H NVmaier 65 Zondag 11 Augustas 1912 Jaargang 35. Tweede Blad. MONKEY BRAND Zijn laatste wensch FEUILLETON. Alg. JNed. Bond van Schoenfabrikanten. verk i in tsels Het Teeken van Helderheid. (Apen-Zeep) Maakt blik als Zilver verroest ijzer als Staal en wat geverfd is als Nieuw! ZE HELPT HET HUIS SCHOONMAKEN VAN ONDER TOT BOVEN. (Slot) Vervolgens kwam het belangrijkste punt der agenda, het voorstel van het hoofdbestuur, om een bijdrage van f 100 te verleenen aan het anti-tariefwet co mité, aan de orde. De voorzitter liet eerst het schrijven van den heer Klijberg-Pernot voorlezen. Dit hield in, dat hij verhinderd was de vergadering bij te wonen en den voorzit ter verzocht de vergadering mede te dee- len dat hij er tegen protesteert, dat f 100 subsidie zal worden verleend aan het anti-tariefwet-comité, op grond, dat een groote minderheid in den bond daartegen is en omdat het anti-tariefwet-comité blijkbaar eene politieke strekking heeft. Nu bij het bekend worden van het nieuwe tarief blijkt, dat door de regeering reke ning gehouden is met de wenschender schoenfabrikanten, is hij er dubbel tegen. De voorzitter wees er op dat hij aan vankelijk voornemens was over dit punt zoo weinig mogelijk te spreken, omdat het al te duidelijk is, dat door de heffing van rechten nadeel berokkend wordt aan de schoenindustrie. Een ding moet hem echter van het hart. Een der katholiekê hoofdbladen (De Maasbode) heeft in haar jongste nummer een hoofdartikel aan gaande het voorstel van het hoofdbestuur Roman uit 't Fransch. gewijd. In dit hoofdartikel wordt aan het hoofdbestuur een brevet van onbekwaam heid over het beoordeelen van 't tarief ontw. gegeven. Spr. meent dat de schoen fabrikanten zich alleen af te vragen heb ben, wat voordeelig en wat schadelijk voor hen is. Spr. is overtuigd, dat elk recht, hoe klein ook, een beletsel voor de schoenfabrikanten is, om op de inter nationale markt mede te kunnen dingen Ook van een verhoogd recht op de schoe nen verwacht spr. voor de schoenfabri kanten weinig heil. Volgens een pas verschenen statistiek voerde Duitschland het vorig jaar naar Nederland 253.000 K.G. schoenen uit. Nederland zond naar Duitschland 455,000 K.G., dat is 200.000 K.G. meer en dit ondanks het hooge beschermend tarief in Duitschland. Hier uit valt het af te leiden, dat men door hooge rechten een artikel niet uit het land houden kan. Hieraan voegt spr. nog toe, dat de schoenfabricage thans in zeer gunstige positie verkeert en niets is meer gewenscht, dan dat de toestand bestendigd blijft. Spr. gaf toe, dat het zeer goed mogelijk is, dat de looiers gebaat zullen zijn met de invoering van hettarief' maar toch was hij overtuigd, dat de flinke looiers, die, wat de inrichting hunner bedrijven betreft, met hun tijd meegingen zooals te Waalwijk en Rijen maling heb ben aan het tarief. Voorts merkt spr. nog op, dat de Maas bode aan het slot van haar hoofd-artikel de hoopt uitspreekt, dat de katholieke leden van den Bond hun plicht zullen kennen bij het uitbrengen van hun stem. Spr. begrijpt heusch niet welke verplich tingen hierbij op de katholieke leden rusten. Het hoofdbestuur ziet in de ad- vertentiën van het anti-tariefwet-comité alleen een aansporing aan onnadenken- den om zich een oordeel te vormen, aangaande het tarief, of dit voor- of nadeel voor hen brengen zal. De groote invoer van Hollandsche schoenen in Duitschland levert het bewijs dat geen beschermende rechten dit ver hinderen kunnen. Wanneer wij willen bevorderen dat we geen schade lijden, dan moeten we