Nummer 2 cmdag aart 19lO. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad, P ASCtf eS: PALJAS aarg ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen Uitgever: INDUSTR1ËELEN. De Nationale Tentoon stelling voor Huisvlijt. FEU1LLHTON WAALWIJK. Telefoonnummer 38. De Echo van het Zuiden, en l.iBfslrailsrkr Courant, Dit Blad verse' ijnt Woensdag— en Zaterdagavond, abonnementsprijs per 3 maanden f0. 5. Franco per post door het geheele rijk f0.90. 8rieveningezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den Advertentiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, grcole letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegevem worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk houdt zich onledig met het opmaken van het verslag over 1909. Heeren lndustriëelen worden verzocht hunne opgaven voor het rerslarg, zoo spoe dig mogelijk in te zenden. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd. Er lag nu, ter plaatse waar Hij ge kruisigd was, een tuin, en in den tuin een nieuw graf, waarin nog niemand was bijgezet. Aldaar dan zette Joseph van Arimathea en Nicodemus Jesus bij, om wille van den vooravond van den joodschen sabbat, wijl het graf dichtbij lag. In den morgen nu van den eersten dag der week, terwijl het nog duister was, komt Maria Magdalena naar het graf en ziet den steen van het graf weggenomen. En ze haalt Petrus en den anderen leerling, dien lezus liet had, doch deze gaan na een vluchtig onder zoek weder huiswaarts. En Maria stond buiten bij het graf te weenen. Terwijl ze dan weende, bukte ze voor over in den grafgrot, en aanschouwt twee engelen in witte gewaden, neei gezeten, de een aan het hoofd de ander aan het voeteneinde, waar Jezus lichaam ge legen had. Ze zeggen haar: »Vrouw, waarom weeot ge?» Ze zegt hun: Omdat men mijnen Heer heeft weg genomen, en ik weet niet, waar men Hem heeft neergelegd Na deze woorden wendde ze zich achterwaarts, en ziet Jezus staan, maar wist niet dat het Jezus was. Jezus zegt Haar «Vrouw, waaiom weent ge? Wien zoekt ge?» Zij, in de meening dat het de tuinier is, zegt Hem: >Heer, indien gij Hem hebt weggedragen, zeg mij waar ge Hem hebt neergelegd, en ik zal hem wegnemen.» Jezus zegt haar Maria Zij wendt zich om en zegt Hem Rabbani, dat is Leeraar. Jezus zegt haar Raak mij niet aan, want Ik ben nog niet opgeklommen tot den Vader. Maar ga naar mijne broederen, en zeg hen Ik klim op tot mijn Vader en uw Vader, en mijn God en uw God. Maria Magdalena komt aan de leerlingen mede deelen Ik heb den Heer gezien en dat Hij aldus tot haar gesproken heeft. Ziedaar, de eerste morgen na de ver rijzenis van Christus »En Maria stond buiten bij het graf te weenen Stelt u een oogenblik dat beeld voor Dicht bij de zoogenaamde Schedel plaats, in het Hebreeuwsch Golgatha geheeten, staat eenzaam weenende een vrouw, terwijl twee engelen in witte ge waden het verlaten graf bewaken De zon is nog niet opgegaan, toch stemmen reeds eenige vogeltjes hun gorgeltjes Niets echter kan die arme verlatene in haar grenzelooze droefheid troosten Is het niet, of wij hier voor ons zien het beeld des levens verlaten door de menschheid en zoekende naar godde- lijken steun 1 Hoe velen vinden in die sweenende Maria Magdalena» hun eigen zielebeeld terugZij leven te midden midden der wereld en denken niet aan Hem. die eenmaal den dood des kruises voor hen stierf. Doch ziet, daar komen tijden, dat zij zich verlaten gevoelen door diezelfde wereld en dan zoeken ze naar hun God, maar vinden hun hart leeg, als afgestorven door de giffen der zonden, die het zoolang heeft in gezogen. Gelukkig dan hun, als zij evenals Maria Magdalena Jezus achter zich vinden, wanneer ze de wereld met haar zondige verleidingen den rug toe