iNummer 43.
Zondag 29 Mei 1910,
33° Jaarg
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
PALJAS
ANT00N TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
BiKËNDMAKING.
SUNLIGHT
Uitgever:
FEUILLETON
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
TH. DE SURMONT DE BAS SMEELE.
OCGENBLIKKEN OM UIT
te LSazen zijn alleen mogelijk
wanneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
Algemeene Bond van R. K.
Kiesvereenigingen.
Vs De stiijd in België gewonnen
Het Enquête-voorstel.
V XaXib-L A Ij derKamer van Koop.
Algemeene Beschouwingen.
Mochten wij verleden jaar van 1908
zeggen, dat het iets beter was dan ziju
onmiddelijke voorgangers, het verheugt
ons niet weinig ook over 1909 met meer
TWEEDE BOEKDEEL.
t Zuiden,
Waahvpsclc en Ltagstraatsefce Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag— en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fü."6.
?ran<o per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
Advertentiën 17 regels f 0.60 j daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Hondenbelasting.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk
brengt in herinnering art. 2 der verordening,
regelende de heffing eener belasting op honden,
waarbij ieder eigenaar of bezitter van één of
meer honden wordt verplicht daarvan aangifte
te doen ten kantore van den Gemeente ontvan
ger in den loop der maand April van ieder
jaar.
Zij die tot heden die aangifte verzuimden,
worden aangemaand alsnog ten spoedigste aan
hunne verplichting te voldoen, zullende bij
verder verzuim vervolging worden ingesteld.
Waalwijk, 21 Mei 1910.
De Burgemeester van Waalwijk,
1241
SJtMUHHJ-. EBSEnmflERa .-.T'.VWW
Ten eerste het sprekende feit, dat de
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.'.'
OF
d^rföevtltOMW aait Deu J^mvefukjCaut).
88).
Daarenboven was het eene bravo ziel en het
pijnigde haar de vreugde te zien van Paljas
en van den kleine.
Zij had deD moed niet, dit alles met een
enkel woord te verijdelen.
Integendeel, zy poogde te glimlachen en
stotterde eenige onsamenhangende woorden
„Ja... 't is heel schoon... heel lief en opnieuw
wilde zij zich verwijderen,
Zoo dat ge mijne vrouw niet gezien hebt,
moeder Trien vroeg Belphégor...
Hij had nauwelijks den tijd dezen volzin te
ein tigen.
Jacques was even tot in de aanpalende
kimer gegaan en kwam nu heel ontzet bijge-
loopen.
Vader
Wat is er?
Zustertje...
Welnu?
Zusterken is in haar bedje niet...
Moeder zal met haar uitgegaan zijn om
een luchtje te scheppen.
Maar alles' ligt overhoop de dekenB en
de oorkussens liggen op den grond de stoelen
zijn omvergeworpen... ik ben benauwd.
Toe, toe, kinderspelriep Paljas.
En op zijne beurt ging bij de kamer binnen.
Vrouw Bejin nam deze gelegenheid te baat:
Daar, mannetje, zegde zij, haastig den
kleinen eene beurs in de hand duwende welke
Rollsc haar gegeven hadGeef dit aan vader,
en zeg hem dat het van moeder komt... en
dat zij bitter geweend heeft en mij gelastte
laatste kiesvereeniging buiten Noord-Rra-
bant die te Maastricht zich thans
ook bij den Bond heeft aangesloten. Hier
valt dus te con9tateeren, dat de sterkst be
volkte katholieke provincie alleen nog
buiten de politieke organisatie der katho
lieken staat. Waarlijk een eenige ^contra
dictie in terminos" een merkwaardige eigeu-
strijdigheid
En hoe lang nog MisichieG tot Noord-
Brabant zelf er de nadeelige klappen door
bekomt. Als dan de put ma^r weer niet
gedempt wordt, als het kalf verdronken is
Ten tweede het voorstel Deventer, dat
door de vergadering wenschte uitgemaakt
te zien, of bet op den weg van den Bond
lag, het Program vau beginselen voor de
katholieke kamerleden te herzien En zoo
ja, dan zag zij gaarne een commissie daar
voor benoemd.
