Nummer 105Zondag 29 December 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. TIJD HEELT ALLES! Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. De Balkan-Oorlog. FEUILLETON. LANDBOUW. BINNENLAND. SUNLIGHT OOGENBLIKKEN OM UIT te blazen zijn alleen mogelijk wanneer Sunlight Zeep wordt gebruikt. Zij bespaart tijd want de zuiverste zeep doet het werk. O- ELSTER. 23) Nog iets over den boomgaard. De Echo van het Zuiden, Waalwijksche en taiigstraalsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. UITGAVE: Advertbntiën 1—7 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel.groote Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. lil/o«lui!lton|in Clnnmrlrill/lorli linlnnn Tl'alnn lette™ naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven iranco per post door het geheele rijk f 0.90. fWUuiWIjKbCflu uIOOlïlOl UKKIII AflIO011 I lülulli worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en Brieven, ingezonden stukken, gelden en*., franco te zenden aan den advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten Uitgever. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. gesloten. Reclames 16 cent per regel. 1244 rmn-iwi WMWggg1 Nadere berichten, die te Konstaotlno- pel ontvangen zijn, bevestigen, dat Dzja- widpasja en zijn geheele staf bij een ge vecht met de Grieken door granaatkar tetsen gedood zijn, echter niet bij Dzja- nina, maar bij den aanval van de Turken op de stelling van de Grieken te Biklista, ten O- van Koritsa, op of omtrent den lódezer. In het district Koritsa staan nog ten Z. van de stad ongeveer 20,000 Turken tegenover twee divisies Grieken. De algemeene toestand De ontwikkeling der feiten gedurende de Kerstdagen geeft aanleiding tot veel nabeschouwingen. Het meest belangrijke Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN." ROMAN DOOR Maar gy weet toch heel zeker, viel ma dame Thury, thans levendig in, dat mijnheer Eugene lid was eener vrijschuttersbende, welke bet slot Marange beeft aangevallen. Zwijg, Josephine, riep mijnheer Thury gestoord. Ik weet nietslnister toch niet naar mijne vrouw, M. de generaal. Eer mynheer Von Brunken antwoorden kon, trad Margaretha tusachen beide mannen. Hare oogen fonkelden, een diepe blos bedekte hare wangen. Met sidderende stem, doch met eene houding, waar een vast besluit uitsprak zeg de zij Genoeg, mynheer Von Brunken, vraag myn heer Thnry niets meer. ik weet thans dat ik eenen onwaardige heb lief gehad, wat nut zou het hebben, zoo ik ook wiet dat die man bo vendien een misdadiger was? Twintig jaren zijn sedertdien vreeselijken nacht voorbijgegaan, waarin mijn vader door moordenaarshanden vielmoge de Bluier, die deze ontzettende daad bedekt, nooit opgeheven worden. Zoo ge me delijden met mij gevoelt, mijnheer Von Brunken, laat ons dan gaan, neem mij dan mee van hier, waar alles mij aan den ongelukkigsten tijd mijns levens herinnert. De kracht begaf baar. Hevig snikkend sloeg zij de handen voor het gelaat. Zwijgend doch vol deelneming stonden mijnbeer en madame Thnry daar zij hadden het gruwzame van den oorlog al heel smartelijk moeten ondervinden, zy hadden gedacht dat zy gedurende den krijg veel hadden moeten verduren. Thans zagen zy in, dat dit meisje,de dochter van het overwinnende Duitsche volk, nog veel nieuws, dat intusschen niets verrassends heeft, is dat de Turksche ministerraad de harde vredesvoorwaarden der bond- genootcn onaannemelijk heeft verklaard en tegenvoorstellen heeft gelormuleerd, die waarschijnlijk in de tegen Zaterdag morgen elf uur aangekondigde conferentie van de vredesonderhandelaren behandeld zullen worden. Van die tegenvoorstellen publiceeren de bladen verschillende bijzonderheden die echter van officieele zijde niet be vestigd worden. Waarschijnlijk zullen de gegeven bijzonderheden dan ook hoofd zakelijk wel op berekening en fantazie berusten, daar het zeker in strijd zou zijn met de goede politieke zeden en gebruiken, om de tegenvoorstellen reeds bekend te maken voor zij officieel me degedeeld waren aan hen die toch op de eerste plaats er kennis van te nemen hebben. Ondanks die besliste afwijzing van de vredesvoorwaarden der bondgenooten, schijot men in Constantinopel zeer op timistisch te zijn, en verwacht men daar, zooals men weet, een spoedige totstand koming van den vrede. Dat optimisme hangt samen met de komst van den bekenden Bulgaarschen generaal Savoff te Constantinopel, met wien, naar het verluidt, de