Nummer 5 Zondag 15 Januari 1911 34e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. "P ALJA 8 Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. BUITENLAND. België. FEUILLETON Rusland. Portugal. Engeland. Amerika. BINNENLAND. Telefoonnummer 38. Telegram-Adres ECHO. De Echo van het Zuiden, Waalwyksche en Ungstraatscle Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."ö. Franto per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden Uitgever. »an den UITGA VE AdvêrtbntiEn 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten, gesloten. Reclames 15 cent per regel. De slaking in de kolenmijuen. Het aantal stakers is weer toegenomen in het Luiker bekken bedraagt het thaus 12.274, te Seraing 7293, en te Herré 5246, d. i. te zamen 24.813 stakers. Verschillende teekeuen wijzen er op, dat de beweging zich nog verder zal uitbreiden, misschien wel een algemeene staking onder de Belgische mijuwerkers brengen zal- Dat is gisteren maar al te goed gebleken, toen de stakers in Luik een groote alge- meene vergadering in de open lucht hielden, waarbij de afgevaardigden Dejardiu en Troe- let verklaarden, dat alle vereenigingen (so cialistische een algemeene staking zouden afkondigen, wanneer de eischen der stakers bij het begin van de volgende week niet waren ingewilligd. Zij noemden het verder e n gelukkig feit, dat de publieke opinie met de stakers was en gaven hun afkeuring te kennen over de houding der patroons, die de nieuwe wet schenden. Gisteren hebben de afgevaardigden der stakers een langdurig onderhoud gehad met den minister van arbeid. Uit dit onderhoud bleek, dat de minister van plan is een on wettige verlenging van den werkdag tegen te gaan en de minister heeft gevraagd om hem elke inbreuk op de wet bekend te maken. Ook zal hij er op aandringen, dat de boeten met gematigdheid worden toege past en dat de urea voor de schafttijden de zelfde worden gelaten. Nog andere punten werden besproken, o.a. de werkverdeeliog volgens den ouderdom, bet beheer van de hulpkassen, enz. Naar men beweert waren de afgevaardig den der stakers hoogst tevreden over dit onderhoud met den minister van arbeid, die ook een bespreking met den voorzitter van het mijnensyodicaat heeft gehad. Belungrijke ontdekking in Delgisch-Kongo. Een uit een ecouomisch en industrieel oogpunt zeer belangrijke ontdekking is in Van „DE ECHO VAN'HET ZUIDEN.'' OF Jêefoeultoitw aau Deit Jêusveftjh<>t>awi! deo Belgischen Kongo gedaan, In net gebied van Ponthierville heeft men over eene uit gestrektheid ter grootte van de provincie Luxemburg een bijzondere steenlaag ontdekt van een gemiddelde dikte van 70 centimeter. Reeds door Stanley werd over deze steen soort gesproken, die sterk oliehoudend is, zoodat een aangestoken stuk uren lang blijft branden. De analyse heeft aangetoond, dat zij 230 liter olie per ton geeft. Deze olie geeft tienmaal meer warmte dan hout. Deze ontdekking f3 tevens van het grootste belang voor de Kongoleeeche spoorwegen en de scheepvaart. Tot-nu-toe werd voor de treinen en booten uitsluitend bont gebraikt. Daai op het hout echter zware belastingen drukken, werd er in den laatsten tijd aan gedacht met petroleum te gaan stoken, waar voor reeds een pijpleiding van Matadi naar Leopoldville werd gelegd. De nu gedane ontdekking wordt als van het grootste gewicht voor spoorwegen en scheepvaart beschouwd en men verwicht, dat reeds binnen het jaar de velden zullen ge- eëxploiteerd worden met een dagelijkscbe productie van tien ton. De ontdekte verduisteringen bij het Roode Krois omvatten reeds bijna drie kwart mil. Hoen gulden. Er zijn een vijftigtal personen in het schandaal betrokken. Een onderzoek naar de verzending van legerbehoeften gedurende den oorlog over den Trausbaikalspoorweg bracht verduiste ringen tot een bedrag van dertig millioen roebel aan het licht. Voor de variatie is een algemeene staking op de Portugeesche spoorwegen uitgebroken. En het is geen gekheid ook van de Por tugeesche ffCheminotB*, want reeds melden telegrammen, dat tal ran treinen door hen aangehouden zijn, dat zelfs