Nummer 77 Zondag 2 October 1910 33e Jaargang f Tweede Blad MENGELWERK. oorspronkelijke Schets G. v. d, WALD. De gevolgen van het engageinents-cadeau. Reclame. Ingezonden Stukken. U hebt natuurlijk Reuter gelezen, en u herinnert u dus Onkel Braësig. Vooral alleraardigst heb ik altijd deze handig heid van den goeden oom gevonden. Hij hield van rumgrok, o heel veel. Rn als nu zijn nichtjes hem een grokje inschonken, vroegen ze Onkel is't goed rtoo Niet straf genoeg, kindertjes, zei Onkel dan, nog een beetje rum. Dan, bij het tweede glaasje Is 't zoo goed Onkel Nog een beetje rum kindertjes. Bij het derde glaasje: is't zóó goed. Onkel Nog een beetje rum. kindertjes. Het vierde glaasje was alleen rum Is 't zóó goed, Onkel f Nog een ziertje meer rum... zei Onkel dan. Zoo gaat het ook met ons in 't leven. Als je nou tamelijk gelukkig bent, als je leven eigenlijk een behoorlek grokje van geluk is en ze vragen je is 't zoo goed dan zeg je nog een beetje erbij. En b|j 't vierde glaasje, als je 't al puur drinkt, vraag je nog Een beetje erbij, tlan is 't straffer. Je bent bijvoorbeeld vrijgezel, je leeft gezellig met je vrinden, je hebt is jool van tijd tot tijd en ze vragen is 't zoo goedj1 Dan vijf tegen een is 't antwoord nog «'en beetje erbij. Dat beetje is dan een ijneisje. Als je dan een meisje hebt en je' geluksgrokkie is al tamelijk straf, dan is 't nog niet goed. Nog een beetje erbij- Dan wil je getrouwd zijn. Goed. je bent getrouwd is 't nou goed Nog een beetje: dan wil je kindertjes hebben. Goed, ze schenken je in, drie, vier, vijf. Nou, ik vind als je vijf van die kleuters hebt, dan is het toch zeker heelemaal puur, wat Straffe rum. Nog een beetje erbijgrootvader worden En dan is 't dikwijls nog niet goed. Ik voor mij heb het nooit verder ge bracht dan tot een tamelijk sterk grok- kie ik ben geëngageerd geweest, l'/s maalmaar 't is nu af 1 Ik drink nu weer alleen water, ik ben nu weer vrijgezel, zonder aanhang. En ik kan niet zeggen, dat ik erg naar de rum terugverlang Dat klinkt boosaardig Ja, wel een beetje, maar ik zet op den voorgrond ik houd altijd dames voor de pronkstukken der schepping, ik vind dames het mooiste wat er ooit geschapen is. Ik bewonder ze, maar ik bewonder ook een schilderij van Israëls of van Maris en ik heb er toch geen op mijn kamer hangen, 't Is zoo duur Nou is 't waar, er zijn meer beschik bare dames op de wereld dan schilde rijen van Israëls en u weet hoe grooter het aanbod en hoe minder de vraag, hoe goedkooper een artikel wordt. Nu dan, ik was verloofd Verliefd en half verloofd. O, dat behoeft niet samen te gaan, er zijn lui genoeg verloofd die niet verliefd en lui genoeg verliefd die niet verloofd zijn. In het eerste geval is er geld genoeg maar geen liefde, in het tweede liefde genoeg, maar geen geld. Bij ons was 't allebei. We waren dus verliefd en bijna verloofd. Nu zou zij. zij, dat wil zeggen mijn verloofde verliefde en mijn verliefde verloofde jarig worden. Achttien jaar. een heerlijke leeftijd hè. vooral als men een igalant" heeft en Flora heet. Ze zou jarig worden en zooals de kranten zeggen, »dien dag mocht ik niet onopgemerkt laten voorbijgaan". Integen deel, de eerste verjaardag in ons enga gement zou een feestdag worden. Ik zou een stoffelijk bewijs van mijn liefde gf ven, een cadeautje. tfMaar wat Ja, wat 't Moest iets heel bijzonders wezen en niet te duur. Ik zat er in die dagen niet al te royaal voor. En nu mogen de dichters zeggen, datje met liefde wonder stukjes kunt uithalen, jongens, als 't er op aankomt betaal je met liefde zoo weinig. Voor eeu onnoozelen smerigen gulden kunt je honderd centen krijgen en voor liefde geven ze