ummer 9 Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad, Uver tiet Nooische stelsel en nog wat, PALJAS h AN TOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen LANDBOUW. Mooie passing Tan een schipper en sijn Trouw. Uitgever: x. FE VILL ETON WAALWIJK. Telefoonnummer 38. De Echo van het Zuiden Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. Fran< o per post door het geheel® rijk t 0.90. Brieveningezouden stukkeugelden euz., franco te zeilden aan den Uitgever. Advertrntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specisle zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. (Slot volgt.) De tweede inleider over het le hoofd onderwerp, de heer Gerritsz, lid der Haarlemsche ondersteuningscommissie, schoof de volgende stellingen naar voren De ervaring met ondersteuningscomi- té's verkregen, moet m. i. leiden tot de conclusie I. dat uitkeering in geld het slechte middel is om de werkloosheid in hare gevolgen te bestrijden. II. dat bestrijding der werkloosheid niet accidenteel, maar permanent moet geschieden en dan gedifferentieerd- a. voor vakarbeiders. 1. door bevordering van de toepassing van het beginsel der verzekering; 2. door uilvoering van werken door de overheid, niet op willekeurige tijd stippen, maar op gekozene, en tegen vol loon. b voor arbeiders boven de 60 jaar, zoolang geen ouderdomspeusioneering is ingevoerd door werkverschaffing (het laten ver vaardigen van voorwerpen, die tegen luttele bedragen later ter beschikking van bedeelden worden gesteld). c. voor losse arbeiders door het verschaffen van werk (als regel grondwerk) tegen het vol loon, terwijl de inkomsten, de uitgaven niet behoeven te dekken. d. voor beroepswerkloozen. door verbeterde armenzorg. In deze stellingen ziet men het gansche terrein omvatvakarbeiders, losse arbei ders, ouden van dagen en beroepswerk loozen. De beide eerste categoriën be- hooren tot ons onderwerp en voor deze ziet men dan ook een weg aangegeven, zooais wij dien in hoofdzaak zouden ge- Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." OF J'(oc(t)eitltou<.v aan Den Jêuwfuk^anD. volgd willen zien. De twee laatste cate goriën behooren echter niet tot de eigenlijke urgente werkloosheid. Immers »ouden van dagen" moeten onderge bracht worden bij de ouderdomsverze- kering (wanneer zal die dan toch eindelijk eens komen 1) en de beroepswerkloozen zijn feitelijk gealimenteerden. Id -het kader van het door den heer Gerritsz besproken onderwerp: »De prak tijk der werkloozen ondersteuning'' be hoorden ze echter wel thuis. Wij kunnen ze echter laten rusten. En thans de stel lingen over het 2e hoofdonderwerp »De praktijk der werkloozen-verzekering". De le inleider, de heer J. G. Kruijs, secretaris van het gemeentelijk werkloos heidsfonds te 's-Gravenhage, verdedigde de volgende stellingen 1. Het is wenschelijk de gelegenheid zich tegen werkloosheid te verzekeren voor alle arbeiders open te stellen, door werkloozenkassen van niet vak-vereeni- gingen tot dc Gemeentelijke Fondsen toe te laten en het ontvangen van den gemeentelijken bijslag ook mogelijk te maken voor ongeorganiseerden. 2. Het vormen van een zelfstandige werldoozenkas is noodig voor het wel slagen der verzekering. 3. Het verdient aanbeveling in regle menten en verordeningen een bepaling op te nemen, dat gedurende de eerste dagen van werkloosheid geen recht op uitkeering genoten wordt. 4. De ontwikkeling van nationale werkloosheidsfondsen is van groot belang voor de werkloosheidverzekering. 