Summer 51
Zondag 23 Juni 1912
35e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwij'ksche Stoomdiukkerij Antoonïielen,
Tweede Blad.
M0NKEV BRAND
Zijn laatste wensch.
FEUILLETON.
Het leggen der
Besoijensche straat.
Kunst en Letteren,
Rechtszaken.
Het Teeken
t van
Helderheid.
Maakt blik ais Zilver
verroest ijzór als Staal
en wat geverfd is als
Nieuwl
1699.
SBHBWWBSHBHSSSBSIBip I IMUIJJl J «U
JJu £ltlHI Vdll 1101 liluuL.,
Waalwijksdic en l.aifslraatsrkr Courant.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maandeu f 0"5.
franco per post door bet geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zanden aan
Uitgever.
den
UITGAVE:
Telefoonnummer 38. Telegram-Adres ECHO.
Advkrtbntiïn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grooto
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels eu
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten
gesloten. Reclames 16 cent per regel.
(Apen-Zefp)
ZE HELPT. HET HUIS
SCHOONMAKEN VAN
ONDER TOT BOVEN.
4 w
1571
De tegenwoordige, door de gemeente
Besoijen loopende, keiweg is van be
trekkelijk jongen datum. Een goede 200
jaren geleden was de Besoijensche »straat>
slechts een min of meer opgehoogde
zandweg, gelijk dat de Besoijensche Steeg
tot aan het midden der 19de eeuw is
geweest en zooals dat in sommige ge
huchten of afgelegen plaatsjes van ons
land thans nog het geval is. Vrij duidelijk
is dit nog te zien op een plaatje in het
bekende werk van Van Lennep en
Ter Gouw: >De Uithangteekens,»
het eerste deel. blz. 65, waar een keurige
afbeelding van Besoijen in 1687 te vinden
is. Het origineel dier teekening bevond
zich vroeger op Visschersdijk te Rotter
dam, alwaar in een in den muur ge-
metselden hardsteen eenige huizen van
Besoijen, de kerk, de pastorie, de molen
e. m. a. waren uitgehouwen, met het
onderschrift: 16 TDORP BESOIE 87
welke afbeelding ik een goede 25 jaren
geleden dikwijls met welgevallen heb
beschouwd. Sedert echter Visschersdijk
voor het grootste gedeelte onder de
hand des sloopers is gevallen en nieuwe
huizen daar zijn verrezen, is ook die
leuke steen verdwenen
Ik zeide zooeven, dat de Besoijensche
straat betrekkelijk jong is, en met reden.
Men vergelijke hiermede maar eens de
Waalwijksche straat die reeds in 1541,
eenigermate op last van Keizer Karei V,
tot seer grooten coste van de ingesetenen,
was aangelegd. Het zal een ieder duidelijk
zijn, dat de meerdere belangrijkheid van
Waalwijk, met zijne drukke jaarmarkten,
zijnen aanzienlijken graanhandel, zijne
vele bierbrouwerijen, zijn vermaard
klooster, zijn gasthuis en zijne vrij talrijke
inwoners, daarvan de reden moet zijn
geweest.
Om nu op mijn onderwerp terug te
komen, diene, dat den 6 Februari 1699
tusschen Johan Fiers, meester met
selaar te Breda, en de heeren, schout
schepenen en borgemeesteren van Besoijen
een besteck werd gemaakt, volgens welk
genoemde Johan Fiers aannam de
kassaystract te Besoijen aan te leggen,
en waarbij wel ty tdruke lij'ck werd bedongen
en de ge condition ne ei t, dat den aennemer
tot de voorschreven straele sonde moeten
leveren goede harde Blattonsse Betuynisser
ofte Do or nick se kassaysteenenK heeler,
halve ende dryelinge door den anderen,
sondei eenighe mfndere sooi ten en de oock
solider eenighe saghte ofte santsteenen
daer onder te mogen gebruyckenalles ter
pryze van sulcke wcrck.
