Nummer 73
Zondag 8 September 1912
35e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwi'iksche Stoomdrukkerij Antoonïielen,
Eerste Blad.
Van Houten's
De beste voor den prijs
Zijn laatste wensch.
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
FEUILLETON.
LANDBOUW.
BINNENLAND.
Honderd tegen een]
GOED en GOEDKOOP
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6.
Franco per post door het geheele ryk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden ena., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Advertentièn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsiDg opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Zij die zich thans
voor het volgend kwartaal op dit
blad aboqneeren, ontvangen de tot
dien datum noe; verschijnende
nummers GRATIS.
dat men na een proef[
met
daarvan voortaan een
geregelde gebruiker
wordt.
1 Kg. 1.50
l/2 -0.80
%Kg. f 0.42y
-0.18
HAARSTEEG.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 6 September
des voormiddags ten I0l/s uur.
Voorzitter de heer P. v. d. Wiel, wegens
ongesteldheid van Burgemeester van der
Geld.
Ongeveer 10.45 uur opent de Voor
zitter de vergadering afwezig de heer
v. d. Geld; aanwezig de heeren P.v.d.
Wiel, v. d.Brand,vanOudheusden, Vuchts
en Luijben.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Voorstel van B. en Weth. om het
salaris van den gemeentebode met f 20
te verhoogen.
Voorzitter. Vroeger had hij f20 per
jaar. B. en W. stellen voor dit nu te
Drengen op f 40 per jaar.
Van Oudheusden. Zou u het niet met
10 verhoogen.
Van den Brand. Ik zou gerust met
f 20 verhoogen, de man moet er
iederen dag voor loopen en hij kan
toch niet voor niets werken.
Van Oudheusden. Als hij iederen dag
lier moet zijn, dan is bet iets anders,
dan ben ik er ook voor om met f 20 te
verhoogen.
Met algemeene stemmen wordt daartoe
lesloteo.
2. Aanbieding gemeente-rekening over
iet dienstjaar 1911.
Voorzitter. Ik stel voor deze voor de
leden op de secretarie ter inzage neder
te leggen en een commissie te benoemen
die met het onderzoek belast is.
Hiervoor worden benoemd de heeren
Vuchts en van den Brand.
3. Voorstel van Burg. en Weth. tot
verkoop van boomen die bij de laatste
storm zijn ontworteld.
Voorzitter. B. en W. stellen voor de
boomen die op de keiweg en andere
plaatsen zijn omgewaaid, te verkoopen.
Hoe eerder dat we die verkoopen, hoe
beter. Wij zullen alles in vier koopen
verkoopen.
Vinden de heeren het goed dat deze
verkooping wordt gehouden bij de Wed.
van Deijl, 's morgens om 11 uur. 't Is
het dichtsbij gelegen café.
Aldus wordt goedgevonden.
4. Aanbieding gemeente-begrooting
voor het dienstjaar 1913.
Voorzitter. Ik stel voor de begrooting
op de secretarie ter visie neder te leggen.
Aldus wordt besloten.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.'
Roman uit 't Fransck.
-
Toen nog zachter dan tevoren, liet zy er op
volgen
ik heb n daar dingen gezegd, die ik nooit
aan iemand gezegd heb, dingen die ik tot
dnever voor mijzelf nooit onder woorden heb
gebracht. Maar van avond verstikten zij mij.,
en er moet geen misverstand zijn tusschen u en
mij. Ge moet wel begrijpen, dat ik Marei Bré-
montier niet bemin, en dat, om dat ik hem
niet mag, mijn antwoord niet anders wezen
kon, dan bet was. Indien het mij niet gegeven
wordt te bemminnen of indien ik bemin
zonder wederliefde te vinden welnu dan
trouw ik niet. Daarmee uit.
Francois zat nog even zonder te spreken
met de oogen naar den grond.
Ik kan niet anders dan met u instemmen,
myn arm kind, zei hij eindelijk. Het eenige
wat ik wensch wat ik wensch boven alles
is uw geluk.
Hiermee stond hij op.
Zij gingen weer de treden op van het terras
en kwamen plotseling uit de duisternis van
den tuin in bet heldere lamplicht van 't salon
Wij moeten nu op weg gaan, zegde la
Teillais. Het is al laat.
