Nummer 47 Zondag 12 Juni 1910 33e Jaargang Tweede Blad Gemeenteraadsvergadering PALJAS Ingezonden Stukken. FEU1LLRTON Nog altoosBeek en Donk. van DRUNEN. Openbare vergadering van den ge meenteraad op Vrijdag 10 Juni des avonds ten 6 uur. Voorzitter de Edelachtbare heer G. van Huiten. Ongeveer 6 15 uur opent de Voorzitter de vergadering aanwezig alle leden. De Voorzitter verzoekt den Secretaris voorlezing te geven van de notulen der vorige vergadering, welke na voorlezing onveranderd worden goedgekeurd en vastgesteld. Voorzitter. Wat willen de heeren Eerst de ingekomen stukken behandelen of eerst de Hoofd. Omslag. Van Dal. Eerst de ingekomen stukken maar, is 't niet. Voorzitter, 't ls beter eerst de Hoofd. Omslag, want dat zal nogal wat tijd in beslag nemen. Met algemeene stemmen wordt daar toe besloten, waarna de Voorzitter de vergadering schorst. Ongeveer 8 uur heropent de voorzitter de vergadering. Aan de orde 1. Ingekomen stukken, a. Schrijven van Ged. Staten, houden de goedkeuring af- en overschrijving. Voor kennisgeving aangenomen. 2. Schrijven van ArnoldusHombergen houdende verzoek om over de rooilijn te mogen bouwen. Voorzitter. Volgens de bouwverorde ning moet in de lijn van het naast ge legen pand worden gebouwd. Voor Hombergen komt dat al heel slecht uit en omdat hij nogal haast heeft heb ik de heeren er reeds mede in kennis ge steld. Mij dunkt dat er geen bezwaar bestaat om Hombergen vergunning te verleenen. Hij blijft dan nog op een be hoorlijken afstand van de Prov weg. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 3. Schrijven van Nico de Wit. Uit het schrijven, dat door den secre taris wordt voorgelezen, blijkt dat N. de Wit gehoord heeft dat de post van nachtwaker en lantaarnopsteker vacant komt. Aangezien hij een groot huishou den heeft en hij gaarne voor zich en de zijnen den kost wil verdienen durft hij zich aanbieden voor nachtwaker-lantaarn opsteker. Kunnen de posten niet gelijk tijdig worden waargenomen, dan biedt hij zich nog voor 't een of wel voor 't ander aan. Voorzitter. De heeren zullen wel be- •grijpen dat deze kwestie niet bij den raad thuis behoort. Wat betreft de nachtwacht, dat behoort bij het hoofd der politie thuis en wat betreft de lan taarnopsteker bij het Dag. bestuur. Ik stel derhalve voor het stuk voor ken nisgeving aan te nemen. 4. Schrijven van Ged. Staten, houdende mededeeling dat zij het plan der onder- handsche geldleening alsnog niet kunnen goedkeuren. Ged. Staten wijzen er op dat de kosten van de verbouw der school zijn geraamd op f 2000. Het Rijk keert 25°/o uit als tegemoetkoming in de kosten. Er blijft aldus maar over f 1500. Voorzitter. De heeren zullen de strek king van het schrijven wel begrijpen. Door een deskundige zijn de kosten van de verbouwing geraamd op f2000. Van het Rijk krijgen wij f500 vergoeding, zoodat wij daarvoor maar f1500 noodig hebben Maar nu is er een andere zaak bij gekomen. Wij willen een gedeelte van den weg bij Wachtpost Kuiksche Heide verharden en daarvoor tegelijker tijd f 500 leenen, dan blijft de leening nog f2000. De rente zou ik dan ook willen bepalen op 4%. Er staat nu van ten hoogste 4°/o- Om niet vast te geraken zou ik deze bepaling er wel willen zien uitgeschrapt. Het geld is duur op 't oogenblik. Van Dal. Dan zou ik ook eene pu blieke inschrijving willen hebben. Voorzitter. Dat is goed, dan zal ik het laten afkondigen. 