Nummer 98 Zondag 10 December 1911. 34 Jaargang Tweede Blad. Landbouw, Brieven en Schetsen. De nieuwe Militiewet. Gemeenteraad. lügezonden Stukken. i Op 1 Maart 1912 zal de nieuwe Mi litiewet hare intrede doen. Hieronder zullen wij een kort overzicht geven van de hoofdzaken van het nieuwe samenstel Contingent en diensttijd. De sterkte der lichting zal voortaan zijn 23000 man (vroeger 17500) nog te vermeerderen met een zeker getal, dat b.v. voor de lichting van 1915 zoo groot is als wordt aangegeven door het aantal der manschappen die op 1 Januari 1914 aan de lichting van 1913 ontbreken, on der de 23000 man ten hoogste 600 man voor de zeemilitie. Diensttijd voor de bereden korpsen 8. voor onbereden korpsen 6 en voor de zeemilitie 5 jaar, die bij de bereden korpsen en bij de zeemilitie blijft dus onveranderd, terwijl de inkorting bij de onbereden korpsen van 8 op 6 jaar, maakt, dat niettegenstaande de groote contingentsuitbreiding de oorlogs sterkte van het leger geen noemenswaardige aanwinst zal vertoonen. De inschrijving. Als datum, waarop in normale om standigheden de inschrijvingsplicht ont staat is behouden 1 Tanuari, volgende op het volbrachte 18e levensjaar en voor de aangifte staat de geheele maand Jan. open. Evenwel is de voorloopige sluiting van het inschrijvingsregister op den 31sten dier maand komen te vervallen. Er zal slechts èéne sluiting zijn en wel op den laatsten Februari. Óp dien datum wordt tevens geopend het register voor de vol gende lichting, zoodat het geheele jaar door een register open is. Hierdoor be staat steeds gelegenheid tot inschrijving van hen, op wie de inschrijvingsplicht later dan op den normalen datum is komen of opnieuw is komen te rusten, van hen, te wier aanzien verzuim van aangifte of opgave ter inschrijving dan wel verzuim van inschrijving wordt ontdekt, alsmede van hen, die tijdelijk van den dienst zijn vrijgesteld of voor- loopig van den dienst zijn uitgesloten. Deze nieuwe bepalingen nopens het inschrijvingsregister beloven groote ver eenvoudiging voor de praktijk, daarmede toch zullen de naloting en de thans be staande afzonderlijke regeling voor de behandeling van allerlei nalatigen voor goed hebben afgedaan. Volgt &bij de bestaande wet op de inschrijving de loting en daarna de zitting van den militieraad, bij de nieuwe wet is de volgorde der verrichtingen deze 1. inschrijving, 2. vrijstellingen, 3. keuring 4. loting. De bemesting der Weide. Vroeger betoogden wij, dat er geen enkele reden was, waarom wij de be mesting der weiden met kaïniet, niet vroeger zouden geven dan Jan. Maart dat er integendeel tal van redenen zijn om het kaïniet reeds in November en December uit te zaaien. Wat toen ge zegd is over de kali, geldt evenzeer voor het phosphorzuur, wordt eveomin uitge spoeld als de kali. Evenals dit laatste wordt het door den bodem geabsorbeerd dat wil zeggen opgeslorpt en vastge- gehouden. Noch in sloten en greppels, noch in het uitstroomende water der drainbuizen is ooit de aanwezigheid van phosphorzuur geconstateerd in die mate en dien vorm, dat wij eruit zouden heb ben moeten besluiten, dat het tegenge stelde het geval is. In de onlangs ver schenen >Verslagen van Landbouwkun dige Onderzoekingen der Rijkslandbouw proefstations no. 10 Komt o. a.