timmer 61
Zondag 28 Juli 1912
35e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksetie Stoomdrukkerij AntoonTielen
Eerste Blad.
Van Houten s
Havenplannen.
Zijn laatste wensch.
)it nummer bestaat
uit DRIE bladen
FEUILLETON.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
1 Kg. /1.50Ukj.- 0.42T
-0.80 -0.18
De Echo van het Zuiden,
ifaalwpsclie fii Langstraatsche Canrant.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fO 'S.
ïTranoo per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden ena., franco te zenden aan
Uitgever.
den
UITGAVE:
Adyertrntiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, grooto
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
KOOP VANDAAG BIJ
[üW WINKELIER EEN
BUS
R0NA
Cacao
2511
Wij laten hier in een paar nummers
volgen, de plannen die door den heer
0. C. A. van Lidth de Jeude, voor de
verbetering onzer haven bij den ge
meenteraad zijn ingediend. Wij raden
eenieder aan deze met belangstelling te
volgen, opdat men zich op de hoogte
stellen van de belangrijke beslissing die
onze raad binnenkort zal moeten nemen,
en de hiermee verband houdende groote
belangen en belangrijke kosten.
Aan het College van
Burgemeester en Wethouders
der gemeente Waalwijk.
Utrecht, 5 Juni 1912.
Ik heb de eer Uw College hierbij te
doen toekomen een rapport betreftende
de verbetering van de Waalwijksche
haven, met een viertal bijlageD, bestaande
Uit de tabellen der dagelijksche hoog
water eu laagwaterstanden gedurende
het tijdvak 19071911, (bijlage A) en
een drietal teekeningen, op de verbe
teringsplannen betrekking hebbende (bij
lagen B, C 1 en C 2).
Zooals U uit bovenstaande bescheiden
zal blijken, worden verschillende gege
vens betreffende den bestaanden toestand,
welke ten eenenmale als onvoldoende
moet worden aangemerkt, verstrekt en
daarnevens uitvoerig de middelen nage
gaan, welke tot verbetering kunnen
leiden.
Allereerst wordt betoogd, dat het plao,
om een schutsluis aan te leggen,
wegens de daa-raan verbon
den kosten, welke ongetwijfeld aan
merkelijk meer zullen bedragen dan
f 110000, (omdat daarin nog niet be
grepen zijn de kosten van vernieuwing
der houten beschoeiing nabij het boven
einde der haven en van voorziening In
de afwatering van de L o i n t) bepaal-
d e 1 ij k af te raden is. Hierbij werd
ondersteld, dat de schutsluis zou worden
aangelegd nabij de Hooigracht werd
deze aangelegd nabij het benedeneinde
der haven, dan zouden wel is waar de
kosten van graaf- en baggerwerk minder
worden, doch dan ware te voorzien in
de loozlng van de Hooigracht, zoodat
ten slotte de totaalkosten zeker niet
minder, doch vermoedelijk zelfs meer
zouden bedrageD.
Voorts worden een drietal verbeterings
plannen, met behoud der open gemeen
schap met het Zuiderkanaal, ter overwe
ging aangeboden, namelijk
Plan A. verdieping der haven tot 2.50
MN. A. P. over de geheele lengte,
waarvoor de raming van kosten is gesteld
op f 58500
Plan B. verdieping der haven tot 2.00
M—N. A. P., over de geheele lengte,
waarvoor de raming van kosten is gesteld
op f 51000
Plan C. verdieping der haven tot 1 M
a 1.60 M—N. A. P., voor het gedeelte
boven de Hooigracht, en tot 2.50 M
N. A. P. voor het gedeelte beneden de
Hooigracht, gepaard gaande met den
bouw eener nieuwe aanlegplaats nabij de
Hooigracht. De raming van kosten be
draagt voor dit plan f 34000.
Betreffende deze ramingscijfers zij op
gemerkt, dat de mogelijkheid niet is uit
gesloten, dat bij de definitieve uitwerking
der plannen nog eenige besparing is te
verkrijgen, terwijl ook de aannemings
som misschien lager blijft dan de raming.
Intusschen zijn de kosten zoo nauwkeurig
mogelijk nagegaan, zoodat in allen ge
valle mag worden aangenomen dat de
definitieve begrooting de thans gegeven
raming niet overschrijden zal.