je geen duit. Neen, de dichters mogen wonderen van de liefde vertellen zooveel ze willen, je staat in werkelijkheid toch immer voor het doodnuchtere feit, dat je er geen steek mee uithaalt buiten den kring van je verliefdheid. Heine, een kolossale kerel deed met zijn liefde wonderen. Die ging naar de Noordpool, plante er een eeuwenouden dennenboom, doopte dien in 't ziedende vuur van den Vesuvius en schreef tegen den zwarten nachthemel in vlammen- letters Ich liebe dich I Probeer maar eens 't hem na te doen Ik heb heel lang gedacht hoe ik een stoffelijk bewijs van mijn liefde zou geven. Ik heb honderd winkelkasten langs ge- loopen om wat uit te zoeken. Lang heb ik nagedacht over een ring van Schreurder en Baksteen. Een snoe perig ringetje met een steen er in (geen baksteen). Kijk, dat is een practisch cadeau, een ring kun-je later nog'ris gebruiken, dat blijft altijd zijn geld waard. Maar daar heb ik van afgezien. Een ring is zoo banaal, die geeft de vrijer van de meid óók. Een schrijfbureau, jawel, maar dat hing er zoo in En voor 't overige had ze alles. Mijn portretDat was een idée. Dat is niet duur, je laat er zes maken, voor een paar gulden en je doet met de 5 overigen een erftante en een ouwen oom plezier. Maar ook dat liet ik varen. Ik heb geen gezicht voor een portret, 't Is bespottelijk zoo mal als ik altijd op de fotografie kom. Meestal met een scheefgetrokken gezicht, of met lodder- oogen, ook wel zonder oogen. De fotograaf moet nog geboren worden, die mij goed op een portret zet. Als je jezelve 'n beeltenis cadeau geeft, moet je toch minstens een goeden in druk maken. Plotseling kwam er redding. Een paar middagen vóór haar verjaardag kwamen we voorbij een winkel van vogels en zoogdieren. Kijk daar is een snoezig hondje staan, zei ze- Ja, heel aardig, heel aardig zei ik. En, ik verzeker u daar viel me een steen van mijn hart. Nu wist ik wat ik geven zou. Het hondje. Gaat dat, dacht ik even, een hondje cadeau geven Nu houd ik niet van hondjes, vooral niet als ze dc lievelingen zijn van dames. Brutaler, nijdiger wezens dan hondjes, die de lievelingen zijn van dames, zijn niet denkbaar. Ze zijn op iedereen ja- loersch en het wordt zoodoende hoogst gevaarlijk de dame van je hart te nade ren als er zoo'n mormeltje bij haar op schildwacht staat. Bij een ODgetrouwden man is een hond wat anders. Er is iets gezelligs in, als je, als oude jongeheer 's avonds laat thuis komt en je hond loopt je tegemoet. Je hebt dan zoo'n getrouwd gevoel over je, zonder de kans te loopen, datje moet opbiechten waar je geweest bent, om dan nog niet geloofd te worden 1 Bij oudere jongedames is een hond onuitstaanbaar Ik heb tantes, die een vetten poedelhond vol vlooien en met zware asthma verafgoden en ik ken een paar oude vrijsters, die een soort Duitsche worst op pooten hadden en dien onder mekaar een hond noemden. Ze praten allerlei onzin tegen dit dier, en zij kussen zijn viezen, slijmerigen neus en zij druk ken zijn ongewasschen kop tegen haar wang op de aandoenlijkste wijze lederen morgen wordt zijn snuitje met warm water gewasschen en 's Zondags blijft altijd één van de dames thuis uit de kerk om den hond gezelschap te houden. Er is wel iets tegen om een jongedame een hondje cadeau te geven. Zij gaat er misschien aan hechten en dat kan voor een ïbeminde4 misschien gevaarlijk worden. Enfin, ik wist niets anders en het hondje was gelukkig niet zoo duurik kocht het diertje en zond het haar thuis, franco op haar verjaardag. Den volgenden morgen kreeg ik een doddig briefje. •Beste jongen, je bent een engel om me zoo'n mooi hondje cadeau te geven. Ik heb het nu al lief gekregen en telkens als