ummer 89 Zondag 3 November 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwiiksche Stoomdrukkerij AntoonTielen Van Houten's Cacao Eerste Blad. TIJD HEELT ALLES! )it nummer bestaat uit DRIE bladen Gemeenteraad FEUILLETON. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. Munt uit: door groote voedzaamheid door zuiveren cacaosmaak door voordeeligheid (omdat zoo weinig noodig is voor een heer- ïyken pittigen kop chocolade) door Oder. biedt e, of staat, s zal idige den n de lit te i dan rwij- ik in het rwijs de wet >erd, rder ouw De Echo van het Zuiden, halwytsclie en Langstraatscüe Courant, Dit Blad versoliynt Woensdag- en Zaterdagavond, abonnementsprijs per 8 maanden f O-^ö. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden en*., franco te zenden aan Uitgever. den UITGAVE Adve&tbntikn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. RONA KAATSHEUVEL. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Woensdag 30 Oct. des middags ten 3 uur. Voorzitter Edelachtb. heer Van Be- souw. Ongeveer 3.15 uur opent de Voor zitter de vergaderingafwezig de heer van Beurden. De notulen van de vorige vergadering svorden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. a. Mededeeling van een Kon. Besluit dat goedkeuring is verleend tot het heffen van een trottoir- en rioolbelasting tot 1918. b. Procesverbaal van kasopnemlng. Bij onderzoek is gebleken dat de boeken ordelijk en regelmatig zijn bij gehouden eo het bedrag f 8737.99 in kas aanwezig was. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 1. Bespreking schoolgebouw. Voorzitter. Dit punt is aangehouden tot deze vergadering omdat men eerst ter plaatse een onderzoek wilde Instellen. Ik kan nog mededeelen dat Snoeren alsnog f 200 van de prijs zal afdoen en het geheele bedrag alzoo f1300 wordt. Van Dortmond. Ik ben gisteren ook nog eens poolshoogte wezen nemen en Snoeren verklaarde mij toen dat hij nog f 200 van de prijs wil afdoen of wel hij zou 2 M. meer in de breedte geven langs de Kerkpad. Voorzitter. De breedte is voldoende Van Dortmond. Ik blijf bij hetgeen ik hieromtrent in de vorige vergadering heb gezegd. De piaats is oneindig veel VaB nDE ECHO VAN HET ZUIDEN.' ROMAN DOOR O- ELSTER. 9) mooier dan in De Steeg. Teulings. Door de inwoners is er destijds al over gesproken dat het zoo erg was, dat de school zoover naar dat deel van de gemeente werd geplaatst. Lorabarts. De heer van Oppenraaij heeft toch dat terrein goedgevonden. Voorzitter. Ik wil de heeren hierover nader inlichten. Wij hadden den heer Van Oppenraaij gevraagd toen Snoeren voor het eerst prijs had gegeven. Mijnheer v. Oppenraaij was toen van meening dat de prijs abnormaal hoog was, terwijl het terrein nog te klein was. Er is toen daar niet verder op ingegaan en door het Dag. Bestuur naar ander terrein omge zien, wat is gevonden in een perceel van den heer van Beurden en in een van Lombarts. Het Dag. Bestuur heeft toen gezegd dat het buiten alles wou blijven staan en het geheel aan den Raad overliet. De heer Lombarts had intus- schen te kennen gegeven dat hij zijn perceel niet wenscht te verkoopen. De heer Van Oppenraaij verklaarde daarna dat het hem 't zelfde was waar de school staat. Daarop is door den Raad besloten het terrein te koopen, doch zoolang dit besluit niet door Ged. Staten is goed gekeurd is er geen sprake van koopen. De Raad kan niets koopen, zonder dat Ged. Staten het goedkeurt. Mijnheer van Beurden heeft er mij ook over gespro ken en zei me dat een eerlijk man, als iets gekocht is, het ook moet nemen. Ik beaam dat ten j-olle, doch waar de toestand is zooals hier, komt er veran dering in de zaak. Hadden wij naar een ander heel nieuw terrein omgekeken, dan zou het iets anders zijn. De schoolopziener kan zich nu ook goed met dit terrein vereenigen en wijl het gebouw daar beter staat en men hier niet zoo'n groote kosten heeft daar het schoolhuis nog goed in orde is en zoo zelfs, dat vele onderwijzers gaarne zoo'n woning willen hebben. Er kan nu ook goed een speelplaats vallen daar waar nu de tuin is van het hoofd der school. Als een en ander gereed is zou de oude school kunnen worden afgebro ken en daar dan tuin van gemaakt wor den. De gezichten van kapitein Brandt en van blonden Walter werden