5 Ten einde ontaarding van de ver zekering en zuivere armenzorg te voor komen, is noodig, dat de uitkeering van den gemeentelijken bijslag eindigt met de uitkeering uit de werkloozenkas. Ziedaar een verbeterde editie van het Noorsche s elsel, die zeer zeker veel goeds in aanbevelenswaardigs bevat. Het hoofd-tekort in deze stellingen is o. i., dat er niet wordt gesproken over een Rijksverzekeringswet, van waar de rege ling der materie in haar geheel als bin dende maatregel moet uitgaan. Ten slotte de stellingen van den laatsten inleider over het 2e hoofdonder werp, den Heer F. van der Wal, lid van het hoofdbestuur van den Alge- meenen Nederlandschen Typografenbond 48 Lief Madöleiotje, riep Paljas, gij zijt goed ou braaf, gelijk een engel maar gij hebt mij niet begrepen... Gij hebt niet begrepen wat er sedert eenigen tijd in mij omgaat En zoo het u schijnt dat ik u minder bemin dan vroeger, dan moot ge maar deuken... ja hoe zal ik u dat zeggen?... moet ge maai denken dat ik u veel meer bemin. dat ik n te veel b9min... uit liefde,.. Ah ja, daar hebt ge nu het woord. Ik heb reeds lang genoeg dat geheim op mijn bart voelen druk ken, ik heb reeds lang genoeg geleden... Ik Tcon niet meer eten sn werd zoo heel dom en daarbij nog boos Zie, ik kou niet langer hooren dat gij mij „broeder" noemdot. Neen dat kon ik niet laDger verduren... Nu weet gij alias. Mijn leven hoort u toe Beslis.... Hij zweeg, verschrikt over de woorden die hij uitgesproken had en wachtte de beslissing af welke het meisja zou nemen. Madeleine had hem 'met neergeslagen oogen en vreesachtige houding aangehoord. Hare koortsige ademhaling deed hare borst zwoegen, zij drukte eene hand bgen haar voorhoofd, de andere op haar hart dat dreigde te breken van aandoening. Allengs kleurden bara wangen, die nog even lijkbleek waren, vnrig op. De liefdevolle verklaring van haren gezel verwonderde haar en legde baar nieuwe en tot hiertoe onbekende gevoelens bloot maar vorre van haar aanstootelijk te zijn, deden zij in hare ziel geheimzinnige BDaren trillen die overeenkomstig met de zijne waren. te Amsterdam. Deze waren 1 Het geven van toeslag aan niet vakvereenigingsleden is van verzekerings standpunt beslist verwerpelijk, daar dit noodwendig leiden moet tot opeen- hooping van gevaarlijke risico's en het vormen van vereenigingen, waarin de onderlinge controle onmogelijk goed kan zijn. 2. De voorwaarde van het hebben van afzonderlijke, plaatselijke fondsen is on redelijk, steunt op geen enkel reëel be lang en legt den landelijken vakbonden, den eenigen, die de werkloozen-verze kering goed ten uitvoer kunnen brengen, groote hinderpalen in den weg. 3. Om het karakter van verzekering te bewaren, dient de eerste week der werkloosheid ook te worden uitgekeerd. De vakvereenigingen zullen hiervan niet kunnen afwijken en daar nu reeds de gemeentelijke toeslag in vele plaatsen over een iaugeren duur wordt toegekend dan de meeste fondsen uitkeeren, zou niet-verstrekken van den toeslag gedu rende de eerste week niet anders betee- kenen dan een zuinigheidsmaatregel voor de gemeente, welke toeslag geeft. 4. Nationale werkloosheidstondsen ver dienen verre de voorkeur boven gemeen telijke De laatste zullen alleen in groo tere plaatsen gevestigd kunnen worden, tenzij algemeene, dus ondeugdelijke fondsen worden opgericht. De indus- trieelc arbeider in dun bevolkte gemeen ten blijft dientengevolge verstoken van de hulp der gemeenschap, waarop zij in tijd van nood evenveel aanspraak kon maken als de vakman in andere plaatsen. De gevreesde trek naar grootere steden zal daardoor weer een aanmoediging te meer krijgen- Maar bovendien is elke verzekering en dus ook de werkloozen verzekering het goedkoopste en doel matigste, wanneer de risico's over het grootste aantal leden verdeeld zijn, wat alleen bij de algemeene nationale fondsen het geval kan zijn. Een bijslag vanwege het rijk op de uitkeering, door zulke natio nale fondsen gedaan is de meest wen- schelijke vorm van gemeenschapshulp. 5. Verstrekken van bijslag aan per sonen, van andere afdeelingen komend, is bij het bestaan van afzonderlijke gemeentelijke fondsen niet goed mogelijK. 