tegen de tariefwet zijn en spr. is overtuigd dat iedereen en met gepaste middelen tegen de tariefwet ageeren moet, omdat ze den schoenfa brikanten schade zal doen en opdat ons later niet verweten zal kunnen worden: ge hebt het tarief gewild, omdat ge er u niet tegen verzet hebt. Daar komt bovendien nog bij dat en naar aan spr. verzekerd is geworden, beslist geen politiek achter het anti- tariefwet-comité zit. De heer Cloin uit Dongen meent dat achter 't streven van 't anti-tariefwet- comité wel degelijk politiek zit. De Bond is heden reeds verschillende malen opgehemeld. Politiek vindt spr. het sme rigste wat er is en hij vindt dat de bonc zich compromiteert door zich bij 't an- ti-tariefwet-comitee aan te sluiten. Spr. geeft den raad de uitgetrokken f 100 iever toe te voegen aan de gelden be stemd voor de actie voor hoogereschoen- prijzen. Spr. zegt van den Voorzitter, toen deze in Dongen was teneinde de fabrikanten aan te sporen om op de lijst van vrijwillige bijdragen te teekenen, persoonlijk vernomen te hebben, dathij dat ook graag zien zou. De Voorzitter ontkent zulks te hebben gezegd. De heer Cloin heeft hem toen naar 't schijnt niet goed begrepen. Hij heeft gezegd dat hij eenieder in zijn opinie vrij zal laten. Wie wil trachten om op de vergadering de leden te overtuigen om geen steun te verleenen, moet dat zelf weten, hij zou het tegendeel doen. De heer Cloin blijft volhouden en hij waarschuwt bovendien dat door het anti- tariefwet-comité cijfers gepubliceerd worden, waarmee geen rekening te hou den valt. Spr. vestigt er voorts de aan dacht op dat thans na wijziging van 't wetsontwerp de schoenfabrikanten, zoo veel nadeel van het tarief niet meer zullen ondervinden. Spreker vindt er niets op tegen dat de bond werkt in 't voordeel der leden, maar het middel dat de Bond thans wil toepassen zal zijns inziens het gezag van den Bond niet verhoogen. De heer van Schijndel uit Waalwijk is er sterk voor dat tegen het tarief geageerd wordt, Niet alleen leer maar ook de fournituren, afvalsoorten enz. zul len worden belast en als die belasting er komt zal ze een ramp blijken voor de schoenenindustrie, nu de prijzen toch al zoo gedrukt zijn. De heer Cloin zegt dat door de fa brikanten is opgegeven hoeveel buiten- landsch leder gebruikt werd en toen is gebleken dat dit niet veel was. Van Schijndel. Dan begrijp ik nie waarom de looiers zoo ageeren als er toch geen leer wordt ingevoerd. Doch er wordt wel zeker veel leer ingevoerd. De fournituren zijn reeds met 5 u/0 belast en daar komt dan nog eens 5 °/0 bij. Het zal een ramp voor de geheele schoen industrie zijn, als het tarief-ontwerp wordt aangenomen vooral in den tegen- woordigen tijd. De voorz. wijst er op dat 't noodza kelijk is krachtig tegen de tariefwet te ageeren, willen de schoenfabrikanten in staat zijn op de buitenlandsche *markt alle concurrentie krachtig het hoofd te kunnen bieden. Spr. verzoekt hierna tot stemming over te gaan. Uit de stemming blijkt dathetbestuurs- voorstel om aan het anti-tariefwet-comité f 100 subsidie toe te staan met 24 tegen 14 stemmen wordt goedgekeurd. Hierna kwam in behandeling punt 8 der agenda, een voorstel om f 500 uit de kas te bestemmen voor actie om hoogere schoenprijzen te verkrijgen. De Voorzitter wijst er op dat bij de tegenwoordige hooge prijzen van hui den en leder, de prijzen van het schoei sel onmogelijk gehandhaafd kunnen blij ven en dat, blijven de prijzen zoo, alles op de kwaliteit verhaald moet worden. Wat zijn de oorzaken dat de prijzen zoo gedrukt zijn