Nummer 21. Zondag 12 Maart 1911. Tweede Blad Gemeenteraadsvergadering. 34c Jtfarg Stal-verbetering. Dinsdagavond werd iD het café van Mej. Wed. W. van Falier te Vlijmen door den Weled- Heer Struif, zuivelcon- sulent te Breda op verzoek van de Ge zondheidscommissie in het district Heus- den eene lezing gehouden over stal- verbetering. De Weled. Heer H. Prinsen, voorzitter dier commissie, leidde in zijn openingswoord den spreker bij de ver gadering in en gaf mede eene korte verklaring, waarom de gezondheidscom missie, in navolging van andere commis- sien de bespreking van de stal-verbetering voor deze gemeente, de grootste plaats uit haar district, had aan de erde gesteld, eene bespreking, welke, naar hij hoopte, in de toekomst ook door een stalwedstrijd zou mogen gevolgd worden. De heer Struif thans aan het woord gekomen begon zijne voordracht met als het voornaamste gebrek der stallen, welke hier en elders in Noord-Brabant, meer bepaald in de zandstreken worden aangetroffen, te noemen de onzindelijk heidwelke er in heerschte en oorzaak was, dat in die stallen tal van bacteriën welig voortwoekerden. En onder die bacteriën zijn er vele, die schadelijk zijn voor het vee. Wordt in zulke stallen eene tuberculose koe gebracht, dan gaat de besmetting gemakkelijk op de andere dieren over. Vele kal'erziekten, welke bij het mesten van kalveren optreden en zoovele van die beestjes doen sneu velen, moesten mede aan die schadelijke bacteriën geweten worden. En als je eenmaal de oorzaak van die ziekten in den stal hebt, gaat ze er dan maar uit halen. Dat is nagenoeg onmogelijk zei spreker. Ook het verwerpen der dieren, uierziekten, meestal toegeschreven aan tocht, maar in weikelijkheid veelal het gevolg van besmetting en dan ook in onzindelijke stallen veel vaker optredende dan in zindelijke, huidziekten, klauwver- iweringen, enz. worden mede veroor zaakt door die ziekteverwekkende bac teriën. Verder voerden die slechten onzindelijke stallen noodzakelijk tot ver zwakking van het vee, dat er iD huisde, zoodat de dieren in zulk een ongezonde omgeving allengs minder weerstandsver mogen kregen en veel vatbaarder werden voor allerlei ziekten. Ziedaar, zei de heer Struif, de groote schaduwzijden van jullie onzindelijke potstallen- Maar ook voor de volksgezondheid schuilt er gevaar in die stallen. Waar de gier hier toch niet doelmatig bewaard wordt, maar gelegen heid krijgt in den grond weg te zakkeo, daar behoort het gansch niet tot de onmogelijkheden, dat ook een een ge deelte in den drinkwaterput belandt En tiu moge ook al een glas of wat van dat smakelijke water voor volwassenen niet direct zoo schadelijk zijn, voor de kindereu is het dat toch zeker wel. Een ander gevolg van die vuile stallen is, dat de melk, welke er gewonnen wordt van slechte hoedanigheid is en evenzoo de producten, welke er uit gemaakt worden. Op de eerste plaats deugt dus de melk niet, en zoo deze voor de con sumptie bestemd is, wordt zij de oorzaak dat de gebruikers, speciaal weer de kin deren aan wie de melk hoofdzakelijk gegeven wordt, in hunne gezondheid benadeeld worden. De groote sterfte in de zuidelijke provinciën is voor een groot gedeelte te wijten aan de onzuivere melk. De boeren hebben dus in dit opzicht eene groote verantwoordelijkheid. Is de melk niet goed, zoo kan dit ook gezegd worden van de daaruit bereide producten Over haar bereiding, zei de heer Struif, behoeft hier niet gesproken te worden, bij het bestaan van zulke stallen kan de melk niet geschikt zijn om er vette kaas uit te maken. Maar ook de boter uit ondeugdelijke melk gekarnd kan nooit fijn zijn en men kan er dus nooit den hoogsten prijs voor verkrijgen. Vooreen dertigtal jaren ging de boter van onze boerderijen voor goeden prijs weg, maar door knoeierijen in den handel en ook, doordat de boeren niet met hun tijd mee gingen, daalden de prijzen zeer. Gelukkig werden verbeteringen in de zuivelberei ding gebracht en maatregelen tegen bedrog genomen om een goed gedeelte van het verloren terrein en goeden naam