6 In tijden van buitengewone werk loosheid is het zeer wenschelijk, dat vanwege de gemeente de uitkeering wordt voortgezet, wanneer de verzekerde uit zijn vereenigingskas het maximum aantal dagen uitkeering genoten heeft. Deze verdere uitkeering dient dan echter verband te houden met de verzekering, opdat zij niet het karakter van gewone bedeeling verkrijge, den werklooze niet in zijn eergevoel kwetse en het doel een aansporing tot zelfhulp te zijn, ook hierbij worde gediend. Ziedaar, waarde lezer, de lange, doch ook veel zeggende stellingen van den laatsten inleider We zullen het voor heden hierbij moeten laten, we hebben ditmaal toch al zooveel geduld en aan dacht van u gevergd- In ons volgende en laatste artikel wenschen we u een resumé en een en een stelsel te geven, dat o i. het gceigende stelsel voor ons land in zake deze materie is. De ounoozelhoid is soms zoo stoutmoedig dat zij met ééD woord, vrauk en vrij, de zonderlinge omstaudigheden weet op te klaren Toen Paljas eenige stonden gezwegen had, hief het meisje hare oogen op, tranen parel den nog aan de lange oogwimpers gansch hare ziel spiegelde zich weer in haren helderen blik en eenvoudig, doch eenigszins aangedaan sprak zij Bel, ziehier mijn woord indien ik u niet meer als eenon broeder mag beminnen, welnu wees dan mijn... echtgenoot! Als hij dit woord hoorde, sche- n het den jongen toe alsof hij wegzonk alles danste duizelig rond voor zijne oogen was de hemel dan waarlijk <-p aarde Madeleine viel in zijne armen een warme zo?n bezegelde hunnen eed, onder het oog van God, terwijl het gezang der vogelen in de boomen, de ronkende koren der ïosekten in struiken en gras, al de stemmen der natuur hunne verloving vierden. Denzelfden dag begaven zij zich op weg. Maar Paljas wilde de plaats niet verlaten waar de gewichtige gebeurtenis zijns levens plaats greep, zonder er een herdenkingateeken te vestigen- Met zijn mos sneed-hij op de schors van den beukenboom waaronder zij zich eeuwigen trouw gezworen hadden, hunne beide naam letters. Drie weken later, op een schoonen Juli morgen vau bet jaar 1806, leidde Belphegor de lieve Madeleine naar het gemeentehuis van een kloin dorp van het Vogeezengebergte en van daar naar de nederige kerk, waar de priester, onder «vroolyk klokkengelui, hun huwelijk inzegende. Een wettig huwelijk verbond dus den goo chelaar, die zoon van een goochelaar was, aan de dochter van den markies de Montbazon. Het was omtrent op hetzelfde tijdstip, dat de markiezin, hare moeder, voor zeventien jaar, te midden der grootste pracht in de kapel van het kasteel door het huwelijk ver bonden werd. De nieuwe bruid van heden had voor ge tuigen en gevolg niemand anders dan eenige boeren. Zij droeg geen kleed vnn zijden zilverstof of geene jnweelen, gelijk bare moeder. Eenige veldbloemen, op hare borst en in hare golveude haarlokken maakten het eenige tooisel uit dat zij droeg. Maar zij was zoo lief onder dit eenvoudig voorkomen en hoe vertrouwelijk leunde zij op den arm van den üinkeu jo. gen man !--. Da buitenlieden bewonderden hoe schoon de lieftalligheid van h~t meisje met de krucht van den man gepaa d ging en verklaarden luidop, dat zij nooit een flinker echtpaar ge zien hadden. T WEED E 1) E E L I. De hertog, Scsthenes de MontbazoD, die in 't begin der revolutie een der eerstan was om het land te verlaten, was ook do cerate om er in 1814 terug nr.ar toe te keeren, zocdra de beslissende zegepraal der bondgenootec het land voor de uitwijkelingen weer geopend had. Den 29 April ontscheepte hij te Calais, te zelvertijd als de graaf van Provence, die tot den troon geroepen was cn terwijl de nieuwe Koning zich naar Parijs begaf, reisde hij naar Normandië, in gezelschap van zijnen bloed verwant en gezel in de