H NVmaier 65
Zondag 11 Augustas 1912
Jaargang 35.
Tweede Blad.
MONKEY BRAND
Zijn laatste wensch
FEUILLETON.
Alg. JNed. Bond van
Schoenfabrikanten.
verk
i in
tsels
Het Teeken
van
Helderheid.
(Apen-Zeep)
Maakt blik als Zilver
verroest ijzer als Staal
en wat geverfd is als
Nieuw!
ZE HELPT HET HUIS
SCHOONMAKEN VAN
ONDER TOT BOVEN.
(Slot)
Vervolgens kwam het belangrijkste
punt der agenda, het voorstel van het
hoofdbestuur, om een bijdrage van f 100
te verleenen aan het anti-tariefwet co
mité, aan de orde.
De voorzitter liet eerst het schrijven
van den heer Klijberg-Pernot voorlezen.
Dit hield in, dat hij verhinderd was de
vergadering bij te wonen en den voorzit
ter verzocht de vergadering mede te dee-
len dat hij er tegen protesteert, dat f 100
subsidie zal worden verleend aan het
anti-tariefwet-comité, op grond, dat een
groote minderheid in den bond daartegen
is en omdat het anti-tariefwet-comité
blijkbaar eene politieke strekking heeft.
Nu bij het bekend worden van het nieuwe
tarief blijkt, dat door de regeering reke
ning gehouden is met de wenschender
schoenfabrikanten, is hij er dubbel tegen.
De voorzitter wees er op dat hij aan
vankelijk voornemens was over dit punt
zoo weinig mogelijk te spreken, omdat
het al te duidelijk is, dat door de heffing
van rechten nadeel berokkend wordt aan
de schoenindustrie. Een ding moet hem
echter van het hart. Een der katholiekê
hoofdbladen (De Maasbode) heeft in haar
jongste nummer een hoofdartikel aan
gaande het voorstel van het hoofdbestuur
Roman uit 't Fransch.
gewijd. In dit hoofdartikel wordt aan het
hoofdbestuur een brevet van onbekwaam
heid over het beoordeelen van 't tarief
ontw. gegeven. Spr. meent dat de schoen
fabrikanten zich alleen af te vragen heb
ben, wat voordeelig en wat schadelijk
voor hen is. Spr. is overtuigd, dat elk
recht, hoe klein ook, een beletsel voor
de schoenfabrikanten is, om op de inter
nationale markt mede te kunnen dingen
Ook van een verhoogd recht op de schoe
nen verwacht spr. voor de schoenfabri
kanten weinig heil. Volgens een pas
verschenen statistiek voerde Duitschland
het vorig jaar naar Nederland 253.000
K.G. schoenen uit. Nederland zond naar
Duitschland 455,000 K.G., dat is 200.000
K.G. meer en dit ondanks het hooge
beschermend tarief in Duitschland. Hier
uit valt het af te leiden, dat men door
hooge rechten een artikel niet uit het
land houden kan. Hieraan voegt spr.
nog toe, dat de schoenfabricage thans
in zeer gunstige positie verkeert en niets
is meer gewenscht, dan dat de toestand
bestendigd blijft. Spr. gaf toe, dat het zeer
goed mogelijk is, dat de looiers gebaat
zullen zijn met de invoering van hettarief'
maar toch was hij overtuigd, dat de flinke
looiers, die, wat de inrichting hunner
bedrijven betreft, met hun tijd meegingen
zooals te Waalwijk en Rijen maling heb
ben aan het tarief.
Voorts merkt spr. nog op, dat de Maas
bode aan het slot van haar hoofd-artikel
de hoopt uitspreekt, dat de katholieke
leden van den Bond hun plicht zullen
kennen bij het uitbrengen van hun stem.
Spr. begrijpt heusch niet welke verplich
tingen hierbij op de katholieke leden
rusten. Het hoofdbestuur ziet in de ad-
vertentiën van het anti-tariefwet-comité
alleen een aansporing aan onnadenken-
den om zich een oordeel te vormen,
aangaande het tarief, of dit voor- of
nadeel voor hen brengen zal.