Op het laatst van April 1699 kwam
het schip met keien in de Waalwijksche
laven toen gtmeene vaart genoemd
aan en werd aldaar gelost Bij opper
vlakkig onderzoek bleek het den Be
soijensche magistraat al heel spoedig,
dat de leverancier en aannemer Johan
Fiers zich niet aan de overeenkomst
gehouden en minder goede hoedanigheid
van steenen geleverd had. Dienten
gevolge werd Pieter Mertens,
steenhouwer en straatmaker te 's Bosch
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
Roman uit 't Fransch.
2.)
Zij zijn dood, viel M. Rénier zachtjes in.
en wij mogen hen niet bard beoordeelen. 'Het
is waar, dat zij onverzoenlijk zijn gebleven,
dat zij zelfs n, onschuldig kind, nooit bebben
willen zien. Maar zoo zij hunne onverzettelijke
begrippen van stand hadden, dan hebben zij
zelf ook daaronder geleden. De hoofdschuldige
mijn arm kind was ik....
Hij zweeg. Hij drukte zyne hand tegen zijne
borst, alsof hij stikte, eu zijn gelaat vertrok
zich pijnlijk.
Vader, wat scheelt u? vroeg het meisie
verschrikt.
Niets, kindje, niets. De oode herinnerin
gen grijpen mij altoos wat aan.
Hij zweeg Dog even en toen onder Sylvia's
bezorgden blik, vermande hy zicb.
Ja, hernam hij, zooals ik daareven zegde
de hoofdschuldige was ik, Want, ziet ge, als
ik mij teruggetrokken had, als ik mijn wil
niet had doorgezet, uwe moeder niet aan haar
kring en familie had ontrukt, dan.... dan zou
zy nu nog leven. Zij was voor gladde wegen
geboren, en niet voor strijd. O, Sylvis, toen
zy voelde dat hare dood naderde het is
verschrikkelijk toen meende zij dat dit
de straf over haar was I... Indien ik, na de
weigering van M. Croix-Plessis, eenvoudig
mijne pretentie had opgegeven, indien ik in
zyue weigering had kunnen berusten dan
zou zij Diet gestorven zijn
Het jonge meisje schudde hevig het hoofd
Oneen, vader dat moogt ge niet zeggen riep zij
Gelooft ge dan niet dat mama, indien zy de
toekomst had kunnen voorzieD, boven een langer
den 1 Mei van genoemd jaar uitgenoodigd
eens naar Besoijen te komen, om de
geloste keien te visiteeren. Deze bevond,
dat onder de voorschreven als doen ge
leverde key en niet eenen heelen steen ofte
key en was off heeft bevonden, maar dat
alle de selve enckelt waeren ende ander
soorte soo van zantsteen ende slecht goed,
die hij ge enen naem ende weet te geven,
en de in heele ende deelen niet bequaem
zijn tot de voorschreven straet ende met
het voorschreven besteck niet waeren over-
eencomende.
Dat de toenmalige Besoijensche ma
gistraat o.a. bestaande uit de heeren
Peter van An del, schout, Dirk
de Greeff, een der bor^ emeesters,
Dingeman Koppen, Henrick
Ariensz. van Dongen, Schalck
de Roy, Andreas Verhoeven
schepenen, Gerard Verheyden,
secretaris geen genoegen nam met
bovenstaande leverantie spreekt van zelf
en blijkt ook uit de notarieële acte van
verklaring van den 12 Juni 1699, ge
passeerd voor den Bosschen notaris
Theodorus van Asten, waarbij
Pieter Mertens ten verzoeke van
de Besoijensche >regeering» plechtig
attesteerde, dat de geleverde keyen niet
deugden.
Gewapend met een afschrift dier
>attestatie> wist de magistraat van Be
soijen den aannemer Johan Fiers
te dwingen de afgekeurde keien terug
te nemen en er betere voor in de plaats
te brengenen zoo kon de nieuwe
kassaystraat nog vóór 1700 opgeleverd
worden.