doen herwinnen, maar wij moeten er op bedacht zijn ook in de toekomst onzen naam op het gebied der zuivelbereiding hoog te houden. En dat is te meer noodig nu uit groote landen, welke vroeger aan geen boter- export deden, groote massa's boter op J wereldmarkt worden aangevoerd. Siberië en Australië o.a. brengen millioenen kilo's aan de markt- Die boter kan evenwel, omdat zij zoolang onderweg is nooit van prima kwaliteit zijn, maar daarom juist moeten wij, die zooveel dichter bij Londen zitten, er steeds op uit zijn daar eerste soort boter te leveren. Zulk soort boter zal altijd wel goede prijzen kunnen maken, maar brengen wij 2e, 3e of 4e soort boter aan de markt dan moeten wij concurreeren met ge noemde landen, in eene klasse dus, waar bij den machtig hoogen aanvoer geeD hooge prijzen te bedingen vallen. Sturen we slechte boter, dan krijgt Holland een slechten naam, worden alle prijzen van de in ons land gemaakte boter gedrukt- Onze stallen kleven nog meer gebreken aan. Zij zijn dikwijls veel te vochtig, een gevolg van de gewoonte om ze als het ware in een kuil te bouwen, zoodat het water uit de omgeving er naar toe vloeit. Is nu eene vochtige, klamme omgeving nadeelig voor de gezondheid van den mensch, voor het dier schaadt zij evenzeer. En wat te zeggen van de kwalijkriekende geuren, welke de atmos feer in onze stallen vaak verpesten. Kan dit goed zijn voor de dieren, voor de melk Een allergrootst gebrek van de potstallen is, dat ze veel te donker zijn. Een enkel raampje, soms nog met een laag stof bedekt, laat zeer spaarzaam het daglicht door. We weten allen bij ervaring, hoe planten bij onvoldoende belichting kwijnen, wij merken op, dat de planten in eene kamer geplaatst stengels en bladeren naar het licht keeren. De plant heeft dus licht noodig voor haar groei, maai ook voor eene koe is het licht onontbeerlijk voor haar gezondheid. Het licht is bovendien een bestrijdingsmiddel der ziektekiemen in den stal, een kosteloos nog wel. En als de stal goed verlicht is, zal de boer er eer om denken deze zindelijk te houden, omdat de onreinheden dan beter in het oog vallen. Ook de gebreken aan het vee worden door den eigenaar dan spoedig ontdekt. Ook omtrent de temperatuur in onze stallen valt wel het een en ander te zeggen. In den zomer is het er door gaans een weinig te warm, wat evenwel niet zoo erg is. Maar in den winter is het er in den regel koud, wat een ver minderde melkgift tengevolge heeft of den boer noopt straffer te voederen om aan de hoeveelheid melk te kunnen blijven De boeren kunnen hier zelf hun berekening wel eens maken. Die verminderde melkopbrengst wordt vooral duidelijk geconstateerd aan de zuivel fabrieken, waar een paar dagen na eenige temperatuurdaling soms honderden kilo's melk minder ontvangen worden. Er moet ook gezorgd worden voor betere ventilatie zoodat de bedorven lucht in de stallen vei vangen wordt door de frissch gezonde buitenlucht. En hoe is het met de zolders gesteld. Ja, die zijn vaak al heel primitief ingericht. Over een paar schoorbalken eenige sparren, waarvan reusachtige spinnewebben, zwaar van stof, haast op de dieren afhangende dieren dientengevolge dik bepoeierd met stof en het opgetaschte hooi bedorven door de opstijgende dampen en gassen. Zulke goedkoope zolders blijken dan ook weer buitengewoon duur te zijn. En met de huidverpleging wordt het in de potstallen ook niet erg veel rekening gehouden. Zoo nu en dan strijkt men eens met den bezem langs het dier en toch hoe zindelijker het beest gehouden wordt, hoe gezonder het is, hoe beter het groeit en hoe meer melk het geeft. Voor het opfokken an jong vee deugt zoo'n stal in het geheel niet. Het jonge kalf moet in een hoekje van den stal, onderworpen aan de kansen van be smetting. zijne prilste jeugd slijten.; het kalf hoort evenwel niet in zoo'n stal thuis, maar moet in eene frissche ruimte opgroeien- (Wordt vervolgd.) Een overzicht der advertentiekolom men zal U doen zien dat, steeds meer en meer voor H.H Adverteerders een druk gebruik gemaakt