Slimmer 98
Donderdag 5 December 1912
35e Jaargang
ill
i
Toegewijd een Hendel, industrie en Gemeente bel engen.
Waalwl|ksche Stoomdrukkerij AntoonTislen
Eerste Blad.
Gemeenteiaadsve gadeiiigen,
TIJD HEELT ALLES!
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
FEUILLETON.
De besliste zuiverheid,
van Sunlight *0%
maakt ze voor
fijne kant en
fijn linnen d<
uitsluitend
betrouw
bare Zeep.
Verontreiniging der wa
teren in Nederland.
am y mi v v
Telefoonnummer 38. Telegram-Adres ECHO.
•LAAT UW ZEE:" 35 aUJHT ZIJN
Courant
M A A <1A 1 L -O n 4-VVk 4 AV
Dit Blad versolt gnt Woensdag- en Zaterdagavon d.
-A b o u n e, m e u t s p r ij s per 3 maanden f
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken» gelden er.s., franco te zenden -an den
Uitgever.
UITGAVE:
Advkrtbktiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte: Adverteutiën 8 ui aal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonp.ement worden speciale zeer voordee ïge contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
f
r
Donderdag 28 November hield de Heer
A. A. Beekman uit 's Gravenhage eene
lezing over dit onderwerp voor de Af-
deeling »Langstraat« van de Maatschap
pij tot Nut van 't Algemeen in de ach
terzaal van het hotel Verwlel te Waalwijk.
De Voorzbter deelde bij de opening
mede, dat het bestuur, overtuigd van
het groote belang van het onderwerp,
aan verschillende autoriteiten uitnoodi-
gingen tot bijwoning deze' lezing had
gezonden. Behalve ondergeteekende, wa
ren o.a. opgekomen afgevaardigden van
de Gezondheidscommissie, wier zetel is
te Heusden en de burgemeester der ge
meente Meeuwen.
Spreker deelde mede, dat hij zou be
handelen de vragen wat onder ver
vuiling moet verstaan worden, welken
omvang zij heeft bereik', en wat er kan
gedaan worden om ze te bestrijden.
Voorop werd gesteld, dat de vervuiling
hier een geheel ander karakter heeft dan
in de meeste andere landeD om de zeer
bijzondere toestanden, waarin ons land
op wateistaatkundig gebied verkeert.
Waar de afvoer op rivieren, wanneer
men hierbij eeoe zekere verhouding niet
te boven gaat, gewoonlijk geen last
geeft, omdat het vuil hier geregeld wordt
weggevoerd en met groote hoevetlheden
zuiver water verdund, is deze afvoer
daarom te meer toe te staao, omdat in
deze rivieren, ouder den invloed der
opgeloste zuurstof een krachtig zelfreini
gend proces door oxydatie plaats heeft.
Dit komt in stilstaande wateren voor
een gedeelte ook voor, vooral daar, waar
deze aan het licht zijn blootgesteld.
Ouder invloed der zonnestralen ontwik
kelen zich hier bladgroeuhoudende plan
ten, die voor eene rijke zuurstofvorming
zorgen.
De organismen, die hierbij de orga
nische stoffen ontleden, zijn vooral bac
teriën en wel de aërobe bacteriën, die
de organische stoffe» oxydeeren, mine-
raliseeren, omzetten in eenvoudige ont
bindingen als water, koolzuur en salpe
terzuur Wanneer de zuurstof gaat
ontbreken houden de aërobebacteriën
op, en treden hiervoor de anaërobe
bacteriën in de plaats, die du schadelijke
stoffen, als koolwaterstofverbindingeD,
zwavelwaterstof enz. produceereo.
De vraag, of de waterverontreiniging
als schadelijk te beschouwen is, was in-
tusschen ook behandeld. Spreker wees
er op, dat, met faecaliën en hulshoud-
water, pathogene kiemen op het water
worden afgevoerd. Vooral in Holland
wordt het oppervlaktewater nog zeer
veel als drinkwa'er gebruikt. Ook komt
men er dikwijls onwillekeutig mee
in aanraking of wordt het voor het
wasschen van rauw gebruikte groenten
gebruikt. Op deze kan het water recht
streeks ziekten, als cholera, typhus en
miltvuur overbrengen.
Doch ook reeds het gebruik van water,
dat rottende stoffen bevat, al is er niet
van eene epidemie sprake, is schadelijk
voor de gezondheid.
Spreker deelt mede. dat in het verslag
der Staatscommissie o.a. wordt gewezen
op de verschillen in sterfte in de streek
langs den Ouden Rijn in Zuid-Holland
jaar van te voren in het genot van eeoe
goede drinkwaterleiding was.