Besoijen. J. van DER HAMMEN Nicz.
Volkszang.
Beleefd vragen we een oogenblik de
aandacht van alle Volkszangvrienden,
De Centrale Commissie van de Fede
ratie der Diocesane Vereenigingen voor
den Volkszang in het Aartsbisdom
Utrecht en de Bisdommen Haarlem, Breda,
Den Bosch en Roermond benoemde, uit
haar midden eene commissie van vijf le
den tot voorbereiding der uitgave van een
Liederbundel, waartoe als grondslag de
bestaande zouden worden genomen
Deze Commissie vergaderde reeds
eenmaal en besprak de verschillende op
merkingen over de bestaande bundels,
die haar gewerden, en een daartoe in het
Maandblad en de Orgaan der Federatie,
>De Varende Zanger4, tot de Volkszangers
gericht verzoek.
De bespreking dezer opmerkingen deed
haar de wenschelijkheid inzien, hetzelfde
verzoek in ruimer kring te doen en uit
te breiden tot allen die belang stellen in
de verbetering en bevordering van onzen
volkszang.
En zoo komt 't, lezer, dat we ook U
vriendelijk verzoeken uwe voorlichting
aan de Commissie te willen verleenen en
haar even per briefkaart of brief mede
te deelen
welke wijzingen of aanvullingen gij
gaarne zaagt aangbracht ten opzichte van
inhoud of uitvoering
welke liederen gij zoudt willen zien
wegelaten of toegevoegd
welke opmerkingen gij verder bij 't
gebruik hebt gemaakt of door anderen
hooren maken, enz.
Wellicht kunt gij een lied aanwijzen,
dat hier of daar practijk geblelen is bij
't volk te willen inslaan, of waarvan om
om een andere redenen de opname
wenschelijk kan worden geacht.
Meer bepaaldeijk meenen we ons met dit
verzoek te moeten richten tot hen, die
we in een of auder opzicht als meer
deskundig mogen beschouwenEerw.
Geestelijken, onderwijzers, muziekbe
oefenaars, voormannen van allerlei ver
eenigingen, en dl., die tevens meer dan
anderen in de gelegenheid zijn geweest,
zich een oordeel te vormen over 't gebruik
in de practiik.
Wij hopen echtsr ook van anderen vele
aanwijzingen te ontvangen. Niemand zij
zoo bescheiden, ons voorlichting te ont
houden, wijl ze in zijn eigen oog van
niet veel waarde schijnt, of wijl hij meent,
dat anderen wel reeds hetzelfde zulle-
hebben opgemerkt. Allicht zal de Com
er haar voordeel mee kunnen doen
en zal de nieuwe bundel er door winnen,
als hij kan worden samengesteld, aan
gevuld, verbeterd met veler medewer
kt t
Men neme dus even zijn bundel en ga
hem van voor tot achter na. Wie zijn
opmerkingen of verbeteringen daarin wil
en kalmer leven de voorkeur zou gegeven heb
ben aan dat ééne gelukkig jaar, dat. ééue le
vensjaar met u, dien zij lief had
Sylvia had met een hartstochtelijk vuur ge
sproken. Haar vader zag haar aan, verbaasd,
Dauwelijks kunnende gelooven dat deze woorden
uitgesproken werden door denzelfden mond,
die hem daareven nog mei meisjesachtige bne-
zelpraat bad begroet. Uit het hart van dit
kostschoolmeisje in korte rokken, van dit kind,
dat nog niets van het leven wist, was plotse
ling de eenige gedachten gesproten, die eertyds
in de nre zijner smart soms zijne wanhoop had
verzacht. Zoo uitgedrukt, leek d ze gedachte
hem oneindig vergoelykend en troostend en zij
doordrong hem van eene vreugde, die hem tra
nen deed storten*
Gij hebt gelijk, zegde hij ontroerd. Ja
werkelyk, ik geloof ook dat het baar nooit
heeft beronwd, hoezeer zij ook aan hare fa
milie gehecht was. In dit huis van Clos-Belloy.
dit oude huis, dat zij terstond als bet hare
beschouwde, zijn wy zoo gelukkig geweest,
Sylvia drukte plotseling hare oogen tegen den
sohouder van haren vader.
