Nu miner 82 Donderdag 10 October 1912 35e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Eerste Blad. T TUD HEELT ALLES1 Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. M FEUILLETON. De besliste zuiverheid, van Sunlight maakt ze voor fijne kant en fijn linnen de, uitsluitend betrouw bare Zeep. Pe Crisis op den Balkan. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. 'LAAT UW ZEEP SUNLIGHT Z!JN^ O- ELSTER. De Echo van het Zuiden, Waalwpstlie en Lugstraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden eu., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertbntiën 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voortieeHge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Het Fransche voorstel. Frankrijk is met een voorstel voor den dag gekomen, dat een gemeenschappe lijke actie der mogendheden mogelijk maken zal. Het is duidelijk, dat het Fransche voorstel in overeenstemming met Rusland is opgesteld en dat het hoofddoel ervan is, de Balkan-politiek van Rusland en Oostenrijk-Hongarije in dezelfde bedding te leiden. Het Fransche voorstel luidt als volgt:' lo. De mogendheden spreken haar afkeuring uit over de oorlogszuchtige maatregelen van de Balkanstaten. 2o. Zij deelen dezen mede, dat de groote mogendheden geen wijziging van den status quo dulden en dat zij dus niet Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." zullen toestaan, dat een der staten zija gebied uitbreidt. 3o. De mogendheden eischen, dat Turkije overgaat tot hervormingen in Macedonië, dat het zich niet zal bepalen tot beloften, maar dat de hervormingen door toepassing van art. 23 van het ver drag van Berlijn werkelijk tot stand zullen komen. Wat zal nu het lot van het voorstel zijn Waar het uitgaat van Frankrijk en Rusland, zou men allicht geneigd zijn te denken, dat Engeland er zich onverwijld bij had neergelegd. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. Engeland is een staat, die millloenen Mohammedaansche onderdanen heeft, welke het, vooral in Indië, te vriend moet houden. Vandaar, dat het niet den indruk wekken wil, dat het zich schaart aan de zijde van Turkije's tegenstanders door te zamen met de andere mogend heden Turkije de verplichting op te leg gen de verlangde hervorming ten uitvoer te brengen. Engeland wil daarom met het derde deel van het Fransche voor stel niet meegaan doch verlangt, dat de souvereiniteit van Turkije zal worden gewaarborgd. Wat Italië betreit, het land, dat met Turkije in oor log is, het aanvaardt het Fransche voor stel, wel, doch geheel correct zal het zich onthouden van stappen in den zin van het Fransche voorstel in de Turk- sche hoofdstad, zoolang de vrede niet gesloten is. Duitschland wacht af, wat zijn bondgenoot Oosten- ijk-Hougarije zal doen, wat te be grijpen is. Beide landen en speciaal de vorsten ervan zijn zulke gezworen ka meraden, dat men niet anders verwach ten kan. Zeoals de Donaumonarchie Duitschland trouw ter zijde heeft gestaan in de Marokko crisis ea Duitschland omgekeerd Oostenrijk-Hongarije na de plotselinge annexatie door laatstgenoemd rijk van Bosnië en Herzogowina, zeer tot misnoegen van Rusland, zoo staat Duitschland nu weer, om een woord van keizer Wilhelm te gebruiken, met zijn 1) ROMAN DOOR HOOFDSTUK 1. Op het plein te Metz gaf de militaire muziek een concert. Heel Metz was daar vertegen woordigd de officiereD met hunne dames, de beambten, de Duitsche burgerstand, die zich in dien tijdsedert den „grooten oorlog" ge vestigd had in de hoofdstad van Lotharingen, 0D ook vele Fransche familiën, welker dames .de uitvoering van het militaire korps wel konden waardesreu. Men moest waarlijk met zeer opmerkzame oogeu zoeken, wanneer men in de bonte menigte die zich aan de Keizer Wilhelmplaats