In het rappoit wordt reeds medege
deeld, dat plaa A. waarbij de haven ten
allen tijde voor vaartuigen van 1.70 M
diepgang toegankelijk zalzijn.de meeste
aanbeveling verdient-
Het valt niet te ontkennen, dat daaraan
beteekenende kosten zijn verbonden
daarentegeuover staat, dat wanueer niet
een ingrijpende verbetering van de haven
wordt ter hand genomen, het verkeer
zonder twijfel zal moeten achteruitgaan,
daar de tegenwoordige toestand toch
onhoudbaar iswordt daarentegen de
voorgenomen verbetering tot stand ge
bracht, dan kan niet alleen het tegen
woordige verkeer zich handhaven, doch
wordt de mogelijkheid geopend, dat dit
verkeer zich zal kunnen uitbreiden en
dat de haven voor grootere vaartuigen
toegankelijk zal zijn, hetgeen als een
eisch des tijds is aan te merkenhet
oponthoud in de haven zal dan ook veel
geringer zijn.
Daarnaast valt niet te ontkennen, dat
na de opening van het Wilhelmina-kanaal
wellicht het goederenvervoer uit T i 1-
burg In mindere mate door de haven
van W a a 1 w ij k zal plaats hebben, doch
meer rechtstreeks door dat kanaal. Wel
licht staan U de gegevens ten dienste,
om na te gaan, welk aandeel de goe
deren uit T i 1 b u r g hebben in de haven
beweging en waar W a a 1 w ij k zelf een
beteekenenden handel drijft en ook voor
de omliggende gemeenten uit- en invoer
van goederen zal plaats hebben, is het
niet onmogelijk, dat de Invloed van T i 1-
b u r g op het havenverkeer niet over
wegend is.
Aan het slot van mijn rapport wordt
nog betoogd, dat, indien plan A mocht
afstuiten op de daaraan verbonden kos
ten, dat plan C de voorkeur zou ver
dienen boven plan B, omdat de kosten
van dit laatste plan slechts f7500 ver
schillen met die van plan A, terwijl daar
mede overwegend geringere voordeelen
verkregen worden. Van plan C zijn daar
entegen de kosten aanmerkelijk lager,
terwijl althans daarbij een gedeelte van
de haven beneden de Hooigracht
ten allen tijde voor vaartuigen met 1.70
M. diepgang zal toegankelijk zijn. Dit
plan is nog in zooverre voor uitbreiding
vatbaar, dat nog te overwegen ware,
de oeververdediging, welke beneden de
Hooigracht zal worden aangebracht, ook
voort te zetten boven de Hooigracht,
hetwelk voor esne behoorlijke instand-
houding van dat bovengedeelte zeer
wenschelijk is te achten, doch waardoor
de kosten met f9000 zouden zijn te
veihoogen en daardoor zouden komen
op f43000.
Deze kosten worden intusschen vrij
hoog geacht en waar bij het plan C wel
de bedoeling moet voorzitten om op den
duur het havenverkeer zooveel mogelijk
beneden de Hooigracht te concentreeren,
daar dienen zoo min mogelijk kosten
aan het bovengedeelte, dat geleidelijk
hare beteekenis zal verliezen, te worden
besteed.
Betreffende de te besteden kosten zij
nog opgemerkt, dat deze niet alle zijn
te beschouwen als kosten van verbete
ring een niet onbeteekenend gedeelte
toch is te besteden aan vernieuwing der
houten beschoeiing nabij het boveneinde
der haven en zijn dus voor een gedeelte
als kosten van onderhoud aan te merken
Eene besparing ware nog te verkrij
gen indien ter vervanging van de be
staande houten beschoeiing niet de voor
gestelde gewapend betonmuur, doch een
nieuwe houten beschoeiing werd gebouwd,
welke dan zoo kan worden uitgevoerd,
dat daarvoor de afdamming en bemaling
van het bovengedeelte en de aanleg van
een tijdelijken aanlegsteiger kan achter
wege blijvende voorziening van de
kaaimuren wordt dan echter kostbaarder,
daar deze dan niet in den droge kan
worden uitgevoerdin het geheel ware
daarmede dan bij uitvoering van plan A
eene besparing van ongeveer f6500 te
verkrijgen. Daar tegenover staat dan
evenwel, dat de houten beschoeiing ge
regeld onderhoudskosten vordert en ver
gankelijk is, terwijl dan ook de voorzie
ning van de kaaimuren minder deugdelijk
wordt tot stand gebracht, zoodat m. i.
de meerdere kosten verbonden aan den
bouw eener onvergankelijke gewapeod
jetonmuur, welke nagenoeg geen onder-
ïoudskosten vordert, wel gerechtvaardigd
zijn.