wordt van ons blad. Probeer U eens met eene kleine ad vertentie a 25 cent, zoo U Personeel noodig heeft voor uw Fabriek, Magazijn of indien Mevrouw eene Dienstbode zoekt. KAATSHEUVEL. Openbare vergadering van den ge meenteraad op Vrijdag 10 Maart 1911, des voormiddags ten half tien uur. Voorzitter de E.Achtb hr. v. Besouw. Ongeveer kwart voor tien uur opent de Voorzitter de vergadering. Aanwezig de heeren Verster, Roestenberg, van Kuijk, Lombarts, Rijken, v. d- Heuvel, Elias, de Bresser, van Beurden, Hessel mans, van Dortmond en Teulingsaf wezig het lid Daleu- De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen ea onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1. Schrijven van den heer A. Kem perman, benoemd onderwijzer aan de school in den Berkdijk. Voorzitter. De hr. Kemperman schrijft dat hij zijne benoeming in dank voor het in hem gestelde vertrouwen aan neemt en op 16 Maart in dienst zal tre den. Hij heeft echter nog geen woning kunnen krijgen en daarom verzocht hij uitstel van het bepaalde in art. 16 van de verordening voor onderwijzers om schreven. Mij dunkt, daar kan geen bezwaar tegen bestaan Wij kunnen hem nu niet forceeren, maar we zullen hem berich ten dat hij, zoodra er gelegenheid is, zich hier moet vestigen, De Bresser. Van Dommelen had daar voor ook vergunning gekregen, maar werd hier toch in de belasting aangeslaan. Voorzitter. Natuurlijk, dat wordt Kem perman ook gedaan, hij is hier amb tenaar. Wordt goedgevonden. 2. Af- en overschrijving op de be grooting voor het dienstjaar 1910. Voorzitter. Enkele posten zooals het aanschaffen van boekwerken voor de openbare scholen, onderhoud van het raadhuis dat opnieuw is geschilderd, on derhoud kazerne waarvan het dak is hernieuwd moeten worden, beplantingen het uitbetalen van coupons die achter gebleven waren en het aantal krankzin nigen dat is toegenomen, zijn over schreden. Het bedrag daarvan kan weer op andere posten waar overschot op bleek te bestaan, zooals drukwerken, reis- en verblijfkosten, salaris van on derwijzers, en onderhoud van scholen, worden afgeschreven. Wordt goedgevonden aldus te doen Voorzitter. In een vorige vergadering is er op gewezen dat De Nijs, die het Ziekenhuisje bewoont, genoeg verdien sten heeft, om eenige huur te be talen. Nu moet de raad bepalen hoe groot die huur zal moeten bedragen. De Bresser. Het behoeft toch zeker geen hooge huur te zijn. Voorzitter. Neen, want het is nogal ver achteraf gelegen 60 of 70 ct. per week zal m i. wel hoog genoeg zijn. Van Beurden. 50 cent is voldoende. De Bresser. 't Is een dubbelhuis. Voorzitter Ja, maar u moet wel in aanmerking nemen dat hij de helft steeds beschikbaar moet stellen. Maar laten wij dan vaststellen dat hij voortaan 50 cent huur per week zal moeten betalen. Aldus wordt besloten. Voorzitter. Een vorig jaar is er voor de samenstelling van den Hoofd. Omslag een commissie benoemd die zich met zeer veel vlijt van die taak heeft ge kweten- Ik wenschte ook voor dit jaar weer een commissie benoemd te zien. Verleden jaar bestond de commissie uit de heeren Hesselmans, van den Heuvel, de Bresser en Roestenberg. Bij stemming verkrijgen de heeren v. d Heuvel 9, Roestenberg 8. de Bres ser 9, van Dortmond 6, Rijken 2, van Beurden 3 en Hesselmans 6 stemmen, zoodat zijn gekozen de heeren van den Heuvel, Roestenberg en de Bresser, terwijl herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren van Dortmond en Hesselmans. De uitslag hiervan was dat gekozen werd de heer van Dortmond met 6 stemmen. 3. Schrijven van Ged. Staten. De heer Daleu komt ter vergadering. Voorzitter. Van Ged. Staten is een schrijven ingekomen waarin zij berichten dat zij de geld'ee.