Daarna behandelt spreker de blolo-
waatbij het onderweg de geheele stad
verpest.
Na nog eene schildering te hebben
L»aarna DCUaOUCll apicivci viv. UUg ccnc swiiiumug 'v iivi/v»»
den Ouden Kim in ^uia-nuaauu gische methode en stelt in het licht, dat gegeven van de bekende treurige toe
waar men het drinkwater uit den Rijn I men zich in de septictanks van de hulp standen iu den Haag en Delftland,
r\ J k Kn/*f<iripn npdlpnt OfTl GC u-onrin nip t lilt OSUf VflH PlfCA eCfl
betrok en op het eiland Goeree en Over-
flakkee, waar men vooral regenwater
dronk.
In de jaren 1885'94 was de sterfte
daar 29 a 30°/o tegen over 15°/o op het
eiland.
De schadelijke invloed is ook gebleken
uit het feit dat de bevolking langs de
stinkende Haagsche stadsgrachten een
hoocere sterfte loef'", dan in andere
n
stadgedeelten.
Zelfs bestaat dit verschil voor Utrecht,
waar de verontreinigiug nog niet zoo
sterk is.
Ook te Delft was, toen in 1897 de
grachten buitengewoon sterk ver»uild
waren, de kindersterfte, en in het alge
meen de sterfte aan gastroenteritis veel
hooger daa in andere jaren.
Waar de industrie een groot gedeelte
der waterverontreiniging veroorzaakt,
lijdt zij echter wederkcerig daardoor
eene onberekenbare schade.
Als maatregelen tegen de waterver-
ontreinlging komt in de eerste plaats de
goede verzameling van het afvalwater in
aanmerking.
Men moet beginnen met een goed
rioolstelsel, dat de afvalstoften zoo spoe
dig mogelijk wegvoert. Is men in de
nabijheid van eene groote rivier, dan
kan men meestal direct hier op loozen.
Is dit niet het geval, dan moet het water
gezuiverd worden. Oorspronkelijk deed
men dit alleen door bezinking, eventuëel
met toevoeging van precipltatiemiddelen,
als kalk en ijzersulfaat of bruinkoolpoe
der. Later gebruikte men voor de be
zinking geen bassins, maar torens, b.v.
het systeem Rotlie Riibner.
Daarnaast is men tot de irrigatie over
gegaan, o.m. deelde spreker hierbij de
gunstige resultaten mede, die de stad
Berlijn met deze methode heeft bereikt.
De sterfte is, sedert de zuivering van
het afvalwater gedaald van 33°/oototl8 oo>
terwijl de sterfte aan typhus van l°/oo°P
0.07°/oo >s teruggegaan.
Hierbij moet in de eerste plaats aan
de zuivering van het afvalwater worden
gedacht, daar die gemeente al twintig
der anaërobe bacteriën bedient om de
organische stoften in eenvoudige verbin
dingen om te zetten, die dan op de
oxydatiebedden gemakkelijk door aërobe
bacteriën gemiueraliseerd worden. Vooral
wijst hij hierbij op de gunstige resultaten,
die men aan het ziekenhuis te Groningen
heeft verkregen.
Na de pauze behandelt hij vooral de
Nederlandsche toestanden en gaf. aan
de hand van de polderkaart van het
gebied tusschen Maas en IJ, eene be
schrijving van den waterstaatkundigen
toestand van dit gebied. De omstandig
heid, dat het water hier nagenoeg stil
staat cq de afvalstoffen hier dus niet
sterk verdund worden, maakt, da' men
hier dan ook vreeselijke toestanden op
het gebied der waterverontreiniging ziet.
Zoo vcrverscht Gouda zijn grachten door
vau het buitenwater in te nemen en het
vuile water op den Rijnlandschen boezem
te loozen.
Gorkum doet dergelijks op denCDer-
waardschen boezem en hier ls het zoo
veel te erger, omdat de aanwonenden
der boezemwateren nog hieruit hun drink
water betrekken.
Tiel doet hetzelfde, ten opzichte van
de Doode Dlnge en de Dlnge. Amster
dam vcrverscht zijn grachten, door het
water door de sluizen te Zeeburg binnen
te laten en het op den boezem van het
Noordzeekanaal te loozen. Dit is daarom
zooveel te erger, omdat het deze boezem
is, waaruit Noord-Holland, benoorden
het IJ, bij voork'.ur water inlaat» aange
zien deze het minst zoute water bevat.