- een interessant hoofdstuk voor over. >Het drainage proefveld te Uithuizerweide in de jaren 1900 1910. Een der conclusies luidt >phosphorzuur wordt n}et uitgespoeld Door vroege bemesting met phosphorzuurhoudende meststoffen, vooral wanneer dit phosphorzuur eenigs zins innig met kalk verbonden is, is geen sprake van verlies. Om nu in de tamelijk compacte bovenste lagen, der weiden en andere graslanden het phos phorzuur de gelegenheid te geven tot alle wortelhaartjes door te dringen, zich ln alle richtingen te verspreiden, is een vroege bemesting gewenscht. Met welke phosphorzuur houdend meststof kunnen wij de weiden bemesten Het komt mij voor, dat het Bernard-phosphaat (Pbos- phaatmest Bernard) hiertoe de aange wezen phosphorzuurmest is. Wel zijn er van deze phosphaatmest leelijke din gen gezegd, maar ik geloof niet, dat de schrijvers van die artikelen op den duur hunne beweringen over het phos- phaat- Bernard znllen volhouden, Er zijn en worden nog dagelijks zooveel proeven genomen met dit phosphaat, die op zeer goede resultaten wijzen, dat het moet aanbevolen worden, trouwens ook op theoretische gronden. Het phos phorzuur is in Bernard phosphaat ver bonden aan kalk (van 45 60 °/0). Kalk is en blijft noodig. In het bovengenoem de regeeringsverslag stond o. a.«De verliezen door uitspoeling van kalk zijn groot en bedragen gemiddeld 300 KG. per H.A.» en kort daarop ^Voorloopig schijnt het rationeel kalkhouden kunst meststoffen aan te wenden." Ik kom intusschen in volgende opstellen nog op deze kwestie terug. Het phosphaat-Ber- nard bevat 18 a 20 °/0 phosphorzuur. en kost ongeveer 11 ',/2 cent per procent. Een »geloode» zak Bernard-phosphaat kost dus ongeveer f2,25. Hoeveel juist hangt van verschillende omstandigheden af. Ook over de goedkoopste van deze phosphaatmest zullen we later schrijven. Z-eer zeker is het phosphorzuur uit het phosphaat-Bernard niet, of voor een groot deel niet in citroenzuur oplosbaar. Maar dat vermindert de waarde van de meststof niet. De Wagner-methode is reeds lang betwijfeld. Dr. B. Sjollema en Dr. J. C. De Ruyter de Wildt van het Landbouwproefstation te Groningen deden o.a. ook een «Onderzoek omtrent de vraag. of het gehalte aan Citroenzuur op losbaar phosphorzuur een juiste maat staf is voor de waarde van tho- masmeel. De resultaten van dit onderzoek spre ken tegen de Wagner-methode en be wijzen het groote nut ook van het in citroenzuur niet oplosbare phosphorzuur. Op grond van een en ander kunnen wij voor de vroege bemesting der weiden het phosphaat-Bernard ten zeerste aan bevelen. Jan van de Mark. WASPIK. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Woensdag 6 Dec. des voormiddags 10 uur. Voorzitter de Edelachtb. heer Dekkers. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Aan de orde Ingekomen stukken. a. Een schrijven van de heeren A. van Strien en Broks, houdende mede- deeling dat zij hunne benoeming tot armmeester wenschen aan te nemen. 2. Verzoek van Burg. en Wethouders om hen machtiging te verleenen om in 1912 te verkoopen, verpachten en aan te besteden. Wordt met algemeene stemmen beslo ten de gevraagde machtiging te verleenen. 3. Vaststelling verordening op de pro gressieve heffing van den Hoofd. Omsl. De commissie, belast met het onder zoek van deze verordening heeft geen aanmerking. Na voorlezing wordtbesloten de verordening ongewijzigd vast te stellen Alleen de heer Ruitenberg stemde tegen. Geheven zal worden f 6000 ongeacht het suppletoir Kohier. 4. Schrijven van Dr, Smits. Voorzitter, Door het vertrek van Dr. Lips Daar Raamsdonksveer is er nu geen geneesheer meer belast met de vaccinatie want volgens de instructie kan alleen daarvoor een inwonend persoon worden benoemd. Dr. Smits schrijft nu dat hij tegen dezelfde condities voor een benoe ming in aanmerking wil komen. De Bont. Misschien dat Dr. Lips hier zitting blijft houden. Van Son. Hij moet toch ingezetene zijn. Voorzitter. Dr. Lips heeft mij ook ge zegd dat hij na 1 Januari ontslag neemt dus ik z»u durven voorstellen hem met ingang van 1 Januari eervol ontslag te verleenen en met ingang van dien datum de heer Dr. Smits te benoemen Aldus wordt met algemeene stemmen besloten. 