de vroegere place d'Armes tot aan den muriV van 't bastion, onder de schaduwrijke kastanje hoornen, heen en weer bewoog, de Fransche domes wilde vinden. Zij mengden zich zelden in die vroolijk babbelende menigte, doch zoch ten meer de zijlanen op of zaten op de sierlijke banken en stoelen, welke half verscholen in een der vele heerlijke bosscben van vlieren jasmyn stondeD. Nog steeds hoerschte tns3chen de oorspron kelijke bevolking en de Dnitsche militairen- en ambtenaarswereld eeüe stijve terughouding, welke, van de Fransche bevolking uitgaande, door de Dnitsche moeilijk verbroken kon worden. Van eene eigenlijke vijandschap kon daarbij geen sprake meer zijn men bejegende elkander van weerszijden met de uitgezochtste beleefdheid, maar juist deze sloot iedere ver trouwelijke toenadering nit. Deze toestand moest oprecht betreurd worden want onder de oorspronkelijke notabelen, die bijna allen in Lotharingen en Elzaa bezittingen hadden, vond men de beminnenswaardigste, ontwikkelste menschep, onde soldaten vooral wier vaders onder Napoleon I gestreden, en die zelf op de slagvelden van de Krim, Italië en Algiers het kruis van 't Eerelegioen hadden verdiend. De dames waren rijzig van gestalte en van zekere voornaamheid en de jonge meisjes nn, de jonge ofHcieren spraken over haar met de grootste verrukking, en men zal toegeven, dat deze in dit opzicht de meeBt bevoegde rechters mogen genoemd worden. Men kon er tamelijk zeker van zijD, dat ieder van de jonge ofiicieren, die daar aan de kleine tafels van het koffiehuis vlak tegenover 't nieuw opgerichte ruiterstandbeeld van keizer Wilhelm levendig zaten te spreken, een ideaal in het hart droeg, dat geleek op de slanke, donkeroogige, brnin gelokte, jonge Lotharinger dame, welke zooeven aan den arm van een onden, witgebaarden heer, die zeer veel van een ond-militair had het standbeeld bezichtigde. De jonge dame behoorde dan ook stellig tot de bekoorlijksten van baar geslacht. Slank en buigzaam als eene gazelle, met kleine handen en voeten, groote oogeD, zoo donker als de nacht, half overschaduwd door de bijna zwarte wenkbronwen, die eene schaduw op de wangen wierpeD, het donkere 1iaar, zeer eenvoudig, doch smaakvol opgemaakt, met fyne purperen lippen, die eigenaardig afstaken tegen de licht gele tint van 't bekoorlijke ovale gezicht droeg de Fracgaise het nieuwste Parijzer wandeltoilet met eene bevalligheid welke ieders oogen moest verrukken. De blikken der offi cieren volgden dan ook opmerkzaam den onden heer en zijne jonge dame. Vooral kon een slanke le lnitenant der in fanterie deD blik niet van de bekoorlijke ver schijning afwenden, hetgeen ieder in het Duitsche officieren- en ambtsn&arsgezelschap opvallen moest. Zie uwe oogen Diet nit naar de scboone bloem van Lotharingen, Iloltensen, plaagde een onde|kamoraad den jongen officier. Koeoraad van Holtensen zag als nit een droom op, terwyl.een lichte blos over zijn aangezicht vhog. Nn, lachte kapitein Brandt, een klein schitterende wapenrusting naast den bondgenoot. Een dreigend voorkomen krijgt de toestand er gelukkig niet door, waar Oostenrijk-Hongarije zelf reeds te verstaan gegeven heeft, in beginsel met het voorstel van Frankrijk mede te gaan. De Donaumonarchie maakte evenwel een formeel bezwaar tegen het voorstel. Het wilde de zinsnede betreffende het handhaven van den status quo aange vuld zien met een bepaling, waarbij de mogendheden zich verplichten de on schendbaarheid van grondgebied uit te spreken. M. a. w. Oostenrijk-Hongarije wil uitdrukkelijk bepaald zien, dat de mogendheden een geheele of partieele verdeeling van Turkije zullen beletten. Frankrijk en Rusland hebben onmid dellijk gezegd, dat zij daartegen geen bezwaren hadden. En Engeland kan