Nummer 57 Zondag 14 Juli 1912 35e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waaiwiiksche Stoomdrukkerij AntoonTielen, Eerste Blad. Van Houten *s Zijn laatste wensch, Dit nummer bestaat uit DRIE bladen De'beste voor den prijs DE OORLOG. Buitenland, FEUILLETON. Portugal. China. Land- en Tuinbouw. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. %Kq./0.42i 1 Kg. 1.50 V\o m - 048 - 0.80 De Echo van het Zuiden, Waalwtjksche en Langstraatscbe Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6. Franco per post door bet gekeele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertentibn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Aan het publiek kan het oordeel worden gelaten, of inderdaad is Mesrata door de Italianen bezet. Generaal Gamerana seint uit Tripolis Na een schitterend, zegenrijk gevecht lebben de Italianen Maandag" Mesrata vermeesterd. Om 3.30 uur des namid- Üags is de Italiaansche vlag onder het gejubel der soldaten op de kasbah ge- heschen Mesrata is gelegen in het uiterste oos- en van de Tripolitaansche kust, ten oos- en nog van Homs, aan den Ingang van de Golf der Groote Syrte. Een uitvoeriger telegram van gene raal Gamerana meldt aangaande de ver overing van Mesrata Maandag om halfvier des middags, uist een maand na onze overwinning bij Zanzoer, is onder vreugdekreten der Ita- ianen de Italiaansche vlag geheschen op de kasbah van Mesrata. Om vier uur 's morgens trokken alle beschikbare troe pen voor den aanval uit, terwijl de oor logschepen de kust bewaakten. Onze rechtervleugel zou op de hoogten aan de kust op moeielijk terrein vol hinder nissen den linkervleugel van den vijand omtrekken, terwijl in het centrum de hoofdmacht over open veld oprukte en de cavalerie onzen linkervleugel be schermde. De strijd begon dadelijk zeer levendig. De geheele beschikbare artillerie trad spoedig in actie en beschoot met goed gevolg de vijandelijke verschansingen. De vijand, die zich in een sterk beves tigde stelling aan den Oostrand der oase van Mesrata bevond, bood verbitterden tegenstand, doch noch zijn hevig vuren noch zijn tegenstand konden den storm aanval van onze dappere troepen weer staan. De strijd nam spoedig den om vang aan van grooten slag. De rechter vleugel der Ita'ianen stootte op sterken tegenstand, doch, versterkt door een bataillon der reserve, wierp hij zich met onweerstaanbaar geweld op den vijand aan. Om tien uur bevond de vijand zich iü wilde vlucht. Op het terrein vol hin dernissen bood de vijand niettemin nog steeds heftigen tegenstand. Eerst na in neming van het dorp Zoepoek, dat na herhaalde bajonnetaanvallen genomen werd, kon de opmarsch der Italianen, zij het ook onder moeilijkheden, tot Mes rata worden voortgezet. Toen de Italianen daar aankwamen zette de vijand zijn or- delooze vlucht in het binnenland voort. De Turken lieten hun dooden op het slagveld achterhun verliezen zijn nog niet vastgesteld, zij overtreffen ech'er vele honderden. De Italianen hadden 4 dooden en 121 gekwetsten, waaronder 9 askari's. Vredesonderhandelingen De „Echo de Paris'' verneemt uit Londen, dat in diplomatieke kringeu daar het gerucht loopt, dat er directe onderhandelingen zijn aangeknoopt, tusschen Rome en Constanti- nopel om een einde aan den oorlog te maken. Deze onderhandelingen zonden in verband staan met de ernstige moeilijkheden, waar mede de Turksche regeering te kampen heeft, den opstaLd in Albanië, de gisting in Macedonië en de politiek onder de officie ren. Dit alles zou de Turksche regeering een beetje toeschietelijk gemaakt hebben. Hetzelfde blad