5. Beeediging van den nieuw gekozen armmeester v. Strien. In handen van den Voorzitter legt de heer v. Strien de bij de Wet voorge schreven eed af. 6. Schrijven van het bestuur van De Buitendellen. Voorzitter. Zooals de heeren weten is in de vorige vergadering besloten aan het polderbestuur te berichten dat de gemeente bereid was om de helft van de kosten op zich te nemen in het her stellen van de ka. Van het polderbestuur hebben wijnu' bericht terug ontvangen dat het bestuur van de polder zich niet gerechtigd acht om eenige uitgaaf daaraan te doen. De gemeente is verplicht dat werk te doen, zeggen zij. Wat moet er nu mee gedaan worden. Zoo kan het toch niet altijd blijven liggen. Ruitenberg. Hoe denken Burg. en Weth. er over. De Bont. Als de polder niet de helft er in wenscht te betalen dan gewoon zoo laten liggen. Medunkt dat het al mooi is als wij er de helft aan betalen. Ruitenberg. Maar dan kom ik hoor, als 't zoo blijft liggen. De Bont. Als gij maar kunt rijden, dat is toch voldoende is 't niet. Teunen. Dat zal een zaak worden die in hooger uitgemaakt zal moeten worden. De heer van Son zegt de notulen van de polder te hebben opgevraagd en van af het jaar 1797 alles te hebben nage gaan. Uit niets kan blijken dat de polder eenige verplichting heeft integendeel de gemeente heeft reeds tweemaal een gat voor haar rekening laten dichtmaken. Ook uit den omslag die steeds is geheven kan niet blijken dat ooit voor rekening van den polder eeoig bijzonder werk is gedaan. Er is nooit een hoogere aanslag geheven dan f 1.per bunder en de polder is maar 50 bunder groot. Van dat bedrag moet worden betaald het salaris van den Voorzitter, Secretaris enz. Op verzoek van den heer van Son worden de notulen van het polderbestuur gehaald. De Voorzitter zegt ook verscheidene stukken er op te hebben nageslaan doch niets te hebben kunnen vinden dat op het polderbestuur den plicht legt. De notulen van verscheidene verga deringen worden voorgelezen. De heer van Son merkt op dat meer malen door het polderbestuur bij de gemeente is aangedrongen om een re geling te treffen, doch steeds is de zaak blijven hangen- De heer Teunen is van oordeel dat het al heel mooi van de gemeente is dat ze de helft van de kosten wil bij dragen, vooral omdat het absoluut geen gemeentebelang is doch uitsluitend een polderbelang. De heer van Son blijft van meening dat de gemeente verplicht is om de ka te herstellen. De gemeente toch heeft de ka ook voor 69 jaar afgestaan aan Wed. vaa Dongen. De heele kwestie komt feitelijk voort uit het verleggen van den weg. De heer de Bont zegt dat altijd de bedoeling is geweest dat de polder de ka moest onderhouden. De heer Zijlmans acht het billijk dat de polder de ka laat herstellen. Ook de heer Klaassen zegt van het zelfde gevoelen te zijn. De heer van Son stelt voor dat de gemeente de ka zal herstellen. Dit voorstel wordt door geen der leden ondersteund zoodat het niet in omvraag gebracht kan worden en de toestand voorloopig zal blijven zoo ze nu is. Van Son. Dan zal ik de tusschenkomst van Ged. Staten inroepen. 7. Beeediging van den heer Brokx als armmeester. In handen van den Voorzitter legt de heer Brokx de bij de wet voorgeschreven eed af. Hierna gaat de raad over in geheim comité ter behandeling van Reclames Hoofd. Omslag. (Bniten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoeken wij u eenige plaats ruimte voor onderstaande regels iD >De Echo van het Zuiden» naar aanleiding van het ingezonden stukje van X in de courant van 2 Dec. j-1. Wij georganiseerden van het personeel der firma L. de Vries en Co. brengen bij dezen onzen welgemeenden dank aan den H$er Roestenberg, Bondsvoorzitter, alsook aan het bestuur van den R. K. Gildenbond en der Lederbewerkers vakvereeniging voor de zorgen die zij zich getroost hebben, om zoo spoedig bet ons toekomende arbeidsloon te doen uit