te gen het aldus gewijzigde voorstel min der bezwaren hebben dan tegen het oorspronkelijke, dunkt ons. Dat Rusland zoo meegaande is ge worden ten aanzien van Oostenrijk-Hon garije is opmerkelijk na den feilen toon, dien de Oostenrijksch-Hongaarsche pers pas heeft aangeslagen. Algemeen gaf zij te verstaan, dat de Donau monarchie niet kon toelaten dat de Balkanstaten de vrije hand kregen tegen Turkije. Zoo zou Oostenrijk, zeiden de bladen, nooit kunnen toelaten, dat Servische troepen het sandjak Novibazar binnenrukten, dat Montenegro Skoetari en Opper-Albanië bezette of dat een Grieksch legerkorps in Saloniki landde. Zelfs Italië, zoo gin gen zij voort, had met de bijzondere hier op het spel staande Oostenrijksche belangen rekening gehouden door noch de Albaneesche kust, noch Saloniki in den kring van zijn militaire operaties op te nemen. De Russische >proef«-mobilisatie in Polen had blijkbaar dè Oostenrijksche gemoederen wat overprikkeld Wordt het Oostenrijksche voorstel nu algemeen goedgevonden, dan komen de kleine Balkanstaten in een zonderling parket. Immers, zij kunnen dan wel ooy- log voeren, maar de mogendheden zul len te allen tijde beletten, dat zij zich verrijken met een deel van het Turksche grondgebied. Sersoon, met rood, joviaal gezicht, waaruit e blauwe oogen vergenoegd de wereld inzagen ge behoeft niet rood te worden, waarde Hol tensen. Het meisje is inderdaad aardig en qIb ik nog tien jaar jonger was, wie weet welka domme streek ik dan zon begaan. Kent gij die jonge dame, kapitein Neen, maar sedert eenige weken bezoekt zij met baar grootvader, ik meen ten minste dat de onde heer, met de rozet van 't Eere- Legioen in 't knoopsgat, baar grootvader is, geregeld onze Woensdagsche concerten. Anders heb ik baar nog niet gezien. Misschien verblijft ze wel op een der omliggende-kasteelen. Ik verzeker u, Holtensen, dat er nog bekoorlijke bloempjes verborgen zyn in die onde feodale Lotharinger kasteelen Men krygt ze maar zoo zelden te zien, helaas Als ge wat laDger in Metz zyt, zult ge myne andervinding be vestigd zien. Reeds bij de aanstaande manoen- vers znlt ge verbaasd staan, Koenraad van Holtensen glimlaobte over de geestdrift van den kleiaeD, dikken kapitein, die zich thans wendde tot een naar hem toe komende kameraad, met wien hij een gesprek aanknoopte. Daardoor kon Koenraad zyne beschonwing van de jonge Fransche ongestoord voortzetten. De oude beer was met zijne begeleidster naar den mnnr van bet bastion gegaan, wees bet de band bier en daar been en scheen maar 't landschap te verklaren. Nanwelijks kan men zich een schooner, stel lig geen belangwekkender gezicht denken, dan van dit bastion boog boveD de breede, daar onder langs stroomende rivier gelegen. Aan den voet van den boogen mnnr Btroomt de blauwe groene Moezel, die zich hier ia twee deelen verdeelt, en die het „Ille de San vies", of 't weideneiland, als een groot park omsiwnt. Aan de overzyde van den stroom sappige weiden en golvende korenvelden tot de zacht oploopende, met overvloedige wijngaardaan- plantingen bedekte Moezelbergen. Welke herinneringen knoopten zich vast aan dit dal, aan deze bergeD Rechts verhief zich de geweldige kegel van den berg St. Qnen- tin, welker top de onoverwinnelijke vesting Friederiech-Karl en 't fort Mansten kronen. Hieraan sluit zich aan de hoogte van Plappe- Omgekeerd zal ook Turkije, zelfs al won het den oorlog, niet kunnen profi- teeren van zijn zegepraal, want het be houd van den status quo op den Balkan wil toch ook zeggen, dat geen der klei nere Balkanstaten een stuk van zijn grondgebied aan Turkije zal behoeven af te staan. Waar Bulgarije, Servië, Montenegro Griekenland als om strijd hebben ver klaard, dat zij niet streefden naar vero vering van