De aandacht zij er op gevestigd, dat
bij uitvoering van elk der plannen A,
B of C het wenschelijk Is de beschikking
te verkrijgen over de aan particulieren
toebehoorende perceelen, kadastraal be-
cend gemeente W a a 1 w ij k Sectie A
^os 537 en 819, waarop eene grondop-
ïooping zal zijn aan te brengen.
De eventueele kosten van aankoop
zijn niet in de raming van kosten opge
nomen en in zooverre is dit ook minder
noodzakelijk, omdat wellicht door die op
hooging de waarde dier terreinen zal ver
meerderen.
Ook zal overleg zijnte plegen met
het Waterschap >Buitenpolder van Waal-
w ij k< betreffende de eventueele ophoo
ging van het aan hem toebehoorend
perceel kadastraal bekend, gemeente
Waalwijk, Sectie A No 828, nabij
het benedeneinde der haven, hetgeen bij
uitvoering van plan A wenschelijk zoude
zijn, doch bij uitvoering van de plannen
B of C desgewenscht zou kunnen ach
terwege blijven. In hoeverre de gemeente
W a a 1 w ij k de vrije beschikking heeft
over het uitvoeren van werken aan de
wederzijdsche havenkaden is mij niet
bekend.
Het werk kao, in het vroege voorjaar
aangevangen, vóór den winter voltooid
zijn gedurende den winter kan dan het
onderhoud ten laste van den aannemer
gebracht worden, en de eindoplevering
In het daaropvolgende voorjaar plaats
hebben.
Ten slotte zij er de aandacht op ge
vestigd, dat ook na de totstandkoming
der voorgestelde plannen op gezette tij
den eenig baggerwerk zal zijn uit te
voeren tot instandhouding van de ge
vormde diepte.
Immers de in het rapport genoemde
oorzaken tot aanslibbing, behalve het
afkalven der wederzijdsche beloopen^en
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
Roman uit 't Fransch.
12.)
Och riep hij gij had niet moeten
opstaan, ik zon a in uwe kamer wel goeden
dag zijn komen zeggen... Ge zijt als een doek,
mijne srm kind Ge m >et wel gednente pijn
hebben.
Sylvie zag hem aan.
Ir ben sterker dan ge denkt oom, zegde
zij. Maar ge hebt gelijk Mijn hoofd dreigt
te barsten. Ik zal u dus maar dadelijk goede
reis wenscbeD.
Zy reikte hem hare hand. Bewogen door
bet afscheid en begaan met bare pijn, trok la
Teillais haar vaderlijk naar zich toe en koste
herhaaldelijk haar glooiend voorhoofd.
Tot weerziens, myn lief kind, zegde hij
tot weerzienB Schenk uw hart aan uwe
goede pleegmoeder, en vergeet niet uw voogd,
die dikwyls aan u denken zal.
Zij knikte slechts even met het hooid, gaf
Mev. Prévost een kus, en verliet de kamer.
De kleine vrouwtjes zyn al even ondank
baar als de groote, dacht de la Teillais toen hij
in het rijtuig Btapte. Die aardige Sylvette, die
my eerst zulk een hartelijke genegenheid be
toonde, heeft nu enkel nog maar oogen voor
mevrouw Prévast. Ik zelf was by het afscheid
meer aangedaan dan zy waarachtig 1
En nu moeten wij een sprong maken, die
ons heenzet over een zeker tijdsverloop, en
ons Franyois de la Teillais doet bespieden bij
bet lezen van een brief.
De blyde tijding van uw terugkeer heeft
mij bovenmate verheugd. Weet gij wel, beste
vriend, dat uwe afwezigheid ruim twee jaren
beeft geduurd en dat ik oud ben en dat
Sylvie jong is, zoodat het hoog tijd wordt om
eeDS te denken aun de toekomst van uwe pu-
pille, die op het oogenblik, sedert zij in de
wereld verkeert, veel meer behoefte heeft aan
de wijsheid van een voogd, dan aan de zorg
van eene pleegmoeder... Sylvette is werkelijk
bijna schoon geworden en valt zeer iu den
Bmaak, zooals ik u reeds gezegd heb. Boven
dien verslyt men haar voor rijk wat nooit
kwaad kan. Ge kuut dus wel begrijpen dat
men haar het hof maakt en dat het haar aan
hnweiijkskansen of huwelijksaanzoeken niet
ontbreekt.