betalen en aan het bestuur van het werkloozenfonds voor de uitkeeringen die wij daarvan mochten genieten. DE GEORGANISEERDEN van het personeel der firma L. de Vries Co. Aan de Redactie van De Echo van het Zuiden WelEdele Heer Redacteur Wees zoo goed het volgende te plaatsen in het nummer van a.s. Zondag. Aan den onbekenden inzender X van verleden Zondag, die er der vakvereeni ging van Ledetbewerkers een grief van maakt, dat zij hare leden, die tengevolge van het faillisement der firma L. dr Vries Co. werkloos zijn, de liefdadig heid doet inroepen, terwijl zij van den anderen kant dienzelfden le Jen verbiedt in diepst te treden bij den heer A. H. van Schijndel zoodat zoo doet hij het voor komen hunne werkeloosheid slechts eene vrijwillige is, en de publieke lief dadigheid diensvolgens hier geheel on gemotiveerd wordt ingeroepen, zij beleefd opgemerkt le dat de vakvereeniging als dusdanig zich met die collecte in 't geheel niet heeft ingelaten. Zij had er ook tot dan toe weinig reden toe, omdat hare werkeloozen van de firma de Vries tot op heden uit- keering kregen uit 'het werkloozenfonds. Het idee der collecte ging uit van de ongeorganiseerde werkloozen van de firma de Vries, maar zij begrepen zeer goed dat zij de georganiseerden niet konden uitsluiten, terwijl ook de Edel- Achtbare Heer Burgemeester bepaalde, goedkeurde althans, dat mede de ge- organiseerden van die collecte zouden profiteeren. 2o dat, al werd de bycot bij den Heer van Sch. op staanden voet opgeheven, zeer waarschijnlijk geen enkele georgani seerde door de Heer v. S. in dienst zou genomen worden. Daar loopen ook een 10 a 20 tal ongeorganiseerden zonder werk. Wanneer de Heer v. S. al dezen in dienst genomen had en er dan nog plaats was voor de georganiseerde werk loozen en de collecte ging dan uit, ver onderstel gevolglijk, uitsluitend van de georganiseerden, dan zou uw schrijven zin gehad hebben. Nu had uw schrijven geen zin. Maar de vakvereeniging moet zwart gemaakt worden, zoo schijnen de manieren van sommigen. 3e dat, nu de Heer v. S. de georga niseerden niet in het werk zou nemen, ook al werd het boycot aanstonds opge heven en in de veronderstelling dus zelfs, dat de boycot ongemotiveerd was de georganiseerden eerder den steun van de publieke liefdadigheid verdienen dan de ongeorganiseerden. Zij hebben uit eigen middelen, kan men zeggen, zich 6 weken onderhouden. In den uitersten nood nu hebben zij, die aldus zorgen om de publieke lief dadigheid niet noodig te hebben, meer recht deze in te roepen, dan zij, die zorgeloos daarheen leefden en de eerste week de beste dat zij werkeloos waren, reeds meer of minder althans, en som migen niet te na gesproken, van de lief dadigheid moesten leven. Die zwarte organisatie is nog zoo slecht niet 11 U dankend WelEd. Heer Redacteur voor de verleende plaatsruimte. HET BESTUUR DEÈ. R. K. LEDERBEWERKERS- VAKVEREENIGING. tegenpattij afkomt. Voor zoo'n straaljongen heb ik nog eenig respekt. Maar P, houdt zich zorgvuldig schuil en heeft den moed niet om voor den dag te komen. Ik zal een andere vergelijking gebruiken, die hier beter past. Ik wil P. wel een straat jongen noemen, maar dan een die achtereen schuttiug zit en een argeloos voorbijganger met modder gooit. Zoo'n straatjongen noemt llillebrand een gluiperd en een geniepigerd. Na zal toch geen enkel voorbijgai-ger zoo dwaas zijn, dat hij met zoo'n gluiperd achter de schutting een beleefd praatje gaat staan houden. Neen, men geeft zoo'n laffen modder- gooier een snauw en stapt wat vluggerdoor. Maar wanneer zoo'n sluiperd voor den dag durft komen, dan zal de voorbijganger hem graag eens over de knie leggen en hem een pak voor de broek geven. Welnu, zoo denk ik er ook over. Als die P. die zich zorgvuldig verborgen houdt en van uit