De Voorzitter gaf door zijn autoriteits
woerd dit voorstel direct een stoot in de
richting van den doofpot. Een dergelijk
beslissende stemming maken door een voor
zitter, die toch in hoofdzack daar is, om
de besprekingen der leden te leiden,
noemen wij oitactisch, te meer, wijl, even
eens uaar het autoriteitswoord van den
voorzitter, een voorstel van Leiden, dat bij
de voorstellen op de agenda een praeadvies
van het bondsbestuur wenschte, van de
baan werd geschoven. De voorzitter achtte
dit n. b. ongewenscht, omdat dan allicht
een voorstel gedeprimeerd of in. a. w. dood
gedrukt zou kannen worden.
Maar zoo vragen we wat doet
eigenlijk de voorzitter anders dan de voor
stellen deprimeeren, als deze niet naar zijn
zin zijn.
Hier krijgt niet de vergadering het eeist
het woord om het voorstel van alle kanten
te bekijken, doch de voorzitter grijpt direct
in en beiuvloedt door z ij n autoriteit de
vergadering. Nog eens, zulk een leiding
komt ons ontactisch voor en niet te liggen
in de lijn van wat de voorzitter zelf niet
wil, nl. dat het Bestaur een aanhangig
voorstel deprimeert.
Hoe wij over het voorstel Deventer den
ken weet de lezer! Meer dan eens hebben
we in deze kolommeD betoogd, dat met de
Kamerleden alleen, doch gezamenlijk met
de kiezers een program van beginselen die
nen op te maken. Welnu, waarin kan dat
beter dan in onze algemeene politieke
organisatie
u in hare plaats te omhelzen.
En daarop sloop zij weg terwijl de kleine,
de oogen vol tranen, bleef staan, niet be
grijpende wat er gebeurde.
Belphégor kwam uit de tweede kamer.
Jacques liep naar hem toe.
Ach vader vader
Maar de kleine was heel verbluft door de
buitengewone bleekheid van vaders gelaat.
Belphégor was hevig aangedaan.
En nochtans was alles nog slechts een ver
moeden.
Hij kon maar niet gelooven dat Madeleine
hem zou verlaten hebben.
Neen de minste huicheling was haar on
mogelijk
Madeleine was zeker uitgegaan om eene
boodschap te doen en zou weldra weerkeeren.
Maar, zoo Grain d'Amour de waarheid ge
zegd had? Zoo de ridder waarlijk in de stad
was?... Maar neen 1 al gekheid 1...
In een oogenblik tijd waren de meest uit
eenloopende gedachten in zijnen geest opgere
zen.
Het was, och arm het onnoozel knaapje dat
hem de genadeslag moest toebrengen. Het reikte
hem de beurs en herhaalde heel naïef wat de
uitventster gezegd had
Daar, vader, dat heeft moeder Trien mij
gegeven... zij heeft gezegd dat dit van moeder
kwam, en dat zij bitter geweend had.
Vertrokkenzij is vertrokken 1 riep
Belphégor, Jaakske, gij hebt geene moeder
meer kind 1... gij hebt geene zuster meer
Moeder is vertrokken!... zij heeft ons veria
ten!,., nu zyn wij gansch alleen... alleen!...
De ongelukkige goochelaar bad alles begre
pen.
Verpletterd onder dien wreeden Blag, gelijk
een os dien men afslaat, viel hij op eenen stoel
neder en zweeg, terwijl de kleine Jacques, die
eenigzins begon te begrijpen, naast zijne zijde
stond te weenen.
Men zou waarlijk gedacht hebben dat hij
versteend was, hadde men hem van tijd tot
tyd niet krampachtig zien schokken.
De fluitstem van Grain-d'Amour kwam hem
uit zijne gevoelloosheid wekken.
De hansworst was eenigzins bedronken.
Iedereen den goeden avondstotterde
Het moge dan waar zijn, dat de groote
kiesverenigingen indertijd zijn toegetreden
op het compromis, dat niet met zulk een
program zou worden begonn en, doch
waar de Bond reeds eenige jaren bestaat,
is er van beginnen met zulk een program
geen sprake meer.
Het is te begrijpen, dat. bij 't oprichten
van een organisatie niet direct met zulk
ingrijpend en belangrijk werk kan begonnen
worden, waar echter thans geheel katholiek
Nederland, met uitzondering van het kat
holieke Noord-Brabant (wie lacht daar
tot onze algemeene politieke organisatie is
toegetreden, d ar meenen wij, dat deze rijp
is, om ook een woord mede te spreken in
het ontwerp cq van een ïiieuw program van
beginselen.