En hier, stamelde zy hier is zy ge
storven toen ik geboreD ben O, myn God,
wat hebt gij my moeten verfoeien
Gabriel Regnier drukte haar tegen zich aan.
Ik heb u altoos liefgehad, verzekerde hy
Alleen, in het begin, deed het my pijn u te
zien en ik ontvluchtte u liever....Maar nn zijt
ge mijns eenige vreugde, mijne eenige reden
van leven nog.
Heel zacht, heel stil, zegde zij hierop
En ik heb niets dan mijn vader., .niets
dan hem 1
Gabriel huiverde.
Mijn arm schaap I riep hy, als in
weerwil van zichzelf. Ik heb al vaak gedacht,
in de laatste mnanden, dat ik toch eigenlijk
verkeerd deed met u van nw moeders familie
de Croix PJepsis, verwijderd te bonden. Van
mijne zijde is er inderdaad niemand meer,
sedert mijn oom Paul en mijne tante Sylvie
uw peten, gestorven zijn. Maar uwe moeder
had een oom en eene tante, die nog leven en
die geen kinderen hebben. Ik...
Waarom aegt ge dat viel het meisje
met een sosrt van instinctmatigen afkeer in.
Ik haat al die Croix Plessis Als zij n niet
hebben willen kenneD, dan wil ik ook hen niet
kennen En bovendien, wat hebben we van
hen noodig Is het niet veel|gezelliger zoo
samen te blijven, vader?
Zij beefde, als aangegrepen door de beklem
ming van een voorgevoel, dat ook haren vader
reeds bevangen had. Gabriel was verschrikt van
de diepe gevoeligheid, die hij nn voor 't eerst
ontdekte in dit jeugdige wezen, en dat hij toch
zoo weinig nog kende. Maar hij wilde, ver
standig, aan deze gevoeligheid nu verder geen
voet geven. Hij kuste dus Sylvette en zegde
haar dat hij er over dacht als zy en dat het
recht lief en gezellig wesen zon.
Vervolgens maakte zjj planneo. Met Paschen
zou Sylvie het Pensionaat van Mademoiselle
Deoharme verlaten en dan zou niets hen meer
van elkander houden. Zij zouden samen d j ten
toonstelling van Parijs gaan bezoeken, die in
Mei zou geopend worden. Dan zonden zij op
reis gaan. Kortom, zij zonden een alleraange
naamst leven leiden.
En, vroeg Sylvie, zult ge nog dikwijls
met my praten over mama.
Ja, kindje, antwoordde de vader.
Het was hem of er tusschen hen een tot
dusver onoverkomelijke slagboom opgeheven
W88.
Nu hiald Sylvette de pbotografie van hare
moeder in de hand. Zij bezag haar met een
teederen glimlach.
Ik trek niets op mama, zuchtte zei.
Soms, zeide haar vader, als ge eens in
eène heel zachte stemming zijt, hebt ge iets
vaD baar in uw blik, hoewel ge niet hare
oogen hebt. Maar Re lykt op mijne overgroot
moeder, Jaquette Régnier. Dat heeft my vaak
getroffen.
Wat? Op uwe overgrootmoeder, papa
Eene levendige nieuwsgierigheid teekende zicb
op> het beweeglijke gelaat van Silvie, en meteen
liep zij naar den wand en bleef staan voor
een fyn uitgevoerd portretje, dat daar tusschen
nog andere mimiaturen ïu sierlijk vergulde
lijstjes hing en waarnaar zy tot dnsver nau
welijks ooit gezien had.