ballingschap, graaf Costel-Blangy en zijn trouwen dienaar Beau- graud. Hij had voorlozpig zijne dienstboden en meestal zijn reisgoed in Londen gelaten. Wat was er van zijn schoon kasteel in de vallei der Touqu s geworden? Hij brandde van ongeduld om het met eigen oogen vast te stellen. Hetgeen hij in Engeland vernomen had en hetgeen hij zelf op zijn weg reeds gezien had stelde hem maar weinig gerust. Overal, zoo in steden als in dorpen, hadden de revolutie en het keizerrijk diepe sporen nagelaten en menschen en zaken bestempeld. Overal waren de goederen der emigres tot nationale goederen uitgeroepen, verdeeld, ver kocht of vernietigd de bosschen waren uit gekapt, de kasteelen vernield kerken dienden tot stallen of schurenandere zeden andere Hoe moeten bleekvelden, gazone, enz. bemest worden? Landbouwers en tuinlieden, zij dus, die van den landbouw of de tuinierderij hun bedrijf maken, worden tegenwoordig genoegzaam op de hoogte gesteld van de wijze, waarop zij hun land of tuin moeten bewerken en verzorgen. Doch zij zijn het niet alleen, die belang hebben bij de moderne behandeling en bemes ting van den bodem. Er zijn tal van particulieren, ik bedoel nu menschen, die buiten het land- en tuinbouwbedrijf staan, welke een tuin, een park, een gazon, een bleekveld hebben en niet onverschillig kunnen zijn voor de vraag »hoe moet ik op de gemakkelijkste en goedkoopste manier het stukje grond, dat ik heb, tot vruchtbaarheid dwingen en het laten beantwoorden aan het doel, waarvoor ik het heb Het moet, dunkt me, voor eiken bezitter van een tuin, gazon of iets dergelijks een genot zijn, verlost te worden van die minder aan genaam geurende meststoffen als stal mest, faecaliën slootaarde enz. alsook eindelijk eens te kunnen ophouden met het bewaren van roet, eierschalen, hout- asch en dergelijke. Laat ik me heden alleen bepalen tot kleederdracht, andere lieden; alles was nieuw. De afschaffing vau de voorrechten der edel lieden, de verdwijning der oude gebruiken waren overal gemakkelijk te bespeuren Aun de paardeupostorijen gebeurde het niet zelden dat de edellieden moesten wachten omdat de paarden beloofd waren nan den eeneu of anderen mijnheer Durand of mijnheer Dupont, dia maar een eenvoudig sterveling of burger was. De lieden die zich bij aankomst der postillous rord dn koets verdrongen, waren meer door nieuwsgierigheid dan door perbeidaangedreven. Hel en duivel bromde M. de Montbazon zij bekijken ous gelijk rare beesten m-nzou waarachtig deuken dat wij te midden der wilden zijn. Hoe hebben de republiek ca M. Bonaparte ons land toch veranderd Zijne Majesteit zal het niet gemakkelijk hebben om alles in het koninkrijk w»er in orde te brengen Blaccy altijd even babbelziek, uitte zijne gevoelens luidop en zonder eenige voorzich- heid. Te Londen was hij oen der mannen die er op pochten niets ar.ders dan eene zweep noodig te hebben om de Frun6chen wet>r tot de orde te brengen en eenen spoedigeu terugkeer, na da onlusten van 1789, voorspelden. Alhoewel al die vooruitzichten tegon hem waren uitgekeerd en dat hij omtrent twintig jaar in ballingschap geleefd had, was hij toch niet meer bezadigd dan vroeger en in stede van wat kalmer te zijn, bij de gedachte dat de onderwerping der Fraiischen meer geweer- en kanonschoten gekost had dan zweepslagen sprak hij gedurig iedereen toe met woorden als grauw, schurk, lompe vlegel en an dere scheldwoorden, die allen tot de oude spreekwijzen behoorden en de logies bazen on knechten deden schokscboudi ren en glimlachen. Te Liseux liep het nochthans niet zoo goed van stapel. Een stalknecht met een oude soldatenmuts op het hoofd, gewezen huzaar van de keizer lijke lijfwacht, die menige wonde op bet alag- veld bekomen had, was bezig met de postkoets in te spannen op het voorhof vnn den „Gouden