en dat de schoenen niet gedeeld hebben in de opwaartsche beweging van de huiden en lederprij- zen? Ten le de vestiging van f3.50 en 4 guldens bazars. Het aanvankelijk succes dat die bazars hadden, heeft bij de winkeliers een zucht doen ont staan om nog goedkooper werk te ver hopen en zij hebben op de fabrikanten een druk uitgeoefend om ook dat schoei sel en nog minder te fabriceeren. Een en ander heeft ten gevolge gehad, dater veel minderwaardig schoeisel is gemaakt. Hoe dat schoeisel wordt ineengezet is )ijna overbodig het hier mee te deelen. iet overleer is van een min soort leer, geiten of runds. De binnenzolen en zolen zijn van kunstleder split of croute, dat is deonderste laag van de huid en heeft wei nig of geen weerstandsvermogen en zijn veel en veel eerder versleten. Bovendien is dergelijk minderwaardig schoeisel schadelijk voor de gezondheid. Het leder is zacht, poreus en neemt aanstonds het water op, zoodat men altijd met natte voeten loopt. Het is wel treurig dat het publiek tot nu toe zoo weinig over heeft voor schoenen. Loopt men eens in een stad rond, dan ziet men dames loopen met hoeden van f40 op en schoenen van f4 aan. Ook de heeren loopen er met schoenen uit de bazars. Het publiek moet bewogen worden betere kwaliteit schoenen te gaan dragen. Wanneer een burgerman eens gaat probeeren om schoeisel van f5 a f7 te koopen, dan zal hij ondervinden, dat hij er veel beter mee is. Een tweede oorzaak is de onderlinge concurrentie. Het ratelt en klettert maar van schoenmachines. Ieder baasje heeft een zeker aantal machines staan Men laat zich verlokken door gemakkelijke afbetaling en door het huursysteem en vaak richt men zich dan grooter in als noodig is: Er worden dan meer schoe nen gemaakt als men plaatsen kan. Op een gegeven oogenblik moet men voor alle prijzen gaan verkoopen, zoo ook aan minder kapitaalkrachtige personen. Er wordt gewerkt en gezwoegd tot men een massa schoenen heeft en dan wor den ze weer veel te laag aan prijsver kocht omdat er geld moet zijn. Het is veel beter zijn zaak in te krimpen, dan voor den prins te werken. De Bond wil nu de prijzen herzien en hoopt dat alle leden hun prijzen zullen gaan herzien. Ten einde het pu bliek er mede op de hoogte te stellen stelt het Hoofdbestuur voor f500 uit de kas te geven tot hel voeren van actie om betere schoenprijzen te verkrijgen. Hij deelt mede, dat op de lijst van vrij willige bijdrage reeds voor f 2000 is geteekend en spoort allen die nog niet geteekend hebben aan, dit alsnog te doen. De heer van Schijndel merkt op dat de Voorzitter in zijn rede aanhaalde dat fabrieken die volgens het huursysteem werken mede oorzaak zijn van de te lage prijzen. Hij wijst er op, dat juist overal de grootste en soliedste inrich tingen volgens dit systeem werken. De Voorzitter zegt alleen gezegd, zeker bedoeld te hebben, dat er te veel menschen zijn die zich daardoor laten verlokken om zich te groot in te richten. Na een korte discussie werd het voor stel bij acclamatie aangenomen. Op voorstel van den heer Van Schijn del zal de volgende jaarveigadering te Tilburg tijdens de tentoonstelling worden gehouden. Ten slotte deelde de Voorzitter nog mede dat onlangs besloten was niet in te gaan op het aanbod van de R. V. S. inzake de invaliditeitswet en Ouderdoms- verzekering. Later, na eene nadere bespreking met den heer Walburg uit Breda, zijn eenige bestuursleden van gevoelen veranderd en zijn zjj voornemens zich wel aan te sluiten bij de R. V. S. Het bestuur heeft gemeend goed te doen alle betref