De groote invoer van Hollandsche
schoenen in Duitschland levert het bewijs
dat geen beschermende rechten dit ver
hinderen kunnen. Wanneer wij willen
bevorderen dat we geen schade lijden,
dan moeten we tegen de tariefwet zijn
en spr. is overtuigd dat iedereen en met
gepaste middelen tegen de tariefwet
ageeren moet, omdat ze den schoenfa
brikanten schade zal doen en opdat ons
later niet verweten zal kunnen worden:
ge hebt het tarief gewild, omdat ge er
u niet tegen verzet hebt.
Daar komt bovendien nog bij dat en
naar aan spr. verzekerd is geworden,
beslist geen politiek achter het anti-
tariefwet-comité zit.
De heer Cloin uit Dongen meent dat
achter 't streven van 't anti-tariefwet-
comité wel degelijk politiek zit. De
Bond is heden reeds verschillende malen
opgehemeld. Politiek vindt spr. het sme
rigste wat er is en hij vindt dat de bonc
zich compromiteert door zich bij 't an-
ti-tariefwet-comitee aan te sluiten. Spr.
geeft den raad de uitgetrokken f 100
iever toe te voegen aan de gelden be
stemd voor de actie voor hoogereschoen-
prijzen. Spr. zegt van den Voorzitter,
toen deze in Dongen was teneinde de
fabrikanten aan te sporen om op de lijst
van vrijwillige bijdragen te teekenen,
persoonlijk vernomen te hebben, dathij
dat ook graag zien zou.
De Voorzitter ontkent zulks te hebben
gezegd. De heer Cloin heeft hem toen
naar 't schijnt niet goed begrepen. Hij heeft
gezegd dat hij eenieder in zijn opinie
vrij zal laten. Wie wil trachten om op
de vergadering de leden te overtuigen
om geen steun te verleenen, moet dat
zelf weten, hij zou het tegendeel doen.
De heer Cloin blijft volhouden en hij
waarschuwt bovendien dat door het anti-
tariefwet-comité cijfers gepubliceerd
worden, waarmee geen rekening te hou
den valt. Spr. vestigt er voorts de aan
dacht op dat thans na wijziging van 't
wetsontwerp de schoenfabrikanten, zoo
veel nadeel van het tarief niet meer
zullen ondervinden. Spreker vindt er
niets op tegen dat de bond werkt in 't
voordeel der leden, maar het middel dat
de Bond thans wil toepassen zal zijns
inziens het gezag van den Bond niet
verhoogen.
De heer van Schijndel uit Waalwijk
is er sterk voor dat tegen het tarief
geageerd wordt, Niet alleen leer maar
ook de fournituren, afvalsoorten enz. zul
len worden belast en als die belasting
er komt zal ze een ramp blijken voor
de schoenenindustrie, nu de prijzen toch
al zoo gedrukt zijn.
De heer Cloin zegt dat door de fa
brikanten is opgegeven hoeveel buiten-
landsch leder gebruikt werd en toen is
gebleken dat dit niet veel was.
Van Schijndel. Dan begrijp ik nie
waarom de looiers zoo ageeren als er
toch geen leer wordt ingevoerd. Doch
er wordt wel zeker veel leer ingevoerd.
De fournituren zijn reeds met 5 u/0 belast
en daar komt dan nog eens 5 °/0 bij.
Het zal een ramp voor de geheele schoen
industrie zijn, als het tarief-ontwerp
wordt aangenomen vooral in den tegen-
woordigen tijd.
De voorz. wijst er op dat 't noodza
kelijk is krachtig tegen de tariefwet te
ageeren, willen de schoenfabrikanten in
staat zijn op de buitenlandsche *markt
alle concurrentie krachtig het hoofd te
kunnen bieden. Spr. verzoekt hierna tot
stemming over te gaan.
Uit de stemming blijkt dathetbestuurs-
voorstel om aan het anti-tariefwet-comité
f 100 subsidie toe te staan met 24 tegen
14 stemmen wordt goedgekeurd.
Hierna kwam in behandeling punt 8
der agenda, een voorstel om f 500 uit
de kas te bestemmen voor actie om
hoogere schoenprijzen te verkrijgen.
De Voorzitter wijst er op dat bij de
tegenwoordige hooge prijzen van hui
den en leder, de prijzen van het schoei
sel onmogelijk gehandhaafd kunnen blij
ven en dat, blijven de prijzen zoo, alles
op de kwaliteit verhaald moet worden.
