u ai in er 93
Zondag IT November 1912.
Jaargang 35
Tweede Blad,
Gemeenteraadsvergaderingen,
N
SUNLIGHT
OGGENBUKKEN OM UIT
te blazen zijn alleen mogelijk
wanneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
VLIJMEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Donderdag 14 Nov.
des avonds ten ó'/a uur.
Voorzitter de Edelachtb. heer G. R.
van der Ven.
Ongeveer 7 uur opent de Voorzitter
de vergadering afwezig zijn de heeren
A. F. Mommersteeg en J. Wagenberg.
De notulen der vorige vergadering
worden door den ambtenaar ter secretarie
voorgelezen.
Zwaans. Ik dacht dat in de vorige
vergadering besloten was om met Hedik-
huizen te onderhandelen-
Voorzitter Zeker, doch eerst afwachten
wat Ged. Staten zeggen.
Vau Engelen. Ik heb gehoord dat U
gezegd heeft dat Vuchts maar 4 maanden
een stier moet houden en in een vorige
vergadering hebt U nog gezegd van 5
maanden.
Voorzitter. Is het stieren-debat nog
niet afgeloopen. Is zulks nu in het belang
van de gemeente, dat je dat vraagt
De Voorzitter leest het desbetreffende
uit de notulen hierna nog eens voor,
waaruit blijkt dat den Voorzitter
bij onderzoek gebleken is dat Vuchts de
stier 4 maanden heeft gehad in plaats
van 5, in een vorige vergadering heeft
hij zulks ook veranderd.
Van Engelen. Dan had je die cijfers
van mij ook wel kunnen veranderen
van een 3 een 4 gemaakt.
Hierna worden de notulen bij acclamatie
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van den heer A. F.
Mommersteeg, houdende mededeeling
dat hij verhinderd is de vergadering bij
te wonen. Bij dit adres is nog een request
gevoegd.
b. Proces-verbaal van kasopname bij
den gemeente-ontvanger d.d. 12 October.
Uit het onderzoek is gebleken dat de
boeken ordelijk en regelmatig waren bij
gehouden en dat het dienovereenkomend
bedrag, f3652.31, in kas aanwezig was.
c. Schrijven van Ged. Staten, houdende
goedkeuring raadsbesluit tot af-en over
schrijving.
d. Idem, goedkeuring begrooting, slui
tende in ontvangst en uitgaaf op een
bedrag van f26243.13.
Een Kon. besluit goedkeurende de
besluiten tot heffing van opcenten op de
personeele- en grondbelasting.
Worden voor kennisgeving aange
nomen.
f. Schrijven van Ged. Staten, houdende
aanmerkingen op de gemeenterekening
dienst 1911.
Voorzitter. Ik stel voor Burg. en Weth.
op te dragen Ged. Staten van bericht
te dienen.
Aangenomen.
g. Schrijven van Ged. Staten met ver
zoek de geldleening van f1700 in een
korteren termijn af te lossen.
Voorzitter. Ged- Staten schijnen niet
goed te begrijpen, dat door de huidige
bewerking van dat lage land voor den
aanleg van bandhout, het land na 15 of
20 jaren veel beter geschikt zal zijn voor
hooiland en dus het nageslacht van deze
werken profiteert. Burg. en Wtth stellen
voor Ged. Staten een en ander rader
toe te lichten en tevens in verband met
den slechten finantieelen toestand alsnog
te verzoeken de leening goed te keuren.
Van Engelen. Het bandhout heeft
weinig opgebracht. Volgens^de begroo
ting moest het f 750 opbrengen en het
heeft maar f 413 opgebracht. En daar
gaan dan nog af de kosten voor den
notaris, zoodat het wel met de helft is
overschreden.
Voorzitter. Dat heeft hier niets mee
te maken. Het hooiland is wel geraamd
op f 12000 en het heeft maar f 8000
opgebracht.
Van Engelen. Ik hoor Boom wel
eens spreken over leeken, maar nu zou
men toch wel kunnen zeggen datf B-
W. ook leeken zijn.
Voorzitter. Zoo, weet u dan niet dat
de raad zelf de begrooting heeft^vast
gesteld en dat^dit niet is geschiedt door
B W. Door er toen niet tegen op
te komen heeft u zelfs gefouteerd.
Van Engelen. Ja, ik heb alle ver
trouwen gesteld in B. W.
Voorzitter. Het hout op de eerste
pin zou meer hebben opgebracht ware
het niet zoo laat gestoken.