5. Verbetering landerijen. Voorzitter. Zooals de heeren weten is op de begrootiug van het loopende dienst jaar f 1500 uitgetrokken voor de verbe tering van landerijen. Met de verbetering van de >100 bunderd* zijn wij reeds flink aan den gang, maar nu zijn de f 1500 die zijn uitgetrokken, benevens de f 500 die wij hebben gekregen van de verkoop van een stuk grond aan de heeren Tim mermans, reeds verbruikt en als nu van daag of morgen de hooitijd is afgeloopen komen de menschen weer om werk vra gen. Ik zou daarom nog f 500 op de begrooting willen brengen om dit jaar te laten verwerken. Zooals de heeren weten hebben wij indertijd besloten f 5000 te leenen in gedeelten en daarvan zou ik nog f 500 van willen opnemen. Van Dal. Dan zou er nog f 3000 overschieten. Aldus wordt besloten, benevens goed gekeurd de hiervoor noodige af- en overschrijvingen. 6. Vaststelling jaarwedde nachtwacht. Voorzitter. Zoools de heeren hebben gehoord, heeft de nachtwacht ontslag als zoodan'g aangevraagd en gelijktijdig ook als agent van politie, zoodat een plaatsvervanger zal moeten worden be noemd. Wijl het salaris maar f300 be draagt zal het niet gemakkelijk zijn daar voor een geschikt persoon te vinden- En omdat er nogal veel vanaf hangt, nog meer als overdag zou ik zeggen, stel ik voor het salaris op f 400 per jaar te binnenmuren geplaatst worden. Voorzitter. Ik stel voor een bouwkun dige eens plannen te laten maken hoe hierin op z'n voordeeligst kan worden voorzien, want om uu hier ook weer veel geld aan uit te geven zou ik niet doen. Van Dal. Vroeger zijn we al eens van plan geweest boven een apartementje voor het archief te laten maken. Wordt besloten een bouwkundige plannen te laten maken. Voorzitter. Zooals de heeren allen bekend is heeft de gem. ontvanger den dag herdacht waarop hij voor 25 jaar geleden tot deze functie werd benoemd. Het feest zelf is wegens ziekte uitgesteld. Deze gelegenheid mogen wij niet onop gemerkt laten voorbijgaan. De man heeft altijd met een voorbeeldigen ijver en nauwgezetheid zijn betrekking waarge nomen. Aan het ontvangerschap is het armmeesterschap verbonden en dat is een last die men niet mag onderschatten. Zou men hem echter voor de keuze stellen welke betrekking hij 't liefst ver vult die van armmeester of gem. ontv ik zou ontvanger kiezen maar hij, weet ik nog niet, ik zou nog denken van armmeester. Daar moet de raad hem voor erkentelijk zijn. Ik wil daarvoor geen voorstel doen omdat ik liever zou zien dat de raad in deze met een voor stel voor den dag komt Ik wil er nog wel bijzeggen dat hij voor het armmees terschap geen vergoeding geniet Willemse. Dat is vreeger afgesproken dat hij dat moest doen. Voorzitter. Ik weet wel dat die be trekkingen gecombineerd zijn, maar vroeger of nu. Willemse. Ja dat scheelt zeer veel. Ik wil daar ook niet mee zeggen dat hij er geen vergoeding voor mag heb ben. Van Dal. Geef hem daarvoor dan f 25 vergoeding per jaar Voorzitter. Dus u stelt voor de ge meente-ontvanger uit erkentelijkheid t 25 per jaar te geven voor het vervullen van het armmeesterschap en voor 1911 een post daarvoor op de begrooting te brengen. Van Speijk. Ik zou het nu nog op de begrooting brengen Nu herdenkt hij zijn feest. Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten benevens goedgekeurd de noo dige af- en overschrijvingen. Voorzitter. De stierhouders hebben nog recht op uitkeering doch in de laatste maand hebben zij niet aan hunne verplichtingen voldaan. Wat zullen wij daarmee doen. Van Dal. Een krijgt f100 per jaar en dat te verdeelen in 12 is f 81/a per maand en een f 175 per jaar is zoowat f 14 per maand. Van Spijk. Geeft ze ieder nu de hleft van dat bedrag. Aldus wordt besloten. Van der Geld. Reeds lang had ik willen wijzen op de Achterompad om die te verharden, doch met het oog op de vele requesten voor verbetering van wegen, heb ik maar gezwegen. Thans echter wil ik er op wijzen, dat het wel wenschelijk zou zijn om daar, als de geldmiddelen het toelaten, tot verharding over te gaan. Voorzitter. Ik zou zoo'n besluit niet nemen. Het ligt nu toch in de bedoeling van den raad daar het eerst te beginnen, doch de tijden kunnen verandering bren gen en dan zou men gebonden zijn aan zoo'n besluit Thans is het wel het meest noodza kelijke punt. Van Dal en Willemse zeggen dat voor ongeveer 10 jaar geleden al een dusdanig besluit is genomen en dat toen de uit einden reeds zijn verhard. Willemse. Ik meen dat besloten was om een voetpad aan te leggen. Van Dal- En ik meende voor een rij weg. Voorzitter. Ik zal de notulen wel eens nagaan om te zien welk besluit toen is genomen. Hierna sluit de voorzitter de verga dering. Waarvoor het besluit dient, om tegen de gewoonte in eerst de H. O- in ge heime vergadering te behandelen en dan eerst de overige onderwerpen, begrijpen wij niet goed. We hopen dat dergelijk besluit niet herhaald zal worden, nu moet verslaggever en publiek een paar uur wachten en na afhandeling kon men toch zooveel tijd aan den H. O. besteden als men wilde. Red. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur Wat is het jammer, dat de reporters of redactieleden der verschillende, vooral der R. K. bladen, bij hun onderzoek ter plaatse naar den toestand der Eindhoven- sche uitsluiting en naar wat daaraan vast zat, niet even door zijn gegaan en een dag eraan gegeven hebben, om ook te Beek en Donk zich persoonlijk op de hoogte te stellen. Hoe zouden dan in onze R. K. Pers, in 't algemeen gesprokeD andere mee ningen verkondigd zijn geworden, geheel andere, dan tot nu toe ter inlichting van het Roomsche publiek gegolden hebben. Immers wanneer die persmannen eens waren gegaan naar de verschillende Geestelijken der plaats en der omstreken, dan zou geheel Nederland geweten heb ben, hoe als 't ware alle wereld-gecstelij- Vaa „DE ECHO VA'N HET ZUIDEN." OE J&fiV til touw aan Dott ({ju we fit L l'a u i) 91). Ik moet uwen vindingsgeest bewonderen, mijn waarde hertog, zei Blangy maar laat mij nog toe eene andere bemerking te maken. Iedereen weet nu dat mejuffer de Moutbazon kort na hare geboorte aan goochelaars werd toevertrouwd en dat men gedurende verschei dene jaren vruchteloos gezocht heelt om haar weer te vinden. Als men nu zal vernemen dat zij op het kasteel is weergekeerd, zal iedereen nieuwsgierig zijn hare lotgevallen te kennen en zich afvragen hetgeen er gebeurd is sedert de vlucht van haren vader en hoe zij met dien Italiaanschen graaf in den echt is getreden. Gij spreekt als een boek, mijn waarde neef, antwoordde de hertog... Dit alles heb ik voorzien. Waarom zouden de barakspelers, na hot kind gedurende eenige jaren ten laste gehad te hebben, hetzelve gedurende eene reis in Italië niet achtergelaten hel ben? Waarom zou zij door geene eerlijke familie aangenomen zijn geweest? Waarom zou zij later deD graaf Appiani niot ontmoet hebben die uit hoofde harer buitengewone schoonheid op haar verliefd geraakte? Dit alles is zeer aannemelijk de nieuwsgierigen zullen zich daarmede