weet ook te melden, dat men in Rome de gebeurtenissen te Coustan- linopel met bevrediging volgt en vooral het ontslag van den minister van oorlog als een goed teeken beschouwt voor devredebew giog. De minister van ooriog gold immers als de vertegenwoordiger van de onverzoenlijke elementen die van geen vrede wildeu weten onder welke redelijke voorwaaiden dan ook. VaR „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.' Roman uit 't Fransch. '8.) Ofschoon de Portugeesehe regeering allerlei geruststellende berichten publi ceert omtrent den toestand in het ge bied van den »opstand«, maken buiten- landsche bladen toch van verschillende min of meer ernstige gevechten tusschen de monarchisten en de troepen melding. Zoo zou het eergisteren tot een treffen gekomen zijn tusschen een bende roy alisten uit ongeveer 80 man bestaande, en de republikeinsche soldaten. De monarchisten namen de vlucht en zochten zich in veiligheid te stellen in een groote spelonk in de bergen bij Baiao (Moncao-district.) Daar wisten de monarchisten zich te versterken en boden waohopigen tegen stand aan hun vervolgers. Gewapend met Remington-geweren openden zij een moorddadig vuur op hun aanvallers. Desondanks naderden de republiekein- sche troepen meer en meer en zoo ont stond voor den ingang der spelonk een gevecht van man tegen man. De royalisten zouden 17 dooden en 28 gewonden gehad hebben, terwijl de overigen werden gevangen genomen. Omtrent de innemiog van Cabeceiros, waarvan reeds melding werd gemaakt, valt nog het volgende mede te deelen. Zooals men weet, waren de inwoners van het dorp bij de nadering der troepen reeds in de bergen gevlucht. Na een geforceerden marsch van twee uren over rompelden de republikeinsche soldaten de monarchisten, die zich in een dal had den verschanst. Dezen waren in het geheel 850 in getal. De infanterie trok er met de ge velde bajonet op los en de opstande lingen* werden andermaal op de vlucht „Ik ben nooit Bterk geweest in phraBen, en de woorden vloeien by mij Blecbts wanneer zij rechtstreeks komen nit het hart. Maar toch wil ik u dit ééne nog zegggen dat uwe trouwe vriendschap de troost en de sterking is geweest van mijn droevig leveD, en dat gij, met mijne Sylveüe, het eenige menschelyke wezen zijt, van wie het scheiden mij hard valt 1 „En nu, vaarwel, mijn beste Frac§ois. Vaarwel eu tot later 1 Want ik heb nooit kunnen gelooven dat met dit leven alles'voor mij ein digen zou, en dat mijne liefde voor Bérengè e mijn innige genegenheid voor Sylvie en n, tonden sterven met het ellendige lichaam dat ik beb moeten voortsleepen. „Tot wederziens, das, mijn beste La Teillais „Uw broeder. Gabriel REGNIER." Toen Gabriel zich voor den nacnt ter raste begaf, hadden deze lange brief en een korter epistel aan het adres van Sylvie, beide zorg vuldig verzegeld, eene plaats gevonden bij het testament in de groote gele enveloppe, die met vijf zegels voorzien en in de lade wegge sloten, met groote letters het opschrift droeg, In handen van M. Lecoutelier, notaris, Rue des Lices, Angers. V. f Midden in de nacht ontwaakte Sylvie, met eene angstige, onverklaarbare beklemming. Het was haar of er iemand zacht, heel zacht tegen haar gesproken had. Met bevende hand streek zij een lucifer aan en maakte licht maar zij was in haar pensionaatskamertje geheel alleen en alles zag er nit zooals ge woonlijk. Het klokje op de schouw wees vier unr aan. Sylvie durfde niet roepen. Wat toch moest zy zeggen? Men zou haar beknorren of uitlachen. Men zou beweren dat zij zich had laten verschrikken door een droom. Maar zij