In al deze gevallen kon met behulp van
een stoomgemaal de loozing in omge
keerde richtiug plaats hebben en dan
zou zij tot veel minder hinder aanleiding
geven.
Teekenend is o.a. wat Schiedam in dit
opzicht heeft gedaan. Toen men daar
een groot gedeelte der stad rioleerde»
zette meu aan het eind van het riool een
stoomgemaal, dat het water niet op de
Maas uitslaat, maar op de Schle, boven
de stad. Van hier gaat het nu door de
stad en de lange haven naar de Maas,
waarin, met eene uitgave van circa een
iniilioen gulden, eene bevredigende ver-
beteriog te brengen zou zijn, stelt spreker
in het licht, hoezeer wij op wettelijk
gebied bij vele andere landen ten ach
ter zijn.
Als voorbeeld van de verkeerde be
grippen. die zells bij bevoegde autori
teiten omtrent waterverontreiniging
heerscheo, haalt spreker de uitspraak
aan van de commissie, aan wie door de
Piovinciale Staten in Zuid-Holland op-
gediagen werd, een rapport te bewerken
om'rent de vervuiling der wateren in
deze provincie. Deze commissie gaf als
hare meening te kennen, dat men gerust
voort kon gaan, afvalstofien op de Zuld-
Hollandsche boezemwateren at te voeren
aangezien deze, als stroomende wateren,
een gioot zelfreinigend vermogen zouden
hebben.
Bij de middelen ter verbetering, die
hij aan het slot zijner levendig toege
juichte lezing aanbeval, vermeldde hij
niet de toetreding als lid tot onze vei-
eeniging en den steun van hare werk
zaamheid. De oorzaak hiervan was, dat
spreker slechts onvoldoende met onze
vereeniging cn hare werkwijze bekend
was.
Waar hierin verbeteiing zal komen,
zijn wij overtuigd, in hem in de toekomst
een onzer krach'igste pleitredenaars te
vinden.
Dr. G. ROMIJN.
Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
ROMAN DOOR
O- ELSTER
16)
Het zal geschieden, zooals ge wensebt.
En vergeet niet, dat ge op mijne vriendschap
steeds en onder alle omstandigheden rekenen
kunt.
Met een hartelijken handdruk nam de gene
raal afscheid en begaf zich naar de kamer terug,
terwijl Magaretha op den sto 1 terugzonk met de
banden stijf de leuningen omvattende en in
dnistere gedachten verdiept in de wegstervende
vlammen van den haard staarde.
Het diner, hetwelk de markies zijn jacht-
gasten op 't slot Ladonchamp had aungeboden
was geëindigd. De heerlijke zomerwarme Oc-
toberdag vergunde, dat men de koflie op dit
terras in den tain gebruikte. In bonte herfstach
tige kleeding lag 't park met zijn ouden pla
tanen. linden en kastunjaboomen daar; aan
den wolkenloozen blauwen hemel vloog een
troep wilde ganzen naar 't warme zuiden en
in de verte klonk 't vroolijk gezang van den
wijngaardenier die over eeriige dagen mot den
wjjnoogst was begonnen. Geen windje was er
en het gezelschap zweeg en| ieder gaf zich
behaaglijk aan de herfstig vriendelijke,'rustige
stemming over, die in bet slot en dit park
heerschte.
Clarissa was naar de balustrade van net
terraB gegaan en zag nadenkend naar dit bont
gekleurde, door de zon beschenen park. Koen-
raad beschouwde haar eeuigen tijd zijn hart
droDg hem tot haar hij kon dien drang zijns
harten niet weerstaan. Hij stond op en ging
naar haar toe.
Vrieodelyk lachend zag zij bem aan
Een beerlijko dag, zegde hij. Juiat een
dag om na te denken en te droomeD. Zie eens
welk een gloeiende weerkaatsing de zon in het
bonte gebladerde toovert
't la inderdaad een gezicht, dat aan de
kleurrijke pracht van het Zuiden herinnert.
Hoe Bchoon moet het thans in 't stille bosch
zijn, waarin onze vaders rnsteü.
Zijt ge niet opnienw aan het graf uws
vaders geweest
Neen.
Kom, ik zal er u brengen. Mijn groot
vader heeft eenige verauderingen op die plaats
laten aanbrengen, misschien viöden die nwen
bijval wel.
ZwijgeDd traden ze door het herfstachtig
uitziende park. Op den grintweg ratelde het
dorre loof onder hnnne schreden; in de bloe-
menbedden bloeiden de matkleurige asters en
gaorgines en heel uit de hoogte drong het grau
we geschreeuw der naar het Zuiden trekkende
wilde gaDzen tot in de eenzaamheid van het
park door.