fende stukken ter bestudeering in han den te stellen van den rechtskundigen adviseur. Voorts dringt hij er bij de leden op aan, om voor den Bond leden aan te werven en verzoekt hij allen tevens eenige moeite te willen doen om adver- tentiën in het Bondsblad geplaatst te krijgen. Na allen dank gebracht te hebben voor de goede opkomst sloot hij deze belangrijke vergadering. De heer C. J. Kooien huldigde den Voorzitter voor de uitmuntende leiding dezer vergadering. Ten 5 uur had in het Hotel De Linde een gemeenschappelijk diner plaats. Aan tafel werd eerst gesproken door den Voorzitter die een dronk instelde op Hare Majesteit de Koningin, vervolgens werd achtereenvolgens het woord ge voerd door de heeren Keijzer, burgemees ter van Oisterwijk, C. Kooien, Oisterwijk, Kluytmans, Voorzitter van de harmonie Asterius, ljpelaar-v. d. Wiel, Drunen, Dr Verhoeven, Oisterwijk, H. Mannaerts Tilburg en Van den Assem Dongen. Het g[ing er zeer gezellig aan toe aan tafel en den heer Oirbans komt een woord van lof toe voor de uitstekende bedie ning. Jammer was het, dat door het slechte weder het concert van de harmonie As terius niet kon doorgaan. Echo van Zuiden. "W 1571 Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." 16.) Ik hoop oom, zeide Sylvette tot hem dat ge mij dikwijls zult komen opzoeken en n ▼eel met mij zult bezig houden. Een verlof van 5 maanden, da! is waarlijk niet te veel, om uwe pleegdochter schadeloos te stellen voor een afwezigheid van 2 1/2 jaar. 1 Wel zeker zal ik my met u bezig houden. Sylvette. Om u de waarheid te zeggen heb ik eigenlyk daarom alléén verlof gevraagd Een oogeublik later wandelde bij de „Avenue Hoche" op, met eene sigarette in den mond, onder den sterrenhemel van een doDkerblauwen zomernacht. Het mannenhart heeft wonderlijke ijdel- heden, zoo peinsde hij. Ik ben de voogd van dit kind dat gisteren met mij heeft gedanst, omdat zij vond dat ik het air had van een grootva der, en dat zich daareven amuseerde met op myn hoofd grijze haren te zoeken. Ik houd van haar kalm, vaderlijk. En toch is de dwaze droom van haar stervenden vader, dat ik haar trouwen zou, genoeg geweest om myu trots, mijn oudoorgrondelyken monnelijkeo trots mij te doen inblazen dat ik zekere rechten op baar hebben zou, mij met zekeren wrevel te doen denken aan den nog onbekenden gelukkige, die haar zal mogen bezitten Ik wil of kan baar zelf niet nemen en toch gun ik haar niemand anders. Den volgenden dag bij zijn bezoek, kwam Sylvette hem te gemoet loopen met de vraag Oom, zijt ge na den middag vrij Ja ja. Zoo vrij als een vogel. En uw auto ook Natu.-.rlyk, Waarom vraagt ge dat zoo? WeeB dan eens de aanbiddelijksle Tan alle ooms en voogden, en neem mij mee naar de hondententoonstelling, die morgen gesloten wordt Pleegmoedertje voelt zicb wat moe. Instinctmatig zag la Teillais eens naar Mev. Prévost die voor haar borduurraam zat Maar de oude dame zocht reeds de beden - king, die er in haar oprees, onder woorden te brengen. Die moderne jonge meisjes vragen naar niets meer, zeide ze, bare naald met den zijden draad door een steek balende. Het schijnt jufv. Sylvette zells niet in te vallen, dat iemand bet vreemd zou kunnen vinden haar door Parijs te zien wandelen met een eleganten beer als begeleider. De grenzelooze verbazing, die zich op Syl- vette's aangezicht teekende, deed de woorden van instemming op de lippen van la Teillais verstommen. Maar, pleegmoedertje, M. de la Teillais is toch myn voogd Dat staat noch op zijn hoed noch op den uwe te lezeD, kind. Eb