■ttsuimtTMm
Lezing.
Correspondentie.
B andelsberichten
onderteekend >de beste bondsleden*.
Hoe daar zoo'n leek, en nog wel een
niet van de beste soort, toegang krijgt
om zijne verdediging voor de vermeende
beschuldiging tegen de Heeren Roesten-
berg en den bondsadviseur aan den man
te brengen, is ons een raadsel. Aanvan
kelijk meenden wij, dat zoo iets in een
onbewaakt oogenblik aan de aandacht
der redactie ontsnapt kon zijn, doch na
eenige schrapping (volgens eene noot
der redactie zelve) mogelijk wel reiniging,
werd het toch nog geschikt geacht als
consumptie zijner lezers.
Wij kunnen waarlijk genoemde Heeren
niet geluk wenschen met hunnen ver
dediger, want hij schijnt niet te weten
dat hij alleen tegen het plaatsen van de
beschuldiging uitvaart, terwijl hij de
beschuldiging zelve geheel onbesproken
laat. Doch zoo iets vindt men meer bij
leekenzij draven door op terrein
waarop zij niet thuisbehooren, en worden
zoodoende voor de zaak, welke zij mee-
nen te dienen en voor hunne vrienden
niet zelden hoogst gevaarlijk.
Zouden die beste Bondsleden het
aandurven steeds de R. K. Lederbewer
ker te stellen in plaats van De Echo
van het Zuiden
Zij bedenken dan wel, dat de E. v.
h. Z. om \oor zijn redacteur geheele
straffeloosheid te verzekeren, nog nooit
van redactie behoefde te veranderen
dat in de E. v. h. Z. in tegenstelling
met de R. K. L. nooit onware berichten
worden verkondigd, met het doel om
zijne lezers en het volk op een dwaal
spoor te brengen dat artikelen uit de
E. v. h Z. nog nooit door een welbekend
kamerlid ter lezing en overweging aan
bevolen werden aan den Minister van
Justitie en ten slotte dat in de E. v. h. Z.
nog nooit van die leeringen verkondigd
werden, als in de R. K. L. naar aan
leiding waarvan de Gids, Orgaan v. h.
Christelijk Nationaal Vakverbond in zijn
Januari nummer j.l. schreef dat het juist
uit de kracht zijner beginselen van naas
tenliefde niet met de R- K. L c.s. kan
medegaan.
Daarom Redactie van de R. K. L.
weert ze uit uw blad, zulke beste bonds
leden, weert ze en reinigt er uwe om
geving van. Het aanzien en de inhoud
van uw blad kunnen er slechts door
winnen, en zeer veel onheil, zooals der
gelijke leeken reeds over onze organisatie
hebben gebracht, zal in de toekomst
vermeden worden
DE BESTE BONDSLEDEN.
Heusden, 4 Maart 1912.
M. de Redacteur.
Ofschoon de Eerw. Heer v. d. Meij-
den ondanks zijn niethouden van ver
stoppertje spelen (waaraan hij druk doet
en waarover later) verklaart zich niet
nader te kunnen uitlaten over mijn tot
hem gerichte vraag, zal ik antwoorden,
doch met weerzin, want het spijt mij
om hem, dien ik steeds als vriend heb
beschouwd. Terwille van zijn verheven
ambt van vredestichter zal ik ook trach
ten den goeden toon te bewaren, hoe
wel het soms in me gekookt heeft
maar ik zal de naakte waarheid geven.
Ik beschik natuurlijk niet meer over mijn
oude correspondentie's en moet dus
mijn geheugen raadplegen. Circa een
jaar of drie geleden bevond'ik me in
het Patronaatsgebouw en daar werd me
toegevoegd of eigenlijk toegeduwd>Hoe
komt het toch, dat van den anderen
kant steeds alles in de kiant komt en
van ons zoo wat niets en als er eens
een publiek feest is, waarom wordt de
Harmonie dan steeds No. 1 genoemd
en de Fanfare No. 2 Blijkbaar zag
men in mij den correspondent en 'k
vond het kleingeestig, maar als je vijf
en twintig jaar in de praktijk bent bij
de pers, dan kun je daar wel een mouw
aan passen en zoo besloot ik ook het
Patronaat met zijn instellingen ruim
schoots te gedenken en me daar niet
meer aan een hatelijkheid bloot te stellen.