Sierlijk door 't donker dennenhout stond het
kleine boscbje te midden van de bonte heerlijk
heid van de herfst, een ernstige indruk makende,
als wanneer in den zomer de zachtgroene
spruiten der dennen een vriendelijk licht op
den donkeren achtergrond werpen. Eene uit
roeping van verrassing ontsnapte Koeuraad s
lippen, toen by de kleine begraafplaats betrad.
Eene menigte bloeiende bloemen bedekte de
graven.
Het geheel was als een9n tuin aangelegd en
daardoor veel schooner geworden juist tegen
over de graven was eene grot uit ruwe rots
blokken opgericht, waartusschen^ klimop en
andere slingerplanten woekerden. Eene marme-
reo tafel versierde de grotop de tafel was
in de Daitsche en Fransche taal een opschrift
met gouden letters aangebracht, hetwelk in
hield dat deze plek gewijd was door de herione-
ring aan de voor 't vaderland gestorven hel-
dP— Het is mijne lievelingsplek geworden,
sprak Clarissa sacbt. Maar sedert gisteren
schijnt er een duistere Bchaduw over deze plek
te liggen.
Sedert gisteren V
Ja, sedert het verhaal van uw oora. over
den verschrikkelijken dood van kapitein Maitin
VR1JH -C APPEL.
Vergadering van den raaddergemeente
Viijh.-Cappel op Zaterdag 30 November
1912, des nam. te 7 uur.
Tegenwoordig: de burgemeester en
alle leden, behalve de heereo Voor de
Poorte en Stam.
De Voorzitter opent de vergadering,
waarna de notulen der vorige bijeenkomst
woiden gelezen eo goedgekeurd.
ik kan de gedachten niet van mij loBmakeD,
dat er een geheim samenhangt met den dood
van dezen dupperen man uw oom maakt ook
eenige aanduidingen, en ik vrees, dat do ont
hulling vau dit geheim voor onB, voor mijn
landlieden, bedoel ik, weinig eervol zal zijn.
Waarom n aan zulke droevige gedachten
overgegeven, juffrouw Clarissa Wuarom steeds
aan 't verschrikkelijke van dien vroeselijken
tijd gedacht en niit aan 't scho >ne vredige
tegenwoordige, aan de rust, den vrede en t
geluk, dat ons omgeeft?
Het gelnk? herhaalde zij droomerig.
Ja, juffrouw Clarissa, ook bet geluk 1 Zie
rondom u, hoe heerlijk de zon over deze schoone
en ryke landen scbij'utHoor den jubelkreet
der wijngaardeniers Bet lachen der knapen,
het zingen der meisjes en kinderen Dat iB het
gelnk van da vrede, dat ook de soldaat weet
te waardeeren, wiens wapen den vrede, als
den kostelijksten schat van een volk, moet
bewaren.
Niet ieder soldaat vat zijn beroep op deze
edele wyze op. Ik ken er vele, die, hoe eerder
hoe liever het zwaard weer zonden trekken, om
den strijd die voor twintig jaren in dit land
woedde, weer opnieuw te beginnen.
Hnu wensch zal onvervuld blijven, wan
neer het van Duitschland afhangt. O, freule Cla
rissa, 'tis wel zonderling, dat vij.twee uit de
landen die eens vijandig tegenover elkander
stonden aan 't gemeenschappelijk graf onzer
vaders van oorlog en vijandschap, van wraak
en wedervergelding spreken 1
Zouden deze graven ocs niet eerder we
derliefde en verzoening moeteD leeren V Ik weet,
dat gij, freule Clarissa en nwe grootvader vrij
zijt, van onverzoenlijke gedachten de ver
siering en de wijding dezer plaats bewijzen
het mocht toch ook het Fransche en het
Duitsche volk de gedachten aan haat en vij
andschap laten varen en elkander over de graven
hunner gevallen beldeuzonen de hand tot
vrede reiken l
Clarissa's oogen zweefden in de verte, zy
was vol gedachten. Zijne woorden herinnerden
haar aan de laatste opteek«ningen baars vaders,
die eveneens in zijn laatste uren zich de ver
zoening der volkeren, dea vrede tusschen de
beide groote natiën had beziggehouden, diem
zijne laatste droomer» de bloeroen der verzoening
en des vredes nit do graven der iu der» stryd
gevallen ontspruiten zag. Deze laatste gedachten
hadden zijn kind, doen ook zijn volk, zyn
vaderland gegolden.
