■ttsuimtTMm Lezing. Correspondentie. B andelsberichten onderteekend >de beste bondsleden*. Hoe daar zoo'n leek, en nog wel een niet van de beste soort, toegang krijgt om zijne verdediging voor de vermeende beschuldiging tegen de Heeren Roesten- berg en den bondsadviseur aan den man te brengen, is ons een raadsel. Aanvan kelijk meenden wij, dat zoo iets in een onbewaakt oogenblik aan de aandacht der redactie ontsnapt kon zijn, doch na eenige schrapping (volgens eene noot der redactie zelve) mogelijk wel reiniging, werd het toch nog geschikt geacht als consumptie zijner lezers. Wij kunnen waarlijk genoemde Heeren niet geluk wenschen met hunnen ver dediger, want hij schijnt niet te weten dat hij alleen tegen het plaatsen van de beschuldiging uitvaart, terwijl hij de beschuldiging zelve geheel onbesproken laat. Doch zoo iets vindt men meer bij leekenzij draven door op terrein waarop zij niet thuisbehooren, en worden zoodoende voor de zaak, welke zij mee- nen te dienen en voor hunne vrienden niet zelden hoogst gevaarlijk. Zouden die beste Bondsleden het aandurven steeds de R. K. Lederbewer ker te stellen in plaats van De Echo van het Zuiden Zij bedenken dan wel, dat de E. v. h. Z. om \oor zijn redacteur geheele straffeloosheid te verzekeren, nog nooit van redactie behoefde te veranderen dat in de E. v. h. Z. in tegenstelling met de R. K. L. nooit onware berichten worden verkondigd, met het doel om zijne lezers en het volk op een dwaal spoor te brengen dat artikelen uit de E. v. h Z. nog nooit door een welbekend kamerlid ter lezing en overweging aan bevolen werden aan den Minister van Justitie en ten slotte dat in de E. v. h. Z. nog nooit van die leeringen verkondigd werden, als in de R. K. L. naar aan leiding waarvan de Gids, Orgaan v. h. Christelijk Nationaal Vakverbond in zijn Januari nummer j.l. schreef dat het juist uit de kracht zijner beginselen van naas tenliefde niet met de R- K. L c.s. kan medegaan. Daarom Redactie van de R. K. L. weert ze uit uw blad, zulke beste bonds leden, weert ze en reinigt er uwe om geving van. Het aanzien en de inhoud van uw blad kunnen er slechts door winnen, en zeer veel onheil, zooals der gelijke leeken reeds over onze organisatie hebben gebracht, zal in de toekomst vermeden worden DE BESTE BONDSLEDEN. Heusden, 4 Maart 1912. M. de Redacteur. Ofschoon de Eerw. Heer v. d. Meij- den ondanks zijn niethouden van ver stoppertje spelen (waaraan hij druk doet en waarover later) verklaart zich niet nader te kunnen uitlaten over mijn tot hem gerichte vraag, zal ik antwoorden, doch met weerzin, want het spijt mij om hem, dien ik steeds als vriend heb beschouwd. Terwille van zijn verheven ambt van vredestichter zal ik ook trach ten den goeden toon te bewaren, hoe wel het soms in me gekookt heeft maar ik zal de naakte waarheid geven. Ik beschik natuurlijk niet meer over mijn oude correspondentie's en moet dus mijn geheugen raadplegen. Circa een jaar of drie geleden bevond'ik me in het Patronaatsgebouw en daar werd me toegevoegd of eigenlijk toegeduwd>Hoe komt het toch, dat van den anderen kant steeds alles in de kiant komt en van ons zoo wat niets en als er eens een publiek feest is, waarom wordt de Harmonie dan steeds No. 1 genoemd en de Fanfare No. 2 Blijkbaar zag men in mij den correspondent en 'k vond het kleingeestig, maar als je vijf en twintig jaar in de praktijk bent bij de pers, dan kun je daar wel een mouw aan passen en zoo besloot ik ook het Patronaat met zijn instellingen ruim schoots te gedenken en me daar niet meer aan een hatelijkheid bloot te stellen. Waar is, dat ik nooit of nimmer de komedie bezocht, om een reden, die de kapelaan niet kent en die zoo véél en zoo nietszeggend (dat is nog minder dan mijn correspondentie's) gesignaleerd wordt met >uit den aard der zaak*. Spoedig