eerst door den aanval dor Vendeeërs om
vergeworpen, weldra door de strijdende leger
benden vertrapt, bezwijmd en gekwetst,
was hij blijven liggon en werd als dood zijnde
achtergelaten.
Nu kwam hij weder tot bezinning zijne
ooren tuitten nog van het geknal der geweren
en het geroep der soldaten.
Eerst bleef hij eenige oogenblikken stom
en bezag verschrikt het moordtooneel dat zich
rond hem uitstrekte.
Daarna begon hij te roepen
Vader 1... moeder 1...
Geene enkele stem antwoordde.
Ook naar den bloemtuin
Bijzonder lang heeft dit j»ar alles gebloeid
In het laatst van October plukten we rozen.
Ia het begin v»n November hidden we nog
een prachtig bed knolbegouia's. Nu is het
rijk aan de chrysanthemums eu winterasters
want de laatste dahlia's zijn ook reeds geplukt
Dan is de tuin ledig, voor zooverre tenminste
de uitplantingen tegen het volgende voorjaar
niet reeds zijn geschied. Nu is het groote
schoonmaak in den tuin. Alle overblijfselen
van een vorig bloeitijdperk, die niet m er
bruikbaar zijn worden verwijderd en de bodem
wordt zooveel mogelijk reeds gereed gemaakt
voor het vroege voorjaar Bemestingen met
bladmest, stalmest hebben nu of een weinig
later plaats. Het is nu tevens de geschikte
tijd tot het geven vau enkele kunstmeststof
fen, inzonderheid vau phosphorzuur en ka-
limest. Voor dit laatste gebruikt men te
genwoordig veel een gezuiverd kalizout,
pateutkali geuaamd. Het is eigenlijk zwavel
zure kah-magnesi3, een zout waarin veel
magnesia en ongeveer 26°/o zuivere kali
aanwezig is; te verkrijgen bij eiken hande
laar in kunstmeststoffen. Veel heeft men er
niet van noodig slechts ongeveer 50 gram
op eiken M2. Het is opmerkenswaardig, welk
een invloed deze bemesting heeft op den groei
van vele hoornen en sierstruiken. De grootte
en kleur der bloemen eu bladereu wordt
door deze bemesting gunstig beinvloed maar
het voornaamste is, dat het bloeitijdperk
ook eenigzins verlengd wordt.
Verleden jaar heb ik dat waargenomen bij
een bed penséa's eienals bij geraniums en
cynia's. Men strooit het zout in het late
voorjaar ol vroeg in de lente dunnetjes uit
eu werkt het met schoffel of hark licht on
der. Kosten zijn het natuurlijk niet, daar
100 K.G. patentkali vrij aan huis nog geen
f7 kost, 1 KG. kost dus iets meer dan
57* ets. Daarenboven is de patentkali ge
dekt door balen of stroo zeer goed te bewaren.
Het is dus een nette zindelij re bemest-
ting voor den bloemtuin. Het is nu in den
herfst tevens den tijd om wat kalk in den
bloemtuin te brengen. Men strooie het witte
kalkpoeder dunnetjes over den grond uiten
werke ook dat licht met schoffel en hark
onder. Overal waar men niet goed bij kan,
om de kunstmest (ik bedoel hier speciaal dé
patentkali) te zaaien, kan men dit zout ook
oplossen en de oplossing uitgieten. De kali
wordt door den grond geabsorbeerd (vastge
houden) en gaat gedurende den winter niet
verloren. Ziedaar eenige kleine wenken voor
de behandeling van dan bloementuin, die de
bloemenliefhebbers en liefhebsters de volgende
zomer met dankbaarheid zullen gedenken,
als z i merken, dat de opvolging van mijn
raad den bloementuin in zoo ruime mate ten
goede komen.
Alvorens dit. artikel te eindigen, kan ik
niet nalateu nog te wijzen op de groote be
teekenis van de kalizouten ook voor de
bloembollenkweekers. Er is geen enkele reden
om te veronderstellen, dat tulpen, hyacinten
enz. geen kali uit den bodem zouden noodig
hebben. In den grond, waarin de bollen
geteeld worden is zeer weinig opneembare
kali. Een kalibemesting met kalizouten is
ook voor deze cultuur dus zeker niet af te
wijzen.
In de laatste jaren zijn dan ook verschei
dene proeven op dit gebied gedaan en iie
uitslag is van dien aard geweest, dat ook
in het land der bloembollen het gebruik der
kalizouten veld wint.
Verschrikt door die nare stilte, kroop hij
op de knieën tot bij de plaats waar hij zijnen
vader hai zien vallen.
Deze lag daar mat het gelaat ten gronde,
onbiwepglijk nevens den markies uitgestrekt.
Vader herhaalde het kiud, terwijl hij
het koude lijk overtastte.