de dienst met de internationale treinen gestaakt is moeten worden, dat er botsingen tnsschen stakers en werkwilligen hebben plaats gehad en dat in den postdienst voorzien moet worden door automobielen. Het gistte al lang onder de spoorweg beambten, en herhaaldelijk zijn al partieele stakingen voorgekomen. De directie is den stakers al op enkele punten tegemoetgeko men, doch zij kwamen telkens met nieuwe eischen, o a. omtrent een achturigen werk dag en loonsverhooging, waarop de directie ten slotte niet meer kou ingaan. Aanvankelijk schijnen de stakers van plan geweest te zijn zich niet te verzetten tegen het laten loopen van de internationale trei nen, om moeielijkheden met het buiteuland te voorkomen. Doch ten slotte hebben zij dit bezwaar opzij gezet en zoogenaamd om ongelukken te voorkomen ook het vertrek vau die treinen onmogelijk gemaakt. Ernstige gevechten te Uombay. Ernstige vechtpartijen hadden pisteren te Bombay (E. I.) plaats tusschen Schiïetische en Sunietische Mohamedanen tijdens het Moeharem-feest. Nadat een ernstig gevecht had plaatsge had, kwamen de troepen tusschenbeide en moesten van hun vuurwapens gebruik maken. Achttien personen werden gedood, vier- en-twintig gewond. Het rapport van de fortificatie-commissie dat aan Taft's Boodschap in zake het Pana ma-Kanaal is toegevoegd, schat de kosten der versterking van het Kanaal op 12.500.000 dollars. Het adviseert, dat. de bewapening te Panama zal bestaan uit acht 14-duims kanonnen, twaalf 6-duims kanonnen en vier-eu-twintig 11-duims mortieren. Het garnizoen moet in vredestijd bestaan uit 12 compagnies kust—artilJevie, 4 regimenten iufanterie, 1 bataljon eskadron cavallerie. veld—artillerie en 1 Verstrekking van grond aan landarbeiders. Men weet dat de Staatscommissie voor den Landbouw, ingesteld bij Koninklijk Be sluit van 23 Juni 1906, in October 1909 een lijvig rapport, met voorstellen, betreffende den economischen toestand der landarbeiders in ous land beeft uitgebracht. Een der voorname hoofdstukken van dit rapport behandelde oitvoerig het vraagstuk de,r verstrekking van grond aan landarbei ders bevordering dus *an klein grondbezit. Naar wij vernemen is thaus gereed ge komen een ontwerp van wet, met memorie van toelichting, dat als titel draagtVer krijging door landarbeiders van woning met land in eigendom of van los land in pacht. Het mag gezegd dat de directie van den landbouw deze zaak vlug heeft ter hand genomen en in een wetsvoorstel belichaamd. Ten aanzien van dit ontwerp zal in de eerste plaats het oordeel worden ingewonnen van hooger genoemde commissie, wellicht ook van eenige andere deskundige lichamen. Niet ondienstig is 't hier nog eens zetr in 't kort weet te geven tot welk inzicht de meergenoemde Staatscommissie op het stuk van verstrekking van grond aan land arbeiders is gekomen. De zienswijze is, dat verstrekking van grond en van grondcrediet aan landarbeiders wettelijk en onder Staatstoezicht behoort te worden geregeld. De Staatshulp moet er op zijn gelicht, om de landarbeiders in staat te stellen zich een arbeidersplaatsje of wel een los arbeidersperceel te verschaffen, dat hun niet verhindert hun arbeid in loondienst te besteden en waardoor zij inkomsten als aau- vulling van hun loon kunnen genieten. Ten aanzien van een arbeidersplaatsje behoort naar het oordeel der commissie aan eigendom de voorkeur te worden gegeven ten aanzien van een los arbeidersperceel aan pacht. De verkrijging van grond dient zooveel mogelijk plaats te hebben langs den gewo nen contractueelen wegbij verkrijging in eigendom met financieele hulp. Verder gewaagd de commissie in haar resumé van plaatselijke vereenigingen vennootschappen of stichtingen, die uitslui tend in het belang van de uitgifte van grond en het verleenen van grondcrediet aan land arbeiders moeten werkzaam zijn/ Bij ontstentenis dezer lichamen zou de commissie B. en W. willen zien aangewezen om aan de arbeiders het gevraagde mits aan de wettelijke eischen zij voldaan te verschaffen. Indien noodig moet van een vereenvoudigd onleigeningsrecht kunnen wor- eeu gebruik gemaakt. En eindelijk zou aan de genoemde lichamen van Staatswege de gelegenheid moeten worden verschaft, den arbeiders gemakkelijk en goedkoop grond crediet te verleeneD, waarvan de rentebeta ling en aflossing zoo billijk mogelijk moeten worden geregeld. 