had ik een bevoegd persoon, die mij schriftelijk zijn gewaarwordingen gaf en ze mondeling toelichtte. Wat dit mondelinge gedeelte betrof, dacht ik soms »Spreken is zilver, maar zwijgen is goud*. Mocht ik niet duidelijk zijn, dan wil ik dit op verzoek wel dui delijk zeggenik kan precies zeggen, wat ik bedoel. Ik verwijs hier onder andere naar het blijspel>Peer van Zundert*. Let wel, ik wil hier niet ha telijk zijn, doch verweer me zoo beknopt mogelijk. Bedoeling is niet te insinu- eeren, doch de onbenulligheid (en dat is het juiste woord, waarmee ik volko men accoord ga) van mijn berichtjes en niet recensies te motiveeren. Wie meent ooit iets krenkends van mij onder tde oogen gehad te hebben aangaande ^het tooneel, hij spreke hij mag er zich met een algemeenheid van afmaken. Nu ik toch over tooneelzaken bezig ben. kan ik niet nalaten zeer euphemis- tisch een negatief oordeel te laten hoo- ren over een voorstelling onlangs hier ter stede gegeven, om te doen zien, hoe men met weinig woorden veel zeggen kan het kwam uit een kindermond en luidde >0, wat was het mooi, daar werd niet gedronken, geen ruw woord gebezigd en niet over vrijen gesproken*. Wie dit vei tolken wil als een lasterlijke aantijging, hem zal ik duidelijker te woord staan. Oók als men er andere kritiek, onverschillig welke op uitoefent. Gaarne had ik me ingehouden il faut laver son linge sale en familieU houdt U daar ook niet aan. Denk echter niet aan wraak mijnerzijds. Over de zangvereeniging Cecilia kan ik gelukkig zwijgen, ik zeg gelukkig, want ik vrees nog meer tijd te moeten verspillen. De gasten uit Drunen. Drie keer zijn ze hier geweest en de eerste twee kee- ren was ik met mijn geheele gezin in den tuin present. Ik heb gezeten onder den treurwilg achter de. kiosk (zal ik maar zeggen) en genoten voor tien, want ik voelde me daar uit den aard der zaak thuis. Wat leuk vonden we allen b.v. dat >Jansen overal*. Wat hebben we genoten in Augustus van die Roomsche turnclub en hoe stond ik verwonderd over dien heer van Drunen Jr., toen ik van zijn vader vernam, dat hij geen beroepsman was, maar louter liefheb berden. En met den lof, dien ik hier nogmaals van v. Dr. verkondig, was mijn uitvoerige beoordeeling in de Echo (circa 30 Aug.) in overeenstemming, evenals mijn eerste verslag over de Zangvereeniging. De Heer X(een kennis van me) stond dan ook »paf«, toen hij de aanklacht in de Echo las. want hij kende mij als correspondent en kon e.e.a. niet rijmen met mijne vroegere uitlating tegenover hem over v. Drunen. Om den prettigen indruk hoegenaamd niet te verminderen was ik in mijn ver slag subjectief en vermeed ik zelfs op bouwende critiek. Het derde bezoek der jongelui uit Drunen is niet door mij aangekondigd in de Echo van 10 Jan jl ik bedoel het bericht, aanvangend aldus schitte rende voorstelling etc. Vandaar de we tenschap {niet geheim, dat klinkt in mijn oor een beetje insinueerend) dat er meer correspondenten zijn ik weet zulks zonder met de redactie onder één hoedje te spelen. Nu vraag ik in ge- moede »Zoo ik de eerste keeren on voldoende, of stekelig had meegedeeld, zou dan de inzender van het bericht zelf ditmaal de taak niet op zich heb ben genomen De Fanfare Wie zegt, dat ik nooit op concerten verschijn, weet het niet, is slecht ingelicht, komt er zelf niet ge regeld ofIk kom er vaak met mijn gezin, ik zou haast zeggen iederen keer ('k bedoel de zomerconcerten, want ik wil niet generaliseeren voor die recen sies (ik erken >snertrecensie's) heeft me een persoon, die zéér bij de Fanfare geïnteresseerd is, persoonlijk gezegd op 11 Febr. jl. dat ik in het be ang der Fanfare eens uit een ander vaatje moest tappen. Ik zei hem sGeef me de stof maar en de rest komt van zelf en hij autwoordde>Dank je wel, 'k zou jou een wapen in handen