zichbaar langer. Ik hoop intusschen de heeren hedenavond b\j het sonper schadeloos te stellen. Ik ver wacht n dns mijnheeren, binnen een hali nnr. Met een vriendelijken voornamen hoofdknik nam zij afscheid en begaf zich in het slot. M. De Marange geleidde de officieren naar bonne kamers, die op de eerste verdieping waren. Koenraads kamer bevond zich naast diezijns oversten. Droevige geschiedenis, hoorde hy den majoor brommen, joist op een vastendag hier te komen. Na vier—en— twintig uren bivak en krijgoefeningen nog een vastendag 1 Dat ontbrak er nog maar aan Koenraad nam de zaak niet zoo verdrietig op Hij had het toeval dat hem naar 't slot Hau— concourt voerde, vroolijk begroet. Zoo leerde h\j ook thans de familie der doohter van den markies de Ladonchamps kennen, van wie de markies hem en zijn oom reeds had verteld. Den markies en diens schoone kleindochter had hij slechts eenige malen op bet plein te Metz vluchtig kunnen groeten. Had hij op een vertrouwelijkeu omgang gehoopt, dan had hy zich tot heden vergist; de markies was zeer vriendelyk. zeer beleefd tegenover hem geweest, tot verdere toenadering was 't niet gekomen. Ook het raadsel van de versohyning der vriendin uit zijne jengd, die dochter van den gesneu velden kapitein Martens, wachtte nog steeds de oplossing. Misschien vond hy hier in Haucou— court den slentel van 't raadsel. Nadat de officieren van kleeding waren ver wisseld. begaven zij zich naar de eetzaal, waar zy door M. en Mev. De Marange werden ont vangen. Het gezicht van den kapitein en van blonden Walter helderde op toen ze eeDerijk bezette tafel zagen en geheel verzoend waren ze met den vastendag, toen ban eenige kos- telyk met eieren bereide spijzen en een voor- treffelyken visch werden opgediend. Het gesprek wilde niet goed vlotten. De off icieren waren vermoeid van de krijgsoefeningen en trokken zich spoedig in hnnne kamers terng. Diepe stilte heerschte in 't slot op welks park de namiddagzon flikkerend raste. Koenraad kon niet slapenhij ging zijn kamer op en neer en lnisterde naar de diepe ademhalingen van den majoor, die in de kamer naast hem den slaap der rechtvaardigen sliep. Tot aan 't sonper om 7 aren, had hij nog eenige nren voor zicb. De bevelen voor den volgenden dag waren reeds ontvangen en aan de compagnies verder gegeven. Koenraad was alzoo voor 't oogenblik volkomen meester over zjjnen tijd. Hij opende het venster en zag naar buiten. Zijn blik zweefde verfrisoht over de groene wil dernis in 't park, aan welke zyne kamer lag. Koenraad kon het verzoek niet weerstaan eene wandeling in bet park te doen greep mnts en handschoenen en snelde met snelle schreden de trappen af, die hem door de eetzaal naar de veranda brachten. Niemand was hem tegen gekomen. Ook in 't park scheen geen mensch te zijn. In de krninen der oude boomen rit selde een zachten wind en kweelden de vogeltjes. Alleen in de nabybeid van het slot was het park zorgvuldig onderhonden hoe dieper de jonge officier er in binnendrong, des te wilder en romantischer, wondachtiger werd het voor komen 't scheen wel alsof in tientallen van jaren het snoeimes en de zaag van den tninman hier niet gobruikt waren. Dat is hier juist een bosch voor Doorn roosje, dacht Koenraad, verrukt in de groene wildernis rond ziende. Alleen prinses Doorn roosje ontbreekt. Maar hoor Wat is dat Uit de verte klonk het lachen en jubelen van eene kinderstem. Daarop riep de stem eener volwassene Kom hier, Madeleine, wy heb ben thans bloemen genoeg. We zullen een ruiker De Voorzitter zegt een en ander opdat hij later niet op de vingers kan worden getikt. Hij blijf geheel buiten de zaak, voor mama binden. Ja, ja, joffrouw, antwoordde de kinderstem en een oogenblik werd bet stil. Wie zou hier in die idillyache wildernis wonen V fluisterde Koenraad verbaasd. En ze spreken te zamen Duitscb, dat avontuur moet ik ophelderen. Hij liep verder op den breeden, doch slecht onderhonden weg. Daarop bleef hij weer staan. Beide stemmen van zooeven begonnen een Fransch lied te zingeD. Nog slechts weinige schreden konden den ongen officieren van de zangeressen scheiden. Toen de weg onverwacht eene kromming maak te zag Koenraad een even verrassend als liefe- lyk schonwspel. Ia de schaduw van twep, misschien 