keeren ook zij zullen dan hooren die liefdevolle stemmen, welke met al hare zoetheid hun naain zal uitspreken. En ook zij zullen dan zeggen: >Rabbani» dat is Leeraar, Meester 1 En ook voor hen is dan Christus wederom verrezen »Zij, is in de meening, dat het den tuinier is Ook hierin ligt een levensbeeld uit alle tijden, doch bezonder uit onze dagen. Zien ook niet velen van die z.g. hoog geleerde en verlichte menschen in Jezus niets anders dan een historische figuur, een hoogstaand mensch, die voor een tijd optrad als een geestelijke tuinier, als een ascetische verschijning, doch die daarna, als zoovele groote figuren, een geweldadigen dood stierf, om nooit meer op te staan 1 Ja, ziet men niet het treurige verschijnsel, dat godgeleerden in openbare vergaderingen de vraag: »Heeft Jezus geleefd met historische bewijzen ontkennend trachten te be antwoorden Voor dezulken klinkt de liefdevolle stem van den Heiland aan doove ooren. Voor hen is het »Wien zoekt ge geen vraag meer. Zij hebben toch gevonden 1 Ongelukkige verdwaasden, wier schuld het is, dat velen zich van Christus afwenden en vervallen in het moderne heidendom, hetwelk in bijgeloof zijn voedsel vindt voor het hoogere, waar buiten ook de grootste godlooche naar niet schijnt te kunnen. »Jezus zegt haar: Maria I Zij wendt zich om en zegt Hem Rabbani, dat is: Leeraar.» Ziedaar ook ons antwoord I Wij, Christenen erkennen in Christus onzen Leeraar, onzen Meester, onzen God 1 Voor ons is hij met Paschen in al Zijne heerlijkheid verrezen Voor ons klinkt 't heerlijke: »Resurrixit 1» als een godde lijke waarheid en vandaar, dat ook wij met Paschen den ouden mensch af schudden, om een nieuwen, een betere in ons te doen opleven 1 Voor ons beteekent het Paaschfeest een Ver nieuwing in Christus,» wij trachten daad werkelijk, moeien er ten minste naar trachten, dat het Hoogheidsfeest voor ons zij EEN ZALIG PAASCHFEEST ii. Ge kent toch de fabel van het viooltje Zoo niet, dan zal ik ze u mededeelen. Een hovenier loopt door zijn tuin en beschouwt nauwkeurig boomen en plan ten. Deze beginnen te klagen, de een al erger dan de ander. Daar is de trotsche Van nDE ECHO VAN HET ZUIDEN." OF iT&ftWlttfiiw aart Den J'UucwlijiuiIxuiD- 70). Niet alleen stond die houding volkomen wel met de rol welke hij vervulde als een echte tooneelspeler, maar bovendien was het de duidelijke en welgemeende uitdrukking der gramschap vau eenen man die zijne plannen nu verijdeld ziet door de stijfhoofdigheid van den goochelaar. Belphegor stond daar nu heel verwonderd met gapenden mond en zonder één woord te kunnen antwoorden. De ridder die volkomen tevreden was over dien indruk welken hij t. weeg had gebracht, liet er hem echter den tijd niet toe. Bedenk u nog eens wel, rprak hij, wij zullen malkander binnen kort weerzien En hij verliet de kamer... VII. Het spel liep geenszins van stapel raar den zin van den ridder. Hij had gehoopt die zaak wat gemakkelijker af te bandelen. Voorzeker, hij telde nog op den uitslag zijner bedreiging, maar aan den anderen kant vreesde hij ook, en terecht, dat hij oog menige moeilijkheid zou ontmoeten vooraleer te zegepralen. Wat zou Paljas al niet beproeven om hem tegen te werken Ondanks dat het koningdom weer het bestuur des lauds in handen had, toch was de tijd Binds lang voorbij toen de groote heeren zonder reden een armen boer konden doen in de gevangenis werpen en van zijne vrouw en yyn goed berooven. Dat waren van die grillen die met de heden- daagsche wetten en de nieuwe zeden niet meer overeenstemden. En nochtans was Itollac om meer dan ééao reden, haastig zijne onderneming tot goed einde te leiden. Hij zou er misschien niet in slagen indien bij de zaken niet hals over kop dreef. Indien Paljas in zijne