Van Buul. Er is in de vergadering
van B. W. ook over gesproken, doch
zou U niet zeggen wat de bedoeling is
geweest met het zoo hoog te ramen
Voorzitter. Het bandhout is wat
hooger geraamd omdat anders het hooi
land met 2 a 3 honderd gulden moest
worden verhoogd en we vreesden dat
Ged. Staten de begrooting dan niet
zouden goedkeuren, 't Heeft me toch
al verwonderd dat Ged. Staten de be
grooting hebben goedgekeurd, is niet,
mijnheer Zwaans. Afin, ik heb er ook
alles voor gedaan, ik ben er zelf voor
naar 's Bosch geweest.
Boom. 't Schijnt dat van Engelen in
de vorige vergadering geen ooren heeft
gehad, anders zou hij dat woord leek
hier niet in toepassing hebben gebracht,
want er is gezegd dat het nltt is geschat
naar de waarde, maar volgens de toe
lichting die is gegeven.
h. Schrijven van Burg. en Weth. van
Nieuwkuijk, waarbij verzocht wordt de
kermis weer te stellen op Zondag na 1
October. Aan de gemeente Hedikhuijzen
is een gelijkluidend verzoek gedaan B.
en W. zijn van meeniog dat die datum
beter is voor kermis wijl dan alle werk
zaamheden voor den boerenstand zoowat
zijn afgeloopen.
Voorzitter. Het zal de leden'wel be
kend zijn, dat de Kuiksche kermis steeds
door dc Vliimenaren en de Vlijmensche
kermis door de Kuikschen wordt bezocht,
hetgeen dikwijls aanleiding geeft tot on
regelmatigheden. Burg- en Weth. hebben
deze zaak besproken en ook zij voelen
wel veel voor de kermis weer te ver
zetten op den vroegeren datum. De druk
ten in de boerderij, fruithandel en man
denindustrie zijn dan voorbij en ook is
het verzetten der kermis in het belang
der openbare orde. Burg. en Weth. laten
het aan den raad over nu eene beslis
sing te nemen of deze aan te houden
opdat elk lid er nog eens over kan
denken. Tegen het verzetten der kermis
is ook iets tegen, namelijk, dat zij bijna
samen valt met de Bossche kermis, wat
de kasteleins veel schade zou berokke
nen en dat het in October met het oog
op het dansen ook veel vroeger donker is.
Weet u, mijnheer Zwaans, waarom de
kermis is verzet.
Zwaans. Ik geloof omdat men van
oordeel was dat het wat laat in het jaar
werd.
Van Heivoort. Er is eens besloten
om het allemaal tegelijk te houden en
toen deed Kuijk het eerste jaar ook mee.
Een volgend jaar is ze er weer van af
gegaan. Als eerst afgesproken is om
gezamenlijk de kermis te houden en een
gaat de kermis weer anders zetten, daar
kunnen wij geen rekening mee houden.
Voorzitter. Als Kuijk koppig is geweest
dan behoeven wij dat nu ook niet te
zijn. Wij moeten ons afvragen wat in het
belang van de gemeente is en niet
zeggen wij gaan niet op het verzoek in
omdat Kuijk vroeger zich niet aan de
aispraak heeft gehouden.
Wordt besloten dit adres aan te hou
den tot een volgende vergadering.
i. Schrijven van Ged. Staten, waarbij
teruggezonden wordt om bericht een
adres van A. F. Mommersteeg, waa'in
deze protesteert tegen de notulen van
de vergadering van 19 September. Hij
wijst er op, dat de raad besloot de per-
ceelen 1 10 in het Ven te verpachten
voor 6 jaren en deze te gunnen als de
perceelen 1 tot 5 f75 en de perceelen
6—10 ook f 75 opbrachten. De percee
len 1 tot 5 brachten op f 88 en 6 tot
10 f 69, zoodat het land niet had mogen
worden gegund. Verder is er nog rond
gezonden een naamloos biljet geteekend
boer en burger. Daarin wordt gezegd
dat op een zonderlinge manier met de
gemeente-financiën wordt omgesprongen.
Verder wordt er nog op gewezen, dat
pachters zijn van de laatste perceelen
Van de Wiel, gemeente-opzichter, Hol
lander, gemeente-veldwachter en de firma
Wagenberg en van Beurden, dal van
Beurden de vrouw is van den Burge
meester van Vlijmen.
Nog wordt in het request er op ge
wezen, dat een en ander na afloop van
de vergadering is behandeld.