had een mysteriens gevoel, da^ het iets anders geweest waB. En dit gevoel uitte zich onwillekeurig iD eenige hardop gesproken woorden. Ik won dat ik thuis was ik wou dat ik by papa was, zei zé. Daarop, zonder zelf te weten waarom, begon zij te weenen. Den volgenden morgen, toen zij opstond, trachtte men om haren nachtelyken schrik te glimlachen. Maar na het ontbijt, toen de gou vernante haar staande hield en haar verzopht eens boven te komen bij Mej. Decharme, toen ging haar eene konde rilling door het gebeente en zoodra zy in het kleine salon de overste zag, die haar wachtte staande en zeer bleek, overviel haar een voorgevoel van de ramp die men haar moest mededeeleD. Een enkel woord sprong haar van de lippen, waarin geheel de zonderlinge aDgst, die haar beklemd bad opgesloten lag Vader Toen, met allerlei woorden vaD zachte voor bereiding, gaf men haar te verBtaan, of deed men baar raden, hetgeen zij toch weten moest. Haar vader, Gabriel Regnier, was dien nacht aan een hartaandoening pijnloos gestorven. Het kind schreide niet. Zij wachtte onder den verwarden indrnk, dat men haar nog iets anders te zeggen had zij wist niet wat. Iets dat dit vreeselijke minder vreeselijk, dit ware onwaar maken zou. Want tot dusver leek het haar nog onmogelyk. Zij staarde met vreemde oogen, zeer groot zoo groot, dat haar bleeke gezicht er door als verminderd werd. Ik wil hem zien, stamelde zij. Ik wil naar Clos- Belloy.... Ja, ja, mijn kind.mnrmeldeMej.Uncharme Waarop Sylvette schreeuwde: Noem mij niet mijn kindje Dat zegt vader vader gedreven. De aanvoerder der troepen zond vliegende colonnes cavalerie ter achtervolging van de vluchtelingen. Uit Oporto wordt verder nog gemeld, dat de troepen, onder aanvoering van Couceiro, een volkomen nederlaag ge leden hebben. Gelijk bekend is, was de afdeeling van Couceiro in de nabijheid van Soutelimho, niet ver van deSpaan- sche grens, gekampeerd. De regeerlngs troepen die Chavez ontzet hadden lagen tegenover de monarchisten. Eergisteren bleven belde partijen volkomen rustig. Gisterenmorgen vroeg echter viel Cou- ceire plotseling met 480 man en eenige stukkeo geschut de regeeringstroepen aan. Het kwam tot een hevig gevecht. De regeeringstroepen vormden verreweg de overmacht. Ze bestonden uit infanterie, cavalerie, toegerust met 6 machinegeweren en gre pen van drie zijden tegelijk aan. De mo narchisten leden een zware nederlaag en moesten zicli naar de Spaansche grens terugtrekken. De bevelhebber der repu blikeinsche troepen zond een afdeeling lanciers, die de royalisten in den rug moes ten aanvallen. Twee-en-zestig royalisten zouden zijn gedood, 97 verwond en 217 gevangen genomen. Volgens de laatste berichten bevindt kapitein Couceiro zich nog steeds op Portugeesch grondgebied. Hij liet bij Chares wapens en eenige met am munitie geladen muilezels achter, die den regeeringstroepen in handen vielen. Bovendien maakten deze nog 2 stukken 70 m.m. geschut buit. Het bericht, dat Braga in vlammen staat wordt bevestigd. Er moet hevig gevochten woiden, doch nadere berich ten zijn niet te verkrijgen, daar de te legraaflijnen zijn door gesneden. Uit verschillende plaatsen komen nog berichten over aanslagen en geheime moordpogingen op verschillende perso nen. In Cabeceiros do Porto vergiftigde een handelaar zijn wijn, waarvan een re publikeinsche officier en een soldaat dron ken. Beiden konden echter nog gered worden. Hare stem brak. Haar traanloos gelaat drnkte zulk eene grenzelooze wanhoopnit.dat de bestonrster radeloos, geen woorden wist te vinden. Zy trok Sylvie naar zich toe en