Nomaier 47 Zondag 9 Juni 1912 35 jaargang Tweede Blad. MONKEY BRAND ijl bezoek te Parijs, FEUILLETON. BINNENLAND. van sr/ Helderheid. (Apten-Ze^p) Maakt mik alk Zilver verroest ijzer ais Staal en wat geverfd is als Nieuw! ZE HELPT HET HUIS SCHOONMAKEN VAN ONDER TOT BOVE^. Echo van het 1671 Maandag was het de dag van de mi litaire manoeuvres in het Kamp van Satory. Dit uitgestrekte militaire kamp is gelegen in de nabijheid van het on vergelijkelijk schoone Versailles. Om ruim 10 uur namen de manoeu vres een aanvang. Zij gaven een beeld van een veldslag tusscken een Roode en Blauwe partij. Een algemeen gevecht ontwikkelde zich het zware geschutgedonder rolde over de vlakte, vermengd met het lichtere geweervuur der infanterie. Com mando's klonken allerwegen en daar onder het trompetgeschal der signalen. Na het gevecht stelden alle troepen zich op het Noordelijk gedeelte van het kamp op, waarna het défilé voor de Hooge Personen begon. Flink en vol komen militairement met veerkrachtigen tred défileerden de troepen onder de vroolijke muziek voor H. M. de Koningin en Z. K.- H. den Prins. Na afloop hiervan begaf het Hooge Gezelschap zich naar het slot te Ver sailles, waar den déjeuner gegeven werd, waaraan behalve de gevolgen ook aan zaten de hoogere militaire autoriteiten. Dit kasteel werd onder Lodewijk XIV gebouwd en (was in 1789, het jaar waarin de Franschi revolutie uitbrak, de resi dentie der Koningin van Frankrijk. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." 103). Zij Btond er op dat George zijn vrouw zon balen, opdat zij terstond met baar bends kon maken, dewijl de toebereidselen voor het ver trek haar niet veroorloofden, naar mevrouw Jernam zelve te gaan. De gelukkige Rosa gaf terstond toe en de scboone dame bad binnen kort geheel haar hart gewonnen, zoodat z\j er zelf op aandrong. George zou lady Evers leigh naar Allanbay vergezellen. Met grappige drift ontzenuwde zij alle denkbare bezwaren, die lady Eversleigh opperde en het gevolg was dat de twee dienzelfden avond vertrokken, en zoo snel reisden als postpaarden hen slechts konden brengen. Zij bereikten Allanbay voor het ongeduld lady Eversleigh kon doen klagen dat de weg te lang was. Suze Jernam had het kind bij zich gehouden en zij legde zelve de kleine Gerty in de armen der moeder. Zelden had lady Eversleigh zich zoo onbezwaard ter ruste gelegd als toen zij hare kamer betrok onder het nederige dak der tante van kapitein Jernam. XXXVI. Verwarring, erger dan de dood. Sir Reginald Eversleigh bad een langdurig bezoek bij Victor Carrington afgelegd, in diene woning te Maida— Hill, op den dag dat Douglas Dale zulk een toornig, wanhopend afscheid van mevroHw Durski haa genomen. Zij hadden veel afgepraat en Reginald was getroffen door de zonderlinge opgewondenheid, de bijna koorts achtige spanning, die in den toon en manieren by CarriDgton doorstraalde. Hy was niet me dedeelzamer met zyne plannen dan vroeger, maar hij gaf zijne hoop en zegepraal te kennen In zonnige lenteweelde prijkten thans de fraaie terrassen met hunne standbeel den, de parken met de smaakvol aange legde gazons, de frissche fonteinen, met hare koelte aanbrengende atmosfeer. Het was in deze omgeving dat het Koninklijk Echtpaar na het déjeuner alvorens te vertrekken nog een korten rijtoer onder namen. Gereden werd daarbij langs de beide Trianons, de elegante kasteelen, die door Lodewijk XV en Lodewijk XVI werden aangelegd. Om drie uur had het vertrek van het station te Versailles naar