Voorzitter. Ik stel voor Ged. Staten
af-chriften te zenden van de goedge
keurde notulen van 21 Augustus en 19
September, waaruit Ged. Staten zal
blijken, dat het lid Mommersteeg on
waarheid schrijft en dat de perceelen
1 tot 10 in het Ven zouden worden ge
gund wanneer deze te samen f 150 op
brachten.
Het adres heeft volgens mijne meening
uitsluitïnd ten doel mij bij Ged. Staten
in een verkeerd daglicht te stellen. De
door den raad goedgekeurde notulen
zullen echter het tegendeel bewijzen.
Het spijt mij zeer, dat het lid Mommer
steeg niet ter vergadering aanwezig is
want aangezien hij in zijn request schrijft,
dat de zonderlinge manier van verpach
ten voor de gemeente Vlijmen slechte
finantieele gevolgen heefr, had ik hem
eenige vragen willen stellen, doch hu
het lid Mommersteeg bij Regeering en
andere autoriteiten met requesten een
blaam op mij tracht te werpen gevoel
ik me verplicht de voor genomen vragen
aan de leden van den Raad toch ken
baar te maken, opdat Ged. Staten, die
een afschrift van de notulen dezer ver
gadering vragen, een juist oo'deel kun
nen uitspreken, welke belangen het lid
Mommersteeg drijven in zijn in mijn
oog zoo laakbaar optreden. Ik had de
volgende vragen willen stellen
1. Is het niet een feit, dat de 50
perceelen in het Ven, die voor 6 jaren
zijn verpacht voor f 866 per jaar, in
het jaar 1911 f 298 opbrachten, zijn dit
slechte finantieele gevolgen door de
wijziging van verpachting.
2. Is het niet een feit, dat Mom
mersteeg zich met hand en tand heeft
verzet tegen de verpachting van de per
ceelen 11—26 op de gemeente en dat
die perceelen voor 6 jaren zijn verpacht
voor f 778 per jaar en gemiddeld als
hooiland f 673 opbrachten? Zijn dit
zeker ook slechte finantieele gevolgen
door de wijze van verpachting
3. Zou al het land op de Gemeente
in korten tijd niet één houtgewas zijn
geweest en wordt dat land door bemes
ting en beweiding, wat de pachters zelf
doen, nu niet kolossaal verbeterd
4. Is het' niet een feit, dat het lid
Mommersteeg voor eenige jaren tegen
het voorstel stemde om de 20 H-A.
achter de hut, die als hooiland gemid
deld f 550 opbrachten, te verpachten als
weiland, laat staan de enorme verbetering
de laatste jaren geregeld f 1000 af 1100
opbrengt Zijn dit ook slechte finantieele
gevolgen door de wijze van verpachting
5. Is het niet een feit, dat het lid
Mommersteeg tegen het voorstel tot
aanleg van bandhout stemde en dat hij
destijds heeft gezegd »bandhout wordt
hier voor brandhout verkocht en de
mandenindustrie zal wel eens te niet
gaan', terwijl hij steeds zelf hoe langer
hoe meer bandhout aanlegt, waarbij zelfs
perceelen die f 600 per bunder op
brengen, terwijl de industrie nog meer
bloeit dan voorheen.
6. Heeft het lid Mommersteeg, die
steeds zelf niets anders doet dan grond
verbeteren, als raadslid al ooit een voor
stel gedaan om aan het groote grond
bezit der gemeente iets te verbeteren of
wat ook te doen, en tracht hij alle voor
stellen die op dat gebied ter tafel komen
niet af te breken
7. Heeft de gemeente-opzichter, de
veldwachter en de firma van Wagenberg
en van Beurden niet evengoed het recht
om publiek van de gemeente grond te
pachten als het lid Mommersteeg?
8. Waarom heeft het lid Mommersteeg
op de verpachting bij Daelmans waar
toch 10 raadsleden tegenwoordig waren
zijn protest tegen de verpachting niet
laten hooren, doch hij heeft daaromtrent
niets gezegd.
Van Buul. Mommersteeg heeft wel ge
protesteerd, dat wil zeggen hij heeft ge
zegd niets te gunnen, doch alles gelijk
op te houden.
Voorzitter Hij heeft toch niets gezegd
van blok 610.
9. Wie besluit tot het verpachten of
verbeteren van landerijen, de raad oi ik,
immers de raad en moet op mij dan een
blaam worden geworpen.