ik naar zijn aardig snoetje kijk met dat leuke opgetrokken neusje, denk ik aan jou. Ik heb het Sequah genoemd. Je wordt wel hartelijk bedankt. FLO." Nooit had ik zoo'n aardig briefje van haar ontvangen. Ik maakte vorderingen. Ja. die hond was wel een gelukkigen inval van mij en ik was getroffen door de uitwerking. Alleen was het jammer dat ze hem Sequah noemde. Als ze 'm eens liever mijn naam gegeven had Ik schreef haar een briefje terug en ik vroeg haar of ze met Sequah niet eens uitging Vrijdagmiddag, afspraak op de Schie bij de Delftschestraat. Nog denzelfden avond had ik ik ant woord dat ze kwam. Verrukkelijk, Zaterdag doe ik aanzoek, dacht ik. Ik ging uit en bestelde een nieuw costuum. Den volgenden morgen bij het ontbijt weer een briefje. Beste Jan. Is 't niet verdrietig Pa is woedend op Sequah. Hij zegt dat ie een loodje moet hebben. Hij vindt honden plagen. Ik weet niet wat te doen. Steeds je toegenegen FLO." Steeds je toegenegen 1" Hm. Niet zoo warm. Ik telde eens na wat ik nog overhad en ik kocht een loodje. Dat zond ik haar over de post met de geestige bijvoeging dat een cadeau compleet moet wezen en dat ik hoopte, dat pa zich met Sequah verzoenen zeu. Een uur later bracht de dienstbode mij weer een briefje. •Beste Jan, Sequah heeft zooeven de kat doodgebeten. En de kat is papa's lieveling Ik weet geen raad, want hij zal me een vreeselijk standje geven- Vrijdag kan ik niet uit, schikt je Zaterdag! Met vr. gr. Je toegen. FLO." Groote genade het wordt ernst, met vr. gr. je toegen. Dat gaat niet. Ik vroeg mijn kostjuffrouw f 25 te leen en ging op een klein poesje uit. Ik kocht er een voor f 16 met een kolossalen staart en zond het haar. Bij 't ontbijt den volgenden morgen weer een briefje Beste Jan. Ik ben je zeer verplicht voor het hondenloodje, doch je bent een ondeugd om zooveel geld uit te geven. Het katje is doddig. Pa is met Sequah verzoend. Ik heb het poesje Jantje genoemd, naar jou. Vergeet Zater dag niet. Je toegen. FLO Een beetje beter, wat vormelijk. Den volgenden morgen kreeg ik weer een brief Beste Jan. Zooeven heeft Jantje de kanarie opgegeten. Mama hield zoo be spottelijk veel van dat vervelende beest en ze is buiten zichzelve van verdriet Ik vrees dat de schok haar zal doen sterven. Help mij. FLO" In vliegende vaart rende ik naar den heer Sutherland, ditmaal om een kanarie. De man kende me al. Ik geloof, dat-ie me er van verdacht een menagerie op te zetten, hij vertelde me tenminste dat hij nog verscheidene mooie apen en een tamme slang te koop had, op zeer voor- deelige voorwaarden. Ik zei hem, dat ik niet geloofde apen of slangen noodig te hebben, doch dat ik er nog niet zeker van was. Ik bracht de kanarie zelf naar Flo Ik bleef koffiedrinken en Flo was aller liefst. Ziezoo, dacht ik, toen ik op straat was, als de hond en de kat en de vogel zich nu maar goed willen gedragen, dan is alles in orde. Den volgenden morgen had ik weer een briefje Beste Jan. Vannacht is Jantje wegge- loopen. We zijn allen diep bedroefd En pa zegt, dat je kanarievogel een pop is en dus niet zingt. Wat moeten we met Jantje doen 1.1. FLO. Ik ijlde naar het politiebureau en loofde f 10 uit voor den vinder van Jantje Den volgenden morgen alweer een briefje. O Jan, wat ben je begonnen. De bel heeft vandaag geen oogenblik stilge staan. Er zijn ons 44 vuile smerige katten op bezien gebracht, maar Jantje is er niet bij. Zorg dat we morgen rust hebben. FLO. Wanhopig liep ik naar politie om mijn verzoek in te trekken. Daar gaf men mij den raad f 2.50 per dag te betalen, dan kon er een vaste politiepost voor de deur van Flo worden gezet om men- schen met katten weg te jagen. Ik stortte