hardnekkige weige ring bleef volharden, en hoegenaamd van geece overeenkomst wilde hooren, welnn, dan zon hij niet langer wachten en Madeleine oplichten. Daarna zou de hertog zijn recht wel kuunen doen gelden. Hij wps ten laatste op deze gedachte gekomen en aanzag dit middel als da eenige mogelijke oplossing. Nochtans wilde hij, vooraleer dit besluit ten uitvoer te brengen het advies vragen van zijn eerbiedwaardigen grootoom M. deCour- geraont, die hem, bij tijd en stonde, hierin behulpzaam kon zijn of ten minste zijn plan door zijne goedkeuring beschermen. Hij b9gaf zich duB in allerhaast naar de woning van den aangewezen groot—baljnw, die op eenigen afstand van het dorp gelegen was. Toen hij over de markt kwam, ontmoette hij juist meester Grelu, die tusschen de kramers rondwandelde. Verschooning, heer adjunkt, zegde hy, ik zou graag een oogenblik tot den post meester spreken Tot uwe bevelen, heer ridder, antwoordde Grelu heel beleefd. Hoe kan ik u van dienst zijn Het is mogelijk dat ik onverwachts zou moeten vertrekken. Gelief me dus twee flinke paarden voor te behouden. Weihoe de heer ridder zou ons reeds verlaten Dringende zaken... Mijn besluit is nog niet genomen maar het is hoogst noodig dat ik mijne voorzorgen neme om op het laatBte oogenblik niet in densteek te blijven. Gy zult er dus voor zorgen, niet waar Twee flinke postpaarden Wees gerust, heer ridder, ge moogt er op tekenen. eik, hij klaagtwaar ben ik nuttig voor, ik breng geen enkele bloem voort. Iets verder staat de roos in vollen bloei. Zij klaagtik kan evengoed sterven, ik draag toch geen vruchten. Elders de wijnstok, beladen met trossen, hij klaagt wat voor goed doe ik in de wereld, ik verspreid niet eens schaduw. De tuinman gaat verder en staat stil bij het nederig viooltje; wat zal hij hier voor klaagtoon vernemen 1 Waar de eik en de roos en de wijnstok klagen, wat zal het viooltje dan wel 1 Wat is het viooltje, vergeleken bij eik en roos en wijnstok I Maar dat kleine ding steekt heel tevreden het frissche kopje omhoog en ziet den. hovenier vergenoegd aan. En deze vraagt verwonderd wat maakt je zoo vroolijk, de anderen kijken allen zoo treurig En het eenvoudige antwoord was gij hebt mij hier geplantIk dacht dat ge mij hier noodig hadt, daarom doe ik mijn best om een goed viooltje te zijn. Zie, als alle eenvoudige menschen eens probeerden frisch uit de oogen te kijken en hun best deden in den kring, waarin ze nu eenmaal zijn geplant en even gaarne deden wat hun krachten niet te boven gaat, hoe zou dit de achting, die men voor zichzelf behoort te hebben, bevorderen 1 Klein van zichzelven denken is zeer zeker beter dan het overschatten van eigen beteekenis, maar het kan leiden tot een valsche bescheidenheid, waar door men nooit tot stand kan brengen wat men met zijn vermogens toch wel zou kunnen Een eenvoudig tuinmau maakte in zijn vrijen tijd een bureaustoel en een schrijf tafel, beiden zeldzaam mooi bewerkt en gepolitoerd, en een miniatuur-stoomdraai- molen. Het draaiorgel, dat door de stoom machine in beweging werd gebracht, was het eenige voorwerp dat geheel gereed was gekocht, al het overige, tot zelfs de stoommachine, was door den knutselaar zelf vervaardigd. En terecht trok het vernuftig mecha nisme, vervaardigd door J. Elzinga van Suameer, de aandacht onzer geëerbiedig de Koningin en die van haar doorluch tten gemaal bij hun bezoek aan Leeu warden, het mechanisme, Salomo's recht spraak voorstellende. 