Waar is, dat ik nooit of nimmer de
komedie bezocht, om een reden, die de
kapelaan niet kent en die zoo véél
en zoo nietszeggend (dat is nog minder
dan mijn correspondentie's) gesignaleerd
wordt met >uit den aard der zaak*.
Spoedig had ik een bevoegd persoon,
die mij schriftelijk zijn gewaarwordingen
gaf en ze mondeling toelichtte. Wat
dit mondelinge gedeelte betrof, dacht
ik soms »Spreken is zilver, maar zwijgen
is goud*. Mocht ik niet duidelijk zijn,
dan wil ik dit op verzoek wel dui
delijk zeggenik kan precies zeggen,
wat ik bedoel. Ik verwijs hier onder
andere naar het blijspel>Peer van
Zundert*. Let wel, ik wil hier niet ha
telijk zijn, doch verweer me zoo beknopt
mogelijk. Bedoeling is niet te insinu-
eeren, doch de onbenulligheid (en dat
is het juiste woord, waarmee ik volko
men accoord ga) van mijn berichtjes en
niet recensies te motiveeren. Wie
meent ooit iets krenkends van mij onder
tde oogen gehad te hebben aangaande
^het tooneel, hij spreke hij mag er zich
met een algemeenheid van afmaken.
Nu ik toch over tooneelzaken bezig
ben. kan ik niet nalaten zeer euphemis-
tisch een negatief oordeel te laten hoo-
ren over een voorstelling onlangs hier
ter stede gegeven, om te doen zien, hoe
men met weinig woorden veel zeggen
kan het kwam uit een kindermond en
luidde >0, wat was het mooi, daar
werd niet gedronken, geen ruw woord
gebezigd en niet over vrijen gesproken*.
Wie dit vei tolken wil als een lasterlijke
aantijging, hem zal ik duidelijker te
woord staan. Oók als men er andere
kritiek, onverschillig welke op uitoefent.
Gaarne had ik me ingehouden il faut
laver son linge sale en familieU houdt
U daar ook niet aan. Denk echter niet
aan wraak mijnerzijds.
Over de zangvereeniging Cecilia kan
ik gelukkig zwijgen, ik zeg gelukkig,
want ik vrees nog meer tijd te moeten
verspillen.
De gasten uit Drunen. Drie keer zijn
ze hier geweest en de eerste twee kee-
ren was ik met mijn geheele gezin in
den tuin present. Ik heb gezeten onder
den treurwilg achter de. kiosk (zal ik
maar zeggen) en genoten voor tien, want
ik voelde me daar uit den aard der zaak
thuis. Wat leuk vonden we allen b.v.
dat >Jansen overal*. Wat hebben we
genoten in Augustus van die Roomsche
turnclub en hoe stond ik verwonderd
over dien heer van Drunen Jr., toen
ik van zijn vader vernam, dat hij geen
beroepsman was, maar louter liefheb
berden. En met den lof, dien ik hier
nogmaals van v. Dr. verkondig, was
mijn uitvoerige beoordeeling in de Echo
(circa 30 Aug.) in overeenstemming,
evenals mijn eerste verslag over de
Zangvereeniging. De Heer X(een kennis
van me) stond dan ook »paf«, toen hij
de aanklacht in de Echo las. want hij
kende mij als correspondent en kon
e.e.a. niet rijmen met mijne vroegere
uitlating tegenover hem over v. Drunen.
Om den prettigen indruk hoegenaamd
niet te verminderen was ik in mijn ver
slag subjectief en vermeed ik zelfs op
bouwende critiek.