Wat zijn de oorzaken dat de prijzen
zoo gedrukt zijn en dat de schoenen
niet gedeeld hebben in de opwaartsche
beweging van de huiden en lederprij-
zen? Ten le de vestiging van f3.50
en 4 guldens bazars. Het aanvankelijk
succes dat die bazars hadden, heeft
bij de winkeliers een zucht doen ont
staan om nog goedkooper werk te ver
hopen en zij hebben op de fabrikanten
een druk uitgeoefend om ook dat schoei
sel en nog minder te fabriceeren. Een
en ander heeft ten gevolge gehad, dater
veel minderwaardig schoeisel is gemaakt.
Hoe dat schoeisel wordt ineengezet is
)ijna overbodig het hier mee te deelen.
iet overleer is van een min soort leer,
geiten of runds. De binnenzolen en zolen
zijn van kunstleder split of croute, dat is
deonderste laag van de huid en heeft wei
nig of geen weerstandsvermogen en zijn
veel en veel eerder versleten. Bovendien
is dergelijk minderwaardig schoeisel
schadelijk voor de gezondheid. Het leder
is zacht, poreus en neemt aanstonds het
water op, zoodat men altijd met natte
voeten loopt. Het is wel treurig dat het
publiek tot nu toe zoo weinig over heeft
voor schoenen. Loopt men eens in een
stad rond, dan ziet men dames loopen
met hoeden van f40 op en schoenen
van f4 aan. Ook de heeren loopen er
met schoenen uit de bazars. Het publiek
moet bewogen worden betere kwaliteit
schoenen te gaan dragen. Wanneer een
burgerman eens gaat probeeren om
schoeisel van f5 a f7 te koopen, dan
zal hij ondervinden, dat hij er veel beter
mee is.
Een tweede oorzaak is de onderlinge
concurrentie. Het ratelt en klettert maar
van schoenmachines. Ieder baasje heeft
een zeker aantal machines staan Men
laat zich verlokken door gemakkelijke
afbetaling en door het huursysteem en
vaak richt men zich dan grooter in als
noodig is: Er worden dan meer schoe
nen gemaakt als men plaatsen kan. Op
een gegeven oogenblik moet men voor
alle prijzen gaan verkoopen, zoo ook
aan minder kapitaalkrachtige personen.
Er wordt gewerkt en gezwoegd tot men
een massa schoenen heeft en dan wor
den ze weer veel te laag aan prijsver
kocht omdat er geld moet zijn. Het is
veel beter zijn zaak in te krimpen, dan
voor den prins te werken.
De Bond wil nu de prijzen herzien
en hoopt dat alle leden hun prijzen
zullen gaan herzien. Ten einde het pu
bliek er mede op de hoogte te stellen
stelt het Hoofdbestuur voor f500 uit
de kas te geven tot hel voeren van actie
om betere schoenprijzen te verkrijgen.
Hij deelt mede, dat op de lijst van vrij
willige bijdrage reeds voor f 2000 is
geteekend en spoort allen die nog niet
geteekend hebben aan, dit alsnog te
doen.
De heer van Schijndel merkt op dat
de Voorzitter in zijn rede aanhaalde dat
fabrieken die volgens het huursysteem
werken mede oorzaak zijn van de te
lage prijzen. Hij wijst er op, dat juist
overal de grootste en soliedste inrich
tingen volgens dit systeem werken.
De Voorzitter zegt alleen gezegd,
zeker bedoeld te hebben, dat er te veel
menschen zijn die zich daardoor laten
verlokken om zich te groot in te richten.
Na een korte discussie werd het voor
stel bij acclamatie aangenomen.
Op voorstel van den heer Van Schijn
del zal de volgende jaarveigadering te
Tilburg tijdens de tentoonstelling worden
gehouden.
Ten slotte deelde de Voorzitter nog
mede dat onlangs besloten was niet in
te gaan op het aanbod van de R. V. S.
inzake de invaliditeitswet en Ouderdoms-
verzekering.
Later, na eene nadere bespreking met
den heer Walburg uit Breda, zijn eenige
bestuursleden van gevoelen veranderd
en zijn zjj voornemens zich wel aan
te sluiten bij de R. V. S. Het bestuur
heeft gemeend goed te doen alle betref
fende stukken ter bestudeering in han
den te stellen van den rechtskundigen
adviseur.