voornaamste punten voor 'n vredesverdrag geregeld zouden zijn. Dinsdagnachi was Savoff met een extra-trein uit Bulgaarsche hoofdkwar tier vertrokken, vergezeld door den fi- nancieclen agent en vriend des konings Sachantschinlef cd een officier van den geaeralen staf. Na aankomst begaf Sa voff of liever bankier Kaltscheff, onder welk pseudoniem de generaal reisde, zich naar het paleis van den groot-vizier waar twee uren lang beraadslaagd werd. Later had een conferentie van een vol uur met min. van oorlog plaats, waarna de Bulgaarsche heeren zich naar den Russischen gezant begaven Ongetwijfeld valt de beteekenis van dit bezoek en de besprekingen daarbij gevoerd, niet te onderschatten. Omtient de resultaten echter, die het heeft op geleverd, meenen wij een zeker voorbe houd in acht te moeten nemen, daar het niet waarschijnlijk is dat met voor- meer door deu krijg bad verloren eu de ge dachte kwam in beu op, dat de oorlog zoo wel roor den overwinnaar als voor den overwoneDne iets ontzettends is, en dat overwonnene en overwinnaar elkander over de gemeenschap pelijke wonden van den oorlog, over de graven der gevallen heldeD, de hand der verzoening niet in eene uiterlijke, maar ter verzoening des harteD, moesten reiken. De generaal legde den arm om den schouder der weenende. Myn lief, arm kind sprak hy bewogen, ge znlt niet meer alleen en zonder steun in de wereld staange zult iu mijne woning een tehuis vinden. Ook ik sta weer alleen op de wereld, nadat myne vrouw gestor ven en mtyne kinderen zich een eigen huis hebben gesticht. Zoo zult ge dau my buis be sturen, mijn lief kind, niet als eene vreemde in een vreemd huis, maar als myne dochter, als mijn kind. Wilt ge dat Margaretha? Vader lieve vader 1 snikte Margaretha terwijl zij de armen om den bals van den ouden soldaat legde en zich vast aan zijne borst drukte. Dos is dat in orde, zegde de generaal terwijl hy zijn ontroering achter een lachje poogde te verbergeD. Ge gaat met my mee Margaretha. Maar voor een korten tyd moet ik n toch nog onder de hoede van onze brave madame Josephine Thnry en den wakkeren mynheer Thnry laten. Ik kan u toch heden avond niet in mijne jongmanawoniDg, die voor zoo iets nog niet ingericht is, brengen. Zij zag door de tranen been lachend naar hem op. Ik blijf gaarne nog eenigo dagen hier, maar mag ik u niet belpen, als gij uwe woning anders inrichten wilt? Veel is niet Doodig een kamerke voor my.... De generaal lachte. Een kamerke zullen we nog wel vinden en eene slaapkamertje en een salon en alles, wat mijne dochter noodig heeft. Maar, mijnheer Von Brunken. Vóór alles verzoek ik u te bedenken dat ik thans weer oom Brunken ben. En wat de woning betreft, wees daaromtrent gerust. De dienstwoning van een koninklijken Pruisischen generaal is niet zoo klein, dat er voor u geeo plaats in zou zyn, mijn kind, myn kind. Thans zal ik dan weer iemand hebben, die myn huis bijgaan van de officieele afgevaardigden te Londen, een definitieve regeling, zoo als het wordt voorgesteld, van de meest gewichtige punten voor een vredesver drag te Constantinopel even gauw zou voorgesteld zijn. Wel kan men de gehou den conferenties te Constantinopel, zooals wij overigens reeds zelden, van grooten en misschien zelfs beslissenden invloed houden op het verloop der onderhan delingen te Lond&a. De berichten omtrent de posities der legers bij Tschataldscha, waaraan men nu weer meer aandacht begint te wijden luiden minder gunstig. De dagorder door den Bulgaarschen koning tot zijn troepen gericht, doet vermoeden, dat de Bulgaarsche troepen voor de laatste Turksche verdedigingslinie een opwek king* noodig hadden. Tusschen de regels van het stuk, kan men dan ook inder daad wel lezen, dat de toestand der troepen niet erg monter en dat aUes gedaan moet worden om den „goeden geest1 weer te wekken. Ook van Turk sche zijde luiden intusschen, de berich ten niet zeer gunstig Overigens valt weinig nieuws te melden hetgeen sommige journalisten aanleiding schijnt te geven tot het uitdenken van zeer fantastische politieke sensatie-be richten. Er wordt in dezen tijd van het jaar uiteraard veel over den boomgaard ge schreven, omdat de vruchtboomen juist in den herfst en winter het meest verzorgd moeten worden. Laat ik in dit artikel er ook een enkel woord over zeggen. Ik wil het speciaal hebben over de stikstof- bemesting der frultboomen. Een te over vloedige bemestiog met stikstof, die nog al eens vaak het gevolg is