Bloot haar in bare armen. Maar jnist in deze oprechte en toch ge dwongen niting van eene gelegenheidsdeelne- ming, in deze welgemeende maar toch in den grond slechts conventioneele omarming lag voor het arme kind een schier brutale open baring van hetgeen baar thans voor altijd ontbreken zon. Eensklaps voelde Mej, Decharme het tengere lichaam styf en zwaar worden in hare armen, Sylvie was in zwijm gevallen. Eerst eenige uren later kwam zij tot kenDis in eene vliegende koorts, die haar gedurende twee dagen ontrukte aan de werkelijkheid van hare Bmart, haar isoleerde in een volslagen onbewnstzijn van hare omgeving. Een oogenblik vreesde de geneesheer voor een zware hersenschudding, Sylvie ontwaakte alsof zij geslapen had, met dezelfde woorden op do lippen Ik wi) naar vader Van bet oogenblik dat zij in zwijm gevallen was, bad zij slechts een verward besef gehad van pijn en duisternis. Droomen hadden baar gekweld, yselijke droomen. Daarna had men haar konde dingen op het hoofd gelegd. En dit alles had lam?, o zoo lang gedunrd. Maar nn droomde zij niet meer. Na herinnerde zy zich datgene wat geen droom wezen kon. En ineens, by dit vreeselijk ontwaken van het gebengen, had zij zichzelf verstijfd tot een harde, akelige kalmte. Zij moest zich niet al te zwuk aanstellen, anders zon men haar niet naar Clos—Belloy laten gaan. Dit moest morgen wezen. Een flauwe win terzon liet een straaltje door het venster op de conr glippen. Bij dit licht zat Mej. Bat hilde, eene onde hulp—onderwijzeres, die Sylvie in het pensiouaat— Dacbarme altijd bad gekend, en die haar altoos min of meer ver troeteld bad, naar gewoonte te breieD. Bij de in het bed gestamelde woorden stond zij op en snelde toe Myn engel, mijn lieve Sylvette, hoe gaat het nu Mejnffer, ik wil vader zieD. Ik wil hem zien, herhaalde Sylvie met droge Btem. Een telegram uit Shanghai te Berlijn ontvangen, meldtNaar uit Szohoengtoe De hnlponderwijzeres zag haar met innige deelneming aan. Mijn lieve, ge kunt nw armen vader nh niet meer zienGy zijt ziek geweest, drie dagen erg ziel'. Vandaag wordt nw vadtr...,. Zij bleet steken. Maar Sylvie hoorde daarom niet te minder, zoo duidelijk alsof het uitge sproken werd Begraven... En terwyl dit woord haar in de ziel drong als een mes, om huar den laatsten twijfel te ontnemen aan datgene, wut zij tot dasver eigen lijk nog niet had kunnen gelooven, sprak zij met een vreemde hortende Btem Vandaag wordt hij dus... neergelegd daar ginds, naaBt moeder Ja, myn lieve kind. En duB was er niemand by bem.,toen toen.... Ja, ja! Uw trouwe Maria-Josephe heeft hem niét verlaten. En ook een vriend van hem, graaf de la Teillais, is nog bytyds ge komen om hem te zien, en om een nacht bij hem te waken Ah 1 Dat is goed 1... Die kende nem...die had hem lief De arme stem brak du eindelijk, onderden stroom der te lang ingebonden tranen... Men had bij hem gewaakt... Sylvie had een verward visioen van een tooneel dat zij dikwijls in ge- illnstreerde boeken badgezien. van eene witte gedaante op een bed in eene donkere kamer, met blo.men kaareen, geknielde figuren.. Men had bij hem gewaakt Men waakt by dooden En eensklaps had zij in hare ooren de laat ste woorden die haar vader tot haar gesproken had, toen zij hem nog zoo stellig dacht terug te zulleD zieD... Ge zyt mijn lieve, lieve kindje! Nn zal hij dit nooit meer tot haar zeggeD noch dit noch ooit iets anders meer. Nu was hij by God...ja, ja, zeker waB bij bij God Maar bij God. dat was ver voor Sylvie En zachtjes murmelde zij, omdat zij niet lan ger wilde weenen Nu ben ik heel