Het derde bezoek der jongelui uit
Drunen is niet door mij aangekondigd
in de Echo van 10 Jan jl ik bedoel
het bericht, aanvangend aldus schitte
rende voorstelling etc. Vandaar de we
tenschap {niet geheim, dat klinkt in
mijn oor een beetje insinueerend) dat
er meer correspondenten zijn ik weet
zulks zonder met de redactie onder één
hoedje te spelen. Nu vraag ik in ge-
moede »Zoo ik de eerste keeren on
voldoende, of stekelig had meegedeeld,
zou dan de inzender van het bericht
zelf ditmaal de taak niet op zich heb
ben genomen
De Fanfare Wie zegt, dat ik nooit
op concerten verschijn, weet het niet, is
slecht ingelicht, komt er zelf niet ge
regeld ofIk kom er vaak met mijn
gezin, ik zou haast zeggen iederen keer
('k bedoel de zomerconcerten, want ik
wil niet generaliseeren voor die recen
sies (ik erken >snertrecensie's) heeft me
een persoon, die zéér bij de Fanfare
geïnteresseerd is, persoonlijk gezegd op
11 Febr. jl. dat ik in het be ang der
Fanfare eens uit een ander vaatje moest
tappen. Ik zei hem sGeef me de stof
maar en de rest komt van zelf en hij
autwoordde>Dank je wel, 'k zou jou
een wapen in handen geven*. Ik speel
toch geen verstoppertje, want ik kwam
er voor uit dat ik hel plaatsen zou.
Tenzij >men« het tegengestelde wil, komt
er misschien van het eerste groot con
cert een muzikaal verslag, dat klinkt als
een klok, zoo objectief mogelijk; ik
ben bereids in relatie getreden met een
ervaren musicus want ik wil me wel be
teren.
Ik denk, dat ik zoo wat over alles en
nog wat gecorrespondeerd heb rakende
R K. feesten, jubileums, kerkelijke plech
tigheden enz. en nog maar een keer
luchtte iemand zijn ontevredenheid in
een ingezonden stukhet betrof het
Kerst-oratorium van Müller. Ik ben daar
niet op ingegaan, doodeenvoudig, omdat
ik niet hatelijk wilde worden, maar vooral
omdat een der meest eerbiedwaardige
personen, die het leeuwenaandeel in de
moeite gehad had, me het persoonlijk
verzocht en zeide, dat zij het eens was
met mijn bericht.
En nu kom ik aan de zaak, waar het
om gaat, de bron en den oorsprong,
zou ik haast zeggen, van alle narigheid
de debating-club. Geduld echter tot
Zaterdag.
De gesignaleerde Correspondent.
Verkiezing Prov. Staten.
Gisterenavond trad in de zaal Musis
Sacrum alhier de Edelachtb. heer P. Ver
hagen, burgemeester van Woudrichem
en candidaat voor de Prov. Staten op
om zijn candidatuur te verdedigen.
Na de vergadering met gebed en het
zeggen van psalm 91 geopend te hebben,
zei hij, dat hij het noodig achtte den
boer op te gaan om zijn candidatuur
te verdedigen, wijl hij meer dan een
besproken man is.
Bij den aanvang van zijn lezing riep
spr. de heer De Moor uit Heusden toe
of hij hem niet kon verstaan, zoo niet,
dat hij dan maar wat dichter moest
komen bijzitten.
De heer Kakebeen vroeg of dit een
hatelijkheid moest beduiden waarop
spreker ontkennend antwoordde.
Zijne rede vervolgende zei hij, dat
toen de candidatenlijsten werden inge
diend, de burgemeester van Heusden
de heer Honcoop, zei dat de heer
Groote Balderhaar ten Velde onbekend
was en ik berucht, 't Speet hem dat de
burgemeester van Heusden deze woorden
had gebruikt, maar voegde hij er bij,
ik vergeef het hem.
