ummer
Donderdag 29 September 1910.
33° Jaaig
[O
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
tor
P ALjAS
6.
40i)it nummer bestaat
iöü' uit TWEE bladen
ANTOON TIELEN,
Voof slechts 35 Cent,
9
Kaart van Europa
mes
iV
BEKENDMAKING.
9.2
9.23
Uitgevek:
til,
1.
FEUILLETON
iwerh
id ir
ikfee]
oags
WAALWIJS. Telefoonnummer 38.
Heer
chtt
heid
en
toor
ïgen
het
o"
Jtofv
De Echo van het Zuiden
rn Langstraatsthe Courant,
Dit Blad verscuijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f O." 6.
Franco per post door het geheele rijk f0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
Advertentlbn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, greote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
18
onzen lezers een
Bij deze bieden wij
xlra buitenkansje aan.
Voor slecht9 85 cent geven wij de zoo
lekende, uitstekend beoordeelde
door J. RINKE.
)eze kaart is plm. 90 bij 105 cM. groot
gedrukt op uitstekend papier in vele kleuren
:ii is werkelijk een pronkje van sfeendruk-
kunst op kaartgebied.
Geen enkele courantenlezer kan zoo'n
kaart missen.
Haast u, want de voorraad is kleiu.
De Administratie.
U I N D K K W K T.
Burgemeester en Wethouders \an Woelwijk
muken bekend: dat op heden ter gemeente—
Becretaric ter inzage is gelegd: een verzoek, met
)ijlagen, van P. J van Loon Gzn. te Waalwijk,
vergunning tot het uilbrsiden zijner leder
Fabriek op het perceel kadastraal bekend Sectie
No. 1606 dat op Zaterdug, den 1 October e.k.
les voormiddags te elf ure, ten Kaadhuize ge
egenheid zal worden gegeven om tegen het
muken dezer inrichting bezwaren in te brengen,
gedurende drie dogen vóór evengenoemd tijdstip
r>p de secretarie der gemeente van de ter zake
ingekomen schrifturen kennis kunnen nemen.
Waalwijk, en 17 September 1910,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
TH.tie SURMONT de BAS SMEELE.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
dt.
x pi
i
fa
ZITTING MILITIERAAD.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk maken bekend, dat de ZITTING VAN
DEN MILITIERAAD voor dezo Gemeente zal
worden gehouden op Zaterdag, den '29cn October
u.9. des voormiddags te 10 uien, ten raadhuize
te Waalwijk.
Voorden Militieraad moeten verschijnen:
lo. de loteliugeu, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of
wegens gemis van de gevorderde lengte;
2o. de in hetzolide jaar geboren broeders, die
onderljng de overeenkomst hebben aangegaan,
Van «1)E ECHO VAN HET ZUIDEN."
tfvhVulumsv
aait
OE
Dei*
>atu'
120)
Maar zijue spijt was te groot om op dit
oogeublik tot bewondering over te gaao.
Alhoewel hij eigenlijk niets te bevelen had,
nam bij toch het woord.
Mijnheeren. sprak hij, laat ons geenen
tijd verliezen. Hoe laDger wij wachten, hoe
meer de vluchteling ons vooruit loopt.
De ridder heeft gelijk, bevestigde Hlangy
spoedig, heer prefekt, dat men de politie
verwittige en don vluchteling doe achterna
zetteD...
Wat u betreft, zegde hij tot den cipier,
doe alles rondom de gevangenis wel bewaken,
hij is misschien nog niet buiten het gebouw...
en wij moeten hem, het koste wat kost, weer
vinden.
Te midden der algemeene ontroering bad
de prokureur des konings alleen zijne koel
bloedigheid behouden.
in den grond was hij verheugd over deze
gebeurtenis, omdat de graaf de Cantel-BlaDgy
zicu in moeilijkheid bevond.
Niettemin stegen zij samen in dezelfde
koes, maar de ridder verliet hen, zeggend:
Ik zal van mijnen kant bandelenik
heb een spoor en zal misschien den vluchte
ling nog kunnen bij den kraag vatten.
VII.
Wa oneer Pnljas de zware deuren achter
zich had hooren toevallen met een helscb
gedrnisch, wanneer hij had bemerkt dat hij
^gi' ten was, had hij vooreerst eenen
bedoeld in de vierde zinsnede van art. 87 en
den tweeden volzin van art. 50 der Militiewet 1901.