100 jarige kastanjeboumen, verhief zich een aardig huisje, zooals de smaak van vorige eenwen was. Eene schaar witte duiven speelde op het met mos begroeide dak van het hnisje, welks klein veranda met wilden wijngaard geheel bedekt was. Op den dorpel van de veranda zat eene jonge, in 't zwart gekleede dame, die den schoot raat allerlei bloeiende bloemen had gevuld, welke hare hand tot een ruiker samenvoegden. Aan hare voeten knielde een blondbarig kind dat met van gelnk stralende oogen naar de bonquetmaakster opzag. By den eersten oogopslag herkende Koenraad het kind en hare gouvernante, die hy op 't plein te Metz gezien bad. Hy was nog niet opgemerkt, toen plotseling met luid geblaf een wit poedelhondje op hem toesprong. Verschrikt zagen de gouvernante en het kind op en stonden op toen zij den vreen- den officier zagen. Vergeef me, sprak Koenraad lachend, wanneer ik als vredeverstoorder deze droo- merige plaats indring. Uw lied Jokte my bierheen. Ik geloofde waarachtig prinses Doornroosje hier te vinden. Mijnheer... antwoordde juff. Martin verward terwijl een donkere gloed over hare wangen vloog. Ik ga terstond heen, juff. als gij beveelt maar ik bid u, mij een oogenblik gehoor te verlees eo Ik weet werkelyk niet, wat gij my te zeggen kant hebben, mynheer I doch ieder onpartijdig man zal moeten zeggen dat het terrein van Snoeren het meeste geschikt is om daar een school op te bouwen. Van den Heuvel. Wij hebben er ook nog voordeel door, doordat die weg an ders verhard moet worden. De Bresser. Ja, die weg verharden zou zoo erg niet zijn, doch men kan niet anders zeggen dan dat de school daar het beste staat. Van den Heuvel. Mijnheer van Beur den zal er zich ook met plezier bij neer leggen. De Voorzitter deelt nog mede, dat hij nooit bij Snoeren is geweest doch dat deze telkens op de secretarie is geweest. Hierna wordt met algemeene stemmen besloten het land van den heer Snoeren aan te wijzen om daar een school te bouwen. 2. Bespreking concessievoorwaarden gasverlichting Sprang en Vrijhoeven- Cappel. Voorzitter. De heeren hebben allemaal een afschrift van de gewijzigde conces sievoorwaarden ontvangen. Van den Heuvel. Is het nu een bloote bespreking of moet er een besluit ge nomen worden. Voorzitter. Het doel van de gascom- missie is dat er een besluit wordt ge nomen. De heer v. d. Heuvel zegt dat het hem spijt dat hij daar dan niet zijn stem aan zal kunnen geven. Eerst moet in Loon- op-Zand de toestand goed in orde zijn. Spreker wijst er op, dat er een raads besluit is genomen bij de stichting van de gasfabriek, dat Loonopzand het eerst zal worden aangesloten. Dat besluit zal dus eerst gewijzigd moeten worden. Ik ben, zegt spr., niet tegen het maken van een winst zooals wordt voorgespiegeld, doch ik zou eerst de toestand in Loon opzand, dat een eigen kind is, in orde willen hebben. De heer Rijken heeft nu wel gezegd dat de Moer en het Hoekje net zoo goed kunnen komen, doch in Loonopzand leggen de buizen. Het auto- geen-gas is best en de particulieren kunnen aansluiten, wil de raad nu een besluit nemen dat wij niet meer behoe ven te betalen dan Sprang of Vrijh.- Cappel, dan kan ik me er wel mee ver eenigen. Voorts wijst de heer van den Heuvel er nog op, dat bij aansluiting van Sprang men wel zal gaan aandringen op het ver harden van den weg, gelegen in een andere gemeente en welks onderhoud ook ten laste van ons zal komen. Rijken. Ik heb altijd gezegd dat Loon-op-Zand een kind van ons is en derhalve evengoed bedeeld moet worden als wij. Maar nu wil ik u eens vragen bedeelen wij Loon-op-Zand niet erg goed. Je zegt wel bij ons leggen de buizen en in de Moer niet, doch heeft het laten leggen van die buizen ook geen dub beltjes gekost. Hebt ge nu geen prachtig licht. Er is gezegd dat zoodra de fabriek genoegzaam rendeert Loon-op-Zand zal worden aangesloten, goed, doch als wij nu een winst kunnen behalen van f 2400, moeten wij dat dan niet met beide handen aanvatten. Loon-op-Zand kan dan toch te eerder daardoor worden aangesloten, 't Zou onverantwoordelijk zijn van ons, als wij Sprang en Vrijh.