Alsdan begon hij de in 1893 plaats
gehad hebbende tiendkwestie te bespre
ken. Hij zette uiteen welk een aandeel
hij in de bestrijding van die groote
plaag der boeren heeft gehad en achtte
zich gelukkig mede geholpen te hebben
aan de uitroeiing van die slavernij.
Vervolgens haalde hij aan een inge
zonden stuk uit De Echo van het Zuiden
en de Prot. Noordbrabanter, niet om
zich schoon te wasschen, maar om even
de zaken te beschouwen.Ik heb gedwaald
zei hij, maar heeft ook een Augustinus
niet gedwaald en is die later ondanks
zijn vroegere dwaling niet de beste Kerk
vader geworden. Mijn verleden is niet
overeenkomstig mijn opvoeding, want
mijn vader heeft alles gedaan om mij
een christelijke opvoeding te geven en
toen ik ondanks dit toch op het kwade
pad terecht ben gekomen, toen heeft
mijn vader veel voor mij gebeden, opdat
ik toch maar op het rechte, op het goede
pad weerom zou geraken.
Die mijnheer M. zegt dan in zijn in
gezonden schrijven dat naar zijn meening
de. politieke richting der candidaten bij
eene verkiezing als deze gezien de
samenstelling der Prov. Staten geheel
buiten beschouwing kan blijven. Bij de
nog kort geleden plaats gehad hebbende
verkiezing, hebben de kiezers duidelijk
blijk gegeven dat ze die meening van
M. niet deelen Toen toch is den liberalen
duidelijk gebleken, dat de zetel aan een
A.R. toebehoorde en niet aan hen. De
Katholieken hebben daarbij trouw ge
holpen en hij twijfelt niet of ook nu
zullen ze dit weer doen.
Dan gaat spreker na hoe hij tegen
over de centrale staat. Spr. is candidaat
gesteld door de A. R. Kiesvereeniging
Nederland en Oranje te Sleeuwijk op
19 Februari toen er nog geen Centrale-
was, 21 Febr. daaropvolgend had te
Werkendam een bijeenkomst plaats en
werd een Centr. geformeerd. Of het nu
de tijd daarvoor was, betwijfelt hij.
Na zijn levensloop verhaald te hebben
zegt hij in 1903 door de bemoeiing van
Dr. Kuyper benoemd te zijn geworden
tot Burgemeester van Woudrichem. In
die loopbaan heeft hij gelegenheid gehad
veel te doen voor de visschers die
't grootste gedeelte van de bevolking van
van zijn gemeente uitmaakt.
Hij wees er ook op hoe zeer het land
van Heusden en Altena is achteruitge
gaan er den nadruk opleggend dat dit
alleen een gevolg is van de slechte
verkeerswegen en verkeersmiddelen.
Veel is er voor gedaan om een tram te
krijgen opdat het vervoer wat gemak
kelijker kon plaats hebben, echter tot
heden zonder het minste resultaat. Nu
is er weer een commissie die overbrug
ging bij Keizersdijk beoogt en daar heb
ik, zegt spr. de eer van deel uit te
maken. Is er eenmaal een brug dan zal
de Zuider stoomtramweg Mij. wel zorgen
voor een goed verkeer.
Hier wees hij er nog op dat de brug
bij Keizersveer meer op z'n plaats is
dan aan het Drongelscheveer aangezien
de pont hier goed is en ook wijl de
brug van Heusden zoo nabij is.
Aan het einde van zijn lezing, die
met applaus werd begroet, dankte hij
voor het aandachtig gehoor van de ver
gadering en stelde de gelegenheid open
om vragen te richten.
De heer Kakebeen vroeg of de heer
Barend Snoek liberaal is geweest. Spr.
was van meening dat hij A.-R. was.
De heer Verhagen zei dat de heer
B. Snoek beslist liberaal was en daar
voor is hij ook altijd bekend geweest
Navraag mag daar gerust naar worden
gedaan. Ook zijn neef, nu candidaat
wordt onder de liberalen gerekend, hoe
wel die niet zoo scherp liberaal is.