Het spijt mij vooral, dat het lid Mom
mersteeg niet tegenwoordig is omdat ik
hem zoo gaarne had gevraagd of ik soms
een witter voetje bij hem zou kunnen
krijgen, wanneer ik tegen landerijen-ver-
betering en tegen bandaanleg was.
Verder is er nog een schrijven van den
heer Mommersteeg ingekomen met ver
zoek aan de leden van den Raad er voor
te zorgen dat zijn protest tegen de ver
pachting van het Ven in de notulen
vermeld staat, aangezien hij in het verslag
van de laatst gehouden vergadering in
het blad >De Echo van het Zuiden'ge
lezen heeft, alszou hij genoegen genomen
hebben met de voorgelezen notulen.
Adressant vreest nu dat zijn protest tegen
de notulen dier vergadering omtrent de
verpachting der perceelen 2/5 en 6/10
voor blok 2 in het Ven weer vermofleld
zal worden.
Voorzitter. De heeren zullen wel ge
hoord hebben dat het protest van
Mommersteeg is opgenomen en alles op
hetzelfde neerkomt als in het ander
advies doch ik gevoel me verplicht om
met alle kracht te protesteeren tegen de
uitlating van het lid Mommersteeg als
zou ik ooit protesten van hem hebben
vermofleld. Ook protesteer ik tegen
zijn beweriDg als zou de raad op voor
stel van het lid Zwaans hebben besloten
dat in het Ven geen banden zouden
mogen worden gestoken. Het lid Zwaans
heeft daarover niets gerept en ik weet
niet wat ik onderhand van het lid Mom
mersteeg moet gaan denken, doch een
dergelijk verdachtmaken kent zijn weer
ga niet.
Mijnheer Zwaans, heeft de raad op
uw voorstel besloten het aanleggen van
bandhout in het Ven te verbieden, mij
is daarvan niets bekend.
Zwaans. Dat weet ik niet.
Voorzitter. Niemand zal kunnen zeg
gen dat de heer Zwaans iets dergelijks
heeft voorgesteld dus heeft het lid Mom
mersteeg ook hier weer onwaarheid ge
schreven.
Van Heivoort. Ik zou dit aanhouden
tot hij zelf ter vergadering is.
Voorzitter. Er is niets aan te houden.
Van Heivoort. Ik zou het doen, de
man kan nu door omstandigheden niet
komen.
Voorzitter. Er is geen raadsbesluit. U
zelf hebt in de vorige vergadering Mom
mersteeg in deze kwestie nog attent
gemaakt dat hij zich vergistte.
Van Heivoort. Ja, ik heb naderhand
nog eens vernomen en toen is me ge
bleken dat hij gelijk had en ik me vergist
heb.
Voorzitter. Bah, wat een smoesje- Gij
hebt hem er toen nog op gewezen, op
die blokken.
Van Hel voort. Dat is geen smoesje.
Ieder blok moest f 15 opbrengen, dan
zou het afgaan.
Voorzitter. Er is besloten wanneer de
verschillende perceelen te samen f150
opbrachten, het dan te laten afgaan.
De Voorzitter zegt dat hij de notulen
zal voorlezen en als het lid van Heivoort
hem soms nog niet gelooft, dat hij dan
zelfs kan komen kijken.
Na het voorlezen zegt de Voorzitter.
Ziet U wel dat het alles correct is zooals
ik zeg. Ik houdt van geen draaierijen,
doch ga recht door zee.
Van Heivoort. Hoe kan een blok ver
pacht worden als al iets verpacht is.
Voorzitter. Er was nog niets verpacht.
10 perceelen waren onverpacht.
Van Heivoort. B. en W. hebben het
toch in kavels gebracht.
Boom. Als ge beter in het Ven bekend
waart zou je zoo Diet zitten redeneeren.
Perceel 1—10 is verpacht. Blok 2 is
nietj verpacht. Van 3-8 wel en perceel
4, 5 en 6 hebben we zelf gehouden.
Van Heivoort. Een was er verleden
jaar al verpacht.
Eoom. Je weet er niets van. Dat heb
ben we zelf geexplolteerd.
Van Heivoort. No. 1 is voor proef
gebruikt.
Voorzitter. Nu ga je zitten verdraaien.
Van Heivoort. Neen ik zit niet te ver
draaien.
Na nog eenige discussie zegt de Voor
zitter dat van Heivoort zeker spijt heeft
dat hij in een vorige vergadering Mom
mersteeg gezegd heeft dat hij abuis had,
en hij nu weer met Mommersteeg wil
meegaan. Ik denk dat het zoo is.