t 5. voor twee dagen en ging heen Den volgenden morgen nog eens een briefje Jan Sequah is dol en pa zegt dat jij het beest maar moet laten weghalen. Het zit nu in den kelder en daar jankt het zoo ontzettend, dat we allemaal woedende hoofdpijn hebben. Ma krijgt flauwte op flauwte. Help ons. Ik ging er dadelijk heen. De heele familie zag er vermoeid en afgetobd uit. Flo was heel koel. Wilt u maar naar den kelder gaan. Ik ging. Dadelijk toen ik het beest zag, zei ik je hebt het overvoerd. O Jan. Wat krijgt ze te eten 1 't Zelfde als ik. Gecotidenceerde melk bij ontbijt. Om 11 uur beschuitjes of koek. Om 12 uur een cótelet. 's mid dags vleesch, groenten en een toetje, 's Avonds visch en wat overgeschoten vleesch. Zou Sequah dol worden Nee, maar een beroerte zal ie krijgen. Geef hem alleen beschuit. Heel effen gingen we van elkaar. Den volgenden morgen weer een briefje. Waarde Jan. Sequah weigert beschuit te eten. Ik dacht niet dat een hond zooveel last gaf- De dienstboden hebben haar dienst opgezegd als Sequah blijft. Zou je hem niet willen laten weghalen 'Met vr. gr. FLO. Nu was mijn geduld uit. Ik nam mijn pen en schreefBeste Flo Het spijt me dat ik Sequah niet kan laten weghalen. Ik heb geen tijd. Ik vrees dat Sequah niet deugt en als ik jou was liet ik hem vergiftigen of van kant maken. Vr. gr. J En toen ik Flo twee dagen later op den Coolsingel legeu kwam nam ik mijn hoed af en zij boog, heel effen. Ons engagement was voorgoed >af', tengevolge van dat afschuwelijke engage mentscadeau I Sequah had de kat, de kat had den kanarievogel en samen hebben ze mijn verlovingskans opgegeten. Provinciale Noordbrubantseüe en 's Hertogenbosselie Courant Uitgever» J. J. Arkesteyn Zoon, VHertogenbosch, Telefoon 79. lederen ZATEBDAGAVOND een van De Prov. N.Br en 'a-Hert. Crt. verschijnt dagelijks per kwartaal f 1.65, franco per post f2. directe telegrammen van Reuter en andere persbureau'» en eigen correspondenlen in binnen- en buitenland. Gratis ongevallenver zekering, verschillende uitkeeriugen reeds gedaan. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) WelEdele Heer Redacteur Zondagavond 6 uur zou in het lokaal van den Heer Kamp te Dussen een le zing plaats hebben waarvoor veel belang stelling was, doch die op onbegrijpelijke wijze door den Burgemeester werd ver boden. Wellicht vreesde hij dat de belangen van den door hem geprote- geerden candidaat geschaad zouden worden. Later komen wij hierop nog wel eens terug daar anders dit stuk te lang zou worden aangezien nu hoofdzaak is bij U gastvrijheid te verzoeken de bedoelde lezing in zijn geheel te plaatsen. Dankend C. SCHIMMEL o Geachte Medeburgers Ik heb gevraagd U even te mogen spreken- De aanleiding daartoe begrijpt gij. Wij staan weder aan den vooravond van de verkiezingen, een ernstigen tijd voorwaar, een tijd ten nauwste vèrbonden met Uwe maatschappelijke belangen, een tijd waarin van U gevorderd wordt dat gij nauwgezet en in overleg met elkander Uw keus moet bepalen, wier? gij als Uw vertegenwoordiger in den Raad Uwer gemeente zult doen zetelen. Bij voorbaat wensch ik U reeds toe, dat gij in deze keuze getuigenis zult afleggen van rijp beraad, onpartijdigheid en ernst, dan nog een weinig geluk en binnenkort zal, dat durf ik U voorspellen reeds aangenamer verhouding heer- schen, reeds verbetering merkbaar zijn. Nu overgaande tot het bespreken van eenige zaken het volgende Ik heb de eer U voor te stellen een Raadslid als tot heden doorgaans werd gekozen. De man is zoo uit zijn gewone werk kring, hetzij hij Is schoenmaker, smid, metselaar, boer of timmerman geroepen geworden tot raadslid, hi; is in de meeste gevallen nooit van