De goochelaar autw. orddo niet en toen de
kleine Belphégor dat lijk, hetwelk veel te
zwaar was voor zijne krachten, wilde oplich
ten, bemorkte hij een grooteu bloedplas dip
aan zijne wonde in de borst outvloeid was.
Zijn angst vermeerderde neg, toen hy
eenige stappan verder bet lijk zijner moeder
ontdekte, het gelaat ten houiel gekeerd, met
wijd opengesparde oogen, waaruit de uit
drukking vau eene onbeschrijfelijke droefheid
te lezen stond.
Nevens haar lag de kleiüe Sylvia, met het
hoofd in moeders rokken verborgen de
kleine Maddeine was wat verder g9rold
Opnieuw rit-p Belpliegor hen allen bij hun.
nen naam, en opnieuw werd zijn geroep slechts
door den echo beantwoord.
De blinde woede des vijands had niets ge
spaard Cadour zelf, het brave beest lag
tusschen do burries der huifkar mat bajonet
sleken doorboord Spits lag met een gebroken
poot aan de zyde zijns meesters.
En te midden der akelige stilte waar niets
dan dooden en stervenden Jagen, kou de arme
kleine niemands hulp inroepen.
Hij was nog te joog en had te weinig on
dervinding om zich op het eerste oogenblik
eene juiste rekening te geven van de uitge
breidheid van het ongelok.
Het beeld van den dood was hem onbekend
on bij spande alle middelen in om die dierbaren,
dio in den eeuwigen slaap gedompeld lagenj
terug tot het leven te roepen, des te meer
daar bij buune stilzwijgendheid, niet kou be
grijpen, omdat zij met de oogen open lagen
en hem schenen aan te zierj.
Zijne pogingen waren nochtans niet gansch
vruchteloos.
De kleine Madeleine keek hem niet zoo
strak aan zij alleen had de oogen gesloten.
In den val was zij met haar hoofdje opeen
steen terecht gekomen en alhoewel baar voor
hoofd gansch bebloed was, was zij toch maar
Zooals we hebben gemeld is eergis
teren iu de Kamer het beginsel van één
zoon per gezin bij de behandeling der
legerwet aangenomer. Gisteren deed de
linkerzijde een concessie aan de rechter
zijde, door de vrijstelling van geestelijken
in de wet vast te leggen. En omgekeerd
kwam de rechterzijde de liukerzijde te
gemoet door de plaatsvervanging af te
schaffen. De ministers stemden evenwel
tegen. Woensdag voortzettingdan zal
licht gekwetst.
Terwijl Bilphegor bare slapen met het koele
water inwreef dat hij aan de nabijgelegen
bren in de holte zijner hand was gaan putten
opende zy hare groote blauwe kijners. kwam
tot bezinning hu stamelde
Moeder Moeder
Helftus hare tweed? raoader was dood 1 Dood
was haar zoogzustertje 1 Dood was hij dien
zij als baren vad.-r beschouwde en die wezenlijk
aanspraak op dien naam had
Paljas eu de Markies worden door de Blau.
wen gedood, zooals wij hierboven gezien
hebben.
Wat Katrien en de kloine Sylvia betreft,
deze waren tusschen twee vuren gepakt ga
weeat toen „de Vos« en zijne kameraden
huunen hoofdman hadden willen verdedigen
en het zou moeilijk te z'ggea geweest zijn
door welke kogels zij werden neer geveld.
De hatelijke oorlog voert zulke wreedo
tooneeleu op zijuen weg mede hij maait alles
op zijnen doortocht weg, zoowel onachuldigen
alB strijdeis.
Belphégor begreep eindelijk dat deze arme
slachtoffers nooit meer zouden opstaan, dat
die open oogen niets meer zagen, dat zijne
vurige zoenen nooit die bleeke wangen zouden
opkleuren eu dat zijne omhelzingen het leven
aan die ziellooze lichamen niet konden weder
geven.
Hij hield de kleine Madeleine, die al snik
kend godurig om hare moeder riep, in zijne
armen, zette zich op eenen steen neder en
keek met verwilderden blik, beweegloos als
de steen zelf, over het tooneel van dezen on-
herstelbaren ramp.
Nu en dan scheen hij tot het bewustzijn te
komen en schommelde dan het kind in zijne
armen terwijl hij gedurig 'herhaalde
Zustertje lief 1 zustertje lief I
Eu de opkomende zoo van een schoonen
Augustus morgen beglansdo dit akelig doo
den veld 1
De hemel was blauw, do vogeltjos zongen
al huppelend in het kreupelhout de omlig
gende bovschen, de natuur door eene wreede
tegenstelling was lustig en opgewekt en wilde
den rouw dier arme weezen niet deelen.
(Wordt vervolgd).