- Cappel niet aansloten. Na nog eenige bespreking zegt de Voorzitter dat in Loon-op-Zand auto- geen-gas is gebracht met het doel dat ook daar particulieren kunnen aansluiten. Het ligt nu in de bedoeling van de gascomtr.issie om dat bedrijf onder te brengen bij de gasfabriek, dus alles onder een beheer. De prijs zal ook in verhou ding met die van hier worden gebracht. Van Dortmond. Maar er zal van iedere fabriek toch eene aparte boek houding gehouden worden zeker. Voorzitter. Dat wel. Van den Heuvel. Dat voorstel appre cieer ik en was ook zoo mijne bedoeling en ik hoop dat de autogeen-gas bij ons zich meer dan bedruipen kan. Overigens zullen de heeren het met mij eens zijn, dat het voor Loon-op-Zand bitter zou zijn als zij b v. 2 cent en Sprang en Vrijh.-Cappel maar 1 cent behoefden te betalen. Van Dortmond. Ik zou wel gaarne aan B. W. willen verzoeken om bij het Dag Bestuur van Sprang er op aan te dringen de weg daar wat in orde te maken. De weg verkeert in een aller- ellendigsten toestand. Bij avond is hij gewoon onbegaanbaar. Het laatstejaar js het voetpad wel opgehoogd, doch men Iets zeer gewichtigs, juff. Zoudt ge de namen van Brnnken en Von Holtensen zoo geheel en al vergeten zijn? De jonge dame schrikte, Ik bid u mijnheer, sprak ze met een angstigen blik op Madeleine. Wilt ge een ouden vriend uwer kindsheid verloochenen, jnffrouw Margeretbo. Ik ben Koenraad Von Holtensen, met wien ge in 't huis van majoor van Brunken te samen op gevoed werd. Gij vergist u, mynheer de luitenant I Ik vergis me niet joff. Margaretha Verbaasd lnisterde Madeleine naar dit ge sprek Ga met de bloemen in de kamer, myn kind. Ik volg u binnen eenige minuten ik heb nog eenige woorden met dezen heer te spreken. Ga mijn kind. Madeleine verwijderde zich met een ball verwonderden half angstigen blik op den vreemden officier. Waarom mag dat kind niet booreu, dat wy elkander kennen, juff. Margaretha? vroeg Koenraad verrast. Laat ons in dat prieel gaan, antwoordde jtff. Martin, Bchuw om zich heen ziende. Daar kuBnen we niet gehoord of gezien worden ik zal n alles verklareD. Hoofdschuddend volgde Koenraad het jonge meisje, dat met hangend hoofd snel naar het belommerde prieel liep. VII. In het dichte vlierpriëel aangekomen, zonk juffrouw Martin op eene bank neer, drukte de handen voor hare oogen, als wilde ze met geweld de opwellende tranen terughouden. Verbaasd zag Koenraad near de weenende. Gij voelt u ongelukkig, juffrouw, kan ik n helpen Zij schudde het hoofd. Daarop reikte zy hem, onder hare tranen lachend, beide handen en sprak Hoe dwaas ben ik mij door de herinne ring te laten overweldigen Ik beu zoo on uitsprekelijk bly, een lieven, onden vriend nit mijne jengd in u te mogen begroeten. O, hoe heb ik naar dien tyd terng verlangd, toen ik met u tesamen in het huis van uwen oom woonde! Waar is nw oom nu? Hij leeft toch D°— Zeker, jnffronw Margaretha. Hy leeft en is ook dicht in nwe nabijheid. Hij is briga decommandant in Metz; Op 't oogenblik ligt hij te Mezières in kwartier nog heden zal ik hem berichten, wie ik hier gevonden beb. Margaretha verschrikte. - Neen, neen, dat zult go niet doen smeekte zij. Niemaud mag weten, dat wij elkander kennen, we mogen elkaar ook niet wederzien, nooit hoort ge, Koenraad? Maar zooeven zegdet ge toch..,., Ik beD gouvernante van de kleine Made leine. Men heeft mij die betrekking opgedra genomdat men mij voor eene Duische-Ame- rikaansche hield weet men nu dat ik een Duitsche ben, de dochter van een Duitsch cfficier, dan zal men mij ontslaan En derhalve verloochent gij uwe afkomst, verloochent gij uwen vader? O, Margaretha, dat bad ik van de dochter van kapitein Mar tens niet verwacht. Margaretha liet bet hoofd zinken, terwyl een hevige blos haar gelaat overtoog. Ge hebt gelijk, mij verwytingen te doen, antwoordde zij zacht. Maar wat blyft mij anders over dan mijn incognito te bewaren Ik ben arm, zonder bloedverwanten, zonder vrienden, op eigen kracht alleen moet ik steunen, ik moet mij in den toestand schikken. Leeft dan uw oom in Baltimore niet Neen Hy is sedert vyf jaren dood, nadat hij geneel verarmd was. Maar ik ben den braven man van harte dankbaar hij heeft my eene voortreffelijke opvoeding gegevenhy heeft my veel laten leeren, zoodat ik thans voor mij zeiven kan zorgeD. En waarom liet ge nooit meer van u hooreD (Wordt ver void).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1