geven*. Ik speel toch geen verstoppertje, want ik kwam er voor uit dat ik hel plaatsen zou. Tenzij >men« het tegengestelde wil, komt er misschien van het eerste groot con cert een muzikaal verslag, dat klinkt als een klok, zoo objectief mogelijk; ik ben bereids in relatie getreden met een ervaren musicus want ik wil me wel be teren. Ik denk, dat ik zoo wat over alles en nog wat gecorrespondeerd heb rakende R K. feesten, jubileums, kerkelijke plech tigheden enz. en nog maar een keer luchtte iemand zijn ontevredenheid in een ingezonden stukhet betrof het Kerst-oratorium van Müller. Ik ben daar niet op ingegaan, doodeenvoudig, omdat ik niet hatelijk wilde worden, maar vooral omdat een der meest eerbiedwaardige personen, die het leeuwenaandeel in de moeite gehad had, me het persoonlijk verzocht en zeide, dat zij het eens was met mijn bericht. En nu kom ik aan de zaak, waar het om gaat, de bron en den oorsprong, zou ik haast zeggen, van alle narigheid de debating-club. Geduld echter tot Zaterdag. De gesignaleerde Correspondent. Verkiezing Prov. Staten. Gisterenavond trad in de zaal Musis Sacrum alhier de Edelachtb. heer P. Ver hagen, burgemeester van Woudrichem en candidaat voor de Prov. Staten op om zijn candidatuur te verdedigen. Na de vergadering met gebed en het zeggen van psalm 91 geopend te hebben, zei hij, dat hij het noodig achtte den boer op te gaan om zijn candidatuur te verdedigen, wijl hij meer dan een besproken man is. Bij den aanvang van zijn lezing riep spr. de heer De Moor uit Heusden toe of hij hem niet kon verstaan, zoo niet, dat hij dan maar wat dichter moest komen bijzitten. De heer Kakebeen vroeg of dit een hatelijkheid moest beduiden waarop spreker ontkennend antwoordde. Zijne rede vervolgende zei hij, dat toen de candidatenlijsten werden inge diend, de burgemeester van Heusden de heer Honcoop, zei dat de heer Groote Balderhaar ten Velde onbekend was en ik berucht, 't Speet hem dat de burgemeester van Heusden deze woorden had gebruikt, maar voegde hij er bij, ik vergeef het hem. Alsdan begon hij de in 1893 plaats gehad hebbende tiendkwestie te bespre ken. Hij zette uiteen welk een aandeel hij in de bestrijding van die groote plaag der boeren heeft gehad en achtte zich gelukkig mede geholpen te hebben aan de uitroeiing van die slavernij. Vervolgens haalde hij aan een inge zonden stuk uit De Echo van het Zuiden en de Prot. Noordbrabanter, niet om zich schoon te wasschen, maar om even de zaken te beschouwen.Ik heb gedwaald zei hij, maar heeft ook een Augustinus niet gedwaald en is die later ondanks zijn vroegere dwaling niet de beste Kerk vader geworden. Mijn verleden is niet overeenkomstig mijn opvoeding, want mijn vader heeft alles gedaan om mij een christelijke opvoeding te geven en toen ik ondanks dit toch op het kwade pad terecht ben gekomen, toen heeft mijn vader veel voor mij gebeden, opdat ik toch maar op het rechte, op het goede pad weerom zou geraken. Die mijnheer M. zegt dan in zijn in gezonden schrijven dat naar zijn meening de. politieke richting der candidaten bij eene verkiezing als deze gezien de samenstelling der Prov. Staten geheel buiten beschouwing kan blijven. Bij de nog kort geleden plaats gehad hebbende verkiezing, hebben de kiezers duidelijk blijk gegeven dat ze die meening van M. niet deelen Toen toch is den liberalen duidelijk gebleken, dat de zetel aan een A.R. toebehoorde en niet aan hen. De Katholieken hebben daarbij trouw ge holpen en hij twijfelt niet of ook nu zullen ze dit weer doen. Dan gaat spreker na hoe hij tegen over de centrale staat. Spr. is candidaat gesteld door de A. R. Kiesvereeniging Nederland en Oranje te Sleeuwijk op 19 Februari toen er nog geen Centrale- was, 21 Febr. daaropvolgend had te Werkendam een bijeenkomst plaats en werd een Centr. geformeerd. Of