Voorts dringt hij er bij de leden op
aan, om voor den Bond leden aan te
werven en verzoekt hij allen tevens
eenige moeite te willen doen om adver-
tentiën in het Bondsblad geplaatst te
krijgen.
Na allen dank gebracht te hebben
voor de goede opkomst sloot hij deze
belangrijke vergadering.
De heer C. J. Kooien huldigde den
Voorzitter voor de uitmuntende leiding
dezer vergadering.
Ten 5 uur had in het Hotel De Linde
een gemeenschappelijk diner plaats. Aan
tafel werd eerst gesproken door den
Voorzitter die een dronk instelde op
Hare Majesteit de Koningin, vervolgens
werd achtereenvolgens het woord ge
voerd door de heeren Keijzer, burgemees
ter van Oisterwijk, C. Kooien, Oisterwijk,
Kluytmans, Voorzitter van de harmonie
Asterius, ljpelaar-v. d. Wiel, Drunen,
Dr Verhoeven, Oisterwijk, H. Mannaerts
Tilburg en Van den Assem Dongen. Het
g[ing er zeer gezellig aan toe aan tafel
en den heer Oirbans komt een woord
van lof toe voor de uitstekende bedie
ning.
Jammer was het, dat door het slechte
weder het concert van de harmonie As
terius niet kon doorgaan.
Echo van
Zuiden.
"W
1571
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
16.)
Ik hoop oom, zeide Sylvette tot hem dat
ge mij dikwijls zult komen opzoeken en n
▼eel met mij zult bezig houden. Een verlof
van 5 maanden, da! is waarlijk niet te veel,
om uwe pleegdochter schadeloos te stellen voor
een afwezigheid van 2 1/2 jaar. 1
Wel zeker zal ik my met u bezig houden.
Sylvette. Om u de waarheid te zeggen heb ik
eigenlyk daarom alléén verlof gevraagd
Een oogeublik later wandelde bij de „Avenue
Hoche" op, met eene sigarette in den mond,
onder den sterrenhemel van een doDkerblauwen
zomernacht.
Het mannenhart heeft wonderlijke ijdel-
heden, zoo peinsde hij. Ik ben de voogd van dit
kind dat gisteren met mij heeft gedanst, omdat
zij vond dat ik het air had van een grootva
der, en dat zich daareven amuseerde met op
myn hoofd grijze haren te zoeken. Ik houd van
haar kalm, vaderlijk. En toch is de dwaze
droom van haar stervenden vader, dat ik haar
trouwen zou, genoeg geweest om myu trots,
mijn oudoorgrondelyken monnelijkeo trots mij
te doen inblazen dat ik zekere rechten op baar
hebben zou, mij met zekeren wrevel te doen
denken aan den nog onbekenden gelukkige, die
haar zal mogen bezitten Ik wil of kan baar
zelf niet nemen en toch gun ik haar niemand
anders.
Den volgenden dag bij zijn bezoek, kwam
Sylvette hem te gemoet loopen met de vraag
Oom, zijt ge na den middag vrij
Ja ja. Zoo vrij als een vogel.
En uw auto ook
Natu.-.rlyk, Waarom vraagt ge dat zoo?
WeeB dan eens de aanbiddelijksle Tan
alle ooms en voogden, en neem mij mee naar
de hondententoonstelling, die morgen gesloten
wordt Pleegmoedertje voelt zicb wat moe.
Instinctmatig zag la Teillais eens naar
Mev. Prévost die voor haar borduurraam zat
Maar de oude dame zocht reeds de beden -
king, die er in haar oprees, onder woorden te
brengen.
Die moderne jonge meisjes vragen naar
niets meer, zeide ze, bare naald met den
zijden draad door een steek balende. Het schijnt
jufv. Sylvette zells niet in te vallen, dat iemand
bet vreemd zou kunnen vinden haar door Parijs
te zien wandelen met een eleganten beer als
begeleider.
De grenzelooze verbazing, die zich op Syl-
vette's aangezicht teekende, deed de woorden
van instemming op de lippen van la Teillais
verstommen.
Maar, pleegmoedertje, M. de la Teillais is
toch myn voogd
Dat staat noch op zijn hoed noch op den
uwe te lezeD, kind.
Eb hij zoo mijn vader kunnen wezen
Dat is wel waar, hernam heel kalm Mev
Prévost, alweer haren draad doorhalende. Maar
tocb...