Blond en blaok, met een lachend, schier nog
kinderlyk gezicht, scheen Jaquette Régnier,
na teekenen en zijn exemplaar dan als
>drukproefc, gefrankeerd als drukwerk,
wil opzenden, ontvangt per keerende
post een nieuw exemplaar daarvoor
terug.
Wie nu oog liederen in portefeuille
heeft, die hij ter beschikking der Com
missie wil stellen, doet een goed werk met
spoedige opzending.
Ten slotte moeten we allen, die meenen
de Commissie van dienst te kunnen zijn,
al is 't met nog zoo'n kleine opmerking
of aanwijzing te moeten vragen, niet te
lang te wachten met de beantwoording
van ons verzoek, eensdeels wijl de Com
missie gaarne spoedig zou voortwerken,
anderdeels om van uitstel geen afstel te
doen komen. Men make er dus liefst aan
stonds werk van.
De adressen der Commissieleden zijn
Jac. de Jong, Kampersingel, 66, Haarlem,
voor 't Bisdom Haarlem Willem Gale-
sloot, Nieuwe Gracht, 72, Utrecht voor
't Aartsbisdom; A. C. Verrijt, Et'en,
voor 't Bisdom BredaA. Kallenbach,
's-Hertogenbosch, voor 't Bisdom den
Bosch, en L. L Mertens, Heibloem,
Heijthuijzen, voor 't Bisdom Roermond.
De redactie van dit blad aanvaarde
onzen hartelijken dank.
Namens de Centrale Commissie
voornoemd.
J. A. S. V&N SCHAIK.
L. L. MERTENS.
in baar blauwe kostuum-irapire en met hare
dartel gekrosBCte haren, op dit konterfeitsel te
spotten met de betiteling van overgrootmoe
der, die haar daareven was toegevoegd.
Ja, ja, zeide Gabriel, zoo tenger en
luchtig als zij daar uitziet, was dit blonde
wezentje eene vronw van groot karakter, eene
heldiD. In 1809, na slechts enkele dagen ge
huwd te zyn geweest, moest mijn overgroot
vader, die ouder de vanen van den Keizer
diende, zijne vrouw verlaten en meetrekken
met zijn regiment. Heel verwonderd over zijue
weigering om haar mee te nemen in den oor
log, speelde het vrouwke de inschikkelijke sd
liet hem gaan. Maar op een fraaien dag trok
zij manskleeren aan en na met eene mars op
den mg beol Dnitschland te hebben doorwan
deld, vond zij aan de Poolsche grens haren
man terug. Nn moest hij haar wel bij zich hon
den/.... Napoleon, die van moed hield, kreeg
lucht van het geval eu stelde Jacquette Rég
nier tot marketenster aan. Zoo maakte zij den
veldtocht mee en marcheerde met de Grande
Armée Berlijn binnen. Een complete roman 1
een avontuur, zooals ge ziet 1
Sylvie beschouwde het figuurtje in het azuur
blauwe kleed met den roodeD mood, friscb
als eene sappige vrucht en de fyn geteekende
wenkbrauwen en de groote oogen, lachend en
teeder onder wimpers zoo zwart, dat men ze
voor geverfd had kannen houdeD.
Een heerlijke, een kostelijke roman 1 riep
z\j. O, wat had ik gaarne in dien tijd geleefd,
om mee in het veld te trekken als grootmoe
der Jacquette! Wat moet dat plezierig zijn
geweest! En vindt ge werkelijk dat ik eenige-
zins op haar gelijk, vadertje? Zy had weer
hare kinderlijke onbezorgde vroolijkbeid, die
zich met de geringste kleinigheid kon verma
ken Maar liet zij er op volgen, grootmoe
der ke Jacquette was heel schoon 6n dat ben
ik alles behalve
M. Régnier rag Sylvie eens aan. Hoewel zy
nog zeer klein was, had zij de magerheid van
nit hare kracht gegroeide ineiBjes. Hare vale
tint, het blonde haar en hoekige trekken,
vormden een geheel, dat inderdaad niets aan
trekkelijks had van kleur of lijn. De eenige
schoonheid, die men haar niet ontzeggen kon,
waren de groote blanwe oogen met do fyn
Diefstal van schoenwerk.