het nu de tijd daarvoor was, betwijfelt hij. Na zijn levensloop verhaald te hebben zegt hij in 1903 door de bemoeiing van Dr. Kuyper benoemd te zijn geworden tot Burgemeester van Woudrichem. In die loopbaan heeft hij gelegenheid gehad veel te doen voor de visschers die 't grootste gedeelte van de bevolking van van zijn gemeente uitmaakt. Hij wees er ook op hoe zeer het land van Heusden en Altena is achteruitge gaan er den nadruk opleggend dat dit alleen een gevolg is van de slechte verkeerswegen en verkeersmiddelen. Veel is er voor gedaan om een tram te krijgen opdat het vervoer wat gemak kelijker kon plaats hebben, echter tot heden zonder het minste resultaat. Nu is er weer een commissie die overbrug ging bij Keizersdijk beoogt en daar heb ik, zegt spr. de eer van deel uit te maken. Is er eenmaal een brug dan zal de Zuider stoomtramweg Mij. wel zorgen voor een goed verkeer. Hier wees hij er nog op dat de brug bij Keizersveer meer op z'n plaats is dan aan het Drongelscheveer aangezien de pont hier goed is en ook wijl de brug van Heusden zoo nabij is. Aan het einde van zijn lezing, die met applaus werd begroet, dankte hij voor het aandachtig gehoor van de ver gadering en stelde de gelegenheid open om vragen te richten. De heer Kakebeen vroeg of de heer Barend Snoek liberaal is geweest. Spr. was van meening dat hij A.-R. was. De heer Verhagen zei dat de heer B. Snoek beslist liberaal was en daar voor is hij ook altijd bekend geweest Navraag mag daar gerust naar worden gedaan. Ook zijn neef, nu candidaat wordt onder de liberalen gerekend, hoe wel die niet zoo scherp liberaal is. De heer Kakebeen wijst er verderop dat de spreker deze vergadering opende met eerst Gods woord te hebben ge beden Even daarna begon hij naar aanleiding van een ingezonden schrijven in De Echo onderteekend M. hatelijk heden te verkoopen als zoo zwart als een moorman enz. Dat is niet slim. Ik had u slimmer gedacht zegt spr. t Komt niet overeen met hetgeen u eerst deed. De heer Verhagen zegt niet hatelijk te zijn geweest. Hij zegt in Heusden een naamlooze briefkaart te hebben ont vangen met vloeken doorspekt en hij heeft reden te gelooven dat <?e inzender van het schrijven dezelfde persoon is. Liever had hij gezien dat het schrijven met den naam was onderteekend. Echter hoopt hij dat M. zich alsnog zal ont poppen. Na nog eenige discussie zegt de heer Verhagen dat zijn bedoeling niet is ge weest om te beleedigen. De heer Kakebeen zegt, ofschoon in theorie recht tegenover hem staande, hem toch gaarne hulde te brengen voor de uiteenzetting. Wat hij heeft gehoord is hem nog verbazend meegevallen. De heer v. d. Waals uit Vrijh. Cappel vraagt den heer Verhagen nog eens uit een te zetten hoe of zich de Centrale heeft gevormd en hoe of de zaken nu feitelijk staan. Verder zegt hij het ook niet eens te zijn met M. daar men niet naar het verleden maar naar het heden moet kijken. De heer Verhagen herhaalt nogmaals hoe zich de candidaatstelling van beide candidaten der Kiesvereeniging heeft toegedragen. De heer Kakebeen vraagt nog hoe of spr. over de Handelsschool die bij de Prov. Staten nog aanhangig is denkt. (Bravo's.) De heer Verhagen zegt voor alle cur sussen te zijn en er zelfs veel heeft helpen tot stand brengen. Voor een Handelsschool hier zal hij dan ook gaarne zijrre medewerking verleenen. De heer Kakebeen kon zich met die toezegging niet tevreden stellen daar het geen rechtstreeksch antwoord is op zijn vraag. De heer Verhagen toch zal wel weten waar de kwestie hier om gaat B. en W. met geheel den raad wenschen een handelsschool doch van verre "wenscht men een confessioneele. Waar is u nu voor Onder luid applaus zegt de heer Ver hagen dan voor een Handelsschool te zijn zooals de raad van Waalwijk die wenscht. De heer Kakebeen brengt dank aan den heer Verhagen voor deze toezegging en zegt dat het hem spijt dat hij des ondanks den heer Snoek zal zwart maken. Heusden, 5 Maart. 