En daar Sylvie zweeg, liet hy er zenuwachtig
op volgen
Als wij niet den voorlaatsten trein nog
kunnen balen, dan iB bet beter dat wij in bet
geheel niet gaan. Mevrouw Prévost zou al naar
bed zyn. Wij kunneB niet in het holle van
den nacht haar met zulk een avontuur op 't lijf
komen aanzetten. Maak dus Bpoed, Sylvette
Terstond ging ze van de canapé, waar zy
5. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring van het besluit tot
wijziging vao de begrooting.
b. Idem tot goedkeuring van het be
sluit van de gemeenschappelijke regeling
met de gemeente Vlijmen.
c. Adres van de Ned. Vereenigiug
van Schoolartsen.
Uit het schrijven blijkt dat er op wordt
aangedrongen om in een verordening op
te nemen dat het verboden ls dat kin
deren die lijdende zijn of in wier huis
gezin besmettelijke ziekte heerscht de
school te bezoeken. Ook om een lijst aan
te leggen van het aantal gevallen van
mazelen en kinkhoest.
Voorzitter. In onze verdrdening is ge
deeltelijk voorzien wat de Ned. vereeni-
ging van schoolartsen vraagt, zoodat we
dit adres voor kennisgeving kunnen aan
nemen.
Aldus wordt besloten.
Vuchts. Zou er, mijnbeer de Voorzit
ter, niets aan gedaan kunnen worden dat
het water, dat ze van Vlijmen afvoeren,
en dat hier het water zoo verontreinigd,
zoodat het voor mensch en dier onge
schikt is om te gebruiken, een an
dere weg neemt, het water ziet zwart
en is beslist niet te gebruiken.
Voorzitter. Dat is een kwestie die bij
het polderbestuur thuis behoort of nog
beter is het dat de belanghebbenden zich
tot de Gezondheidscommissie wenden.
Vuchts. Ze konden het goed langs de
moddersloot laten afvoeren en dan zoo
door de laan dan had er niemand last
van.
Van Oudhebsden. Vanwaar komt dat
vuile water dan.
Vuchts. Van de looierij van Van Wa
genberg uit Vlijmen, 't Water dat daar
van daan komt is niet om te gebruiken,
en het komt allemaal hierheen. Vroeger
was het anders geregeld, doch toen is
er in Vlijmen over geklaagd en nu heb
ben ze het zoo gemaakt. Ze kunnen met
het water niet blijven zitten, dat weet ik
wel, maar zooals het water nu afgevoerd
wordt hebben al die menschen er last
van en het kan afgevoerd worden zonder
dat er iemand last van heeft.
Voorzitter. Het is op Vlijmens grond
gebied, daarom is het 't best dat de
belanghebbenden bij de Gezondheids
commissie aankloppen.
Niets meer aan de orde zijnde en nie
mand meer het woord verlangende, sluit
de Voorzitter de vergadering.
had neergelegd, haar manteltje, hoed en voile
halen* Maar eensklaps, met eene vinnige be
weging, vatte Francois hare beide banden en
trok haar naar het licht.
Sylvie. zei hij, met geheel veranderde
stem... Ge bemint iemand. Ik wil weten wie
het is*
Zij wilde protesteeren. Maar hy liet haar
niet aan het woord komen.
Neen, ontken het nietMen spreekt
niet zooalB gij, met zulk een diepto van ge
voel, wanneer men enkel bemint in een droom...
Ik kon uw gezicht niet zien. Maar ik hoorde
uwe stem, ik raadde het beven vau uwe lippen,
zelfs het kloppen van uw hart.,. Gij bemint
iemand. Dat weet ik.
Zij schudde haar hoofd, stamelend,nauwelijks
hoorbaar
Ik bemin niemand...
Dat is niet waar..* Zie mij toch niet voor
een kind aan Zeg my wie het is... Ik wil
het weten
Met een hevigen ruk trok zij hare handen
uit de zijne los.
Gy wilt?
Ja ik wil. Daar heb ik het recht toe.
Zij haalde de schouders op.
Zeg my wie 1 herhaalde hij.
Hij had nu haar hoofd tusschen z'n handen
genomen, en zag haar strak aan. Sylvie sloeg
hare wimpers neer, terwijl zy, met eene nau
welijks merkbare beweging, nog steeds ontken
de.