8 (N. Cl.) Een Duitseh oordeel over onze Marine. In de Marine-Ruudechau afleveiirtg De cember 1910, komt voor een zeer gedetailleer de en juiste beschrijving van de marine mano»uvers, gehouden in 1909 in de stelling van Den Helder. Waar dit orgaan beschouwd wordt als het oorgaau van de Duitsche admiraliteit, is het Diet van belang ontbloot het oordeel over deze manoeuvres, iu wijder kring be kend te doen zijn. Aan het slot zegt de zaakkuudige schrijver zrZijn deze manoevres wier grootsche op zet niet steeds in overeenstemming was met het voorhanden materieel, bijzonder inte ressant wegens de denkbeelden die de grond slag vormden, zij geven ook aanleiding lot een reeks van feiten op zich zelf, die ge tuigen van een doelbewuste wijze van wer ken in de Nederlandsche marine. In de eerste plaats vestigen wij de aan dacht op de navigatie, zoowel van de schepen als van de torpedobooten. Zoowel overdag als 's nachts is gedurende 8 dagen door de voor deze gelegenheid te zamen gebrachte schepen en torpedobooten meest tijdens slecht weer, in de nauwe vaarwaters, op de wijze zooals dat in oorlogstijd zal moeten geschie den, gemanoeuvreerd zonder dat eenige averij van belang voorkwam een omstandigheid die pleit voor de goede zeemansvorming van den Nederlandschen zeeofficier.Als men ver der het torpedoboolmaterieel beschouwt en daarbij nagaat welke prestaties deze kleine vaartuigen te zien gaven, dan komt zeer veel lof toe aan hen, die zonder torpedoja ger*, kruisers of scoust, geheel op zich zelf aangewezen, het commando voerden. Ook het optreden van de onderzee-boot, die ge heel op zich zelf aangewezen, en geheel zonder begeleiding werkte, getnigt van de degelijke oefening in dit nog jonge wapen. Alles te zamen genomen kan men Z'ggeD, dat uit deze oefeningen een fri*scbe, vooruit strevende geest spreekt, welke zich reeds liet binden door het beklemmende van de aanwezige verhoudingen en die in overeen stemming met de geschiedenis van het land, den waardigen iudiuk vestigt, dat Holland een inbreuk op zijn neutraliteit krachtig zal beetrijdsn en hiertoe ook in staat is. Terugroeping van dr. Grisanti. Naar aan de ffVo8sisehe Zeituug" wordt medegedeeld, is dr. Grisanti, de Veuezolaan- sche gezant te 's-Gravenhage, die ook te Parijs geaccrediteerd was, teruggeroepen. Deze terugroeping zou vermoedelijk veroor zaakt zijn door de mislukking van de po gingen van dr. Grisanti, om de diplomatieke betrekkingen tnsschen Frankrijk en Venezuela 151.) Paljas bleef daar nog eenige stonden als aan den grond genageld staan voor die zware ge- slotene poort, die toegegrendeld was gelijk de poort eener gevangenis voor dieB hoogen arduinen muur gansch zwart geworden door een paar eeuwen en die veel gelijkenis hadden met de muren van een versterkt kasteel. Hij bleef echter bij zijn voornemenhij wilde zijno vrouw en zijne dochter omhelzen en terug in het bezit komen van zijn goed. Hoe? dat wist hij nog niet. Zou hij de gelegenheid te baat nemen als zij uitgingen ofwel in die woniDg binnen dringen om haar op te lichten Moeilijkheden Oh 1 dacht hij, ik heb er ai andere overwonnen... Nu dat ik mijn doel bijna bereikt heb, valt er niet meer achter uit te deinzen. Alles schijnt mij overigens te begunstigen. Ik ben al van Rollac at en boef mij slechts om Jacqnes alleen te bekommeren. Als er hem maar niets overkomt 1 Bah 1 bij is in goede handen, die Dame van Versailles schijnt eene goedhartige vrouw te wezen zij heeft het kind heel lief gevonden en zal hem wel bewaken bet zal toch maar eenige dagen dnren. Heb moed, Belphégor, heb moed 1 Paljas had graag nog wat vertoefd in de rue de la Cérisaie om de terugkomst van Ma deleine af te wachten en haar nog eens weer te zien al was het maar een oogenblik Maar zou hij zich kunnen bedwingen Zou hij zich aan geene nieuwe onvoorzichtigheid blootstellen Komaan, zegde hij, wij moeten redelijk zijn. Ik weet nu omtrent alles wat ik weten moest en wilde Ik zal er niets bij winnen met hier langer te blijven schilderen en mis schien nog eene ontdekking opdoen. Hij besloot huiswaarts te keeren. 