Omtrent het behandelde over een pro
gram voor gemeentepolitiek kunnen we kort
zijn. Afgescheiden van de vraag of de
statuten zich tegen een dergelijk voorstel
verzetten meenen we dat de Bo:id niet te
veel hooi op zijn vork mag nemen. Aan het
ontwerpen van een algemeen program van
beginselen, in overleg met de Kamerfractie
zou de Bond reeds meer dan voldoende
werk hebben. Bovendien moet de strijd over
de urgentie en noodzakelijkheid van dit
verstrekkeude voorstel eerst uitgesmeden
worden, eer de Bond aan het andere, wel
licht e*en verstrekkende en belangrijke
voorstel van een program voor gemeente
politiek kan denken. In elk geval blijft
de quaestie ,al of niet opmaken van een
algemeen program van beginselen door den
Bond" warm en komt zij in een volgende
vergadering weer op de agenda. Wij hebben
das af te wachten.
Ondanks het samentrekken van socialisten
en liberalen zijn de katholieken in België
toch in de meerderheid gebleven, al is deze
dan van 8 tot 6 gedaald. Onze geloofsge-
nooten kunnen du9 tevreden zijn. 't Is
echter zaak, dat zij zich thans bizonder
goed uitrusten voor den hun wachtenden
strijd over twee jaar. Dan toch moet wor
den gestemd in de mijnstreken en in de
steden van de groot-industrie en zal vóór
dien tijd in verband met den groei der
bevolking het aantal zetels worden uitge
breid (op iedere 40000 ingezetenen wordt
epn Kamerlid verkozen.)
Dan zal het heeten dubbel op zijn ,»qui
vive' te zijn, want in de mijnstreken en in
de steden der groot-industrie is het roode
element natuurlijk sterker vertegenwoordigd
dan op het platteland en die hesren zulle»
niets onbeproefd laten, om de gehate cle-
ricalen ten val te brengen. Voor België is
het te hopen dat het nooit zoo ver komt.
Onze Kamer leverde dezer dagen een
eigenaardig schouwspel op, de clou was,
dat de hr. Troelstra daar stond als...
politieke moraliteitsprediker 1»
Dezelfde man, d«e in 1903 den treurigen
moed bezat, eerst het volk op te ruien
tot een »politieke algemeene staking»
om daarna de slachtoffers in den steek
te laten, trad nu op als politieke
zedemeester.
En al moet erkend worden, dat zijn
rede magistraal was, niemand zal dit
de overtuiging ontnemen, dat de hr.
Troelstra zijn spreekerstalent alleen
gebruikte, om een »ten doode toe-
gehaten tegenstander» den laatsten trap
te geven. Of zou er werkelijk nog
iemand in den lande zijn, die meent, dat
die heilige verontwaardiging van den
hr. Troelstra echt was
Niets dan politiek en nog eens politiek
ziedaar de ware drijfveer van deze >parle-
mentaire mooi doenerij.»
Bijzonder treffend en raak werd dit
den paradeerenden socialist gezegd door
onzen afgevaardigde.
Scherp spottend bracht Dhr. Loeff in
herinnering, dat Dhr. Troelstra ook in
1903 is opgetreden als bevorderaar van
het algemeen belang en als hoogleeraar
in de politieke moraliteit, waarvoor hem
door niemand meer hulde werd gebracht
dan door Dr. Kuyper. En nu heeft Dhr
Troelstra uitgezien naar een gelegenheid
om die hulde te reciproceeren.
Het is zeker der Rechterzijde zoo
ging Dh. Loeff verder opgevallen,
dat de afgevaardigde van Amsterdam
Vrijdag met geen enkel woord over 1903
heeft gesproken, doch dat hij daar wel
voortdurend aan moet hebben gedacht.
Ook de Liberalen hebben grieven tegen
Dr. Kuyper, die aan de liberale opper
heerschappij een einde maakte, en nu
hebben deze van de gelegenheid gebruik
gemaakt, om zich bij dit voorstel aan te
sluiten.
Ook Dhr. Loeff keurde niet alles goed,
wat Dr. Kuyper deed de eer van den
oud Minister is echter in zijn oog vol
komen ongerept.