Van Heivoort. Ik denk zooveel, al zeg
ik het niet.
C. Wagenberg. Ge moet je eerst eens
beter op de hoogte gaan stellen.
Van Heivoort, Jij ook.
Van Buul. Perceel 110 is het niet.
want dat heeft de gemeente gehouden,
het is nu van 2 —10.
Voorzitter. Ja, dat is zooals op de
verpachting is besloten, dat kan later niet
in de notulen worden veranderd.
Boom. Vraagt de leden eens af.
Voorzitter. Mijnheer Boom, weet u hoe
het is gegaan.
Boom Hzn. Zeker, het is zooals u zegt
en niet anders.
Voorzitter. En u van Engelen.
Van Engelen. Ja, zoo krek weet ik
het niet meer.
Voorzitter. Ach zoo, ziet, nu weet ge
het zoo krek niet meer. Komt nu maar
recht voor uw meening uit. Gerust.
Van Engelen. Ja, ik geloof wel dat
het is zooals ge zegt, maar krek weten
doe ik 't niet want ik heb het later nog
aan van Buul gevraagd hoe het in elkaar
zat. Ik heb het niet goed begrepen.
Voorzitter. En u mijnheer Mommer
steeg.
Mommersteeg. 't Is zooals u zegt.
Voorzitter. En u mijnheer v. Heesbeen.
Van Heesbeen. Ik weet er niets meer
vaD.
Voorzitter. Kijk, dat is nu toch wel
toevallig.
Boom. In mijn oog hebben die per
ceeltjes ook niet veel meer waarde can
er voor gegeven Is ook Door den No
taris is er genoeg op gehamerd. Tegen
over de andere perceelen zijn ze duur
genoeg.
Van Heivoort. Een jaar geleden heb
ik je hooren verklaren dat de perceelen
net eender waren.
Boom. Wat grond betreft, ja, maar
het hout.
Maar ik zeg nog eens, je bent er
absoluut niet bekend, je bent met niets
op de hoogte anders zou je zoo niet
zitten redeneeren.
Voorzitter. Die andere perceelen lagen
kant en klaar.
Boom. Wat doel kan men nu hebben
met een request aan Ged. St. te zenden.
GemeeDte belang.
Voorzitter. Ik heb nog meer requesten
gelezen die aan de Regeering en aan
andere personen zijn gezonden- Het is
alleen te doen om een blaam op mij
te werpen.
Boom. Er is ook nog een request
gezonden aan de Regeering over mond
en klauwzeer, waarop ik als Wethouder
van advies moet dienen. Ik zal me
daar echter van onthouden. Ged. Staten
zullen alle toelichtingen wel geven.
Moet het door blijven gaan, zooals
thans, dan weet ik niet wat er van terecht
moet komen. De zaken moeten zoo
achteruitgaan en wie zijn er de dupe
van de gemeentenaren. Spreker wijst
er nog op dat de verpachting aan Pulles
in 't voordeel van de gemeente is, als
tracht men aan te toonen dat dit zoo
niet is.
Van Heivoort. Zoo Boom preekt
krijgen we een rijke gemeente en toch
krijgen we alle jaren al meer schuld.
Voorzitter. Ik heb het al zoo dikwijls
gezegd, doet u dan eeos een goed
voorstel om definantiente redden. Je moet
niet zitten afbreken en zeggen een weg
aanwijzen om te verbeteren weet ik niet.
Van Heivoort. Zuinig leven en op de
dubbeltjes passen, dat is het eenige wat
ik kan zeggen. (Gelach.)
Voorzitter. Wat een kinderachtige
praat.
Boom. Ik houdt geen predicatie, dat
behoef ik niet te doen. Ontkennen zal
u toch niet dat de landerijen in de toe
komst beter worden in plaats van slechter.
Voorzitter. Zooals Van Heivoort re
deneert, zoo redeneert eeo kind ook.
Vroeger brachten de landerijen f20.000
op en thans maar 8.000.
Van Heivoort. Ze hebben wel eens
niets opgebracht ook.
De heer Zwaans dringt er op san, van
dit onderwerp af te stappen.
Voorzitter. Ik sluit de discussie.
2. Aangehouden verzoek van L. van
der Ven, om onderhandschen aankoop
van een strookje grond met voorstel
van Burg. en Weth.
Voorzitter. Zooals de heeren weten
Zuiden.
■MJ6HT
12441