is artificer 64
Zondag 13 Augustus 1911.
34 Jaargang
Tweede Blad
,RMA Mandos-Vinken.
Fijne Heeien Mode-Aftiketen,
Adverteert in dit Blad,
LANDBOUW.
W&AtWW
Gemengd Nieuws
uINNENLAN l).
Ingezonden Stukken.
Luchtvaart.
MoacL en klauwzeer.
Er wordt in dezen tijd, nu onze vee
stapel zoozeer door het mond- en klauw
zeer wordt geteisterd, heel wat reclame
gemaakt voor allerlei middelen, die, kon
den we de aanprijzing gelooven, alle
excellent, voortreffelijk, zijn. De kwak
zalverij viert haar hoogtij. Dat enkele
dier middelen verzachtend werken en de
genezing bevorderen, kan wel waar zijn,
maar dit behoeft voor de gebruikers
aeen reden te zijn om daarover de lof
trompet te steken, alsof zij daarin iets
bijzonders hebben gevonden. Zij zouden
met minstens evenveel lof kunnen ge
wagen van de goede uitwerking der door
hun veearts voorgeschreven behande
ling, indien zij deze slechts toepas
ten.' zorgvuldig toepasten. Maar velen
betoonen zich hierin laksch en liever,
dan deze beproefde, in ieder geval hee-
lende middelen toe te passen, neemt
men zijn toevlucht tot een of ander
kwakzalversmiddel, welks samenstelling
men niet kent, maar dat met veel humbug
wordt aanbevolen. Zoo worden de zieke
dieren soms averechts behandeld of mis
handeld. Wilde thijm is van zekere zijde
sterk genoemd als middel tegen mond
en klauwzeer; wij vestigden er onlangs
reeds de aandacht op. Wij deden ait
echter onder voorbehoud en drukten de
wenschelijkheid uit, dat met dit middel
nauwgezette, goed gecontroleerde proe
ven zouden worden genomen. Het schijnt
dat de reclame onze mededeeling te
hare dienste heeft willen gebruiken;
aan tal van bladen werd bericht dat ons
stukje, hoe goed bedoeld ook, onjuist
wasen daarop volgt dan een en ander
over wilde thijm. Een slimme, goed-
koope reclame 1 Wij gaan daar niet op
in, en volstaan slechts met hier de ver
klaring te geven, dat, wat we schreven,
geheel juist was, dat is in overeenstem
ming met de inhoud der brochure van
Pater v. d. Drift.
't Kan geen kwaad, om mogelijke te
leurstellingen te voorkomen, het hier
nog eens neer te schrijven dat, voor
zoover bekend, tot heden geen deugde-
lijke afdoende bestrijdingsmiddelen tegen
mond- en klauwzeer zijo gevonden. Ook
wilde thijm zoo zegt Dr. K. Over in
het land- en tuinbouwblad. >De Veld
post» is geen voorbehoedmiddel, 't
Is een goed geneesmiddel. Maar goede
geneesmiddelen staan ook den veearts
ten dienste. Dr. Over schrijft, dat vee
houders In de omgeving van Amsterdam
veel baat hebben gevonden bij toepas
sing van lysol en creolien. Beide wor
den verdund met water en ongeveer 1
percent sterk genomen dus één deel creo
lien of lysol op 100 deelen regenwater.
Lysol is gewoonlijk zuiverder; goede
zuivere creolien werkt echter evengoed.
Bij reiniging der klauwen met deze 1-
percentsoplossing worde een zachte fla
nellen doek gebruikt.
Een andere medeweker van >De Veld
post* beveelt bovendien uit ondervin
ding aan, het drenken der zieke dieren,
wel driemaal daags, met water, vermengd
met zeer fijn gemalen rogge de koort
sige dieren gebruiken dit gaarne en krij
gen hierin tevens een goed voedsel.
Zulk een voedering is beter, dan het
'achter in den bek stoppen van brood of
pas gemaaid gras.
Uit Parijs komt het bericht, dat Dr.
Doyen, bekend scheikundige, een mid
del tegen mond- "en klauwzeer zou heb
ben gevonden- In ruim duizend besmet
te stallen zouden proeven met het mid
del genomen zijn, welker resultaten de
bevolking met geestdrift vervulden. 24
uur na de inspuiting zoo heet het
is de ziekte overwonnen, en na 4 a
5 dagen is mond- en klauwzeer geheel
verdwenen 1
Moge het waar zijn 1 Laten wij echter
ons niet te vroeg verblijden Dr. Doyen
heeft ons al meer teleurgesteld.
C. B
Nieuwe Foto's van Prinses Juliana.