Turksch grondgebied, doch alleen naar verbetering van het lot der Macedonische bevolking, zouden zij zich tevreden moeten stellen met de verze kering, dat de mogendheden Turkije tot het uitvoeren der gewenscht hervormin gen zullen overhalen. Maar de gemoederen zijn misschien al te zeer opgewonden om zulke dingen in kalmte te overwegen. Algemeen acht men in de Balkanhoofd steden den oorlog onvermijdelijk. Inderdaad is de toestand thans zoo, dat de mobilisatiekosten ver boven de draagkracht gaan van de financieel zeer zwakke Balkan-koninkrijken en dat de regeeringen deze kosten tegenover de bevolking niet kunnen verantwoorden, zoDder dat zij daardoor iets bereikt heb ben. Een mobilisatie zonder schade vergoeding schijnt buitengesloten, anders zou het in alle vier de Balkan-konink rijken tot een burgeroorlog komen en dan eerst tot de dolste verwarring. Ook in Turkije is men, naar de Jeune Turc beweert, tot de overtuiging gekomen, dat een oorlog verkieselijk is boven elke andere oplossing der crisis. Nadat bovenstaande gezet was, be reikte ons het bericht dat de oorlog is uitgebroken. Montenegro verklaatl Turkije den oorlog. CETTINJE, 8 October. De Montene- grijnsehe zaakgelastigde te Koustanti- nopel heeft vanochtend aan de Porte medegedeeld, dat Montenegro aan Turkije den oorlog verklaarde. CETTINJE, 8 October. De Montene- grijnsche zaakgelastigde Plaraenats ver trekt vandaag uit Konstantlnopel. Aan den Turkschen zaakgelastigde hier, Halil-bei, is vandaag zijn paspoort overhandigd. CETTINJE, 8 October. De regeering heeft haren zaakgelastigde te Konstan tlnopel opgedragen de diplomatieke betrekkingen met de Ottomansche regeering te verbreken en onmiddellijk Konstantinopel te verlaten. De regeering heeft vanochtend aan den Ottomanschen Zaakgelastigde te Cettinje zijn paspoort overhandigd. CETTINJE, 7 October. Negen batal jons Turken zijn vandaag uit Skoetari naar Toezl opgebroken. Toen zij voor Toezl aankwamen, vielen de Malissoren (katholieke Albaneezen) hen aan. Het vechten duurde den heelen dag. CETTINJE, 8 October. Het gevecht tusschen de Turken en de Malissoren bij Toezi duurt voort. BERLIJN, 8 October. Uit Bel grado wordt aan de Vossische Zeitung geseind Erfprins Danilo van Montenegro heeft tijdens de laatste Fransche manoeu vres onder streng incognito te Parijs verblijf gehouden, om grootvorst Nlkolaas Nikolajewitsj de gemaal van prinses Stana van Montenegro te verzoeken hun Invloed bij den Tsaar aan te wenden. De grootvorst heeft den Prins echter medegedeeld, dat het de sterkste wensch van den Tsaar was, dat Montenogro zich onder de tegen woordige omstandig heden rustig zou houden. CETTINJE, 8 October. Er zijn gister avond groote betoogingen voor den oorlog gehouden. Vele vrijwilligers komen hier aan. Een brigade, die naar de. grens vertrok, heeft voor den koning gedefileerd. De prinsen zijn naar Pod- goritsa vertrokken. Oorlog op den Jialkan. Plotseling, terwijl er in de donkere, dreigende wolken, die zich in den Balkan samen pakten, een«ge scheuring kwam, en lichtstraaltjes doordrongen, die hoop gaven, dat het geweldige onweer zou afdrijven, is het toch losgebarsten. Montenegro heeft aan Turkije den oorlog verklaard l Gisterenmiddag om half één zoo luidt een Reuter-telegram, is de oorlogsverklaring door den Montene- grijnschen zaakgelastigde aan de Porte ville met 't fort Alvensleben. Aan den anderen kant zetten de bergen zich in zacht golvende lyn voort tot Pont-a-Mousson en Nancy, tot ze in 't blauwe verschiet ver dwijnen. Uit het groen der wijnbergen lacben de roode daken der dorpen vriendelijk toe. Daar 't romantisch gelegen Scy, welks wijngaarden met die nit Bonrgondië wedijveren Daar is 't onde kasteel St. Germain op de puinboopen van een