1 och kan dit kunst werk, dat ook reeds elders werd geëx- Ah voegde Itollac er bij. Ik had het bijna vergeten. Ik stel heel veel belang in die goochelsarsfamilie die bij u op logies is. f 1 I 1 I I. nni» >m 11 II n n «IA ÏTAtl AO Belphegor Paljas heeft mij daareven een grooten dienst baw<zen toen uwe dorpelingen zich bereid maakten om mij duchtig af te poseerd, als een product van Huisvlijt beschouwd worden. En was het Plane tarium te Franeker, dat thans nog steeds de aandacht trekt van vreemdelingen landgenoot, en dat tot heden nog door niemand is nagemaakt kunnen worden"; ook niet het werk van een Huisvlijtbe- oefenaar En welk een genie moet niet in dien jongen man uit Schermerborn schuilen, die, zonder ooit een stoom machine in werkelijkheid te hebben ge zien, een model-machine samenstelde, wier zuiverheid van afwerking door een vakman zou worden benijd 1 Die jonge man werkt nog op het land en haalt tegenwoordig het kroos uit de slooten, doch zou men niet meenen, dat de expositie van zijne machine op de a. s. Nationale Tentoonstelling ertoe zou kunnen leiden, dat hij »ontdekt'' werd als de drager van eene geheel andere levensbestemming, als die, welke hij thans schijnt te hebben Zulke »ontdekkingen" zijn reeds meer gedaan en ze hebben geleid tot verras sende resultaten. Een koperwerker, die in zijn vrijen tijd sierlijke modellen van rijtuigjes, scheepjes e. a. vervaardigde, zag zich bij een goudsmid eene betrek king aangeboden, waaraan een salaris verbonden was driemaal zoo groot, als dat, waarvoor hij werkzaam geweest was een bekwame houtsnijdster werd aan een meubelfabriek verbonden, waar zij thans tot de uitnemendste krachten behoort. Wie zegt ons, dat zich onder onze Nederlandsche jongens rok geen ver borgen talenten bevinden Huisvlijt wordt druk door hen beoefend, ze knutselen reeds veel en vervaardigen tal van uit nemende voorwerpen En wat volwassen kunnen presteeren, een blik in de catelogi van de wel op 60 verschillende plaatsen gehouden locale of provinciale Huisvlijt-tentoonstellingen doet ons reeds vaag een voorstelling vormen van de groote verscheidenheid van voorwerpen, die jaarlijks door een groot aantal mannen en vrouwen ver vaardigd wordt, deels uit zucht om de ledigheid van zich te weren, deels uit zucht om uit te beelden, wat er leeft in hunne fantasie. Hun zij deelneming aan de Nationale rans ilen. Ik ver soek u deze brave lieden zoo goed mogelijk te verzoxgen weiger hnn niets van al betgeen zij vragen ik zal de rekening betalen. 't Is goed, mijnheer... Terwijl bij in zijnen geest zijn plan herdacht en herkauwde, klom de ridder in allerhaast den henvtd op waarboven het onde kasteel gebouwd was, wiens gewezen eigenaar, nu als huurder eenen zijvleugel van het slot bewoonde. Van zijnen vorigen luister vervallen, was het slot van Gourgemont nu grootendeels tot eene hoeve herschapen. De vleugel, met een torentje op zijde, waar de gewezen groot-baljuw woonde, geleek meer op eenen duiventil volgens zijne eigene uitdrukking, dan op de woning van eenen edelman. Van buiten, met de door woekerplanten begroeide maren, zag het er buitengewoon vervallen nit, en van binnen waB 't niets beter. Eene oude meid, zoo doof als een kwakkel, en een domme, grootoorige en lompe jonge boerenknaap, die tegelijk binuenknecht, koet sier en tuinier moest spelen, maakten het gansche dienstpersoneel uit Itollac, wiens verschijning in die kluis, waar zoo zelden bezoek kwam, als een buiten gewone gebeurtenis moest gelden, had veel last om te verkrijgen dat hij aangediend werd Hij vond den beer Coorgemont en zijne zuster bezig met trictac te spelen, in eene wijde kamer gelijkvloers, met naakte muren, met hier en daar een enkel versleten meubelstuk, treurige overblijfselen uit de schipbreuk der openbare verkooping gered en vijf-en-twintig jaren lang vergeten in een hoekje van den zolder. De baron outving den bezoeker op eene minzame wijze doch de onde edelvrouw ver borg het niet dat zij er volstrekt niet over te vreden was aldus te