„Onder de aanbidders en aspiranten zijn er
natuurlijk van het welbekende slag, die zelfs
niet den tact hebben om onder een air van
verliefdheid datgene te verbergen, waar bat
bun eigenlijk om te doen is. Maar één loopt er
bij me*, over wien ik u wel eens ernstig zou
willen spreken. Kortom genoeg gezegd om
u te doen inzien hoe dringend noodig uwe
tegenwoordigheid begint te worden.
„in het begin van Juni znllen wij, Sylvette
en ik, eens gaan profiteeren van eene uitnoo-
diging van uwe nicht, mev. Gustave Morin
om wat trisscbe lacht te gaan happen in de
wouden van het Vèsinet. Maar wij zullen er
niet langer dan een dag of acht blijven. Wy
verbeiden dus in de Rue Alfred-de-Vigny het
groote genoegen van u weer te zien. Sylvie
maakt zich een feest er van. Evenwel moet ik
u waarschuwen, dat zy evenveel praat over
de Alkyon en uwe reis, als over n en nwe
terugkomst. Met menscheu die genoodzaakt
zyo burgerlijk te reizen, op een gewoon stoom
schip voor Jan en alleman, beeft zij een diep
medelijden.
Den vijfden Juni, een paar dagen no zyne
aankomst te Parijs, herlas Francois de la Teil
lais aandachtig dit fragment uit een lang epistel
van mev. Prévost, dat hem in honden was ge
komen te Shanghai, waar de Alkyon kolen
ingenomen bod. Het was tevens, door onvoor
ziene wijziging van zijne reis, het allerlaatste
bericht, dat hy sedert zijn vertrek nit Tokio
van zijn oude vriendin ontvangen bad
Zij zitten dus in het Vésinet, en zij ge-
looven mij nog op zee, dacht hij. Ik zal van
avond, pour acqnit de consience, even in de
Rue Alfred-de-Vigny aanloopen, en morgen,
tegen het ontbijt, zal ik heel onaangemeld bij
de Marine in huis valleo. Dat zal eene ver
rassing zijn 1 Tenminste, als de gazetten mij
nog niet verraden hebben.
Het plan van deze overompeliog vermaakte
hem even. Toen viel zijn blik weer op de eerste
-volzinnen in den brief en een glimlach krulde
den langen, rossigen knevel, die eertijds in de
herinnering van Syvie Régnier onafscheidelijk
was geweeBt van de nagedachtenis eener pop
met een kanten kleedje.
Ja ja, mev. Prévost had wel gelyk. Hst
werd hoog tijd om Sylvette aan don man te
brengen, Sylvette zou weldra achttien zijnge-
weest dat wil zeggen, zy zou in September
reeds n egeutien worden.
Het zal met mijne rol van voogd nu ernst
dienen te gaan worden 1 zei de la Teillais
bij zichzelf, Bchetsenderwyze. Maar of ik er
plezier van beleven zal, dat is eene andere
kweslie. Want den drommel mag mij halen,
nis ik voor dit meisje iets minder dan eon
perfecten man verlang of bijna prefect, ten
minste. Zóóveel althans ben ik aan miju ouden
vriend verplicht.
Eu de gedachte aan dieD vriend zette hem
aan het mijmereD. Dit was de eerste maal, dat
hij in Frankrijk terugkeerde zonder door Ga
briel Régnier te worden verwacht, zonder dat
de trouwe blikken de warme band van dien
goeden kameraad bem welkom heette. Wus
er nu op de wereld nog oen wezen, dat,zich
werkelijk en hartelijk over zijne terugkomst
verheugde dat naar hem verlangde of hem
noodig had
Neen, zei hij. Ik geloof inderdaad, dat
mijn bestaan op het oogenblik slechts waarde
heeft voor mijzelf, en dat het voor geen ster
veling nut meer hoeft zelfs niet voor die
kleine meid, die, tij slot van rekening, ook
zonder mij wel een man zal weten te vinden,
en die zeker, indien ik haar ooit in hare kens
tegenwerken mocht, mij naar het laud zou
weuschen waar de peper groeit 1
IX.
Al spoedig echter had de la laillais aan
andere dingen te denken. Hy voelde zich joDg,
sterk, vroo ijk, beer over zichzelf en zyn le
ven. De rondgang van het warme bloed door
zyne aderen was hem een wellust. Niet hij
was de man er daarom lang te mijmeren,over
wat dan ook. Hem riep de wereld, hem riep
het leven, hem riep zijne carrière, in welke
hij ook te Tokio weer met nitnemend succes
en tot volkomen tevredenheid van zijn regeering
was werkzaam geweest.