zijn schuilhoek zoo dapper met modder gooien kan, eens voor dag durft komen koinsn met zija naam dan zal ik hem met pleizier ook eens onder handen nemen en hem even over de knie leggen. Dankend voor de plaatsing. H. K. Conradi, Mijnheer de Redacteur. S. v. p. nog een enkel woord naar aan leiding van dat mooie 6tukje uit Waspik. Ik heb het altijd betreurd, dat het iu ons lieve vaderland geoorloofd is iemand in de krant aan te randen, zonder dat zoo'n laffe aanrander zijn naam behoeft te noemen. Maar enfin, daar moeten we ons in schikken, zoo lang tot de wet zoo iets komt verbieden of totdat bet peil der algemeene beschaving zooveel gestegen is, dat iedereen de laag heid van zoo'n handelwijze inziet. P. vergelijkt zich zelf en mij bij twee vechtende straatjongens. Dit beeld is echter totaal valsch, want P. vecht wel, maar niet zooals een eerlijke Hollandsche straatjongen doet die met een brutaal gezicht op zijn Variété-Faveur. Maandag j.l. bood de Heeren-Societeit alhier aan hare leden met hunne intro- ducé's, zonwel dames al heeren, een Grande Soiree Amusante aan, dat zij in alle opzichten als uitstekend geslaagd mag beeten. Voor dezen avond was het zoo gunstig bekend Variété Faveur ge- engageerd en werd een prachtig pro gramma op keurige wijze uitgevoerd. Reeds had men dit kunnen verwachten, daar eerste krachten hiervoor hunne medewerking zouden verleenen. Het pro gramma op zich zelf maakte reeds een gezelligen indruk en diegene, die hel aandachtig had gelezen, zal van te voren reeds overtuigd geweest zijn, dat iets gegeven zouden worden, wat aan alle eischen van den tegenwoordigen tijd voldeed. Dit werd dan ook volkomen bewezen, want de zaal was tot in alle hoeken bezet, zonder nochtans dat men kon zeggen, dal deze overvol was en men meer dan plaatsruimte genoeg had, hetgeen ook wat zeggen wil. Bij den aanvang nam de president der Heeren-Societeit, de Wel.Ed. Heer Th. M. Hagen, groot-industriëel, het woord en riep alle aanwezigen een har telijk welkom toe en sprak hij tevens de wensch uit, dat de avond voor ieder zou zijn een avond van gepast genot en amusement. Hierna werden de num mers van program afgewerkt. l)e vroo lijke tonen der muziek weerklonken weldra door de zaal en brachten een aangename en vroolijke stemming onder het publiek. De verschillende nummers voldeden allen ten zeerste. De Variété- Soubrettes deden de aanwezigen genie ten zoowel door hunne voordracht als hun zang, daar ware kunst en vroolijke humor nauw met elkander vereenigd weiden. De populaire humorist, Albert Bol, deed af en toe de geheele zaal schudden van het lachen, vooral het laatste nummer, eenige coupletten betref fende Waspik, had veel succes. Een gloedvolle rede van den humorist deed in den beginne een stillen ernst onder de toeschouwers ontstaan, doch de ver dere leuke coupletten, op vroolijke wijze gezongen, brachten weldra de vorige opgewektheid terug. Prof. Melachini deed een ieder ver baasd staan over zijne sterke toeren, die inderdaad aan het wonderbaarlijke grensden, vooral in samenwerking met Miss Lilly, steeg de verwondering nog hooger, toen hare assistent onder het publiek overal tallooze vragen stelde, die door de dame geheel correct en juist beantwoord werden. Voorzeker kan de Sociëteit met te vredenheid op dezen avond terugzien en zullen velen hiervan nog lang een aangename herinnering met zich dragen. Het was een avond van een gezellig te samen zijn, zoo geheel «Entre Nous», dat een vroolijke en aangename stem ming onder de aanwezigen bracht- Ge heel den avond ging het er dan ook amuseerend naar toe en in gepastheid genoot iedereen van iets, wat hier te Waspik zoo zelden wordt aangeboden. Waspik 9 Dec. 1911. P. J. M. van het Zuiden.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1