-ning, groot f 85 000, noodig voor een te bouwen gasfabriek vooralsnog niet kunnen goedkeuren. Ook aan de plaats waar de fabriek zal worden gebouwd, de Katteristeeg, kunnen zij vooralsnog niet hunne goedkeuring verleenen. Ged. Staten verzoeken deze twee zaken nog eens nader te willen on derzoeken en ook of Loon op Zand niet aanstonds kan worden aangesloten. Ged. Staten zeggen dat in Loonopzand een onderzoek is ingesteld naar het petroleum verbruik en dat is gebleken van dien aard te zijn dat aansluiting wel rendabel zal werken. Zij begrijpen daarom ook niet dat met aansluiting van Loonopzand gewacht moet worden totdat gebleken zal zijn dat voor Kaatsheuvel de tabriek rendabel werkt. Ook in verband met de aansluiting van Loonopzand achten Ged. Staten de plaats in de Kattensteeg niet gewenscht. Vooral ook voor wat betrelt de aanvoer van steenkolen en de afzet van neven- stoffen achten Ged. Stalen den Horst beter gelegen. Men heeft op den Horst gemakkelijker, voordeeliger en zekerder aanvoer van steenkolen. Bovendien is de fabriek daar gelegen aan een harden weg, de grond is er goedkooper en hooger, wat volgens Ged- Staten niet uit het oog mag worden verloren. Bo vendien is aan Ged. Staten de verzekering gegeven dat de Tramweg-Maatschappij bereid is om een contract aan te gaaD, desgewenscht voor een reeks van jaren en wel voor 35 cent de 1000 K.G. Gaat men de fabriek in de Kattensteeg bouwen, dan moet men de steenkolen aangevoerd krijgen door voerlieden per kar en za' men daardoor spoedig over moeten gaan tot het verharden van den weg en dat nog wel over een weg die voor het grootste gedeelte op het grond gebied van de gemeente Sprang is ge legen. Bouwt men de fabriek op den Horst dan is deze gelegen in het mid delpunt als men Vrijh.-Cappel ook laa* aansluiten en zal Loonopzand ook niet behoeven te worden verdrongen Ged. Staten verzoeken daarom deze zaken nog eens goed onder de oogen te zien en om een afschrift van het verhandelde, alsmede een afschrift van het rapport van den heer Van Mierlo. Voorzitter. Ik wil alleen zeggen dat destijds door B. en W. aan de tram maatschappij prijsopgaaf is gevraagd voor het vervoer van steenkolen voor de te bouwen gasfabriek en 't verwondert mij nu te moeten hooren, dat Ged. Staten schrijven, dat de Maatschappij genegen is het vervoer te doen de helft goed kooper als wij iu de Memorie van toe lichting hebben opgegeven. Dat is juist alsof wij daar een flater mee gemaakt hebben of de schijn op ons laden het te hoog "te hebben opgegeven. Om aan te toonen dat wij de waar heid hebben geschreven en juist in de memorie hebben gezegd wat ons is ge schreven, geef ik hier voorlezing van den brief der Maatschappij, ons 20 October geschreven. De directie der tramweg-maatschappij bericht daarin dat door haar de kosten van aanleg voor een zijlijn niet kunnen worden gedragen. Wat de vracht be treft rekenen zij vanaf Waalwijk voor 1000 K G. 70 cent en vanaf Tilburg 88' 'a cent met inbegrip van overladen. De directie beveelt nog aan het vervoer geheel over Waalwijk te doen plaats hebben. Voor deD winter kon men dan wel voorraad genoeg nemen Op 7 Februari heeft de directie naar aanleiding van een schrijven van ons nog eens geschreven dat zij haar tarie ven niet minder kan stellen als door haar op 26 October was opgegeven. Wel zouden de tarieven iets minder worden wanneer een grooter quantum vervoerd moet worden- Hesselmans. Dat is dus de helft meer. Van den Heuvel In de vergadering van 3 December heb ik gezegd, dat de directie mij de toezegging had gedaan, dat ze voor f4.wel bereid zou zijn, dat ze 't zelfs nog wel iets minder zou doen. Ik vroeg haar om het voor f3.50 te doen, doch die toezegging kreeg ik niet. Dat de maatschappij nu niet meer zoo toeschietelijk is kan ik zeer goed begrijpen. Ze is genegeerd, ja, ik durf stouter spreken, ze is unfair behandeld. Maar ik oordeel nog steeds dat men in relatie had moeten treden, een goed woord vindt steeds een goede plaats. Benoem een deputatie om met de Maatschappij te onderhandelen, als u wil met mij of zonder mtj. Ik zeg met of zonder mij, omdat ik nog steeds be reid gevonden zal worden om voor de goede zaak te werken. Ik zeg dit voorts nu niet om de tram te verdedigen of om de voerlui een hak te zetten, maar omdat wij plaatselijk goede condities met de tramweg-maat schappij kunnen stellen en aan zoo'n lichaam