De heer Kakebeen wijst er verderop
dat de spreker deze vergadering opende
met eerst Gods woord te hebben ge
beden Even daarna begon hij naar
aanleiding van een ingezonden schrijven
in De Echo onderteekend M. hatelijk
heden te verkoopen als zoo zwart als
een moorman enz. Dat is niet slim.
Ik had u slimmer gedacht zegt spr. t
Komt niet overeen met hetgeen u eerst
deed.
De heer Verhagen zegt niet hatelijk
te zijn geweest. Hij zegt in Heusden
een naamlooze briefkaart te hebben ont
vangen met vloeken doorspekt en hij
heeft reden te gelooven dat <?e inzender
van het schrijven dezelfde persoon is.
Liever had hij gezien dat het schrijven
met den naam was onderteekend. Echter
hoopt hij dat M. zich alsnog zal ont
poppen.
Na nog eenige discussie zegt de heer
Verhagen dat zijn bedoeling niet is ge
weest om te beleedigen.
De heer Kakebeen zegt, ofschoon in
theorie recht tegenover hem staande,
hem toch gaarne hulde te brengen voor
de uiteenzetting. Wat hij heeft gehoord
is hem nog verbazend meegevallen.
De heer v. d. Waals uit Vrijh. Cappel
vraagt den heer Verhagen nog eens uit
een te zetten hoe of zich de Centrale
heeft gevormd en hoe of de zaken nu
feitelijk staan. Verder zegt hij het ook
niet eens te zijn met M. daar men niet
naar het verleden maar naar het heden
moet kijken.
De heer Verhagen herhaalt nogmaals
hoe zich de candidaatstelling van beide
candidaten der Kiesvereeniging heeft
toegedragen.
De heer Kakebeen vraagt nog hoe of
spr. over de Handelsschool die bij de
Prov. Staten nog aanhangig is denkt.
(Bravo's.)
De heer Verhagen zegt voor alle cur
sussen te zijn en er zelfs veel heeft
helpen tot stand brengen. Voor een
Handelsschool hier zal hij dan ook
gaarne zijrre medewerking verleenen.
De heer Kakebeen kon zich met die
toezegging niet tevreden stellen daar het
geen rechtstreeksch antwoord is op zijn
vraag. De heer Verhagen toch zal wel
weten waar de kwestie hier om gaat
B. en W. met geheel den raad wenschen
een handelsschool doch van verre
"wenscht men een confessioneele. Waar
is u nu voor
Onder luid applaus zegt de heer Ver
hagen dan voor een Handelsschool te
zijn zooals de raad van Waalwijk die
wenscht.
De heer Kakebeen brengt dank aan
den heer Verhagen voor deze toezegging
en zegt dat het hem spijt dat hij des
ondanks den heer Snoek zal zwart
maken.
Heusden, 5 Maart. 1912.
(INGEZONDEN)
Maandag 5 Maart trad alhier in eene
openbare vergadering op, de Heer P.
Verhagen, candidaat voor deProv.Staten.