Holland plaats. Het afscheid was allerhartelijkst. H. M. werd door president Fallières naar het salonrijtuig geleid en gaf bij Haar vertrek aan den president de verzekering van haa»- groote ingenomenheid met dit be zoek en de ondervonden hartelijkheid te kennen. Ook Prins Hendrik nam hartelijk van het echtpaar Fallières afscheid, waarna ook het gevolg na het wisselen van hand drukken in den trein plaats nam. Aan het station werden weer de mili taire honneurs bewezen, waarna de trein zich onder het spelen van het Wilhelmus in beweging stelde. H. M. wuifde nog eens de Fransche autoriteiten voor het laatst ten afscheid toe, waarna de trein uit het gezicht verdween. Het bezoek is thans geëindigd, maar met groote ingenomenheid ziet men er hier op terug en denkt men aan de aimable sourire van onze Koningin. Te Laeken zijn de koning en de ko ningin van België in den koninklijken trein gekomen en hebben de reis in 't salonrijtuig tot Esschen meegemaakt. Het koninklijke paar arriveerde ten 1.02 in het Loo. Een gift van de Koningin. H. M. de Koningin schonk aan het gemeentebestuur 10.000 francs voor de armen van Parijs. Een bloemlezing uit de Fransche bladen. Petit Parisien4 Het Parijsche volk heeft niet de ridderlijke, moedige en tref fende daad vergeten van de Benjamine der souvereinen, toen zij in haar Koninkrijk President Kruger ontving, den ouden republikeinschen en heldhaftigen patriot, wien de tegenslag van den oorlog genoopt had zijn overvallen land te ontvluchten... Zulke manifestaties worden in Frankrijk begrepen en gewaardeerd, en met ont roering heeft men er haar voor toegelacht toen daar de vorstinne voorbij ging, die in hare aderen nog iets heeft van het heldhaftigen bloed van den dapperen krijgsman, die een onzer fierste kapiteins en een harer grootste voorvaders was Gaspard de Coligny Het Parijsche volk was haar komen toejuichen, van garscher harte, de lieve koningin. Van achter den haag van troe- op eene wijze, die Eversleigh niet van hem kende, Gij schynt vol hoop, Victor, zeide sir Reginald. Ik vraag u nietsmaar zyt gij zelf overtuigd dat alles goed gaat Onze zaken schuiven, mijn vriend. En gij speelt uw spelletje naar wensch met de oude dame te Richmond l Het kon niet beter, en ik moet wel slagen, want ik verzeker u, het is een vervelend werir, dat beloof ik u, vooral wanneer zy begint te praten over een kind dat, eenige jaren geleden, gestolen is, en over hare hoop, het in beter oorden weder te vinden. Vreeselyke zorg doch alles is te dragen als er geld mede te verdienen is goede, klinkende munt. Ik geloof dat het gezicht daarvan mij zou opfleuren banknoten en goud en zoo al wat. want wissels is het eenige wat ik sedert mijne meer derjarigheid in handen kreeg. Wat zullen wy gelukkig zijn als alles terecht komt uw stiel en het mijne vervolgde de baronet. Mijne plannen zijn zeer eenvoudig. Ik heb mijne vunzige kamers op het Strand slechts te verwisselen met een kwartier in Picadilly, natuurlijk over het Park. Ik zal mijne oude plaats onder mijne standgenooten weer innemen en mij op mijne eigen wijze vermaken, en sta ik eenmaal aan het hoofd van een flink ver mogen, dan zal ik gemakkelyk eene ryke vrouw vinden. En gij, Victor, hoe zult gy doen Ik zal myn naam weer in eere herstellen, antwoordde de Franschman met ingehouden hartstocht. Ja, sir Reginald, myn gansche doel ligt in die woorden. Ik ben een verworpeling geweest, een avonturier, zonder geld, zonder vrienden, maar ik ben de laatste afstammeling