1912. (INGEZONDEN) Maandag 5 Maart trad alhier in eene openbare vergadering op, de Heer P. Verhagen, candidaat voor deProv.Staten. 't Verslag van deze vergadering, die zeer druk bezocht was, kunnen wij korc sa menvatten. Wel heeft hij het publiek veei wederwaardigheden uit zijn veel bewogen leven verteld, doch het onder werp, dat hij behandelen zou, n.l. »De belangen van den landbouw en de vis- scherij* is slechts met enkele woorden besproken. De Burgemeester van Heus den had hen een ïberucht* candi daat genoemd en spreker nam hem dit zeer kwalijk, naderhand nam hij het hem echter niet zoo kwalijk, daar het ge wraakte woord den Heer Honcoop wel ontvallen zou zijn, naar hij meende. Naar aanleiding van een ingezonden stuk in de Prot. Noordbr zijn levensgeschiedenis verhalende, hoe hij, thuis eene Christe lijke opvoeding genoten hebbende, door den verderfelijken invloed der openbare school, die, volgens hem, stelselmatig allen godsdienstzin der leerlingen doodt en hen van Gods Woord afvoert en daar mee dus de openbare school in 't alge meen belasterde, trok hij die woorden na het protest van den Heer Prinsen in, wat de openb. school in 't alge meen betreft, doch wierp een blaam op wijlen den Heer Van der Sluijs des tijds Hoofd der openbare school te Be- soijen, door te zeggen, dat de Heer Van der Sluijs als knap onderwijzer bekend stond, maar dat men steeds voor hem gewaarschuwd werd, omdat hij tornde aan de beginselen van Gods Woord, hiermede dus een trap gevend aan zijn vroegeren leermeester, om zichzelven van schuld vnj te pleiten. Verder be weerde spreker ook, dat het zijn schuld niet is, dat door de Woudrichemsche visschers te Heusden geen visch verkocht mag worden en deze bewering heeft hij niet teruggenomen, ofschoon hiervoor, vooral wat den verkoop van wit-visch betrefr, wel gronden aanwezig waren, daar het wel degelijk de schuld van den Heer Verhageo moet zijn, dat te Heusden geen wit-visch verkocht mag worden Hij heeft in dit opzicht echter wel de belan gen van zijne eigen gemeente gediend. Hij betreurde het, dat er drie candi daten waren van anti-revolutionaire rich ting, doch hij had gemeend niet te kunnen en mogen bedanken, toen de kiesver eeniging te Sleeuwijk hem de candidatuur had aangeboden. Dit sprak hij echter tegen, door te zeggen, dat hij ge noemde kiesvereeniging gesmeekt zou hebben, zijne candidatuur terug te nemen als de Heer den Dekker uit Almkerk candidaat gesteld zou zijn. Hij beweerde verder, dat de zooge naamde centrale anti-revolutionaire kies vereeniging eigenlijk geen centrale is omdat alle afdeelingen niet zijn aangeslo ten en hij dus bijgevolg geen candidaat tegenover den candidaat der centrale is. Hij sprak verder over de noodzakelijk heid van wijziging van 't Burgerlijk Wetboek, besprak de wenschelijkheid voor een locaalspoor- of tramweg en eene vaste brug bij Keizersveer. Daar geen debat toegestaan werdkreeg men alsnu gelegenheid vragen te stellen. De Heer Prinsen, protesteeieude, dat geen debat verleend werd, zoodat hij dus in de bestrijding van den candidaat zeer werd beperkt, stelde de volgende vragen »Hoe kwam U op de onzalige gedachte, wetende, dat men den keizer moet geven, wat des keizers is, den boeren bij de tiendkwestie aan te raden »lever geen tienden 1* waardoor gij velen in groote moeilijkheden gebracht hebt Deze vraag legde spreker naast zich neer, door te zeggen, dat de tiendkwestie thans tot ieders genoegen is opgelost en verdere bespreking dus geen zin heeft. Eene tweede vraag >Of de spreker statistische gegevens bezat, dat van de openbare school meer socialisten of anarchisten kwamen dan van de bijzondere school? beantwoordde