Tevens worden de belanghebbende er op gewezen:
a. dat de lotelingen, die om andere redenen
vrijstelling verlangen, niet verplicht zijn voor
deD Militieraad te verschijnen, doch dat hun be
lang medebrengt, dat zij zich in de zitting van
den Militieraad persoonlijk overtuigen van de
(e hunner opzichte gedane uitspraak;
b. dat zij, die meenen wegens gebreken voor
den militairen dienst, ongeschikt te zijn, in hnn
eigen belang zich bij voorkeur voor den MILITIE
RAAD ter keuring moeten aanbieden. Door dit
na te laten, berokkent de loteling zich zelf veel
last en wekt bij hen die later door hunne af
keuring nog moeten worden ingelijfd en daarop
niet meer hadden gerekend, groote teleurstelling.
Voorts worden de lotelingen gewaarschuwd,
▼oor hen wiei praktijken o.a. daarinbestaan.dat
zij voorspiegelen in staat te zijn tegen betaling
van een som gelds de afkeuring van lotelingen
voor den dienst te verkrijgen.
Waalwijk, den 20 September 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
TH. de SURMONT de BAS SMEELE.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT,
Wij lezen in »Het Huisgezin*
I
(Ingezonden.)
Door mij wordt met Het Huisgezin
de vrijheid van arbeid geëerbiedigd,
wanneer die vrijheid eene m o r e e 1 e
is en het recht van arbeid als een pri
mordiaal, onaantastbaar recht aanvaard,
wanneer sprake is van het abstracte
recht.
Het is hier niet de plaats om uit te
maken, of er van een recht sprake
is voor den arbeider om in sommige
gevalleu aan den arbeid te blijven of
openkomende plaatsen in te nemen doch
gegeven, niet toegegeven, dat hij dat
recht zou hebben, dan volgt daaruit
niet, dat hij van dat recht ook gebruik
mag makea wie van zijn recht gebruik
maakt met krenking der zedenwet, maakt
misbruik van zijn recht, en doet iets
onzedelijks.
Welnu, door mij wordt beweerd, dat
»het innemen der vrijkomende plaatsen
van hen, die in eene rechtvaardige staking
getreden zijn,« iets onzedelijks is
(en ik trachtte mijne bewering met dc
meening van gezaghebbende personen
te staven) omdat door die daad het lot
van anderen rechtloos kan blijven. Door
Het Huisgezin wordt die daad een min
loffelijke* genoemd. Hier staan wij dus
aanval van sombere wanhoop gewaar geworden.
Op de zenuwachtige opgewondendheid, die
hem had ondersteund in de woelige menigte,
volgde nu eene volkomen moedeloosheid, en,
zich latende neerzinken op zijnen stroozak,
gaf hij zich over, met het hoofd in de handen,
aan bittere overwegingen.
Het was inderdaad waar, dat men hem
achter de grendels bad gezet als een misdadi
ger, om overgeleverd te worden aan het
gerecht! Wat ging men met hem aanvangen?
Wat zou er geworden van den kleinen Jacques
Het gerecht!... Alles wel ingezien, waarom
zou hij er schrik van hebben, vermits hij zich
niets te verwijten had? Was het niet beter
dat hij eens en vooral de gelegenheid had om
zich vóór het gerecht te verschoonen Hij
zou zijne onschuld bewijzen, hij zou aantoo-
nen dat hij het slachtoffer was van eene eer-
looze werking, hij zou hulp en bijstand vragen
tegen zijne vervolgers...
Hier vond het spreekwoord zyne toepassing
Het ongeluk is tot iets goed.
Deze gedachte schonk hem opnieuw een
weinig vertrouwen en hoopmaar het bezoek
van den prokureur des koniDgs wachtte niet
lang hem te leur te stellen.
Onderricht over de aanhouding van den
barakspeler en derzelver reden door het
proces-verbaal in het verslag der politie, en
ingelicht over de tusschengevallen, waartoe
overigens zijne aanhouding aanleiding had
gegeven, had de magistraat gevreesd dat zijne
overbrenging naar het Justitiepaleis tot nieuwe
tooueelen van opschudding aanzetten zou.
Om ze te vermijden, was by in persoon
naar de gevangenis gegaan met eenen griffier
en had Belphégor in het kabinet van den
bestuurder min of meer ondervraagd.
Uit den toon op welken deze vragen werden
gesteld, uit de wijze waarop de antwoorden
werden ontvangen, verstond deze dat de pro
kureur zijn besluit reeds genomen had en dat,
in zijne oogen, een verdachte noodzakelijk een
plichtige was.
Waarlijk, de akelige vooruitzichten van
den ridder werden van punt tot punt ver
wezenlijkt.