Na een bezoek aan den minister van buiten-
landsche taken, die hem te dineeren hield,
slenterde hij de boulevard op, ontmoette bier
en daar een kennis, verlustigde zich onder de
lachende lentezon, in al het scboone van Pa
rijs, dat voor hem nu weer zuo goed als nieuw
was. Daarna, in den namiddag viel by in de
h&Dden van den schilder Albert Janvier en
diens jonge vrouw, die hem opnamen in hun
rijtuig, en hem goedschiks of kwaadschiks
vervoerde naar Neuilly, bij de markiezin de
Minamon. Deze dame rijk en edelmoedig, had
iu baar prachtig huis aan den boulevard Ri
chard Wallace een liefdadigheidsfeest inge-
noht, ten voordeela van de noodlijdenden op
Martinique. Zij was van meening dat 't msest
practiBCbe middel om voor ongelukkigen geld
byeeu te krygen, nog altyd bestond in eene
speculatie, niet zoozeer op de medelijdeodheid
en hulpvaardigheid als wel op de ydelheid en
de genotzucht der meoschen. Dus gat zij een
schitterende matinée, gecostumeerd iu den
siyl van de XVlIIe eeuw.
Half Parys namelijk het Parys van de
bovenste tienduizend was hier aanwezig of
vertegenwoordigd, en geen kosten waren er
gespaard om aau 't geheel een smuakvollen
luister bij te zetten Franyois bewonderde en
genoot. Hy genoot van deze westersche ver
fijning, waarvan hij den smaak schier vergeten
was. Alleen vermoeide het hem wel eens,
voortdurend te moeten antwoordden op vragen
naar Japan en de Japanners naar de Japan-
schen wel het meest nog. Om hieraan eindelijk
eeDS te ontsnappen, betaalde hy zijn louis voor
een stoel in 't dillettantec theater, waar „Le
jeu de 1' Amour et du Hasard" werd opgevoerd.
Het stuk was reeds vergevorderd. Voor Lisette
en Pasquin. die aardige figuren, maakten Do-
rante en Sylvia plaats.
Ah, wat ia aij waard bemind te.wordeu
zachte Dorante, toen bij de schooue in 't oog
kreeg. En Frangois de la Teillais dacht Hij
heeft evenwel gelijk, die verliefde snaak Zoo n
bevallige verschijning ziet men niet alle da
gen - Maar toen de bevallige verschijning
op de planken nader trad, toen trilde er iets in
hem en hij had moeite om een kreet te onder
drukken. Droomde bij Neen, bij droomde niet
Die blauwe oogen, die had hij vroeger reeds
gezien. En daar, daar sprak de bevallige ver
schijning, daar sprak de stem van Sylvie
van Sylvie Régnier 1
Sylvie Ja, waarlijk 1
Nu vond Frungois haar geheel terug, en het
verwonderde hem dat hy haar niet terstond,
bij het eerste optreden reeds had herkend. Een
oogenblik was by door de vreemde geheel on
verwachte ontmoeting by Mad. de Miramon
als verbijsterd geweest. Vandaar zyne korte
dWMaa?'boe, zonder op te houden zichzelf te
ziju, hoe had zy z;oh gemetamorphoseerd tot
vroow, het meisje met het fletse gezicht, de
stijve blonde haarvlecht en de hontenge be
wegingen, dat bloemen plukt in den tuin van
Clos-Belloy en met zoo argelooze naïveteit
hare tranen vergoot op den schouder van
haren voogd Frangois kon van zyne ver
bazing niet bekomeD.
En toch had by bezwaarlyk kannen ver-
w&obten dat het kiud iu die twee-en-aen-hall
jaar onveranderd zou gebleven zyn toch had
den de brieven van mevrouw Prévost hem doon
weten, dat Sylvie, gegroeid was en ont
wikkeld bad toch wist hy door diezelfde
brieven, dat Sylvie, na afloop van hare twee
rouwjaren, zesr gezocht en omringd was m de
kringen, die zy bezocht. Eu bad zy °^met
geweigerd hem haar portret naar lokio to
zenden, opdat haar voogd by zyne terugkomst
verrast van haar zou zyn.
Hii had er dus wel op voorbereid kunnen
wezen, dat zyn oude vriendin hem met meer
een bakviscbje zou voorstellen, maar eene
jonge dame, en dat die jonge dame aantrek
kelijk, bevallig, bekoorlyk zelfs wezen zou.
(Wordt vervolgd.)