Maar Francois kon haar niet gelooven.
Zeg het mij Sylvie. Ik wil het weten...
Verder zal ik n niets meer vragen.
Met al de kracht van eenen sterken wil
rustte die blik, die weten wilde, op de neer
geslagen oogleden. Het gezichtje vertrok zicb,
verslapte. Straks hieven de oogleden zich op
ontsluierend den blik van eene gejaagde hinde.
Maar Francois redeneerde niet meer.Door eenen
wil slechts gedreven, herhaalde hij weer, op
denzelfden stroeven en onverzettelyken toon.
Ge bemint iemand, Sylvette. Zeg mij wie.
Toen, den Btrijd moede, murmelde zij zuch
tend
Wat raakt het u? Het iB iemand dien ge
niet kent...
Ah 1 riep bij, ge bekent het das 1
Tarwe voor den winter.
Er zijn verschillende redenen waarom
we moeten zorgen dat de tarwe niet te
welig, niet te geil staat. Ten eerste is
het vrijwel een uitgemaakte zaak, dat de
weligst gegroeide tarwe het meeste lijden
leeft van het legeren. Bij een eenlgzins
hevige regenbui of een krachtige wind
vlaag ligt geilgegroeide tarwe tegen den
grond. Dat is voor een kind om te be
grijpen. Niet zoo gemakkelijk te begrijpen
maar daarom na ernstig nadenken ook
wel in te zien, is het feit, dat de meest
krachtig opgegroeide tarwe het meest te
lijden heeft van verschillende schimmel
soorten, die de roest op de tarwe ver
oorzaken. Om deze en andere redenenis
het, dat men de tarwe tegenwoordig niet
zaait na een versche bemesting met stal
mest, dat andere gewassen, zooals suiker
bieten, aardappelen, karwij, enz. deze
mest meer noodig hebben brengt daar
ook 'wel wat toe bij.
Toch is het vooral ook voor de tarwe
een zaak van het hoogste gewicht, dat
dit gewas vóór den winter een nog zoo
groot mogelijke ontwikkeling bereike,
gepaard aan een stevigen stengel en bla-
derengestel. Het is toch de tarwe die
zich van nature in het voorjaar slechts
langzaam ontwikkelt en wanneer zij vóór
den winter niet ruim en krachtig gegroeid
is toelaat dat het onkruid snel opwast en
harder groeit dan de tarwe zelf. Wat is hier
tegen te doen
Door een gepaste keuze van den grond,
waarop we onze tarwe zullen zaaien en
een bemesting met kunstmest, kunnen
we het te geile groeien tegengaan en de
krachtige ontwikkeling in de hand werken
In het algemeen gelukt de tarwe het best
op die kleigronden, die geen verschen
humus bevatten, niet te vochtig gelegen
zijn en door de voorvrucht in eenigszins
stijven toestand worden achtergelaten.
Men verbouwt de tarwe met goed gevolg
na vlas, erwten, ook na koolzaad, haver
en suikerbieten. Daar de tarwe het best
slaagt op een niet te lossen kleigrond
moet een te veel verkruimelen van den
bodem door ploegen en eggen dan ook
worden vermeden. En nu de bemesting
met kunstmest. Het is duidelijk dat de
tarwe, geen stalmest ontvangende, kunst
mest moet hebben, wil zij vóór den winter
een eenigszins, dragelijk beschot maken
wat zooals wij zooeven zagen, volstrekt
noodig is en wil zij daarenboven in het
voorjaar niet zooals gewoonlijk haar groei
vertragen. En die kunstmest moet ge
deeltelijk vóór, gedeeltelijk na het zaaien
gegeven worden. Vóór het zaaien wordt
op het zand wat superphosphaat en bij
kaliarme gronden wat patentkall uitge
strooid en na het zaaien als de plantjes
goed en wel ontkiemd zijn en boven den
grond zijn, geve men 30 a 40 K G. chili-
salpeter per ge.met of ongeveer een zak
dus 100 K.G. per Hectare. Dit laatste
is absoluut noodig om nog vóór den
winter de tarwe zoover te brengen, dat
zij tegen den winter bestand is want er
is geen soort winter gewas, dat zoo gauw
aevriest als tarwe. Bij strenge winters is
iet de tarwe, die het eerst te lijden, heeft
vooral als zij laat gezaaid is en de planten
nog teer en zwak zijn. Daar, waar de
jodem, geen stikstof in salpetervorm be
vat (de grond is niet bemest, en de
vóórvrucht heeft er niets ingelaten) heb
ben we een weinig daarvan toe te dienen
zooals ik zei, 100 KG. per bunder goed iija-
gemaakt en dan uitgezaaid bij droog weer
is voldoende.