Ziedaar het oordeel vaD een man, die
het weten kan, want hij zat in het toen
malige Ministerle-Kuyper.
Natuurlijk zal er van de Linkerzijde
na verwerping van het voorstel een ge
schreeuw opgaan dat rechts geen onder
zoek aandurft. Daarom zou Dh. Lohman
die eveneens met den gloed der over
tuiging en met de warmte van zijn eerlijk
gemoed het voorstel Troelstra heeft be
streden wel een onderzoek willen, doch
zoo besloot deze sympathieke spreker
dit verlangen mag geen aanleiding
zijn om misbruik te maken van het
enquête-recht tegenover een man als
Dr. Kuyper.
Summa summarum De socialistische
veiontwaardigheidsvertooning is door de
leden der rechterzijde genoegzaam aan
de kaak gesteld.
En al moge Dr. Kuyper nooit meer
de man worden, die hij voorheen was,
daar hij minstens zeer onvoorzichtig ge
handeld en zich zoodoende zijne tegen
standers veel te veel heeft bloot gegeven
toch zal in elk geval zijn eer ongerept
daar staan, al was het alleen door de
in deze ronde en eerlijke verklaring van
zijn oud-collega, Dhr. Loeff, die bezonder
bij dit stuitende gedoe van den socialis-
tischen zedemeester getoond heeft, dat
hij, hoewel geen veelprater zijnde, juist
dan spreekt, als het zijn tijd is en dan
ook het rechte woord op de rechte
plaats weet te zetten-
Hulde aan onzen afgevaardigde, wiens
dare betoog bij de geheele rechterzijde
de meeste instemming vond.
hij... Is de vrouw niet thuis?. Goed dan
mag ik vrij spreken... ik heb het spoor bijster
geloopen, baas... maar 't is myne schuld niet...
De man is in een huis binnengegaan., ik wachtte
hem op don hoek der straat af... niemand
meer Dan heb ik mij in eene herberg recht
over dit huis neergezet «n ik heb daar eenige
uren blijven wachten... De kerel is niet meer
buiten gekomen... Dan heb ik inlichtingen ge
nomen en aan den baas gevraagd of er daar
sedert eenige dagen geen vreemdeling was ko
men wonen... en hij heeft mij gezegd dat er
daar niemand was komen wonen... En zie
daar Zeg eens, baas, ik geloof dat gij gelijk
hadt en dat ik beb mis gezien... het was de
ridder niet...
Het was zeker de ridder bromde Paljas.
De hansworst trilde.
Bah ziet ge wel dat ik gelijk had
Hij was het, herhaalde de goochelaar
Madeleine is vertrokken Ween niet, kleine 1
wij moesten zooiets verwachten. Zy is
teruggekeerd bij hare familie... wij maakten
geen deel van hare familie, wij Maar dan
had ze mij toch de mijne moeten laten Ze
moest de kleine Jeanne hier gelaten hebben 1...
Ach 1 Jacques, braaf kind... kom, omhels uwen
vader, want hij heelt niemand anders dan n
meer op de wereld f
Hij boog zich voorover om den weenenden
knaap tegen zijn hart te drukken, die gedu
rig riep
Moeder! moeder!... is het waar?... zal
ik haar niet meer weerzien?
Nauwelijks had hij het hoofd weer opgeheven
of zijne gelaatsspieren trokken krampachtig
bijeen; hij werd bleek als een lijk en de tranen
kropten in zijne keel.
Jacques f... Luister... ik... mompelde hij
met gebroken stem... ik sterf 1...
Hij slaakte een heeschen kreet en zakte in-
een.
Vader Vader riep het diepbeproefde
kind dat vruchteloos poogde het hoofd van
Paljas op te heffen... ik wil niet dat gij zondt
sterveD... Neen I neen ik wil niet
Grain d'Amour was plotseling nuchter
geworden en blies nu zijnen meester in het
aangezicht en wreef hem met water en azijn
over de slapen.
\TT7"D CT A fl der werkzaamheden
kandel en Fabrieken te WAAL WIJKbe
treffende den toestand van den handel, de
nijverheid en de scheepvaart over het
jaar igog,
De nacht daalde langzaam over de aarde en
verspreidde eene nare duisternis in de kamer.