Gij hebt gelijk. Dat is een soort van
waarborg, gaf de la Teillais toe.
Hy zweeg even, toen hernam hy
Gij zegdet mij gisteren dat die Macel
Bremontier in uwe schatting nog slechts een
mogelijke uitverkorene was Meent ge dat
Sylvie hem bemint, of op weg is hem te be
minnen
Mev, Prévost aarzelde.
Ik weet het niet, zegde zy. Met Marcel
Bremontier heb ik haar nooit zien kokettee
ren. Tegenover hem is hare bonding zeer ge
reserveerd, een beetje stroef zelfs, heel an
ders dan ge haar gezien hebt tegenover het
viertal Berthier, Rochet, Gertal, Riviere.
Maar...
Maar
- Maar Sylvette is een zonderling kind. W\
zijn, durf ik zeggen met elkaar als moeder en
dochter, wy leven hetzelfde leven, zijn open met
elkaar, hebben dezelfde sympathiëen. En tocb
ontsnapt zy my soms. Dit komt waarschijnlijk
hierdoor, dat zij veel alleen heeft geleefd. Haar
vader, zooals ge mij zelf hebt gezegd, liet haar
als bind meestal aan haar zelf over de trouwe
Marie-Josèpbe en de brave Mej. Döcharme kon
den bij baar de plaate van verloren moeder Diet
aanvullen en zoo heeft het aime schepsel de
gewoonte aangenomen van zich min of meer
op te sluiten in zichzelf. Toen zij bij mij kwam
was het al te laat. Een indruk, dien ik soms
ontvang, zal u misschien mijne bedoeling duide
lijk maken. Sylvette's oogen, zoo teeder en
vertrouwelijk, zyn als het klaarste blauw water.
Maar toch voeL ik dat ik nooit tot op den grond
ervan gezien heb. Uwe pleegdochter mijn best;
Frans, is eene kleine sphinx een litf en
goed sphinxjo. wel is waar maar toch erg
geheimzinnig. Indien zij Marcel Bremontier be
minde: dan zou zij het vermoedelijk ons niet
zeggen
Ook haar vader had die buitengewone schroom
valligheid, merkte de la Teilais op. Maar hebt gij
haar Dooit eens ondervraagd, haar nooit over
Marcel Brèmonti* r gesproken
Neen, vrietid, Marcel Bremontier beeft
zich nog niet verklaard. Hij wil zich niet
overijlen, niets bruskeeren. En aangezien ik
met mijne weDStiben aan zijne zijde sta, zoo
wil ik hem de kans niet bederven. Ik laat
dus Sylvette over aan hare eigen bewegingen,
aan hetgeen er in baar binnenste omgaat.
Met vragen en aandringen zou ik bij haar
niets goeds uitrichten. Zij weet zeker wel
dat die brave jongen haar aanbidt. Ik hoop
dat zii door zijne liefde zal getroffen wordeD
en ik geloof dat het wel eenmaal daartoe komen
zal.
En in. afwachiDg
In afwï.chting verjsoek ik u over deze party
eens ernstig te denkon, en bovendien, nog
eens nadere inlichtingen in te wiuDen omtrent
de Brèmontiers iets waartoe ge veel beter
geroepen zyt.dan eene oude vrouw als ik.Ge kent
PbillippeMauriceau di e met:de Brèmontiers ver
keert. Ook Raoul Daublet kan u geheel op de
hoogte stellen. Kortom doe uw best voor deze
zaak.
Ik ben het volk omen, met u eens. En als
gij u niet vergist he bt, p.ls die jonge man is
zooals gij hem meeof: te kennen, dan wensch
ook ik dat Sylvie hej n krijgt. Ik zou haar dan
wanoeer ik over vijf maanden naar Tokio te
rugkeer, getrouwd kunnen achterlaten od
gelukkig.