De strijd tusschen den aardenpot en den
ijzerenpot ging zijn noodlottige ontknooping
op het terrein der practijk niet zoo ver
van elkander, als theoretisch schijnen
mocht. En gelijk die daad door mij niet
»geëerbiedigd* kan worden, omdat ik
ze voor onzedelijk houd, zoo zal
ook Het Huisgezin ze wel niet doen
eerbiedigen* bij de lezers, wanneer ze
aan Het huisgezin min 1 o ff e 1 ij k
voorkomt.
Zeker de overheid moet zulk eene
daad eerbiedigen, en doen eerbiedigen,
omdat de overheid hier niet in een oor
deel kan treden.
Bovendien is het onmogelijk voor den
wetgever alle menschelijke handelingen
bij de wet te regelenveel moet de
Overheid overlaten aan het zedelijkheids-
en rechtsgevoel van het volk. En daar
om door het feit, dat de Overheid een
daad eerbiedigt of doet eerbiedigen en
de daders in bescherming neemt, wordt
die daad niet »zedelijk< of veileent zij
>een recht.*
Zoo is het ook voor Redacties van
bladen, gelijk liet Huisgezin terecht
schrijft, zeer moeilijk in concrete gevallen
uit te maken, of een staking gerecht
vaardigd is en ik wenschte, dat alle
katholieke bladen die overtuiging van
Het Huisgezin deelden, en daarom bij
eene beoordeeling eener werkstaking of
uitsluiting wat meer het gezagscri-
t e r i e, dat toch ook een wettig cri-
terie is, gebruikten. Ot mag de katho
liek e pers zich in haar oordeel over
arbeidsgeschillen niet veilig verlaten op
de uitspraken der katholieke vak
bonden Waarvoor moeten deze instel
lingen specifiek >katholiek* zijn, als aan
hare handelingen toch niet meer waarde
gehecht wordt dan aan die van n i e t-
katholieke vakbonden f
Was het niet de oud-minister L o e ft"
die op het laatste Katholiek So
ciaal Congres getuigde dat »een
niet te onderschatten gevaar voor iedere
collectiviteit juist uit den aard zelf,
wijl men collectief handelt en besluit
is, dat men niet zoo sterk het gevoel
van individueele verantwoordelijkheid
heeft en nu is het juist uw geestelijke
adviseur, die over deze verantwoorde
lijkheid waakt, opdat ze ongerept en
ongeschonden blijve Dat is een voor
recht, dat gij bezit boven andere
organisaties.*
hebben.
Belphégor gevoelde dat zijue zaak op voor
hand verloren was.
Terug opgesloten in zijne cel, zag hij,
ditmaal zonder de minste begoocheling, de
verschrikkelijkheid van zynen toeBtand in.
Hy kon het zich niet ontveinzen, ziine
protestatiën, zijn eed zouden tot niets dienen
tegenover de beschuldiging der rechters en de
arglistige getuigenissen van Rollac, die er
zoodanig veel belang bij had hem te belasteren
eene veroordeeling was onvermijdelijk 1
Eene onteerende straf voor hem, eerlijken
mensch, die niet het mins to misdrijf op zijn
geweten had
De opsluiting voor hem, wiens zijne
teederste gewoonte was in volle vrijheid te leven
als een vogel
Er aan denken alleen, was voldoende om
hem te doen sidderen van afgrijzen.
Hoe zou zijn angst zijn geweeBt, indien hij
had vermoed dat men samenzweerde om hem
voor altijd op te sluiten in een gesticht van
krankzinnigen, vreeselijker dan de galei
MadeleineMadeleinemompelde hij
ziedaar uw werk Waarom waart gij niet
tegenwoordig bij mijne schande, zooeven, wan
neer men mij door de straten der stad sleepte
Hoe jammer dat gij mij op dit oogentlik
niet zien kunt?... De wroeging zon uw hart
afknagen, gij zoudt niet gelukkig willen wezeD
ten koste eener misdaad... Gij zoudt my niet
waar?... Gij zoudt aan die beulen zeggen den
vader der kinderen te sparen Maar dat
zij u dit verbergen, ik ben er zeker vanzij
hebben te veel schrik van uw berouw en van
uw medelijdenNiemand zal mij aanhooren
niemand zal mij verdedigen. Ik ben
alleen! verlaten van allen.., Mijn God .'mijn
God!...
Voorzeker zou hij honderdmaal den dood
gekozen hebben boven het lot dat hem te wachten
stond
Hij was op 't punt zich aan wanhoop over
te geven, als hij opeens een tochtje van
friBsche lHcht gevoelde, naar zijn venster keek
en den blauwen hemel aanschouwden.