Hoe dikwijl had Clarissa in dezen tyd aan
de laatste woorden haars vaders gedacht, hoe
dikwijls de geel geworden bladen van zyni lea
sten brief aun do lippen gedrukt hoe dikwijls
ever de met zwakke, bevende hand neergescbe-
ven regelen geweend Haar leven, haar denken,
haar gevoelen waB onder den indrnk dezer
laatste woorden van den edelen man gevormd.
De vrede de verzoening waren de sterren haars
levens geweest, waarheen zij vol vertrouwen
omhoog had gezien. Eu du had zich by d ster
ren dus nog eene derde gevoegd, die zoo be.der
was dat ze de sterren des vredes en der ver
zoening overstraalde, zoodat het scheen alsof
ze zich tot ééne ster hadden vereen igd. Bevreesd
had ze lang tot de nieuwe ster. wier glans
haar bart, hare oogen verblindde, omhoog ge-
Docb thans was de twijfel verdwenen
thans wist zij dat deze ster baar niet op een
dwaalspoor kon brengen, dat haars vaders gees,
op die ster der liefde woonde en de verblin
deude glans vau deze ster van zyn edel hart
°l Diep bewogen reikte zy Koenraad de hand.
Vrede verzoening, zegde zy. mogende
graven onzer geliefde vrede verzoening aan
onze volkeren breDgen - dat is ook my
innigste barte-wensch
Hij greep hare de hand ep hield die vast
in de zhne terwijl bij haar in de donkere oogen
zag Honneblikken ontmoet ten elkander vragend
taeder vorscbend an biddend, nleof een
geheim gesprek bielden, stom en toch veel
zeggend meer beteekend dan woorden kunnen
Z'Daarop sloeg Clarissa de oogen meer en een
hlos steeg langzaam naar hare wangen.
Zacht beproefde zij bare hand uit de zIjdü
los te maken. Maar hij gaf de kleine bevende
hand de vrijheid niet, bij trok die hand aan
zijn bart en fluisterdeClarissa, «e hebt in
mijn oog. in mijn hart gelezan, gij weet dat
ik u lief heb, dat do hoogste wensch mijns
harten is aan uwe zijde te Iövod, u. Clarissa
lief te hebben, u gelukkig te maken, voor
zooverre mijne krachten dat kunnen. Onttrek
mij uwe hand niet, wendt n niet af - gij kant
niet kwaad op my zijn, omdat ik uJuf heb!
Ik weet, welke hinderpalen aan mijne heide
en de vervnlling mijuer wenschen in den weg
staan, maar als gij my lief hebt, Clarissa,
wanneer gij mij trouw belooft, dan vrees ik
den strijd met hinderpalen niet, dan zijn ook
de ergste te overwinnen. Zeg mij slechts een
enkel woord Clarissa dat ik hopen mag nwe
liefde te verwelven, dat ge mij wellicht reeds
een weinig lief hebt.
Zij bief de oogen mot vollen blik tot hom
omhoog, terwijl een licht, liefelijk lacbje om
baar half geopende lippen zweefde.
Hare hand lag worm en zacht indezyneen
als da adem van den zachteu weBten wind kwam
het fluisterend over hare lippen
„Laat ons hopen, Koerraad, dat ons beider
wensch in vervulliog komt 1
Jubelend truk hij haur m zijne armeD. L\)
weerde hem niet meer af eene poos rustte
haar hoofd als in een zaligen droom »an zyo
bart en bij kuste haar op het voorhoofd.
Daarop kreeg zij plotsehngen schrik. Len
groote. bruiue jachthond Bprong door het
boscbje en liep met vroolijk geblaf om Clarissa
Verlaat mij, mijn vriend, Bprak Clarissa
haastig. De kapitein De Marengo moet in de
nabyneid zijn bij behoeft ocs niet by elkander
t0J?e\Vaarom niet, Clarissa Men heelt gezien
dat wij te zaroan ons verwijderden.
- Neen, noen, ga royn vriend Ik zou ine
misschien niet goed bondenverlaat me, ik
bid n
'fot weerziens daD, Clarissa
Tot weerziens
Nog een innigen handdruk, een teederen
groet mot de oogen. daarop verdween, Koenraad
op een der zijwegen, die t boscbje doorsneden
terwyl Clarissa zisb op de bank in de grot
"0Zij drukte de band op het outstuimig klop
pende hart. Had ze goed gedaan, met aan hot
gevoel hnrer liefde toe te gaven Wutee niet
dat bijna onoverwinnelijke zwarigheden aan
l hare liefde in den weg zouden staan
(Wordt vervolgd