een betere houvast hebben dan aan een simpele voerman, die kunnen ons dien waarborg die een tramweg maatschappij geeft, niet geven. Ik herhaal het nog eens, ik zeg dit alles niet om de tram te verdedigen, maar om het esseutieele. Ik heb dit alles niet laten onderschrijven omdat het op Zondag was toen ik deze inlichtingen ben gaan vragen in de meening dat het Maandag vergadering zou zijn- Maar ik zeg nog eens, is de maatschappij niet meer zoo toeschietelijk ik kan het begrijpen, als ik tra.nbestuur moest heeten dan zou ik er ook niet voor te vinden zijn. Van Beurden. Mijnheer de Voorzitter Ik heb van de officieele stukken, die ter visie hebben gelegen, kennis genomen en wensch die even te weerleggen. Met een gevoel van verbazing en tevens van teleurstelling heb ik kennis genomen van het schrijven van Ged. Staten waarin dit college de redenen ontwikkelt waarom het zegt vooralsnog niet te kunnen goedkeuren de besluiten van onzen raad tot het aangaan eener geldleening van f 85,000 tot den aankoop van grond voor den bouw eener steen- kolengasfabriek aan de Kattensteeg. Ik zeg, dat ik van den inhoud van dit schrijven heb kennis genomen met een gevoel van verbazing en van teleurstelling tevens. Vooreerst met een gevoel van ver bazing. Het college van Ged. Staten toch moest weten, dat het hier bedoelde tot tweemaal toe genomen raadsbesluit niets anders beoogt dan het stichten van een zuiver gemeentelijk bedrijf, waar omtrent de volkomen zekerheid bestaat dat het niet alleen de rente en aflossing van het geleende kapitaal zal afwerpen doch bovendien nog winst zal opleveren. Desniettegenstaande voert meer ge noemd college in zijn schrijven bedenkin gen en bezwaren aan tegen ons besluit welke van dien aard zijn, dat, wordt dien ove eenkomstig gehandeld, de ren tabiliteit van het bedrijf op zijn zachtst genomen onzeker wordt. Doch wat mij bij kennisname van meer genoemd schrijven van Ged. Staten heeft teleurgesteld, is het feit, dat boven dien te Loonopzand Heeren gevonden worden, die niet geaarzeld hebben aan genoemd college onwaarheden te zeggen die blijkbaar grooten invloed hebben uitgeoefend op de weigering van meer genoemd college om vooralsnog de be sluiten van onzen Raad goed te keuren. Van den Heuvel. Onwaarheden gezegd, dat.... Voorzitter. Als je blieft niet iemand in de reden vallen Van Beurden. Dat dit inderdaad zoo is, hebben wij uit het zooeven voorge lezen schrijven van den Directeur der trammaatschappij vernomen. De bedenkingen dan door het college van Ged. Staten aangevoerd zijn tweeder lei. Vooreerst die waar de fabriek zal worden opgerichtvervolgens die welke betrekking hebben op de aansluiting van Loonopzand. Aangaande het eerst genoemde punt vermeldt het schrijven van het college der Ged, Staten het volgende >Wordt de fabriek gebouwd op den Horst, dan zou naar ons is medegedeeld, de betrokken tramwegmaatschappij bereid zijn voor den aanvoer van materialen en steenkolen een contract af te sluiten, desgewenscht over een reeks van jaren, en zouden de kosten van vervoer ge reduceerd tot 35 cents per 1000 K.G., d.i de helft van het in de memorie van toelichting op uw besluit tot het aangaan eener geldleening van f 85,000 genoemd bedrag. Daarentegen zal o. i. de aanvoer van steenkolen per kar over een grooten af stand station Capelle gei egelden en goed- koopen aanvoer weinig kunnen verze keren* Welnu, deze mededeelingen gedaan aan Heeren Ged. Staten zijn beslist onwaar. Van den Heuvel. Met welk recht... Voorzitter. Ik verzoek U nogmaals mijnheer van Beurden eerst te laten uit spreken. Van Beurden... Zooals is gebleken uit het zoo even voorgelezen schrijven van de Directie der Trammaatschappij. In dit schrijven gericht aan de gemeente dato 26 October vinden wij o a dat geen zijlijn kan worden gelegd door de maat schappij dat de vracht per 1000 K. G. met inbegrip van overladen aan de haven 70 ets. bedraagt vanaf Waalwijk en van uit Tilburg 88 ets- In antwoord boven- iSr j:-z& van

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 5