Men meldt uit Amsterdam
Tegen het einde dezer maand zullen
door de firma Cuy de Coral en Co.
wederom nieuwe foto's In twee formaten,
worden uitgegeven van het Prinsesje,
welke werden vervaardigd naar aanlei
ding van de voortreffelijk geslaagde op
name, als geschenk aan PresidentFallières
toegezonden. Beide opnamen werden
gedaan in den tuin van het Koninklijk
^alels op 't Loo en zijn zeer scherp.
De eene foto stelt Prinses Juliana voor,
gezeten op een tuintafeltje, terwijl zij
een popje in de armpjes heeft- De ander
geeft haar staande weer voor de zwaan
geschenk van President Pallières naar aan
leiding van zijn bezoek aan ons land,Zoo »ls
men weet, was de zwaan met allerlei
speelgoederen gevuld, welke rondom het
groepje verspreid liggen Op beide foto s
is het Prinsesje gekleed in een wit jurkje
terwijl het blozende kinderkopje schalksch
onder de randen van een grooten Engel-
schen baby-hoed komt uitkijken.
Oud-minister mr. J. C de Marez Oyens
Nog steed is geen bericht ingekomen,
dat de nasporingen naar deu vermisten
oud-minister mr. J, C de Marez Oyens,
in Partenkirchem en omgeving tot eenig
resultaat hebben geleid.
De Müuchener N. Nachrichten meldt
omtrent de nasporingen, dat vijftien man
politie uit Garmisch met een politiehond
uit München de naaste omgeving afzoe
ken- Ook berggidsen zijn op onderzoek
uitgegaan.
Buitenverantwoordelijkheid der Redactie.
Uit den Hang wordt gemeld
i)e Minister van Bnitenlandsche zaken heeft
een telegram ontvangen van de Beiersche
regeeriDg. meldende, dat in de omgeving vbd
Partenkirchen het lijk van den oud—Minister
mr. de Marez Oyene gevonden is. Vermoedelijk
is de heer «io Marez Oyens door een beroerte
getroffen en tengevolge daarvan overleden.
De zeeliedenstaking opgeheven.
Men schrijft uit Amsterdam:
Dat 't er van komen moest was wel
te voorzien I Feitelijk was er van een
staking geen sprake meer want booten
voeren goed bemand in en uit en van
nader onderhandelen wilden de pa
troons in dit stadium niet meer weten.
Ziende dat de strijd verloten was
hebben de nog overige stakers gisteren
besloten dan. ook maar «officieel de
staking op te heffen.
Aldus het besluit genomen in een
druk bezochte vergadering in >Plancius>
gisteren.
Te kwart over vijven was deze bijeen
komst gisterenmiddag begonnen. En
toen te kwartier vóór achten de Voor
zitter de vergadering sloot, had de al-
gemeene Nederlandsche Zeemansbond
eene motie doen aannemen, strekkende
tot opheffing. Deze motie luidt als volgt:
De vergadering van zeelleden, gehouden
op Woensdag 9 Augustus in het gebouw
>Plancius,» kennis genomen hebbende
van het bestaan van eene commissie uit
de burgerij, welke het verlangen koestert
zoo mogelijk de beëindiging te bevorde
ren van den ongeregelden toestand, waar
in het zeemansbedrijf hier ter stede
verkeert
overwegende, dat het nog eenigen tijd
kan duren, vóór geooemde commissie
eenig resultaat zal kunnen bereiken;
overwegende, dat bet aantal zeelieden,
dat zich bij de staking aansluit, steeds
grooter wordt en daardoor steeds meer
geld voor steun noodig is
van meening zijnde, dat genoemde
commissie ook na opheffing der staking
nuttig werk kan verrichten in het belang
der zeelieden
besluitde staking op te heffen en
hiervan mededeeling te doen aan de
betrokken stoomvaartmaatschappijen.
Voor doorstaken verklaarden zich254
zeelieden, voor opheffing 409, blanco 39.
Zoo is dan thans aan het heillooze
geschil, dat zooveel beroering in onze
stad heeft gebracht, een einde gemaakt.
Eerst de voerlieden, toen de schuiten
voerders, vervolgens de bootwerkers en
thans de laatste categorie, waar 't eigen
lijk- om begonnen was, de zeelieden,
hebben noodgedwongen weer zelf de
staking moeten opheffen. Het anarchi-
stisch-socialistisch avontuur heeft weer
heel wat slachtoffers gemaakt l
SPECIALITEIT IN
Hofleverancier ?au
li. M. de Koningin.
Gro bestraat B 142.