De kleine Jacques kermde immer voort.
Vader, snikte hy, open uwe oogen,
spreek Ach, moeder, gij hebt vader gedoodl
Nu bemin ik u niet meer!
Belphégor was allengs tot bewustzijn weor-
gekomen op bet oogenblik dat zijn zoon deze
laatste woorden uitsprak.
Lief kind, sprak hij, laat ons niemand
vervloeken of haten... Op dit oogenblik moeten
wy God bidden/... kniel brave jongen, en laat
ons bidden voor moeder...
Jacques gehoorzaamde en bad met «ij oen
vader.
De hansworst, die gewoonlijk met alles
spotte en nooit zijne familie gekend of den
buiselijken vrede gesmaakt had, nam eerbiedig
zijnen hoed af on voelde zich, voor da eerste
maai van zijn leven, diep bewogen door de
hartverscheurende droefheid van zijnen meester.
EERSTE DEEL
I.
Madeleine was te Saintes goed aangekomen,
na Angoulême onverwachts te hebben verlaten
en de dokter die haar vergezeld bad, leverde
haar over in handen van haren bloedverwant,
den graaf Castel-Blangy.
Aan dezen was nu de taak opgedragen de
jonge vrouw tot bij haren grootvader den
hertog de Montbazon te geleiden.
De graaf ontving de dochter van den markies
met al den eerbied welken hij aan haren rang
verschuldigd was.
Hij was overigens ingenomen door hare bniten
gewone schoonheid dien'niets geleden had dcor
het werk en bet zwerversleven waaraan zy
onderworpen was geweest.
De laatste beproevingen echter en deze
spoedige reiB hadden haar eenigszins afgemat
en baar gelaat verbleekt.
Hare groote oogen waren door een zwart-
blanwen kring omgeven en hadden eene
treurige uitdrukking die den edelman diep
getroffen had.
Jnflrouw, zegde hij, eerbiedig vóórhaar
neerbuigend, ik ben een nanwverwant# kozyn
van nwen grootvader laat my dus toe n eer
biedig te groeten en mijne eerbetuiging aan te
bieden. Wees verzekerd dat gij in ons midden
hoogst welkom zyt en dat niets n zal ont
breken.
Blangy was zelf heel tevreden over deze
kleine aanspraak die hy voorbereid had.
Ik dank u voor uwe goede bedoelingen,
heer graaf, antwoordde Madeleine, maar geloof
me vrij, dat ik aan de uitnoodiging van den
ridder de Rollac geen gehoor zou gegeven heb
ben, ware het niet geweest voor mijne arme
kleine. Ware de gezondheid van myn kind niet
op het spel geweest, dan had ik voorzeker
geweigerd, Belphégor. mynen man, en Jacqnes
mijnen zoon, tijdelijk te verlaten niets ter
wereld had my tot die scheiding knnnen over
halen. Ik hoop derhalve dat zy van korten
duur zal zijn.
Ja, ja, antwoordde Blangy, heel be
dremmeld, Wij anllen zorgen voor nwen....
voor den vader uwer kinderen. Maar eerst
zallen wij ons bezighonden met hetgeen het
dringendste is... laat ons eerst voor de ge
sondneid zorgen van het kind.
De dokter verzekert dat zij de reis kan
verdragen op voorwaarde dat zij wel verzorgd
worden. Daarin zullen wij overigens voorzien.
De beleefdheid van den onden graaf maakte
goeden indruk op Madeleine en voorzeker
Btelde zij in hem veel meer vertrouwen dan in
ridder de Rollac, waarschynlyk omdat zij in-
stinktmatig wel voelde dat deze laatste slechts
een indringer was.
Blangy vond dat zij deemoediger was dan
Rollac het hem had laten weten hij dacht
zelfs dat zy waarlijk met geduld haar lot aan
nam en weldra het besluit, dat haar vroeger
zoo afschrikte, niet meer zon betreuren.
En feitelijk, sedert zy het echtelyk dak
verlaten had, was de jonge vrouw niet meer
in staat eenigen tegenstand te bieden.
Haar wil was gansch verbrijzeld, zy scheen
in een gednrigon droom te leven.
Op zekere oogenblikken zelts verloor zij het
bewustzijn van haar bestaan.
(Wordt vervolgd.)