Leeuw." Blaupy vond dat hij niet haastig genoeg te werk ging en te veel babbelde met de andere het gras. Hoe moeten bleekvelden, ga zons en andere grasvelden bemest wor den, om ze gedurende lente, zomer en herfst zoo vroeg en zoo laat mogelijk vol te hebben met mooi donkergroen gras, zonder kale plekken, zondei dorre punten enz. Om dat te verkrijgen moeten we in den winter reeds onze maatregelen ne- men. Het grasland moet dan drie soor ten van kunstmest hebben. In de eerste plaats strooie men in December of Januari 800 a 1000 K.G. kaïuiet per Hectare, dat is acht a tien K G. per Are. Dit kaïniet is noodig ten eerste, omdat het een onontbeerlijke voedingsstof van het gras en de klaver bevat, n.l. de kali en vervolgens omdat door het kaïniet het gras snel en zwaar groeit, de groei van wat klaver tusschen het gras be vorderd wordt en vooral ook, omdat door het kaïniet het gras in den herfst niet zoo gauw afsterft. Verder geve men, eveneens per Hectare 800 K.G. slakken- meel en 1000 K G. mergel of gebluschte kalk. Het mergel of de kalk behoeft men echter slechts om de 3 a 4 jaar te her halen- Ziedaar, wat gij in den winter te geven hebt aan uw grasvelden. In 't voorjaar komt er nog iets bij. In de maand Maart of April moet men 200 a. 300 K.G chilisalpeter uitzaaien per Hectare. Na deze bemesting zal uw grasland alle gewenschte eigenschappen hebben, die gij er van verlangt. Deze bemesting 1 is niet duur; zij kost met de jhoogm:-*- genoemde hoeveelhcdr:,, ongeveer 80 ets. per Are. Met het werkloon e; komt het misschien op een gulden per 100 M2. Wanneer me: in aanmerkiflg' neemt, dat men dan van alle onaange naamheden, verbonden aan de ouder- wetsche bemesting bevrijd is, dan is dc prijs zeker geen bezwaar. II Ut De verschijnselen van algemeene zwakte verschiilen naarmate de oorzaak er van ver schilt, maar men vindt daaronder altijd uit. putting, gemakkelijk zweeteD, spoedige ver moeidheid bij geringen arbeid, oorsuizingen, fl idderiiigen voor de oogen, pijnen in den kn'-chtpu en snauwde hem wat bitsig toe. De oude huzaar had het al nu t erg gemunt op die koniDgsgezinden die hier weer heer en meester kwamen spelen, dank nan de neer laag van zijnen keizer. Hii antwoordde spottend op zijn plat nor- mandisch Mijnheer is wol haastig 1 er in nochtouB ginder geene begijn te geeselen Verontwaardigd over die stoutmoedigheid, trad de graaf met opgeheven stok op hem toe en riep Ah spitsboef driedubbele ezel ik zal u eens gaan doeu voelen tot wion gij spreekt. Maai de stalknecht met een uitdagende boudiDg, de armen over de borst gekruist, antwoordde Welhoo stokslagen die tijd is laDg voorbij, mijn waarde heer. Lnat uwen stok maar gernpt onaangeroerd of ik zal hem eens op uwen eigen rug aan stukken slaan. Zijt gij niet hii uwe zinnen De edelman begreep aanstonds dat de tegen standers dien hij zoo onvoorzichtig had uitge daagd. geene kat was om zonder handschoenen aan te pakkeu en wel degelijk iu staat zijne bedreigingen teu uitvoer te brengen, zonder zich eenigszins om het verschil van stand te bekreunen Dij trad voorzichtig achteruit. Maar hij wilde zijn weerwraak nemen en begon den knecht uit te schelden voor a! wat gemeen is. De andere knechten dor uitspanning waren op dit gerucht toegeloopen. De andere reizigers, die meestal burgers waren, schaarden zich ook bij de greep en alhoewel zij er zich niet rechtstreeks mede. bemoeiden, toch schenen zij den stalknecht genogen 't Is ongelooflijk Dat kan niet dur< n kefte Blangy kroppend van gramschap Hij, durfdeAh gemeene kerel, dat zal betaald zetten. Gij zult van mij nog njj vernemen. Waar is de baas Dat mt_ roepe De politie Een gerechtsdienj men dien vlegel naar de gevangenis ben een Triend des konings, sapperl^ (Wordt

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1910 | | pagina 1