De Gemeenteraadsverkiezing te Vlijmen.
De inzender aan het hoofd van uw
2de blad, verleden Zondag, had zich
juister Agitator genoemd.
Spectator was hij niet, want hij heelt
den hem toegeworpen handschoen op
genomen en het bleek uit geheel zijn
schrijven, waarin hij spreekt van: »Aan
onzen kant etc."
Als Spectator begint, zich als een be
zadigd en eenvoudig burger voor te
stellen, geen openbaar ambt bekleedead
etc.. dan denk ik het tegenovergestelde,
terwijl er meerdere strooibiljetten ver
schenen, waarin zich de schrijver voor
een ander uitgaf.
Zijn opstel zit wel keurig in elkaar, ik
hoorde er iemand van zeggen «Dat is
de stem van Jacob, maar het zijn de
handen van Ezau.
Geheel de opzet van het geschrijf is
mijns inziens reclame om de volksgunst.
Het is te warm en ik heb geen tijd
om elk punt van Spectator te behandelen,
bovendien is het tegenover zulkeanonyme
schrijvers als vechten tegen windmolens.
Toch een paar opmerkingen Spectator
zegt, den vorigen schrijver zooveel
mogelijk op den voet te zullen volgen,
waarom laat hij dan de beschuldiging
over de manier van candidat' n stellen
etc van U L. onweersproken
Waarom acht hij het wel waard mede
te deelen (het feit mij onbekend neem
ik aan op zijn gezag) dat een der tegen
partij, eenige dagen later, wegens open
bare dronkenschap is geverbaliseerd
kunnen worden, terwijl zijne partij zooveel
reclame maakt voor anti-drankbestüjding
zoowel met woord als daad, zie het stuk
van een landbouwer door Spectator ge
prezen, getuige de beschuldiging aan
mijn adres per strooibiljet en ten over
vloede de drank, die er geschonken is.
Heeft U (Spectator) niet gezien hoe
verschillende uwer propagandisten op
den verkiezingsdag met trompetgeschal
en als Carnavalisten zijn rondgetrokken
en verder zeker niet als een drankweer-
corps, gefungeerd hebben?* is het niet
een weinig vrijpostig daarna te schrijven
dat men een paar dagen later een der
andere partij heeft geverbaliseerd?
Dat steeds terugkeerend schimpen op
drankbestrijding getuigt van eene oude
veete.
Uwe partij begon met schelden en
schimpen in tal van ingezonden stukken
en pamfletten in echte kwajongenstaai;
nu er één stukje ter verdediging ver
scheen, zegt U, dat men U den hand
schoen heeft toegeworpen.
Ik schreef geen enkel woord tot nu
toe voor of over deze verkiezing of heb
er ook geen stap voor verzet, toch moest
men mij ook, zij het op bedekte wijze
beschuldigen.
Na de eerste verkiezing verscheen er
een manifest van den Burgemeester
zeggende dat hij gehoord had van om-
kooperijen van stemmen en daartegen
waarschuwendezulks werd gepubliceerd
in dit blad onder de namen der gekozenen
De conclusie kon dan zijn, dat de be
noemden zulks aan omkooperij te danken
hadden, waarvan ik het onbillijke te meer
gevoelde, toen mij een paar weken na
de herstemming bekend werd, hoe dat
zelfs personen, die bij ons in dienst zijn,
grof geld ontvingen om propaganda te
maken voor uwe partij, 'lot nog toe
hebben wij ons bepaald tot verdediging.
Een vorig schrijver gebruikte het
woord «schijnheilig.» Daartegenover
fantaseerde Spectator, dat een kerk
meester de menschen gezegd heeft, dat
zij in geweten verplicht waren etc.dat
is dus zeer spitsvondig pareeren, daarom
dacht Ik ook Spectator genoeg up to date
om de dames geen verwijt te maken van
activiteit hij verkiezing, terwijl zoo
Spectator's sfeer ook de dames van zijne
partij insluit, hij weet, dat deze ook met
hun tijd meegaan op het gemeentehuis
aanwezig waren of deel namen aan
verkiezingswerk. Ik protesteer dus
tegen Spectator voor het goed recht der
dames.
Misschien heeft een ander schrijver
lust om tegenover de verdere mooie
péroratie van Spectator even groote,
snorkende woorden te stellen.
Besten dank M. d. R. voor de plaatsing
JOH AN van WAGENBERG.
VlijmenAugustus 1911.
Lütge heeft plan om, nadat zijn vlieg
tuig te Gllze-Rijen behoorlijk nagezien
en schoongemaakt is, van daaruit nog
maals een groote overland vlucht te ma
ken en wel naar Den Haag, waar hij
dan wederom op Duindigt landen zal.