tevreden stellen en aan onbescheiden lieden zijn wij geenen verderen uitleg ver schuldigd. Het voornaamste van alles is, dat het verleden van Madeleine en haar huwelijk onbekend blijven. Drommels uwe fabel is goed verzonnen. Niet waar Dit zal een einde maken aan alle kwaadwillige uitleggingen. Gy zult mij het genoegen doen dit alzoo onder de dienst boden te vertellen, terwijl Barnabas er zich mee zal belasten het aan mijne vassalen mede te deelen. Reken op mij maar er is wel iemand die waarschijnlijk dit verdichtsel niet zal slik ken. Eu dan zullen al uwe pogingen om de waarheid te verbergen, nutteloos worden. Vreest gij dat Madeleine zal weigeren de rol te Bpelen welke haar in dit alles is toege kend Ja. Het schijnt dat zij Belphégor vurig bemint. Zooals men hot u overigens gezegd heeft, is het enkel uit liefde tot baar kind dat zij hem tijdelijk verlaten heeft en zij hoopt derhalve dat de scheiding van korten duur zal wezen. Bahdat zullen wij zien. De vrouw verandert nog al licht.indien het slechts van mij aihongt en dat mijne kleindochter geen dwaashoofd is, dan zal zij weldra den gooche laar vergeten hebben. En zoo de goochelaar zelf er niet aan denkt vergeten te worden Indien hij zijn goed opeischt en schandaal verwekt? Dan zullen wij hem wol tot bedaren brengen. Voor die zaak reken ik grootelijks op ridder de Rollac.... Ah 1 mijn waarde neef, wij hebben eene gelukkige vondst gedaan Eiken dag bedank ik den goeden God, dat hij dien man op mijnen weg geplaatst heeft. 't Is waarlijk een schrander man, die ridder. Ik zou den man wel willen kennen hoe ziet hij er uit? Ik zou het u zelf niet kunnen zeggen. Toen wij elkander te Parijs, by de Lansac ontmoetten, waar hij mij de droeve geschiedenis van den markies en de markiezin hoorde ver tellen, heb ik weinig acht op hem geslagen. Het gezelschap was dien avond buitengewoon talrijk en niemand had hem mij voorgesteld. Onlangs moest ik hem weerzien te Angou- lême ;maar de omstandigheden hebben zulks verhinderd en hij is belet geweest uwe klein dochter zelf naar Saintes te geleiden. Ja, dat weet ik. Hij hoeft mij desaan- gaande geschreven dat Madeleine in goede handen was vermits hij haar aan u toe ver trouwde en dat het voor hem raadzamer was te Angoulême te blijven om het overige met brengen. f 400 is niets te veel, vooral als zij geen gelegenheid hebben om over dag nog wat bij te verdienen, 't Ligt inde bedoeling om hem over dag ook wat politiedienst te laten doeu. Van Dal. Dat is nog geen 8 gulden per week. Van Halder. Daar moet hij over dag dan ook dienst voor doen. Voorzitter. Ik kan natuurlijk nog niet zeggen in welke wijk ik hem zal laten dienst doen, maar de bedoeling is om, als hij gelegenheid heeft gehad om wat uit te werken, wat politiedienst te laten verrichten. Onze eenigste veldwachter is 60 jaar geworden en dan gaat er het beste natuurlijk zoowat vanaf en om er nu nog wat jong bloed in te geven willen wij iemand voor f 400 benoemen, die hem behulpzaam is. De heer van Dal vraagt of er dan niets meer bij komt voor kleeren of bewapening. De Voorzitter wijst er op dat het beslist noodzakelijk is dat iemand die de goederen van Van Dal en alle andere menschen bewaakt, niet met de bloote handen kan worden uitgezonden en derhalve met een revolver dientgewapend te zijn. Van Dal. Heeft de voorganger geen revolver gehad. Voorzitter. Jawel, maar die heeft deze eens van iémand cadeau gekregen. Wat dat echter betreft, die zou ik