midden van baar partijtje gestoord te worden. Nochtans, daar bij de vrouw de nieuws gierigheid altoos boven drijft, voegde zij hare vragen bij die haars broeders Beiden, doch elk voor verschillende redenen, stelden belang iu de uitkomst van Rollac s onderneming. Dd heer de Gourgemont ware gelukkig ge weest te vernemen dat zijn uitmuntende vriend de hertog van Montbazon, zijne kleindrcbter bad teruggevonden. Mevrouw de Vermaudois van haren kant hing met gansch hare ziel aan het ontwerp vau een huwelijk tusschen haren kleinneef en de rijke erfgename. De ridder verhaalde in 't lang en in t breed wat er gebeurd was Er was geen twijfel mogelyk. Madeleine, de vrouw van Belphegor, was wel degelijk Mo joffer de Montbazon. De oude edelman was er hartelijk blij om. De weduwe daarentegen gevoelde er spijt De gedachte immers dat de edrle jufvrouw de echtgenoote geworden was van eenen barak- speler dat zij het bastaan van dien ge— meenen kerel, die een barakspeler noodzakelijk zijn moet, gedeeld had, dat er haar twee kinderen van gekomen waren dit alles kwetste haren hoogmoed en deed hare fijne gevoelens pijn. I)e familieband welke zij gedroomd bad, scheen haar thans veel minder wenschelijk toe. Foei daar 1 riep zy uit, ik zou van schaamte sterven, indien een meisje van mijn stand zoo erg vergeten had wat zij aan hare afkomst verschuldigd is 1 Ziedaar nog een gevolg van die vervloekte omwenteling Vruchteloos poogde de heer de Gourgemont en de ridder aan de fiere vrouw te doen begrijpen dat de revolutie slechts voor een gedeelte in die zaak betrokken was dat het veeleer eene gansch toevallige gebeurtenis moest heeten dat het kind van den markieB even goed in gewone tijden door koorden dansers zou kunnen opgelicht zijn geworden en dat dergelijke kinderroof in znlk geval dezelfde gevolgen kon hebben ze wou naar geene reden luisteren. In hare oogen waB er slechts een middel om don toestand in orde te brengen. Een zoo onwettelijk als schandelyk huwelijk gelijk dit, moest verbroken worden. De kinderen moesten den onwaardigen vader worden onttrokken. De jonge vronw moest men verplichten in een klooster te treden, teneinde er in de af zondering en in het gebed te boeten, alsof zij er voor verantwoordelijk was, dit mishuwelijk dat zij in volle onschuld had aangegaan, vol strekt niet vermoedende uit welk edel bloed zij gesproten was. De tegenwerpingen hadden geen ander uit werksel dan de weduwe nog meer uit den haak te brengen. Verontwaardigd, verliet zy de kamer, de deur met geweld toeslaande, verklarende dat, vermits men niet naar haar luisteren wilde, zij ook tot geenen prijs zich zou inlaten met de zaak, en haren broeder aanried ook zoo te handeleB. Alleen gebleven kouden de baron er de ridder op hun gemak de middelen onderzoeken en bespreken waardoor zij de moeilijkheden die zich opdeden, zonden kunnen uit den weg ruimen. De heer de Gourgemont was niet san oordeel dat er geweld diende gebruikt te worden. Hij liet zich voorstaan, dat hij een diep zinnige rechtsgeleerde was, die zelf zoo wat voor rechter gespee d had, ten tijde dat hij het ambt van groot baljuw waarnam, en hij oordeelde dat het veel beter was wettelijke middelen te gebruiken, indien al de pogingen tot inschikkelijkheid op de halsstarrigheid van Belphegor afstuitten. De ridder, die altijd vol vuur en gloed wae hield van maatregelen die recht op het doel afgmgen. hertog, zeide heeft mij opgelegd hem tot iederen prijs zijne kleindochter weer te brengen, en ik ben overtuigd dat een spoedig handelen overeenkomt met zijne wen- schen. Daar wy het niet eens zijn, zullen wy hem raadplegen, zei de baron. Is hij niet de beste rechter in de zaak (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1910 | | pagina 1