Reeds gernimen tyd vermiste de schoep-
winkelier W. J. Van Vorst, aan den Schie-
damsche dijk paren schoenen, zonder hij daar
voor een verklaring kon vinden Totdat de
verdenking viel op den 23-jarigeu scboec-
makeraknecht W. P. Van B., di voor hem thuis
werkte die zich telkens zon hebben schuldig
gemaakt aau diefstallen van paren schoenen eu
als slot van deze misdrijven nog twee paren
schoenen zon hebben verduisterd aau hem ten
verkoop door den winkelier toevertrouwd.
Wegens verduistering en diefstal stond v. B
terecht, die bekende de schoenen uit den winkel
ontvreemd en twee paron schoenen verdnieterd
te hebben.
Het schoenwerk was bij den opkooper Van
Os verkocht, die natuurlijk niot begrepen had,
dat het gestolon was.
De patroon verklaarde dat hij reeds twee
jaren schoenen miste.
Het O. M. vordorde 6 maanden gevangenis
straf.
geteekeDde bruine wenkbrauwen en de don
kere wimpers, die zij blykbaar vau Jncqantte
Regnier geërfd had... Neen, schoon was zij
zeker niet,
Grootmoeder Jacquette had meer gratie
dan schoonheid, zegde hij, men kan zeer aan
trekkelijk wezen, zonder bepaald schoon te
zijn Ea bovendien, wie weet wat gij worden
kant myn kindje
Zij zuchtte.
Jacqueline Lecoutellier is even oud als
ik en toch al heel schoon. Sommigen beweren
zelfs dat zij het profiel heeft van eene zekere
Madonna van Filippino Lippi. ofschoon ik niet
zal bewereD, dat zy 't karakter van eene Ma
donna heeft... Maar, ziet ge, hoe weinig het
my ook kan scheloD, ik zon toch niet gaarne
leelijk blijven. Dat moet toch vreéselyk ver
drietig wezen. Jucqneiine verzekert mij, dat
ik, als ik trouwde, nooit zou kunnen welen
of mijn man mij niet eokbl voor mijn geld
genomen had...
Ge zult een braaf man trouweD, Sylvie,
en ge zult in uwen man vertrouwen genoeg
bebben, om hem van zoo iets leelyks niet te
verdenken... Maar het schijnt wel dat die Jac
queline geen heel aaDgenamo omgang voor n
wezen moet.
O, hernam Sylvie luchtig, zij kan ook
wel eens heel aardig zijn. En bovendien, wy
zijn aan elkander gewaagd- Zy doet niets liever
dan anderen sarren en grieven. Maar bij my
beleeft zij nooit plezier daarvao, waDt hare
hatelijkheden raken mij niet, en ik gun haar
nooit plezier van haar te laten merken dat
zij my met hare kwade tong heeft gekrenkt.
O neen, zoo ben ik 1 Een duiveltje heeft my
eens een masker gegeven, waarachter ik, zoo
noodig, de ware Silvy verberg. Dan weet nie
mand, wat hij aan mij heeft. Zelfs die goede
Mademoiselle Decbarme zit er mee verlegen
en roept vaak: „Die Silvy. wat zit er toch
in baar? Visch ol vleesch? IJs of vnnr?«
En zij lachte met al de dartelheid van een
guitig schoolkind. M. Régnier echter trok baar
naar ziel» toe en vroeg glimlachend.
Voor mij hebt ge toch nooit dat masker
voorgezet, hoop ik?
(Wordt vervolgd.)