't is te zeggen. Daar de eenvoudige afspanning, in de rue du Prévöt, waar hij voorloopig zijn iDtrek had genomen. Daar, alleen in zijne kamer, bagon hij op zijn gemak na te denken over hetgeen hem te doen stond. Hij bedacht verscheidene plannen. Hetgeen hem eerst het gemakkelijkst voor kwam, was het oogenblik af te wachten dat Madeleine zou uitgaan en de gelegenheid zoe ken om haar aan te spreken. Maar hij voorzag dadelijk dat znlks misschien onmogelijk was. Madeleine en de kleine Jeanne gingen waarschijnlijk nooit dan per koets uit en als zij te voet gingen wandelen dan waren zij zeker gevolgd door eenen of meer dienBt knechten om haar te dienen eD over haar te waken. Die gunstige gelegenheid zou dus waar schijnlijk niet haastig komen en daarbij was het te vreezen dat eene ontmoeting cp straat opspraak zou verwekken en daarvan hield hij niet. Belphégor begon dan de andere zijde van het raadsel na te zien. In de woDiDg dringen was niet gemakkelijk Zeker zou het hem niet moeilijk wezen over den munr te klimmen, vooral over den hofmnnr die juist op een klein verlaten straatje uit zag, (hy had nauwkeurig alles afgekeken, gelijk een spion die den zwakken kant eener versterking zoekt) maar wat zou hij achter den muur vinden? Daar zouden eerst de groote moeilijkheden oprijzengegrendelde denren, misschien wolvenyzers, misschien wachthonden die door hnn geblaf zijne tegen woordigheid zouden verraden en misschien dnchtig in de beenen bijten. En dan, indien bij niet slaagde, dan stelde hy zich bloot als een gewone dief bij den kraag gepakt en aan het gerecht overgeleverd te worden. Wat zou het hem dan baten die zuiverheid zijner inzichten te doen gelden, te zeggen dat hij een echtgenoot, een vader is, die een bezoek wilde brengen aan zijne vrouw en zijn kind omhelzen. Men zou hem antwoorden «poging tot diefstal met inklimmiug en inbraak.'' Oh.' het gerecht 1 Brr.r... Dit woord alleen deed hem yzen. Hij bad er reeds bennis mede gemaakt te Bordeaux en hy wist bij onder vinding, dat het gerecht niet teeder is voor den geringen man, wanneer de schijn tegen hem is, en dat zijne beschuldigers rijke, machtige heeren zijn, die er alle belang bij hebben hem in 't verderf te storteD. Neen, waarachtig, dat middel was te ge vaarlijk. Er bleef nog een derde middel over en dit was veel eenvoudiger dan de twee anderen. In vollen dag, zonder complimenten maar recht langs de poort binnen te gaan. Hoe bad Belphégor daaraan niet eerder gedacht, in plaats van alle mogelijke planneD op te timmeren? Hij lachte zelf met zijne dwaasheid en ver weet zich zeiven zoolang naar den bekenden weg te hebben gezocht. Wel, Wel 1 wat zijt gij toch een ezel, mijn arme Paljas 1 dacht hij. Het hotel de Montbazon is immers geen klooster of geene gevangenis of geene versterking. Men kan er vrij binnengaan gelijk in een ander huis en daarom moet men zelf geen edelman zijn men kan denken dat ik eene gunst kom vragen of dat ik een advokaat of een klerk of een bode of eeD leverancfer ten.. En waarom zou ik dat niet kUBnen zijn?... Maar onder welke hoedanigheid zal ik mij aanbieden? En hier rezen wederom moeilijkheden op. Men zal mij niet verder laten komen dan den gang, de keuken of de spreekkamer. Bij die groote leden moet men kruis en lint hebben om binnen te geraken. Ik zal daar op eenen hoop lompe, onbeleefde dienaars loopen die mij linksch zollen aankijken en vragen: «Wie zijt gij? Wat verlangt gij?..