alleen, Mej. Bathude beel alleen Er kroop haar een angBt voor het leven, dat zij nu hervatten, of beginnen moest. Wat zoo men met haar doen Zij was zoo jong, bijna een klein meisje nog... Nn zij nog vader wordt bericht werd de stad Litang (Szetschwao) op 15 Juni door de Thi- betanen ingenomen. Het garnizoen ont kwam na urenlang gevecht en onder verlies van 70 dooden. De stad werd geplunderd. Vrouwen en kinderen werden vermoord of levend verbrand. Volgens een later Chineesch bericht werd Litang weder ingenomen. Ook Batang is op de Thibetanen veroverd. Een telegram van den Toetoe van Szetschwan zegt dat 2500 man naar Thibet onderweg zijn. In het geheel zijn reeds 5000 man gezonden. Van 1 Januari tot 30 Juni 1911 werden aan de Coop. Roermondsche Eiermijn der V. P. N. te Roermond, aangevoerd 10.019.530eieren,welke voor f 413.217.23 werden verkocht. De middelprijs bedroeg f4.12 per 100 stuks. Van 1 Jan- tot 30 Juni 1912 werden aangevoerd 12.750.612 eieren, welke opbrachten f532.734.27 middelprijs on geveer f 4,18. In de eerste helft van 1912 werden dus 2.731.092 eieren meer aangevoerd dan in hetzelfde tijdvak van het vorig jaar. Dit maakte een verschil in opbrengst van f119.517 04. Men meldt uit het Land van Heusden, dd. 9 Juli. De hooibouw begint goed op te schie ten. Als het weer goed blijft, zullen deze werkzaamheden deze week voor 't groot ste gedeelte geëindigd zijn. Het wordt tijd ook, want het onkruid heeft z'n weer gehad en op vele akkers zitten de bieten er onder. Met den aardappelhandel gaat het maar slap. De kwaliteit schijnt soms te wenschen over te latenhierin zal wel verandering komen met het droge weer. Men meldt uit de Beneden-Langstraat, dd. 9 Juli: De handel in vette kalveren is zeer kalm gestemd. De voorraad vette varkens is gering met vluggen omzet aanhooge prijzen. Biggen en nuchtere kalveren worden lager verkocht. Zuiglammeren zijn zeer goed te verkoopen. Men be- noch moeder meer had, aan wie zou zij ge hoorzamen?... Aan deze dingen had zy tot dasver nog nooit gedacht. Mathilde vutte hare hand. Ga znlt niet alleen blijven mijn engel. Uw goede vader heeft alles goed voor n beschikt. Hy heeft als nw voogd aangewezen dien besten M. de la Teillais, die op een telegram van den notaris terstond is overgekomen... Dat is goed, herhaalde Sylvie. Is M. de la Teillais ook hier geweest. Mej Mathilde? Eergisteren iü hij hier geweest, en mad. Lecontellier ook. Maar ge herkende niemand. Ge hebt zelfs Marie JoBephe niet herkent, die verscheidene aren bij aw bed gezeten heeft. Marie Josèphe 1 Zij zal toch wel terug komen, niet waar. Jn, ja zij komt terng. En M. de la Teillais, die komt toch ook Ge zult hem heden nog zien. Dank n, prevelde Sylvie, en sloot hare oogeD. Er was een soort van verlichting over haar gekomen, sedert zij den naam van den heer De la Teillias had hooren uitspreken, sedert zy wist dat de heer Do la TeillaiB bij baren dooden vader gewaakt had, en dat hij baar voogd zon worden om haar te zeggen wat zy doen moest, haar te baschermen en te verde digen, te beletten dat men haar in de handen overleverde van de Crouix-Plessis, of van an dere onbekende, angstwekkende personen. Niet dat zij daarom minder bedroefd was maar het Bcheen haar dat men haar het recht verleend had om te treuren in vrede, zich geheel aan hare droefheid over te geveü. Tegen den middag kwam de dokter, die haar verlof gaf op te staan. De koorts was ge weken. Nu moest er gezorgd worden dat het meisje niet ten tweeden male zich door haar verdriet liet te neerelaan. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1