spreker op de boven aan gehaalde wijze er aan toevoegende, dat hij hoopte, dat weldra het land over stroomd moge zijn met bijz. scholen en de openbare school uitzondering zal zijn. De heer Kalkman protesteerde tegen een gezegde van spreker, dat men notarissen, advocaten en dokters uit hun vingers moet zien te blijven, omdat die heeren niets voor niets doen. Ten slotte verkreeg de Heer den Broe der het woord. Deze spreker had uit de rede van den Heer Verhagen met ge noegen opgemaakt, dat hij het hoog be lang van organisatie inziet en hij meende daarom dat het den Heer Verhagen verblijden moest, dat er eene centrale anti-revolutionaire kiesvereeniging was opgericht, betreurde het, dat de Heer Verhagen zich candidaat gesteld had naast den candidaat der centrale en stelde hier na de volgende vragen »Heeft U wel gehandeld in het belang der anti-revo lutionaire partij door nu direct al scheu ring te maken? Betreurt de Heer Ver hagen niet, dat dit gebeurd is Spreker beantwoordde deze vragen aldus, dat hij candidaat gesteld is 19 Februari, dus toen er nog geen centrale was, daar die pas opgericht is 21 Februari en thans nog niet definitief is opgericht maar voorloopig voor zes maanden. We tende, dat men van de centrale van plan was te komen met een jong en onbekend candidaat, wilde hij de centrale niet aan een echec wagen. Men had met de op richting eener centrale of vlugger of langzamer moeten werken. Hij twijfelde er echter niet aan, of de oprichting der centrale zal weinig moeilijkheden onder vinden als eenmaal het vuur dezer ver kiezing is gedoofd en de rookwolken zijn opgetrokken. Hierna werd de vergadering, die met gebed geopend was, met dankzegging gesloten. X. Kaatsheuvel 6 Maart. 1912. Bouwplannen. Het tekort aan ferme huurwoningen begint zich al langer hoe meer te doen gevoelen. Met verlangen wordt door verschillende paartjes welke na de groote Vasten van plan zijn te trouwen, naar een geschikte woning uitgekeken. De voor eenige maanden opgericht bouwcom missie is met de voorbereidende maat regelen druk bezig, en heeft den noodig en toegezegden Rijkssteun reeds aange vraagd. De plannen zijn, om de huizen te bouwen in de Kattesteeg (Gaslicht straat) en het steegje (Telefoonstraat). Moge deze plannen spoedig tot uitvoe ring komen. Gasfabriek. Onze nieuwe gasfabriek nadert hare voltooing. Met de afwerking is men druk bezig Ook de kolossale gasketel is bijna voltooid. De nieuwe Directeur heeft de mooie Directeurswoning betrokken naast de fabriek. De aanleg der leidingen in de huizen der verbruikers is in vollen gang doch zal nog wel eenige weken duren, voor dat allen zijn aangesloten. Uif vertrouwbare bron vernamen wij, dat half April alles gereed zal zijn, en in werking gesteld kan worden. R. K. Kerk. Heden (Woensdag) werdt door den Z- E. W. Heer W. Völker, pastoor onzer parochie de eerste steen gelegd, van de nieuwe R. K- Kerk te Kaatsheuvel bij welke plechtigheid enkele corporaties zijn uitgenoodigd. Ook voor het publiek was hedenmor gen het terrein toegankelijk, waar tot half twee, met uitzondering van kinderen iedereen woidt toegelaten. Vooraf werd om 9 uur een H. Mis opgedragen om Gods zegen over het werk af te smeeken en den bouw te stellen onder de bescherming van den H- Jozef, opdat geen ongelukken mogen voorkomen, die bij de uitvoering van groote bouwwerken dikwijls plaats vinden. Eenige raadsvergaderingen, berichten en advertentiën moeten wegens over vloed van copie tot een volgend nummer blijven liggen. Wat stoom is voor fde industrie, is ad- verteeren voor den handel, n. de groote drijfkracht. j BESOIJEN, 5 Maart. De prijs der boter was heden op de markt Aanvoer 291 Kilo's. Hoogste prijs i 1.68. Laagste prijs t 1,51. Eieren 31/» cent per stak.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 6