van een oud geslacht, en dien edelen stam iets van zijnen vroegeren luister byzetten. is de droom van mynen mannelyken leeftyd ge weest. Ik ben niet gewoon veel te praten over hetgeen mij het naaste aan het hart ligt, en nooit te voren sprak ik u over deze, mijne eenige eerzuchtdoch gij, die getuigen waart van mijn zwoegen op myn moeilyk levenspad, wadende door een moeras van misdaad, gij moest wel gegist hebben dat myn doeleinde schitterend moest zyn, om my op zulk een afschuwelijk pad te steunen. Eindelyk ben ik aan het einde en kan thans openlijk tot u pen glimlachte het volk, juichte, en zond kushandjes naar de Koningin, die, gra-j cieus en lachend in haar frisch wit toilet langdurig door hoofdbulgen, al die on bekende vrienden groette, die haar toe juichten en wier hartelijke kreten en bravo's voldoende hun sympathie ver tolkten. «Excelsior4 Koningin Wilhelmina, gij, wier goedheid niet enkel bekend is bij uw volk, maar straalt over Europa en over de heele wereld, gij die alleen onder zooveel gepantserde en met ijzer gegan- teerde het ijzer der politiek Ma jesteiten uwe tengere blootevrouwenhand hebt uitgestrekt naar den ouden dolendec en wanhopigen Kruger. ....Gij vereeuigt alles in u, Koningin Wilhelmina, dat Parijs u beminne... «De «Matin» zet boven het artikel waarin zij de aankomst der Koningin beschrijft, als eenig opschrift met groote letters De glimlach van Koningin Wilhelmina heeft de Parijzenaars veroverd. De >Lanterae« :De Koningin is in Frank rijk minstens even populair als in haar eigen land. Maar haar land telt er zelf ook slechts vrienden. Wij bewonderen dit kleine industrieele, energieke en fiere volk, met zijn groote geschiedenis, dat de wereld denkers en kunstenaars van den eersten rang heeft geschonken en dat zijn autonomie heeft weten te ver overen en zal weten te bewaren. Terwijl de Duitsche bladen er den nadruk op leggen dat onze Koningin in haar toast gezegd heeft er trotsch op te zijn, Fransch bloed in de aderen te heb ben, hecht o.a. rPetit Parisien4 meer dan gewone beteekenis aan die uitlating. »De zin, die zij gesproken heeft, komt overeen met eene politieke gedachte, met eene gedachte, die door heel Holland gekoesterd wordt. Nederland heeft herhaaldelijk in de laatste jaren en vooral in een periode van diplo- matieken crisis, den druk van zijn machtigen buurmanDuitschland gevoeld4. Wat het blad verder zegt komt hierop neer, dat de toast der Koningin van groote waardu is tegenover de dreigende woorden der pangermanisten endatNeder- landers, een fier en vrij volk, hun onaf hankelijkheid en koloniaal gebied willen behouden. Zij weten dat zij niets te vreezen hebben van Frankrijk en dat dit zelfs op bijzondere wijze aan hunne neutraliteit hecht. Daarom is de sympathie voor Frankrijk, die ook wederkeerig is, zoo openlijk. Een indruk over de Koningin Onder de velen sympathieke artikels en opmerkingen in de Fransche bladen verdient zeer zeker het volgende «Billet a une reine, qui s'en va4 wel vermeld te worden. Gij waart achttien jaar, Mevrouw, toen ik U voor het eerst tegen de me spreker. Myn naam is niet Carrington, maar ik ben burggraaf Champfontaine, van Cbamp- fontaioe, in het departement Charente eens was mijn naam de grootstein westelyk Frankrijk, doch de revolutie heeft ons van land en ver mogen beroofd, en niets dan vier naakte steenen torens zijn er over van dat prachtige kasteel, dat zich eenmaal zoo trotsch boven de wouden van Champfontaine verhief, als in eene schil derij