't Verslag van deze vergadering, die zeer
druk bezocht was, kunnen wij korc sa
menvatten. Wel heeft hij het publiek
veei wederwaardigheden uit zijn veel
bewogen leven verteld, doch het onder
werp, dat hij behandelen zou, n.l. »De
belangen van den landbouw en de vis-
scherij* is slechts met enkele woorden
besproken. De Burgemeester van Heus
den had hen een ïberucht* candi
daat genoemd en spreker nam hem dit
zeer kwalijk, naderhand nam hij het hem
echter niet zoo kwalijk, daar het ge
wraakte woord den Heer Honcoop wel
ontvallen zou zijn, naar hij meende. Naar
aanleiding van een ingezonden stuk in
de Prot. Noordbr zijn levensgeschiedenis
verhalende, hoe hij, thuis eene Christe
lijke opvoeding genoten hebbende, door
den verderfelijken invloed der openbare
school, die, volgens hem, stelselmatig
allen godsdienstzin der leerlingen doodt
en hen van Gods Woord afvoert en daar
mee dus de openbare school in 't alge
meen belasterde, trok hij die woorden
na het protest van den Heer Prinsen
in, wat de openb. school in 't alge
meen betreft, doch wierp een blaam
op wijlen den Heer Van der Sluijs des
tijds Hoofd der openbare school te Be-
soijen, door te zeggen, dat de Heer Van
der Sluijs als knap onderwijzer bekend
stond, maar dat men steeds voor hem
gewaarschuwd werd, omdat hij tornde
aan de beginselen van Gods Woord,
hiermede dus een trap gevend aan zijn
vroegeren leermeester, om zichzelven
van schuld vnj te pleiten. Verder be
weerde spreker ook, dat het zijn schuld
niet is, dat door de Woudrichemsche
visschers te Heusden geen visch verkocht
mag worden en deze bewering heeft hij
niet teruggenomen, ofschoon hiervoor,
vooral wat den verkoop van wit-visch
betrefr, wel gronden aanwezig waren,
daar het wel degelijk de schuld van den
Heer Verhageo moet zijn, dat te Heusden
geen wit-visch verkocht mag worden Hij
heeft in dit opzicht echter wel de belan
gen van zijne eigen gemeente gediend.
Hij betreurde het, dat er drie candi
daten waren van anti-revolutionaire rich
ting, doch hij had gemeend niet te kunnen
en mogen bedanken, toen de kiesver
eeniging te Sleeuwijk hem de candidatuur
had aangeboden. Dit sprak hij echter
tegen, door te zeggen, dat hij ge
noemde kiesvereeniging gesmeekt zou
hebben, zijne candidatuur terug te nemen
als de Heer den Dekker uit Almkerk
candidaat gesteld zou zijn.
Hij beweerde verder, dat de zooge
naamde centrale anti-revolutionaire kies
vereeniging eigenlijk geen centrale is
omdat alle afdeelingen niet zijn aangeslo
ten en hij dus bijgevolg geen candidaat
tegenover den candidaat der centrale is.
Hij sprak verder over de noodzakelijk
heid van wijziging van 't Burgerlijk
Wetboek, besprak de wenschelijkheid
voor een locaalspoor- of tramweg en eene
vaste brug bij Keizersveer.
Daar geen debat toegestaan werdkreeg
men alsnu gelegenheid vragen te stellen.
De Heer Prinsen, protesteeieude, dat
geen debat verleend werd, zoodat hij dus
in de bestrijding van den candidaat zeer
werd beperkt, stelde de volgende vragen
»Hoe kwam U op de onzalige gedachte,
wetende, dat men den keizer moet geven,
wat des keizers is, den boeren bij de
tiendkwestie aan te raden »lever geen
tienden 1* waardoor gij velen in groote
moeilijkheden gebracht hebt Deze vraag
legde spreker naast zich neer, door te
zeggen, dat de tiendkwestie thans tot
ieders genoegen is opgelost en verdere
bespreking dus geen zin heeft. Eene
tweede vraag >Of de spreker statistische
gegevens bezat, dat van de openbare
school meer socialisten of anarchisten
kwamen dan van de bijzondere school?
beantwoordde spreker op de boven aan
gehaalde wijze er aan toevoegende, dat
hij hoopte, dat weldra het land over
stroomd moge zijn met bijz. scholen en
de openbare school uitzondering zal zijn.
De heer Kalkman protesteerde tegen een
gezegde van spreker, dat men notarissen,
advocaten en dokters uit hun vingers
moet zien te blijven, omdat die heeren
niets voor niets doen.