hij zoo mijn vader kunnen wezen Dat is wel waar, hernam heel kalm Mev Prévost, alweer haren draad doorhalende. Maar tocb... Gij hebt gelijk. Dat is een soort van waarborg, gaf de la Teillais toe. Hy zweeg even, toen hernam hy Gij zegdet mij gisteren dat die Macel Bremontier in uwe schatting nog slechts een mogelijke uitverkorene was Meent ge dat Sylvie hem bemint, of op weg is hem te be minnen Mev, Prévost aarzelde. Ik weet het niet, zegde zy. Met Marcel Bremontier heb ik haar nooit zien kokettee ren. Tegenover hem is hare bonding zeer ge reserveerd, een beetje stroef zelfs, heel an ders dan ge haar gezien hebt tegenover het viertal Berthier, Rochet, Gertal, Riviere. Maar... Maar - Maar Sylvette is een zonderling kind. W\ zijn, durf ik zeggen met elkaar als moeder en dochter, wy leven hetzelfde leven, zijn open met elkaar, hebben dezelfde sympathiëen. En tocb ontsnapt zy my soms. Dit komt waarschijnlijk hierdoor, dat zij veel alleen heeft geleefd. Haar vader, zooals ge mij zelf hebt gezegd, liet haar als bind meestal aan haar zelf over de trouwe Marie-Josèpbe en de brave Mej. Döcharme kon den bij baar de plaate van verloren moeder Diet aanvullen en zoo heeft het aime schepsel de gewoonte aangenomen van zich min of meer op te sluiten in zichzelf. Toen zij bij mij kwam was het al te laat. Een indruk, dien ik soms ontvang, zal u misschien mijne bedoeling duide lijk maken. Sylvette's oogen, zoo teeder en vertrouwelijk, zyn als het klaarste blauw water. Maar toch voeL ik dat ik nooit tot op den grond ervan gezien heb. Uwe pleegdochter mijn best; Frans, is eene kleine sphinx een litf en goed sphinxjo. wel is waar maar toch erg geheimzinnig. Indien zij Marcel Bremontier be minde: dan zou zij het vermoedelijk ons niet zeggen Ook haar vader had die buitengewone schroom valligheid, merkte de la Teilais op. Maar hebt gij haar Dooit eens ondervraagd, haar nooit over Marcel Brèmonti* r gesproken Neen, vrietid, Marcel Bremontier beeft zich nog niet verklaard. Hij wil zich niet overijlen, niets bruskeeren. En aangezien ik met mijne weDStiben aan zijne zijde sta, zoo wil ik hem de kans niet bederven. Ik laat dus Sylvette over aan hare eigen bewegingen, aan hetgeen er in baar binnenste omgaat. Met vragen en aandringen zou ik bij haar niets goeds uitrichten. Zij weet zeker wel dat die brave jongen haar aanbidt. Ik hoop dat zii door zijne liefde zal getroffen wordeD en ik geloof dat het wel eenmaal daartoe komen zal. En in. afwachiDg In afwï.chting verjsoek ik u over deze party eens ernstig te denkon, en bovendien, nog eens nadere inlichtingen in te wiuDen omtrent de Brèmontiers iets waartoe ge veel beter geroepen zyt.dan eene oude vrouw als ik.Ge kent PbillippeMauriceau di e met:de Brèmontiers ver keert. Ook Raoul Daublet kan u geheel op de hoogte stellen. Kortom doe uw best voor deze zaak. Ik ben het volk omen, met u eens. En als gij u niet vergist he bt, p.ls die jonge man is zooals gij hem meeof: te kennen, dan wensch ook ik dat Sylvie hej n krijgt. Ik zou haar dan wanoeer ik over vijf maanden naar Tokio te rugkeer, getrouwd kunnen achterlaten od gelukkig. En uwe eigen huwelijksplannen vroeg eensklaps mevr. Prévost. Wat zal daar nog vaD worden Vogels in de lncbt, mevr. 1 Vogels inde lacht Hebt deze voorgoed laten vliegen Kom, kom, mevr., ge moogt mij er niet mee plagen, met die Kleine en heel onvoorzich tige ontboezeming van mij, zegde de la Teillais Ik neem er trouwens geen woord van terug Ik herhaal het u in goed vertrouwen dat ik al meer en meer mijn eenzaamheid