Gustave Doré De beek vl edt nog even kalm als in de tijden toen de Gallische soldaat er zyne tenten opsloeg en den naam aannam vaD Champfontaine. Dien naam te herstellen, dat kasteel weder te doen verryzeD, dat is de droom die mij verleidde. Door deze ongewone uiting van zyn gevoel en door dien voorsmaak der verwezenlijking van al zijne hoop opgewonden, stond de Franschman op en liep de kamer op en neer. Ik zal naar Champfontaine gaan, zeide by. Ik wil die vervallen torens nogmaals zien, die zoo spoedig in hunne vorige kracht en praal zullen hersteld zijn. Reginald zag hem verwonderd aan. Deze voorliefde voor een ouden naam was hem on begrijpelijk. Ook hij, bij droeg een naam, die eeuwen lang met eere was bekend geweest, en dien naam had hy voortdurend door het slyk gesleurd, Hij was zijn leven begonnen met de beste gaven en hij had alles verkwist. Ik verneem dat uw neef Douglas zeer ziek is, zeide Carrington, zyne opgewondenheid overmeesterende en plotseling van toon ver- anderende, hetgeen aan sir Reginald den schok gaf, aan zwakke zenuwen eigen. Ik zou u aan raden eens naar zijne kamers te gaan en hem op te zoeken denk niet meer aan de verwij dering die tusschen u beiden bestaan heeft. Gy behoeft hem niet te zien, en het is ook beter dat gij hem ontwijkt; maar gy moet naar hem gaan vragen. Ik ben werkelyk verlangend te weten of hem iets scheelt. Sir Reginald Eversleigh zag den Fransch man met een half twjjfelachtigen, half angstigen blik aan een blik sooala Faust opMephis- topheles moet geworpen hebben, toen de broeder van Gretchen viel, getroffen door het onzicht bare zwaard van den booze. - Ik zal u zeggen hoe het zit, Victor, zeide hy na een oogenblik zwijgenals onze nlgte zag lachen, die U totjuichtg. Het was in Amsterdam waar Gij heetfjga^t getrokken om U tot Koningin fe liften I uiwviUJI kronen. En dat opgewonden volk. 4i$£redeii vroolijke muziek, die vlaggetooi schenerf U wel bijzonder te vermaken. Met Uw kleine handje, dat met den zakdoek wuif- minister Talma, in verband met de reeds in behandeling zijnde Ziekteverzekering moeihjk uit het kabinet zou kunnen de en met een hoofdknik enUwoogen reeds met een enkel woord in ons vorig bedanktet Gij voor de U gebrachte hulde nummer onder «Telegrammen4 gemeld Gij waart een jong meisje, dat vreugde hebben, in hare vergadering van schepte in de gedachte Koningin te Woensdagmiddag 't ontwerp-Bakkerswet worden. met 49 tegen 43 stemmen afgestemd Drie jaar later zag ik wederom de Tegen stemden alle (4) vrije liberalen blijdschap schitteren in Uwe blauwe en alle (9) vrijzinnig-democraten, 18 U- oogen, het was in Den Haag, den nieliberalen, 10 christelijk-historischen, dag van Uw huwelijk. Wat, waren 6 katholieken (de heeren Loeff, Van den zij toen ontroerd. Uw onderdanen. Zij zeiden .,Wij huwen onze Koningin uit», evenals ouders in hun weemoedige vreugde spreken over den huwelijksdag van hun kind. Tegen vier uur, ra afloop der trouw plechtigheid, reed een open landauer snel door de straten, de menigte wierp er bloemen in dat waart Gij, dat was HijGij vertrok samen. Maar thans was Uw glimlach anders: men ontdekte er de emotie in van het huwelijksmysterie. Elf jaar zijn thans verloopen en voor de derde maal zag ik, thans in Versailles, het geluk schitteren in het heldere oog van de Koningin. En weder om was het een andere glimlach, welke in niets geleek op die van Amsterdam of Den Haag deze keer w^s het een glimlach van de Ecbgenootc en de ge lukkige Moedervan de