Zie daar iets over de tarwe.
Doe er uw voordeel mede.
Hy had zich instinctmatig van haar verwij
derd. Maar toch liet hij haar niet los. Hij had
hare banden weer gevat.
Ik bid n, Sylvette, zei hij smeekend
verzwijg mij niet zyn naam.
Zy schudde met haar hoofd.
Daareven zei ik u dat myn grootste
wensch was n gelukkig te zien. Tot nw gelnk
zal ik alleB doen wat in mijn termogen is
Maar dan dien ik toch te weten Zeg mij dus
zeg mij hoo hij heet
Opnieuw onder de pijnlijke en schier aan
vallende spanning van zijnen blik, sloeg Syl
vette hare oogen neer. Haar gelaat, zooeven
nog brandend rood, was bleek geworden. Haar
mond bewoog zich als om te spreken. Er volgde
een folterende stilte. Toen, eensklaps, zonder
nog bare oogen op te slaan, glimlachte het
meisje, en langzaam,langzaam vertoonden zich
de blauwe oogappels, omsluierd door de don
kere wimpers.
Hij heet, Mynheer...
Zy bleef steken.
Nu? Mijnheer...
Mynheer De la Vertpilièr, voltooide zij.
Nu eindelijk liet La Teillais de arme hand
jes los, die hij zoo geknepen had.
Mijnheer De la Vertpilièr herhaalde hy,
met eene soort van verstomming. Maar, wie
is dat? Ik heb n dien naam nooit hooren
noemen... Hebt ge dien heer in gezelschap
ontmoet
Sylvette scheen hare koelbloedigheid terng
te hebben.
Natuurlijk, in gezelschap... Denkt ge dat
ik n al de jongelingen heb op genoemd, die
ik in gezelschap heb ontmoet
Neen neen, maar... En weet mevrou Pré-
vost daar iets van?
Pleegmoedertje wel neen.
Ik hoop dat die mijnheer zich nooit ge
permitteerd heeft u te zeggen...
Hij heeft mij nooit iets gezegd, dan wat
gij zelf tot mij hadt kunnen zeggen, oom. Dat
kan ik u zweeren. En ik geloof zelfs»., ik ge
loof zelf dat hij niet weet... enfin... dat ik...
Zij bleef steken. En la Teillais voelde zich
niet geroepen het ontbrekende aan te vnllen.
Maar kort en goed, wat is dat voor een
jongmenBcb Een geposeerd man, hoop ik
Hy lijkt, zoo om de dertig.
En natuurlijk is hij de wandelende vol
maaktheid in het bezit van alle denkbare
deugden en edele eigenschappen
O hemel, neen 1 erkende Sylvie glimla
chend. Daar geloof ik niets van Aan zijne
volmaaktheid zal nog al iets haperen, vrees
ik. Maar hij is in mijne oogen heel wat beter
als volmaakt... Denkt ge dat de menschen be
mind worden om hunne volmaaktheid, beste
oom?
De beate oom vond deze vrasg even subtiel
als overbodig. Hij stond, om de waarheid te
zeggen, min of meer met den mond vol tanden.
XVIII.
Ik hoop toch, hernam la Teillais, om
zich eane honding te geven, ik hoop toch dat
ge niet zoo gek zijt geweest van te verlieven
op een soort van manvais Bujet. Waarom hebt
ge uwe pleegmoéder niet in het vertrouwen
genomen Zeker omdat gy dacht dat zij nwe
keus niet zou goedkeuren. Is er iets in het
bijzonder leven van dien jongeling in zijn ge
drag, dat het licht niet mag zien
Sylvette haalde de schouders op.