beu begin te worden. Te Tokio lijken mij de gehuwde am bassadeurs en zij zijn het byoa allen - de gelukkigste mecschen van de wereld. Men moet daarginds geleefd hebben, zich vreemdeling werkelijk vreemdeling gevoelen, om te weten wat sen eigen huiselijkheid beteekenen kan de huiselijkheid van het intieme Wanneer men zoo langzamerhand naar de veertig loopt, daD voelt men dat dubbel. En ik. wat my betreft, met al mijne airs vaa luchtigheid en onver schilligheid ben in den groüd nog altijd senti menteel geweest, zooals ge wel weet... Maar voor het oogenblik komt het op het huwelijk vai mijne pleegdochter aan. Het mijoe is van latere zorg. Waarom van latere vroeg mevrouw Prévost, Het een belet toch het andere niet... Zie eens hier. Marcel Brèiuontier heeft eene allerliefste zuster, een meisje van zeven-en- twiütig jaar... Ik dank u 1... Sylvette uithuwelyken en dan mijzelf ook nog dat zon deD ezel al te zwaar beladen Zoo'n dubbele verantwoorde lijkheid mag ik niet op de schouders leggen van een man, die op het stuk van verantwoor delijkheden nooit bijzonder sterk is geweest en ze bij voorkeur uit den weg is gegaan. Mijne rol vau voogd is mij wattrlijk al zwaar en lastig genoeg om te spelen, zonder dat ik mij bovendien nog belast met die van jeune premier./ Hij zweeg. Zijoe oogen rnstten weder op de witte nquarelle aan den wand, die daar in het volle licht aan het venster hing. Toen liet by er op volgen. Vindt ge het niet iets verschrikkelijks een jong meisje ui4 te huwelijken Gij hebt nw kind gekoesterd en getroeteld «ij hebt het behoed en beschot tegen al ons lijden gij oebt van het leven niets dan het schoone, het goede en het reine laten zieD. En daar moet ge het nu eensklaps loslaten uit uwe armen, die het zoo liefderijk voor alle kwaad bewaard hebben om het af te staan, lichaam en ziel aan een onbekende... Ja, aan een onbakendo Men kent nooit den man, aan wien men zijne dochter geeft... It,formaties?... Een wassen neuB Praatjns, even onbetrouwbaar als oppervlakkig 1... Want wat zeggen u informaties, hetzij van agent schappen of vrienden Zij zeggen n wie en wat de mau is in het publiek en hoogstens, tot zekere mate, ook wat bij is in zijn privaat leven Muar wie zal u zeggen al is zijn levenswandel ook nog zoo onberispelijk wie zal u zeggen wat zijn karakter, zijn humeur, zijn intiem binnenste is welke onherstelbare tweespalt er schuilt tusschen hem en zijn jong vrouwtje Ja, het is iets ontzettends Laten wij niet al te zwartgallig zijn. wierp zacht de goede pleegmoeder tegen E«n onher stelbare tweespalt verrijst niet zoo licht, waar liefde is; en de gelukkige huwelijken zijn veel talrijker, dan de heereD celibatairs in d«n regel wel denkeD. En wat onszelf nn betreft laten wij doen wat ons bet naast ligt dat wil zeggen al wat in ons vermogen staat om het gelnk van dit lieve kind te veriekeren. Dat is onze plicht. Het overige kuonen wy aan God overlaten. Dat iB de ware wysheid beste, vriend. Tegen half zes kwam Sylvie thuis. Zij leek Frangois kalmer, zachter in hare bewegingen dan den dag te vor«D. Na eenige minuten, terwyl er voor mev Prévost een bezoek werd aangemeld, nam bet meisje haren voogd mee raar de kamer, die in de woning aan de Rue Alfred-de-Viny voor baar bestemd was ge worden en die eerst na het vertrek van La Teillais geheel was gemeubileerd en ingericht. Myn bondoir is niet sierlijk zegde Sylvie maar ik vind bet lief Zuoals het is, en ik geloof stellig dat gij het ook lief zult vinden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 5