geeerbiedigde Vorstin van de Vrouw, Die nu kende het doel van Haar leven. Voorstellen tot grondwetsherziening. Naar het Vad. verneemt, zijn reeds zeer binnenkort de voorstellen der re geering tot herziening van de Grondwet te verwachten. Vacantiekaarten. Gedurende de maanden Juli. Augus tus en September zullen de S.S. de H. IJ. S., de N. C S. en de N. B. D. S. weer de bekendevacantiekaarten uitgeven De prijzen zijn 1ste klasse f 4, 2e klasse f3 en 3e klasse f 2. Verwerping der bakkerswet. Men seint uit den Haag d.d. 5 Juni aan de «Tel.4 Ofschoon met eenige zekerheid nog niets gezegd kan worden ten aanzien van de houding, welke, hetzij minister Talma, hetzij het geheele kabinet Z3l aannemen, na het kamervotum over de Bakkerswet, wordt toch in welingelichte parlementaire kringen vrij algemeen aangenomen, dat de verwerping der wet geen politieke gevolgen zal hebben en wel vooral met het oog hier op, dat kans niet spoedig keert, dan geef ik er op zekeren morgen den brui van en blaas my het licht nitmijne zaken hebben reeds te lang wanhopend gestaan, en al nwe fijneplanneq bobben mij geen balven cent rijker gemAakt. Ik begin te gelooven dat gy, niettegenstaande al uwe slimheid, niet vee» meer dan een goo chelaar zyt. Ik zou dat zelf beginnift 4e gelooven, als de fortuin niet keert, antwoordde Victor met de tanden opeen. Wy hebben onder den grond gewerkt en het werk giDg laDgzaam en moeilijk vooruit; doch het eind kan niet lang uitblijven, voegde bij er met e*.n zwaren zucht bij. Ga u van de gezondheid van uwen neef overtuigen. Sir Reginald Eversleigh deed zijn best-om zich de zaak uit het hoofd te zetten. Het zelf bedrog was zoo sterk dat bet hem gelukte, zich te overtuigen dat hij geene schuld bad aan de schurkenstreken van Carrington, dat hij niet wist waar dat op moest uitloopen, en dat, indien er misdaad werd gepleegd, hy zich persoonlijk geheel kon vrijspreken van alle deelnemingdoch hy deed alsof hij twijfelde dat daarvan Bprake kon zijn. Nadnt sir Reginald hem verlaten had, wierp Victor Carington zich in een aanval van diepe neerslachtigheid op een stoelmaar die bui ging spoedig overbij stond op, nudenkende wat bij dien dag te doen had. Hij had miss Brewer den vorigen dag nog gesproken. Hij bad vernomen hoezeer Pauline zich ongerust maakte over de gezondheid van haren beminde, en op welke gronden, \ictor Carrington besloot dat dit de laatste dag van twijfel zou zijn. Hij nam een flescbje uit de kast waarin hij zyn doode- lyk vergift bewaarde en stak bet bij zich hij ging naar zyne moeder, die als gewoonlyk aan haar borduurraam zat. Zy telde eenige steken voor zy het hoofd ophief-om naar haren zoon te zien. Maar toen zij dit deed verbleekte zij en vroeg Zijt gij ziek, Victor V Ja, dat zie ik. Gy ziet er vreeselijk uit, geheel anders dfln ge woonlyk. Wat scheelt er aan Niets, moeder, niets, antwoordde Victor versche lucht en eene wandeling zullen mij goed doen. Ik heb my wat overspannen, anders niet. Ik heb zitten denken over ons kasteel, dat myn grootvader beschutte voor de verbeurd- Bakkers-wet. De Iweede Kamer heeft, zooals wij Berch vau Heemstedr; De Stuers, Duyn stee, Van Vuuren, en de Ram) en 2 antirevolutionairen (de heeren Van der Velde en Van Lynden.) Vóór stemden 17 katholieken (de heer Aalberse werd tweemaal opgeroepen), 15 anti-revolutionairen, alle zeven soci aal-democraten, één unie-liberaal, (de hee ren Kuyper, Van Asch van Wijck, Ver loren en Blum), drie katholieken, (de heeren O- Nispen, Van