Romeinscb kasteel gebouwd. Daar 't vriendelijk LoDgoville, in de verte 't Btadja ArB-snr-Moselle, met de wonderlijke overblijf selen van eene o.ide Romeinsche waterleiding en daar op den hoogen met wijogaarden om-' kransten top, devesting NozorianlleB, bij welks steengroeve op 18 Augustus 1870 zoo bloedig gestreden werd. En wonneer men in den geest het oog over den geweldigen koepel van den St. Quenstin laat zweven verder naar 't westen dan duiken al die namen weder op, die by vriend en vijand trotsche, smartelijke, heerlijke, ook weemoedige herinneringen wakker roepen. Gravelotte en St-Privat Sainte-Marie-nnx- Chêne en Resinville Point-du-Jonr Flovigny, Mars-la-Tour en hoe ze alle heeteD die, met bloed gedrenkte stadjes De velden waar de dood en de eer znlke rijke oogsten inhaalden 1 De onde Franscbman en de dame stoDden zwijgend aaD den bastionsmnnr. llnnne oogen ernstig op het van zonnegloed overstraalde heerlijke landschap, op de bergen en dalen, die het graf van den Franschen roem gewor den waren, van den roem, welks beeld het bart van den ouden soldaat zijn gansche leven met gonden glans vervuld bad Id 't graf ge zonken wsb de roem van 't Fransche keizer rijk en op de begraafplaatsen stood mild en stil ernstig en verheveD, 't metalen beeld van deD eersten keizer van bet nieuw verbonden, het verjongde DoitscblaDd. Diep znebtend wendde zich de onde weer af, de jonge dams legde zwijgend de hand op zijnen arm. Daar kwam over het plein een aanvallig kind, een meisje van ongeveer negen of tien jaar, aaDgesprongeD met boogroode waDgen en vliegende, blonde baren. Liefute tante, lieve grootvader, riep dat kind in 't Fransch, hebt ge gehooid, welke lnstige melodie de muziek zooeven speelde Da jonge dame boog zich tot 't kind neer. Wij hebben het gehoord, Madeleine, ant woordde ze lachend. liet was 't laatste stuk, dan spelen ze stteds wat vroolijks. Wij gaan thans naar buis. Waar is mademoiselle? Daar komt ze Madeleine ijlde de hooge, eenigzius krachtige gestalte van een meisje tegemoet, wier een voudige zwarte kleedmg aantoonde, dat ze in een6 dienstbetrekking was. Om 't vroolijke, ernstige, bleeke gelaat vleide zich glad, nsch— blond haar de groote blauwe oogen blikten met vriendelyken ernst, om de lippen van den iijnbesneden, klassiek schoonen mond. Mademoist-lle Mademoiselle riep Ma deleine, wij rijden naar beis. Ik kom reeds, myn kiDd, antwoordde de gonvernnnt9, want in dezw betrekking scheen de dame tot het kind te staan.- Deze ging aan den arm van mademoiselle en trok baar naar grootvader en tante. Vergeef me, dat ik Madeleine niet zoo spoedig volgen kon, sprak ze in eenigszins vreemd kliukend Fransch Men kon niet zeggen of haar accent een Engelach of een Duitsch was. Komaan, 't bateekeut niets, mademoiselle, zegde haar de jonge dame vriendelyk. Kom, grootvader, het rijtuig wacht ons voor het „Hotel de 1' Europe. Het kleine gezelschap verwyderde zich snel, zonder te letten op de opmerkzame blikkeD, die hun van de achterblijvende menigte na gezonden werden. Alleen de lnstige, donkere oogen van Madeleine vlogen nieuwsgierig rond en lachten wel wat schelms een flink officier toe, die haar voorbyging. Koenraad Holtensen was opgestaan, om de vreemden na te gaan, die hem belang inboe zemden. De verschijning der jonge Fransche had een diepen indrnk op zijn hart gemankt, hij geloofde, nog nooit eene zoo eigenaardige schoonheid te hebban gezien. Toen bij de gouvernante der kleine Madeleine zag, bleef hij getroffen staan. Dat ernstige gezicht met da aschblonde. overvloedige haren, en de diepe, blanwe eenigszins droefgeestige oogen moest hij kennen Tevergeefs bezon bij zich, waar hij die dame kon gezien hebben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1