zijn leven lid geweest van de een of andere groote vereeniglng op politiek gebied, waardoor hij eenige bedrevenheid zou hebben opgedaan om in het publiek te spreken, mist ook ten eenemaie de opleiding daarvoor noodig. Wat gebeurt er nu als zoo'n man zijn functie als Raadslid aanvaart, alleen voor de eer Raadslid te zijn of, als hij zijn benoeming tot Raadslid heeft te danken aan zijn groote portemonaie hij trekt zich van de zaken niets aan, en hij is en hij blijft wat men noemt een dood raadslid, hij wordt de speelbal van hen die er gebruik van willen maken en ten slotte een stemmachlne waarbij Mijnheer de Voorzitter slechts op een knopje heeft te drukken om hem ja te doen zeggen. Doch wat gebeurt als zoo iemand van goeden wil is en de hem toevertrouwde taak ernstig opneemt De eerste tijd heeft hij veel moeite om zich eenige onmisbare kundigheden eigen te maken, zijn bleuheid te over winnen, vrij te spreken en eenmaal zoo ver gekomen ontdekt hij dat alles een warboel is, een eenzijdig drijven van de zelfde partij, hij ondervindt nadeel in zijn zaken, wordt gewaar dat hij alle moeite te vergeefs deed, dat er een spiounage- dienst tegen hem wordt georganiseerd, dat hij stelselmatig wordt tegengewerkt hij verliest den moed en de man die een goed raadslid had kunnen worden is als zoodanig ten doode opgeschreven. Gij zult mij vragen wie moeten wij dan kiezen voor Raadslid Ja I om die vraag te beantwoorden is met geen praatje te goed te maken, noch daar een algemeenen regel voor vast te stellen, doch ik voor mij zou U antwoorden le. Kies nooit Iemand die de ver- eischte bekwaamheden mist, alleeu voor het lidmaatschap van den Raad in aanmerking wil komen omdat hij een groote, goed gevulde portemonnaie heeft en alleen daarop baseert- Zoo iemand is bij al zijn domheid heerschzuchtig en zij zijn juist door hun bezit niet de ware belanghebbenden bij een goeden gang van zaken, zij hebben door hun bezit er geen belang bij dat de gemeente welvarend worde gemaakt. Zij zullen liever bedéélen als productief werk te laten verrichten (ten minste als zij daar niet le gierig voor zijn) daar degene die productieven arbeid verricht zijn loon heeft verdiend en daardoor on afhankelijk blijft van den kapitalist, ter wijl hij die bedeeld wordt, zich verbind en dankbaarheid verschuldigd is, waarvan door den kapitalist misbruik kan gemaakt worden. 2e. Kies nooit hen die door de een of andere macht van wege finantieeJe of mo«-eele afhankelijkheid kunnen worden beinvloed, zijnde zij in den Raad niet vrij in hun spreken, zij zullen slechts de spreektrompet zijn van dengene die in vloed op hen uitoefenen en dat zijn meestal zij die ik daar aanstonds onder le bedoelde, die zelfs soms geen zin hebbende Raadslid te zijn, hen die ik onder 2 noemde afvaardigen. Wie gij dan wel moet stemmen Ja 1 dat is al even moeilijk te zeggen. In het algemeen zou men kunnen ant woorden De elschen die aan een goed Raadslid gesteld zouden mogen worden zijn le. Dat hij strikt rechtvaardig zal zijn. 2e. Dat hij de belangen van de gemeen te zal behartigen naar zijn beste weten Dat hij zal zijn tegen alle uitgaven, die overbodig zijn of die waarvan het nut twijfelachtig is- Dat hij wake dat bij de uitvoering van werken ten laste van de gemeente steeds een gepaste zuinigheid worde in acht genomen, daarbij zorg dragende dat de zuinigheid de' wijsheid niet bedriege. Dat een billijke salarisregeling van de ambtenaren bij alle takken van gemeen tedienst worde gehandhaafd, bij dit alles rekening houdende met de draagkracht der ingezetenen zoodat nooit onnoodig Echo van

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1910 | | pagina 5