En uwe eigen huwelijksplannen vroeg
eensklaps mevr. Prévost. Wat zal daar nog vaD
worden
Vogels in de lncbt, mevr. 1 Vogels inde
lacht
Hebt deze voorgoed laten vliegen
Kom, kom, mevr., ge moogt mij er niet
mee plagen, met die Kleine en heel onvoorzich
tige ontboezeming van mij, zegde de la Teillais
Ik neem er trouwens geen woord van terug
Ik herhaal het u in goed vertrouwen dat ik al
meer en meer mijn eenzaamheid beu begin te
worden. Te Tokio lijken mij de gehuwde am
bassadeurs en zij zijn het byoa allen - de
gelukkigste mecschen van de wereld. Men moet
daarginds geleefd hebben, zich vreemdeling
werkelijk vreemdeling gevoelen, om te weten wat
sen eigen huiselijkheid beteekenen kan de
huiselijkheid van het intieme Wanneer men
zoo langzamerhand naar de veertig loopt, daD
voelt men dat dubbel. En ik. wat my betreft,
met al mijne airs vaa luchtigheid en onver
schilligheid ben in den groüd nog altijd senti
menteel geweest, zooals ge wel weet... Maar
voor het oogenblik komt het op het huwelijk vai
mijne pleegdochter aan. Het mijoe is van latere
zorg.
Waarom van latere vroeg mevrouw
Prévost, Het een belet toch het andere niet...
Zie eens hier. Marcel Brèiuontier heeft eene
allerliefste zuster, een meisje van zeven-en-
twiütig jaar...
Ik dank u 1... Sylvette uithuwelyken en
dan mijzelf ook nog dat zon deD ezel al te
zwaar beladen Zoo'n dubbele verantwoorde
lijkheid mag ik niet op de schouders leggen
van een man, die op het stuk van verantwoor
delijkheden nooit bijzonder sterk is geweest
en ze bij voorkeur uit den weg is gegaan.
Mijne rol vau voogd is mij wattrlijk al zwaar
en lastig genoeg om te spelen, zonder dat ik
mij bovendien nog belast met die van jeune
premier./
Hij zweeg. Zijoe oogen rnstten weder op de
witte nquarelle aan den wand, die daar in het
volle licht aan het venster hing. Toen liet by
er op volgen.
Vindt ge het niet iets verschrikkelijks een
jong meisje ui4 te huwelijken Gij hebt nw
kind gekoesterd en getroeteld «ij hebt het
behoed en beschot tegen al ons lijden gij oebt
van het leven niets dan het schoone, het goede
en het reine laten zieD. En daar moet ge het
nu eensklaps loslaten uit uwe armen, die het
zoo liefderijk voor alle kwaad bewaard hebben
om het af te staan, lichaam en ziel aan een
onbekende...
Ja, aan een onbakendo Men kent nooit
den man, aan wien men zijne dochter geeft...
It,formaties?... Een wassen neuB Praatjns,
even onbetrouwbaar als oppervlakkig 1... Want
wat zeggen u informaties, hetzij van agent
schappen of vrienden Zij zeggen n wie en
wat de mau is in het publiek en hoogstens,
tot zekere mate, ook wat bij is in zijn privaat
leven Muar wie zal u zeggen al is zijn
levenswandel ook nog zoo onberispelijk wie
zal u zeggen wat zijn karakter, zijn humeur,
zijn intiem binnenste is welke onherstelbare
tweespalt er schuilt tusschen hem en zijn jong
vrouwtje Ja, het is iets ontzettends
Laten wij niet al te zwartgallig zijn. wierp
zacht de goede pleegmoeder tegen E«n onher
stelbare tweespalt verrijst niet zoo licht, waar
liefde is; en de gelukkige huwelijken zijn veel
talrijker, dan de heereD celibatairs in d«n regel
wel denkeD. En wat onszelf nn betreft
laten wij doen wat ons bet naast ligt dat
wil zeggen al wat in ons vermogen staat om
het gelnk van dit lieve kind te veriekeren.
Dat is onze plicht. Het overige kuonen wy
aan God overlaten. Dat iB de ware wysheid
beste, vriend.
Tegen half zes kwam Sylvie thuis. Zij leek
Frangois kalmer, zachter in hare bewegingen
dan den dag te vor«D. Na eenige minuten,
terwyl er voor mev Prévost een bezoek werd
aangemeld, nam bet meisje haren voogd mee
raar de kamer, die in de woning aan de Rue
Alfred-de-Viny voor baar bestemd was ge
worden en die eerst na het vertrek van La
Teillais geheel was gemeubileerd en ingericht.
Myn bondoir is niet sierlijk zegde Sylvie
maar ik vind bet lief Zuoals het is, en ik
geloof stellig dat gij het ook lief zult vinden.
(Wordt vervolgd.)