- En daai mee uit!... Het zal mij misschien zelf niet mogelijk zijn den heer hertog te spreken... En laat ons nu eens veronderstellen dat ik bij hem binnengeleid worde, wat zal ik aan den hertog vertellen? Ik heb immerB met hem geen uitstaans maar wel met mijne vrouw. Indien ik hem zoo ineens vlakaf eg «ik heet Belphégor, ik ben de beroomde Belphégor, en heb de eer uw aangetrouwde kleinzoon te zijo" dan zal ik zeker Biecht ontvangen worden... Hoe drommels zal ik tot bij Madeleine geraken Kon ik mij nog in een vrouw verkleeden?,... Neen dat zou niet gaan... Laat odb ernstig wezen en nadenken. Ik ben er eindelijk binneDgeraakt dat iB eene veronderstelling wat zal ik aanvangen?.., Indien ik mij bekend maak, dan vlieg ik aanstonds de deur uit... ik protesteer men beleedigt mij ik verdedig my en krijg klop, ik sla terug en wordt naar de gevan genis geleid. Indien ik mij doe doorgaan voor hetgeen ik niet ben, dan zendt men mij naar den rentmeester, den majordoom of deD opperkok dat is ook juist de weg niet om bij Madeleine te geraken en dan zal men mij niet toelaten laog in het hotel te vertoeven. Dan valt bet nog te zien of ik mijne rol goed zou vervullen en mij zelve aan de galg niet zou praten, anders wordt ik als een ziDDelooze de dear uitgejaagd... Sapristi!... wat is het toch moeilijk en nochtans moet 't gebeuren!... Paljas zat met het hoofd tusschen de handen na te denken. Na eenige oogenblikken herbegon bij Ja. dat is een goed gedacht... Ik zal zeggen dat ik een boodschap heb van den ridder... Eene dringende, gewichtige boodschap die ik slechts aan den hertog alleen mag af geven, in tegenwoordigheid zijner kleindochter. Men zal mij ongetwijfeld ontvangen en de hondiDg van Madeleine zal mij dan genoegzaam aanduiden wat ik moet doen. Maar, wat zal die boodschap bevatten om tenminste waar schijnlijk te wezen Laat ons de brief wisseling van den ridder eens eventjes onder zoeken... Belphégor baalde de portefeuille uit zijn zak welke bij Lavarennes ontnomen bad en door snuffelde aandachtig den inhoud. Eerst vond hij daar papieren van den echten Rollac en onder ander, ook een ofüciersbrevet. Daarenboven vond hy daar ook in en dat was meer belangrijk, de brieven van M. de Montbazon, betrekking hebbende op de zending waarmede de valsche Rollac gelast was. Paljas, die dit alles, eene eerste maal slechts doorloopen had, begon het nu aandachtig te doorlezen .Verwaarloos niets om u van dien goochelaar te ontmakeu,ik laat u volkomen vrij..." Ohl hij heeft ook Diets verwaarloosd, mijnheer de ridder 1... «Biedt hem een aanzienlijke som aan en. als bet moet, laat hem dan toe zelf den prys vast te stellen... Dank u voor nwg grootmoedigheid, heer hertog, van nw geld moet ik het niet hebben..." De koppig heid van dien dorper is onbegrijpelijk en zyn weerstand dunrt waarlijk langer dan ik ver wacht bad, er moet nochtans een einde aan komen Kyk 1 mynheer wordt ongeduldig „Ik ben overtuigd, dat indien mijne klein, dochter heel zeker was dat Belphégor niet meer zou weerkeeren, zij ongetwijfeld van handelwijze zou veranderen...." Madeleine had zich dus naar zijnen ziD nog niet ge schikt? Dat is goed om te weten Wat is dat papier?... Ah I het mandaat dat tegen mij te Rouaan werd uitgevaardigd 1 «Wij, enz.enz., geven mandaat aan den heer ridder de Rollac enz., enz., den genaamden Belphégor, gezegd Paljas, aan te houden en in te Bchepen aan boord van het eerBte schip dat naar Amerika vertrekt of naar een ander verafgelegen land..." Dat is waarlijk lief mij zoo gratis eene groote schoone reis te laten doeD Ik wil waarachtig dit mandaat bewaren om het in eene lyst te doen zetten.,.. Laatste brief van den heer hertog «Ik wensch u geluk over het volslagen welgelukken uwer onderneming (oh oh niet zoo... haastig.) Ik brand van ongeduld met u bennis te make* en u mijne dankbaarheid te betuigen..." Mot D kennis temaken... Ja, dat staat er in volle letters. De hertog beeft zijnen afgezant dus nooit gezien Inderdaad, mij dnnkt dat ik gisteren in die correspondentie een brief gezien heb van zekeren graaf Castel-Blaney die aankon digde dat hij Madeleine te Saintes zou af wachten om haar naar haren grootvader te vergezellen, terwijl M. de Rollac te Angouleme zon blyven om zich uitsluitend met mij bezig te houdenAhmnar, indien de hertog eii de ridder malkander nooit hebben gezien.. Oh welk een inval (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1