hem zelf ook wel willen geven. Van Dal. Gewapend moet hij natuur lijk zijn, dat spreekt, maar ik bedoel, moet hij nu ook nog f 45 voor kleeren hebben. Voorzitter. Dat is nu niet aan de orde. Wij spreken nu alleen maar of wij het salaris van de nachtwacht op f 400 zullen brengén. Van Son- Mij dunkt dat het voor een persoon veel te zwaar is om nacht in nacht uit dienst te doen- Vooral 'swinters. Daarom zou ik het verdeelen. Voorzitter. Die regeling behoort bij het hoofd der politie thuis. In overleg met de betrokken politie-agenten wensch ik deze zaak te regelen. Ik ook acht het niet wenschelijk dat door een persoon nacht op nacht dienst wordt gedaan. Met algemeene stemmen wordt beslo ten het salaris tot f 400 te verhoogen en dit te doen met ingang van 1 Juli a.s. 6 Berging archief. Voorzitter. Van Ged. Staten is, zooals blijkt uit het voorgelezen schrijven, be richt gekomen dat betere bewaarplaatsen voor het archief moeten aangebracht worden, Brok. 't Beste zal zijn het bestaande af te breken en een nieuw te bouwen. Van Son De kasten behoeven ook niet tegen de buitenmuren aan te staan, die kunnen net zoo goed tegen de Paljas af te haspelen. Hij zeide dat hij zijn zending niet gedaan zou achten, zoolang hij den goochelaar niet tot stilzwijgen gebracht had. Sedert dien heb ik geen nieuwB meer ontvangen, waaruit ik besluit dat hij in zijne pogingen nog niet volkomen geslaagd is Belphégor zal haar achtervolgd hebben, die hij, ten rechte of ten onrechte zyne vrouw noemt en de ridder zal genoodzaakt zijn den kerel opnieuw na te jagen- Dat is waarschijnlijk. Anders weet ik zijn stilzwijgen niet uit te leggen... Maar ik geloof niet dat de goochelaar eenig bewijsteeken heeft dat hem in zijne opsporingen kan ten dienste wezen. Neen. De naam der familie van zijne vrouw, de plaats waar zij nu verblijft, de weg dien zij gevolgd heeft, dit alles is hem onbekend. Er is dus geen onmiddelijk gevaar... Neen, zoolang het toeval zelf den gezeg den Belphégor niet op het spoor brengt. Alles kan gebeuren Blangy, zelfs zaken die men hoegenaamd niot verwacht. Ik zelf heb er daar even duidelijk bewys van ontvangen vermits ik mijne kleindochter mocht in de arme druk ken, die ik sedert twintig jaar verloren achtte. Daarom zeg ik dat M. de Rollac gelijk heeftwij moeten dien man onschadelijk maken het zij door hem om te koopen, het zy door geweld, indien hij ons daartoe dwingt. Ik wil niet dat zulk een goedje op rechten zou kunnen aanspraak maken en onze ruBt bedreigen. De klok luidde voor het avondmaal. Komaan, zei de hertog, wy zullen daar over morgen verder spreken Heden wil ik mij gansch aan mijn geluk overlaten.Is mijn vurigste verlangen niet volbracht Waarlijk Madeleine heeft nauwelijks den drempel van mijn kasteel overschreden, of ik voel dat ik reeds twintig jaar verjongd ben... Blangy ging aanBtonds naar zijne kamer om zich wat af te borstelen en op te schikken. Eenige oogenblikken later bevonden zich de twee edellieden weer bij Madeleine, welke Beu- grand op bevel van zijnen meester was gaan roepen. Zij was alleen. Jeanne sliep en, alhoewel met tegenzin, bad zij het kindje aan de zorgen van Marion overgelaten. Zoodra M. de Montbazon zijne kleindochter bemerkte, trad hij glimlachend op haar toe en leidde haar naar de tafel terwijl de graal' de Gastel—-Blangy, haar eerbiedig groette. Daar, mevrouw, zei de hertog, zet u rechtover mij neer het is de plaats der huis- meesteres die eilaas lang ledig geweest