Wichen, Arts) en twee Unie-Libera'en (de heeren Duik en De Meester.) Onmiddelijk na de stemming had in het voor de ministers bestemde vertrek iu het gebouw der Tweede Kamer een bijeenkomst plaats van verschillende mi nisters o.a. van minister Heemskerk en minister Talma. Het Koninklijk gezin naar Dobbin. De Koninklijke familie vertrok gister avond te 7.30 uur per extra-trein via Hamburg naar Dobbin. De Koningin en Prinses Juliana reden naar 't station. Prins Hendrik met zijn gevolg kwamen te voet. Op het perron drukten de Ko ningin en de Prins den burgemeester en baron Bentinck de hand. Toen de vor stelijke reizigers wareD ingestapt, boog Prinses Juliaoa herhaalde malen voor het talrijk juichende publiek. Nader vernemen we nog H. M. de Koningin, Z. K. H. dePiins en H. K. H. Prinses Juliana zijn in goeden, welstand te Krakow aangekomen. Een gemeente zonder kiezers. Men schrijft uit Koog a/d. Zaan aan Het Volk Een eigenaardig geval doet zich in deze gemeente voor. Zij telt namelijk op het oogenblik geen enkelen kiezer. Toevallig staan wij hier voor een ge meenteraadsverkiezing, en die zal nog wel eenigen tijd uitgesteld moeten worden Want waar geen kiezer is, kan bezwaar lijk een verkiezing worden gehouden. Wat is het geval? Wij hebben hier een liberalen gemeenteraad, een liberaal dagelijksch bestuur, alles zeer kundig en bekwaam natuurlijk. Maar jammer genoeg kenden de heeren de Kieswet niet. Zij wisten b.v. niet, dat op den 22n Maart verklaringen van '93de woning, die heden voor bijua niets kan teruggekocht worden eu die met weinig duizenden goed besteede franks tot oude pracht waB terug te brengeD. Een der Cbampfontaine's ontving Frans I met diens zuster Marguerite, in het oude kasteel, dat gedurende hetschrikbewind verbrand is. Moeder ik zal u een geheim mededeelen. Sedert ik mjj herinner een wensch te hebben gekoesterd, is mijn eenig verlangen geweest, de plaats die myn naam draagt, te herstellen, en dien wensch hoop ik spoedig, zeer spoedig te verwezen lijken Victor dat is de taal van een krankzinnige 1 riep d«*.*nfoeder uit, verontrust, door de on- gewobe'heftigheid van haren zoon. Neen, moeder, het is de taal van iemand, die zich aan den vooravond van eene groote «verwinning of van eene vreeselijkeneder- "Inag bevindt. Ik begryp niet. Gy behoeft niet meer dan dit te begrijpen ik heb een stout spel gespeeld en ik geloof dat ik zal winnen. Is het een eerlijk spel, Victor? Eerlijk? Ja, zeker? antwoordde de ge neesheer met oen dreigenden lach. Waarom zou het niet eerlijk zijn? Leert de wereld den mensch niet eerlijk te zijn Zie eens welke eene grootsche belooniug op eerlijkheid volgt. Hij nam een verfrommelden brief uit zijn zak en wierp dien over de tafel aan zijne moeder toe. Lees dat eens, zijde bij, dat is mijne be looning voor het zwoegen op eerlijke wijs ge durende tien jaren in een eerlijke werkkring. Kapitein Halkard, de aanlegger van een ont dekkingstocht naar de Noordpool, voor weten schappelijke doeleinden, slaat my voor, mij aan zijn schip te verbinden. Hy heeft vernomen van mijne liefde voor myn mijne bijzondere gaven dat zijn 's mans eigen woorden, en hy biedt mij de betrekking aan «cheej s loctor met een BalarÏB van vyftig pond. De reis zal waaarschijnlyk zes maanden dnrenhet is waarschijnlijker dat zij een jaar duurt en bet het waarschijnlijkst dat zy eeuwig, duurt want uit de streken waarin die menschen zich be geven, komt zelden iemand terug. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 5