Ten slotte verkreeg de Heer den Broe
der het woord. Deze spreker had uit de
rede van den Heer Verhagen met ge
noegen opgemaakt, dat hij het hoog be
lang van organisatie inziet en hij meende
daarom dat het den Heer Verhagen
verblijden moest, dat er eene centrale
anti-revolutionaire kiesvereeniging was
opgericht, betreurde het, dat de Heer
Verhagen zich candidaat gesteld had naast
den candidaat der centrale en stelde hier
na de volgende vragen »Heeft U wel
gehandeld in het belang der anti-revo
lutionaire partij door nu direct al scheu
ring te maken? Betreurt de Heer Ver
hagen niet, dat dit gebeurd is
Spreker beantwoordde deze vragen
aldus, dat hij candidaat gesteld is 19
Februari, dus toen er nog geen centrale
was, daar die pas opgericht is 21 Februari
en thans nog niet definitief is opgericht
maar voorloopig voor zes maanden. We
tende, dat men van de centrale van plan
was te komen met een jong en onbekend
candidaat, wilde hij de centrale niet aan
een echec wagen. Men had met de op
richting eener centrale of vlugger of
langzamer moeten werken. Hij twijfelde
er echter niet aan, of de oprichting der
centrale zal weinig moeilijkheden onder
vinden als eenmaal het vuur dezer ver
kiezing is gedoofd en de rookwolken
zijn opgetrokken.
Hierna werd de vergadering, die met
gebed geopend was, met dankzegging
gesloten. X.
Kaatsheuvel 6 Maart. 1912.
Bouwplannen.
Het tekort aan ferme huurwoningen
begint zich al langer hoe meer te doen
gevoelen. Met verlangen wordt door
verschillende paartjes welke na de groote
Vasten van plan zijn te trouwen, naar
een geschikte woning uitgekeken. De voor
eenige maanden opgericht bouwcom
missie is met de voorbereidende maat
regelen druk bezig, en heeft den noodig
en toegezegden Rijkssteun reeds aange
vraagd. De plannen zijn, om de huizen
te bouwen in de Kattesteeg (Gaslicht
straat) en het steegje (Telefoonstraat).
Moge deze plannen spoedig tot uitvoe
ring komen.
Gasfabriek.
Onze nieuwe gasfabriek nadert hare
voltooing. Met de afwerking is men druk
bezig Ook de kolossale gasketel is
bijna voltooid.
De nieuwe Directeur heeft de mooie
Directeurswoning betrokken naast de
fabriek. De aanleg der leidingen in de
huizen der verbruikers is in vollen gang
doch zal nog wel eenige weken duren,
voor dat allen zijn aangesloten.
Uif vertrouwbare bron vernamen wij,
dat half April alles gereed zal zijn, en
in werking gesteld kan worden.
R. K. Kerk.
Heden (Woensdag) werdt door den
Z- E. W. Heer W. Völker, pastoor onzer
parochie de eerste steen gelegd, van de
nieuwe R. K- Kerk te Kaatsheuvel bij
welke plechtigheid enkele corporaties
zijn uitgenoodigd.
Ook voor het publiek was hedenmor
gen het terrein toegankelijk, waar tot
half twee, met uitzondering van kinderen
iedereen woidt toegelaten.
Vooraf werd om 9 uur een H. Mis
opgedragen om Gods zegen over het
werk af te smeeken en den bouw te
stellen onder de bescherming van den
H- Jozef, opdat geen ongelukken mogen
voorkomen, die bij de uitvoering van
groote bouwwerken dikwijls plaats vinden.
Eenige raadsvergaderingen, berichten
en advertentiën moeten wegens over
vloed van copie tot een volgend nummer
blijven liggen.
Wat stoom is voor
fde industrie, is ad-
verteeren voor den handel, n.
de groote drijfkracht.
j
BESOIJEN, 5 Maart.
De prijs der boter was heden op de markt
Aanvoer 291 Kilo's.
Hoogste prijs i 1.68.
Laagste prijs t 1,51.
Eieren 31/» cent per stak.