Dit deed zijne gedachte veranderen...
Indien hij ontvlnchtte
De sterke kerel pakte de ijzeren staven van
Moge, en dit is de wensch van meer
dere mijner collega's, eens spoedig wat
meer systeem gebracht worden inde
verhouding der katholieke Pers tot de
katholieke vakbonden bij voorkomende
arbeidsconflicten Of wenscht men een
uitspraak van een katholieken Vakbond
niet te acceptetren, omdat die bond
feilbaar is Maar welk menschelijk
instituut is niet feilbaar Is het niet vol
doende, dat een instituut zijn werken in
dienst wil stellen van het recht
Verder vraagt Het Huisgezinwelke
practische waarde kan gehecht
worden daaraan, dat ik de v r ij h e i d
weiger te eerbiedigen van den arbeider,
tegen elk loon zijn arbeid aanbiedt van
een patroon, die zijn producten tegen
eiken prijs verkoopt
Naar mijn bescheiden meening heeft
deze theoretische beschouwing zooveel
practische waarde, dat van het in be
oefening brengen dier theorie de stoffe
lijke welvaart van zeer velen afhangt.
Om de practische waarde van die
theorie weg te cijferen, haalt Het Huis
gezin het voorbeeld aan van een arbei
der, die door nood gedwongen,
met elk loon genoegen neemt. Maakt
Het Huisgezin zich hier niet schuldig
aan een transitus vitiosus Wanneer ik
de v r ij h e i d niet eerbiedig, dan kan ik
nog wel den nood eerbiedigen. Dat
»er vaker wordt geklaagd, dat de arbei
ders te veel dan te weinig verlangen*
is iets wat buiten de kwestie staat. En
ik zal het aan de organisaties overlaten,
die middelen te ondernemen tegen de
arbeiders, die zonder gegronde reden
tegen e 1 k loon hun arbeid aanbieden,
welke door de organisatie als doeltref
fend worden geoordeelden wanneer
die middelen wettig eu geoor
loofd zijn, zal ik er mij niet tegen
verzetten
L. C J. M. VAN HEES WIJK,
Adviseur van den Nederl- R. K.
Lederbewerkersbond.
NASCHRIFT DER REDACTIE VAN
»HET HUISGEZIN*.
Wanneer men deze voortgezette ge-
dachtenwisseling tusschen den eerw.
heer Van Heeswijk en ons over »eer-
biediging der vrijheid* kalm en nuch
ter gevolgd heeft, dan zal men zich wel
licht afvragenmaar wat is nu het
practische verschil
Het is mogelijk, dat de eerw. adviseur
van den Lederbewerkersbond spoediger
en in meer gevallen de vrijheid tot ar
beiden niet geëerbiedigd wenscht te
zien, maar vernlits dat niet eerbie
digen ook in zijn opvatting nooit verder
mag gaan dan het overredigen der
werkwilligen om niet te arbeiden en alle
daden van geweld of vrijheidsbelem
mering uitgesloten blijven, wordt ook
door hem practlsch de vrijheid tot
arbeiden geëerbiedigd.
Wij hebben reeds duidelijk, zij het
met vermijding van alle superlatieven
in de orde der menschelijke dingen
is bijna alles betrekkelijk - doen uit
komen, dat eerbiediging niet steeds
goedkeuring insluit. Gebeurt het
trouwens in het leven niet honderdmaal
dat men iets eerbiedigt waarmee men
het niet geheel eens, soms geheel on
eens is Zoo eerbiedigen wij ten volle
de opinie van den eerw. heer Van Hees-
wijk, schoon wij die niet ten volle kun
nen deelen.
De eerw- adviseur wenscht, dat de
katholieke pers de uitspraken der katho
lieke Vakbonden bij arbeidsconflicten
zal aanvaarden. In veel gevallen zal zij
dat inderdaad veilig kunnen, maar er
kunnen zich toch ook omstandigheden
voordoen, dat zij zal schromen die uit
spraak te .onderschrijven. Een vasten
regel, die geen uitzonderingen toelaat,
zouden wij niet gaarne gesteld willen
zien.
Maar wat moet de pers doen, indien,
wat wij allen hopen, de katholieke pa
troonsbonden in aantal toenemen, en in
dien bij een dan gerezen conflict de
werkliedenvakbond de staking zou goed-,
de patroonsvakbond ze zou afkeuren
Heeft hetgeen de eerw. heer Van
Heeswijk zegt over de weigering oiu de
vrijheid van den arbeider te eerbiedigen,
die tegen elk loon zijn arbeid aanbiedt,
wel groote practische waarde
Zou het, buiten gevallen van nood,
wel vaak voorkomen, dat een werkman
bereid is tegen e 1 k loon arbeid te ver
richten Verdient niet iedereen liever
een behoorlijk loon dan een schijn
loontje
Wat beteekent nu feitelijk de tegen-
zijn venster vast en poogde ze te buigen of
los to lukken.