Deze vlucht zal Lüge ondernemen om
een prijs, welke een belangstellende in
de aviatiek, wiens naam voorloopig niet
mag worden genoemd, daarvoor beschik
baar stelt-
Naar aanleiding van zijn hoogtevlucht,
waarmede Lütge den door de Maatschap
pij Auto-Palace te Scheveningen uitge
loofden prijs verdiende, maakte Lüge
er het «Vad*. nog opmerkzaam op,dat
hij bij die gelegenheid een 1200 M be
reikte, zooals zijn hoogtemeter aanwees.
Daarmede heeft hij het Nederlandsche
hoogterecord, dat op naam van Max.
Olieslagers stond (1150 M.) geslagen.
Voorts denkt Lütge er over waar
schijnlijk ia ons land om den Mlche-
HnpriiS te gaan vliegen, waarvoor hij
dan een traject langs de kust kiezen zou.
Vèdrines wint den Michelinprijs.
Dat Jules Vèdrines thans één der eer
ste vliegeniers van zijn tijd is, weet men
reeds. Wat hij eergisteren volbracht, is
gewoonweg een schitterende praestatle
geweest.
Bijna elf uren is deze kampioen in de
lucht geweest en heeft in dien tijd 811
KM. en 200 M. afgelegd, vliegende on
der zeer ongunstige omstandigheden.
De warmte was voor den vlieger bijna
ondraaglijk. De gloeiende zonnestralen
aan den blinkend helderen hemel maak
ten het verblijf in den stuurstoel bijna
onmogelijk. En daarbij nog de rukwinden
die weliswaar eenige verkoeling brachten,
maar het, gevaar voor den vliegenier
verhoogden. Doch ondanks al dezen,
tegenspoed vloog Vèdrines voort, tot
hij eindelijk, doodmoede, den strijd moest
opgeven. Toen was het echter ook ge
lukt de Michelin prijs hém.
De machine waarop Vèdrines deze
geweldige vlucht heeft volbracht, is een
Moranc-monoplan, voorzien van een
Gnome-moter.
Met deze zelfde machine heeft hij aan
den 1000 mijlen-raba door Engeland ge
vlogen en van Parijs nog eens naar
Etampos. Er is van deze machine en
van den motor o^tzagelijk veel gevergd:
niet minder dan 3000 mijlen werden er
mede in een betrekkelijk korte spanne
tijds afgelegd.
De hitte. Te Udenhout is een dienst
bode, die werkzaamheden op het veld
verrichtte door de hitte dood gebleven.
Moeder en kind inbrand. Terwijl Dins
dagavond vrouw V-, te Wageningen,
met haar 3-jarig zoontje op den schoot
zat, trok het kind onverhoeds een bran
dend petroleumstel omver, zoodat de
brandende olie over beiden heenstortte,
waardoor ze oogenblikkelijk in brand
stonden. Vrouw V. liep gillend de straat
op en werd een eind verder door buren
gegrepen, die haar de brandende klee
deren van het lijf rukten en het vuur
bluschten. Zij had over het heele lichaam
hevige brandwonden gekregen. Ook het
kind was er zeer ernstig aan toe. Genees
kundige hulp werd spoedig verleend. De
toestand van de ongelukkige slachtoflers
is hoog ernstig.
949
Militaire marsch in de hitte. Dinsdag
morgen 7 uur 20 minuten maakte t
vierde bataljon 9e regiment infanterie te
Utrecht, commandant majoor Noest, een
militairen marsch over VcchJ*n»
naar Zeist en terug over De Bilt, bij
welke gelegenheid door de tropische hitte
en van vermoeidheid vele militairen uit
vielen en onwel werden.
Niettegenstaande de ontzettende hitte
had de command, van den troep de le
luitenant W. D. Kuijf, de menschen tot
's middags twee uur met gepakten ransel
in veldtenue, zonder rol, laten marcheer en.
In de stad zelfs vielen enkele soldaten
en korporaals van vermoeidheid neer en
werden door andere militairen en burgers
met water en eau-de-cologne bijgebracht.
De troep marcheerde intusschen naar
de kazerne. Door het talrijke publiek
werd luide verontwaardiging getoond
over zooveel afbeuling.
Algemeen meende men, dat een zoo
zware bepakking bij de tegenwoordige
hitte moest achterwege blijven.
Opmerkelijk was ook, dat de mili
tairen verzekerden, dat dergelijke zware
marschen geregeld gehouden worden
zonder dat eenige rekening met de tem-
oeratuur gehouden wordt.