O, antwoordde zy. ge zult hem toch wel
voor een man van eer willen houden, niet
waar? Wat zijn gedrag betreft, dat zal wel
geweest zijn zooals van de meeste andere
mannen, denk ik. Maar, weet ge, ik heb op
dit Btnk zeer achterlijke begrippen.
OndankB zyne beslommering, moest la ieil-
lais glimlachen.
Ja. Wat mijn man gedaan kan hebben
vóór hij mijn man werd, dat zon mij volstrekt
niet kunnen schelen. En daarna, staat het
aan mij, hem zóó gelukkig te maken, dat hij
enkel nog maar denkt aan zyne vrouw. Is dit
niet de beste opvatting van het huwelijk, voor
een meisje, dat haar verstand gebruikt en in
de wereld wat heeft rondgezien?
Francois scheen voor het oogenblik nog
niet geheel overtuigd, en zyn voorhoofd bleef
in plooien.
Misschien, hebt ge in beginsel, gelijk,
antwoordde hy. Maar dat alles verklaart nog
niet... Als ge meent dat er werkelijk niets
ernstigs in den weg staat aan uw huwelijk
De Nijmeegsche Tentoonstelling
De tentoonstelling van Kunst. Nij
verheid en Sport te Nijmegen is Maandag
avond gesloten Zelden heeft een on
derneming in Nijmegen met grooter
tegenspoed te kampen gehad dan deze
tentoonstelling en voor een groot deel
mag dan ook hare mislukking op rekening
worden geschreven van den allerdroevig-
sten zomer, dien 1912 ons bracht. »De
Nijm. Crt.« noemt echter ook nog andere
oorzaken van dezen reuzentegenvaller.
Bij den geheelen opzet heeft geen leiden
de gedachte op den voorgrond gestaan.
met dien M. de la Vertpilièr, waarom, ik
herhaal het Sylvette, hebt ge dan nwe pleeg
moeder of mij niet in 't vertrouwen genomen
Omdat och, dat is doodeenvoudig
omdat ik er nog niet zoo geheel zeker van
ben, of mijn gevoel beantwoord wordt en als
dit niet mocht wezen, dan...
Zij bleef steken. Hare stem stokte.
Dan zon ik heel ODgelukkig zyn, zoo
besloot zy.
Eu eensklaps, als onder eene ontspanning
begon zij met korte snikken te weenen, met
de ellebogen op de schoorsteen, het hoofd in de
handen.
-Met eene plotselinge opwelling van mede
lijden en teederheid trok la Teillais baar naar
zich toe. Hij behoorde tot die mannen, die
geene tranen kunnen zien.
Mijne kleine Sylvette 1 zei hij. Mijne
arme kleine Sylvette 1
En toen jaist door deze woori&n, het snik
ken nog heviger werd en overling in een
smartelijk schouderschokken, nam hij bet
meisje in zijne armen en wiegelde naar aan
zijne borst, zooals in de dagen van de kost
school. En goedig zei hij tot haar
Wees maar niet bezorgd, kindje 1 Hij zal
n wel lief hebben, daar ben ik zeker van. Hoe
zou hy anders kunnen Ik sta er u voor in
kleine, ik sta n er voor in. Ween maar zoo
niet 1 En ik beloof u, als het mogelijk is...
als het geen sleohte man is.
O, het is geen slechte man protesteerde
zy, door hare tranen been.
Ik beloof u dat ik al mijn best zal doen
om n gelukkig te maken, zoodat ge niet weer
weent, mijn arm kind. Ik ben daar even zeer
hard en slecht tegen u geweest, ik zal-het
mij zelve nooit vergeveD. Maar de gedachte,
dat ge voor mij iets verborgt, hinderde mij
zoo, want ge weet wel dat ik in den grond
niet zoo kwaad ben. Nb, zooals ge ziet, nn
ben ik weer goed geworden, heel goed, wer
kelijk...
Hij zweeg. Sylvette zag hem aan. Zy zag
dat zyn oogen vol tranen waren. Toen, heel
zacht, met haar hoofd tegen zijne schouders,
murmelde zy
Ik houd zooveel van u...
(Wordt vervolgd.)
De Echo van het Zuiden,
IVaahvyksclie en Lanfstraatsclie Courant,
Cacao
23.)