Dat was onmogelijk
Dan keek hij naar de deur, maar deze was
ook te stevig en te zorgvuldig toegegrendeld
om er ooit aan te kunnen denkeu laogs daar te
ontsnappen.
Er bleef dus slechts ééne hoop over.
Hy zou bet oogenblik afwachten dat de
cipier in de gevangenis zou binnenkomen,
hem bij de keel pakkeu, ten gronde wer
pen en...
Maar zou dat gelukken
Het was niet genoeg buiten de cel te geraken
hij moest ook buiten het gebouw zijn,.
Opeens bemerkte hij boven eene Boort van
vierkantige kolom eene spleet in de muur.
Hij onderzocht zorgvuldig deze opening
en tot zijne groote verwondering stolde hij
vast dat die kolom hol en waarschijnlijk ver
bonden was met eene schouwpijp'
Kon hy dit schutsel verbrijzelen
Maar hij had geen enkel werktuig.
Vruchteloos zocht hij in alle hoeken rond
of trachtte een middel te verzinnen om uit te
breken.
Het werd donker zonder dat bij iets gevon
den had.
Alles was stil, eenzaam gelijk in een graf.
Na eenige oogenblikken hoorde hij den
zwaren stap van den cipier in den gang dreunen
het kijkvenstertje werd opengeschoven en
zoodra de man gezien had dat de vogel nog
altijd in de kooi zat, werd het weer
gesloten.
Paljas had zich niet verroerd.
Maar toen hij gehoord had dat de cipier weer
vertrokken waB, stond hij op
Komaan, Belphégor, jongen, mompelde
hij, geene lafheid... Als er eene mogelijkheid
bestaat om hier uit te komen, dan moet gij ze
beproeven
Hij dacht dan aan den kleinen Jacques en
dat prikkelde zijnen moed aan.
Had de politiekommisaris niet gezegd dat
men zijn kind in het weeshuis zou zetten
Dit was misschien reeds gedaan.
Hij zag in zijne verbeelding hoe de kleine
door de agenten weggeleid werd, hoe hij weende,
hoe rnw hij behandeld word... Het scheen
hem dat hij het knaapje om zijn vadei hoorde
roepen... zynen vader, dien hy niet meer zou
weerzien
Hij stond op en begon nit al zyno kracht
tegen de holle kolom te Btampen, op de plaats
waar de muur reeds gekloven was.
Opeens vielen er eenige steenen uit en be
kwam hij eene opening waardoor een gewone
hond kon kruipen.
Een vreugdekreet ontsnapte aan zyne
hijgende borst.
Hij bad zich niet bedrogende kolom gaf
wel degelijk op eene schouwpijp uit...
Maar niets bewees tot hiertoe dat hij langs
daar zon buiten geraken.
Indien de pijp eens te smal was... of van
boven toegemetseld En dan... hoe zou hy
zonder ladder naar boven klimmen?
Maar hy bield zich by dergelijke bedenkingen
niet op.
De eerste moeilijkheid was overwonnen
hij moest dus verder maar wagen.
Hij legde zich plat ten gronde, stak zyn
hoofd door de opening, maar kon niets be
speuren, zoo pikdonker was het.
Boven zyn hoofd zog hij geene Inchtniets,
geen maanlicht, geene enkele ster.
Nochtans voelde hy een hevigen tocht en
besloot daaruit dat er toch ergens eene
openiDg moest zijn.
Hij kroop dus verder de schouw in en
zonder eenen steen te zien, begon hij te
klimmen.
Hoe sterk hoe ving een man ook is, toch
verricht hij soms dingen die hij niet zou
kannen volbrengen, ware hy niet gedreven
door den aandrang van het levensbehoud
ot door het vurig verlangen de vrijheid te
bekomen.
Zoo was het op dit oogenblik met Paljas
geBteld. 1
In die enge pijp klauterde hy zoo goed
mogelijk naar boven, zich aan de uitstekende
steenen vastklampend, half verblind door
het roet dat hem bij iedere beweging in de
oogen viel, onverschillig aan de spinnen die
hem over de handen kropen of de vleder-
mnizen die onder zijne hand wegvlogen.
(Wordt vervolgd.