F (»Tel.«)
Mijnongeluk. Donderdagmorgen om 5
uur had in de mijn Hannibal te Bochum
een vreeselijk mijnongeluk plaats. De lift
stortte bij het binnentrekken der eerste
mijnwerkers naar beneden.
50 Arbeiders worden vermist, 15
zwaar gewonden zijn reeds naar het hos«
pitaal vervoerd.
De mijndirectie weigert elke inlichting.
Van andere zijde wordt gemeld, dat
200 mijnwerkers vermist worden en reeds
25 zwaar-gewonden gevonden zijn.
In het geheel zijn 50 menschen naar
beneden gestort. Niemand is gedood.
De lift stortte 100 meter naar beneden.
De mijn behoort aan de firma Krupp.
Een groep arbeiders, welke zich naar
boven zou laten brengen, waren slechts
enkele meters 'van de lift verwijderd toen
iet ongeluk plaats had.
- Hadden zij de plaats van vei trek reeds
bereikt, dan was de omvang van het
ongeluk niet te overzien geweest.
Een ernstig geval. Wij lezen in de
>Limb. Koerier*
Naar aanleiding van den zelfmoord
van den milicien-soldaat H. C. R. van
het bataljon infanterie te Maastricht, werd
een omvangrijk onderzoek Ingesteld.
Talrijke getuigen, miliciens en kader,
die direct of indirect verklaringen betref
fende deze droeve daad zouden kunnen
afleggen, weiden gehoord.
Uit dat uitgebreid onderzoek moet
gebleken zijn, dat R. zich meermalen
tegenover zijne meerderen en mede-sol-
daten in ongunstigen zin had uitgelaten
over zijn sergeant-majoor G. Verschil-
lende getuigen moeten omtrent de redenen
hiervan pertinente verklaringen hebben
afgelegd.
Voorts is uit het onderzoek gebleken,
dat R. meermalen schoenen voor den
sergeant-majoor lapte. Op het laatst van
Juli had hij weer op een avond schoenen
gemaakt voor en ten huize van den
sergeant-majoor. Dien avond was R. te
laat in de kazerne gekomen; hij werd
deswege gestraft door den compagnies
commandant, kapitein V., met 8 dagen
kwartierarrest. Deze straf moet gewel
digen indruk op R. hebben gemaakt.
Aanstonds vertelde hij aan meerdere
personen, dat hij onschuldig gestraft was
met 8 dagen arresthij had zoo laat by
den majoor G. moeten werken. Deze had
hem gezegd: >Als je te laat komt, zeg
dan, dat je naar Eijsden geweest bent,
en dat ge je verlaat hebt.*
Aan zijne grootmoeder moet K. het
zelfde hebben verklaard.
In de kleeding van R. werd na zijn
dood een stukje papier gevonden, waarop
hij met potlood zijn naam had geschreven
en verderWraak aan B. en aan G.*
Erïlstig ongeluk te Rotterdam. Het
stoomschip Gutenberg" lag Woensdag
morgen kwart voor zeven aan de 1 rins
Hendrikkade, Oostzijde te Rotterdam,
gereed om te vertrekken.
Personeel en passagiers waren aan
boord.
Reeds werden de meertouwen losge
maakt. Toen met een geweldigen knal
sprongeen der waterpijpketels en scheurde
het schip in tweeën- Bij de machine
kamer brak het in twee helften.
Er zijn 5 dooden en 6 gewonden.
Twee personen, een restaureur en een
matroos worden vernist.
De hulzen in den omtrek zijn zwaar
beschadigd.
De drukkerij van den heer Hofman
aan de prins Hendrikkade leed zoodanig
van de ontploffing, dat het dak van het
huis werd afgerukt.
De ketel is gedeeltelijk naar de Ruiter
straat geslingerd en geslingerd en ge
deeltelijk op den stijger terechtgeKomen.
De oorzaak van dit ongeluk, men
denkt van overhitting van den ketel,
zal wel niet opgehelderd kunnen worden.
Sperling aan 't werk.
De duiker Sperling, die om 10 uur voor
de eerste maal omlaag was gegaan had al
dadelijk onder den omgevallen bakboord
ketel een lijk ontdekt maar het lag daar
vastgedrukt onder het gewicht van ont-
zagelijke ijzermassa. Toen de bok „Somson
opzij was, daalde hij wederom en be
vestigde een touw om den arm van het
lijd. Nu om den doode er onder weg
te kunnen krijgen. Het was een sombere
voorbereiding, die ernstig en zwijgend
Ma van het Zuiden.
J