is. Voortaan zal dit uwe plaats wezeD... Gij, Blargy, zet u aan den rechter kant uwer nicht en wees haar eeroridder. Toen zij alle drie neergezeten waren, werd het avondmaal opgediend. De hertog die een smakelijke eter en een lustig drinker was, gaf het voorbeeld. Zijne kleine oogen fonkelden onder zijne grijze, borsteluchtige wenkbrauwen, zijn hevig rood gekleurd gelaat helderde op, zijne vreugde was uitbundig gelijk alleen de vreugde van grijsaards en kinderen kan wezen. Ah mijne dochter, riep hy. terwijl hy zijnen beker ledigde, nu ben ik de gelukkigste mensch der wereldik zou dit oogenblik met al de vreugde mijns levens willen betalen en God weet of ik aan het leven houd Maar, wat zeg ik Ik heb op voorhand betaalden ruimschoots; want ik heb bitter geleden I... Niet waar, Blangy Ik heb nu wel het recht over deze zoete vreugde te genieten. Voorzeker, neef, bevestigde de graaf. En gij ook, mijne dochter, gij zijt stiefmoederlijk door het noodlot behandeld geweest. Maar nu zijn we toch aan 't einde van ons lijden gekomen. Ik ben niets meer dan een oude pruik, dat is waar; mijn ge zelschap zal u misschien niet altijd heel aan genaam wezen, maar wees gerust, er zal niets gespaard worden om zorgen en vervelingen van u te verwijderen... En zeg mij nu, zijt gij tevreden over uwen nieuwen staat?... Ja, heer hertog, ik ben uiterst tevreden en dank u, stamelde de jonge vrouw. M. da Montbazon sprong recht: Weihoe I... heer hertog Noem mij eenvoudig grootvader Ik wil niet dat gij mij anders zoudt noemen als wij onder ons zyn heer hertog" dat is goed voor vreemde personen. Eu noemt gy M. Blangy niet eenvoudig „neef?" Tot hiertoe heeft mevrouw geweigerd mij aldus te noemen, zei de graaf. Gij hebt nochtans reeds tijd genoeg gehad om kennis met elkandor te maken. Zie, ik geef u het voorbeeld Zoodra ik u zag, had ik de armen geopend en n „mijne kleindochter, mijne lieve kleindochter" ge noemd. De hertog deed verder al wat mogelyk was om Madeleine op te wekken, maar al zijne kwinkslagen waren vruchteloos en hij kon geen woord meer dan een „ja« en „neen" hekomen. Het was voorzeker niet wonderbaar dat Madeleine eenigszins verlegeu was. Alles wat haar omringde verschilde zoozeer met hetgeen zy tot hiertoe gekend had, dat zij niet wist hoe zij de zaken moest aanvatten. Waar was nu de oude koets, de woning op wielen, door den ouden muilezel of den „witten" getrokken, de legering in open luchtde nachten in schuren of bosschen doorgebracht, de karige keuken de gescheurde kleederen Heel dit uiterlyke bewijs van het arme zwerversleven was ineenB verdwenen. En wat zag zij nu in de plaats? Eene prachtige eetzaal met rijke tapijten behangen, kusBenstoelen met Cordobaansch leder overtrokken, waarop het wapen der familie de Montbazon geprent was; zilveren en gouden schotels en vorken. Twee lakeien in eene met goud geborduurde livrei gedost, dienden de tafel. En nochtans was het dit uiterlyk niet dat Madeleine in verlegenheid bracht. Ondanks zij tot hiertoe altijd onder het ruwe volk geleefd had, toch was Madeleine niet onbeschaafd. Maar wat haar vooral aan het hart lag, was dat zij voelde dat zij niet alleen dochter van den hertog de Montbazon maar ook, moeder en echtgenoote was. Hare gedachte was bij do afwezigen die deze vorstelijke gastvrijheid niet konden deeleD, noch deze lekkere spijzen, noch de weldoende warmte van den haard. (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1910 | | pagina 5