van het bemes ten met stalmest, compost, gier, enz., is voor de boomen nadeelig. Er worden te veel bladtwijgen gevormd en de zoo bemeste boomen brengen teweinig vrucht hout voort. De geile groei bevordert het gemakkelijk bevriezen. Daarenboven zijn dergelijke boomen zeer vatbaar voor waardig kan vertegenwoordigen Maar, in allen ernst gesproken, Magaretha, ik woDseh dat ge nog een of twee dagen hier blyft, vooral hierom, dat ik vooraf nog met den markies De Ladoncbampa en den kolonel De Marange ieta te bespreken bob. Men heeft u bitter onrecht aangedaan. Dat moet goed ge maakt worden. Generaal... beste oom... Neen, neen, laat mij myn gBDg maar gaat). De Markies is een man van eer, de kolonel eveneens en mevrouw de MaraDge is eeDe voortreffelijke dame. Zy zijn bedrogea geworden door wien, dat behoef ik u niet te zeggen. Wy evenwelzynhunverplicht.dat wij hun over hat karakter van dien heer opheldering geven. Oom, ik schoam me voor die ophelde ringen, fluisterde Margaretha het hoofd latende zakkeD, terwijl een diepe blos hare wangen bedekte. Ja, mijne beste Margaretha dat is nu eenmaal niet anders. Mot waarheid en door rond voor voor de zaken uit te komen komt men het verst. Ge hebt een font begaan ge moet die fout weer goedmaken door ze open lijk en met waarheid te bekenneD. Ik zal het doen, oom, antwoordde Mar garetha zich trotscb oprichtend. Mijne font kwam niet uit een onedel gevoel voort en mijne eer ia niet geschonden. Spreek daar niet vaD. Wie u kent, gelooft En nu, vaarwel mijn kind. Morgen kom ik weer, om u in uw nieuw tehuis te haleD. Vaarwel mijnheer Thury, madame Josefine kleine Madeleine... morgen kom ik weer bij u terug, en dan zal ik weerwraak nemen voor dat vaatje Lorrywijn. Hij schudde de brave lieden vriendelijk da hand en girg naar zijn paard, hewelk de ordonnans voorbracht. Nog een groet wierp hy met de hand naar de achter blij venden, daarop Blingerde hy zich in den zadel en reed snel W6g. XVII. Een droeve, natte en koude Ootobermorgen brak aan. Iu vochtige sluiers hing de nevel aan de boomen van het kleine boscb, dat zich allerlei parasitaire ziekten, vooral wanneer de bodem weinig kalkhoudend is. Maar stikstof moeten de boomen toch hebben De stikstof is in elk geval onontbeerlijk voor den groei van het hout en de bla deren. Frissche, glanzende, donkergroene bladeren zijn het gevolg van de aanwe zigheid van stikstof. Daarenboven geven de boomen dan groote vruchten. Perziken en appels hebben meer stikstof noodig dan peren en pruimen, en peren veredeld op kwee eischen meer stikstof dan die op wildstam. Daarvan hebben alle vruchten toch zekere hoeveelheid noodig. In den laatsten tijd geeft men ook aan de vrucht boomen de stikstof in den vorm van chllisalpeter, waarvan men dan de helft in den winter geeft, tegelijk met den kali- en phosphorzuurmest. En waarom De grootste hoeveelheid voedsel wordt reeds in het voorjaar verbruikt voor het vormen van hout en blad. Reeds in de maand Februari beginnen de wortels hun werkzaamheid en daarom is het wensche- lijk, dat zij vo'doend voedsel ter beschik king hebben. Ook stikstof. En daarom moet in den laten herfst of in den vroegen winter een gedeelte van het chllisalpeter onder de boom uit gestrooid worden en licht ingewerkt. Men denke er aan, zooveel grond te bemesten, dat men aan beide zijden on geveer V# M. buiten de kruin komt. Staan de boomen in gesloten stand, dan mest men den geheelen boomgaard. Per Are geeft men 2l/% tot 4 K. G. in het geheel. Ia den winter zaaie men dus per Are 1 a 2 K. G. uit. De rest van het chllisalpeter beware men tot die boomen gebloeid hebben. Boomen, die rijk dragen, moeten meer chllisalpeter hebben, dan andere, die weinig belo ven. Indien de laatste daarenboven een weligen houtgroel hebben, dan geve men minder chili' De algemeene bemes ting in sommige proeftuinen is tegen woordig wat de stikstof betreft, 300 KG. per Hectare, welke hoeveelheid echter in buitengewone gevallen kan vermeerderd worden. Landbouw. De Provinciale Regelingscommissle voor de paardenfokkerij in Noord-Bra bant heeft voor 1913 tot leden der keuringscommissie voor de premiekeu- van La Max» tot aan den oever van de Moezel uitstrekte. Tegenover bet boscbje, aan den anderen oever van don stroom, lag eeDe kleine boerderij, tueschen reeds geoogste wijnbergen een bootje lag mot een ketting aon deu oever bevestigd, een tweede bootje bewoog zich langzaam, door de riemen van den loeier voortgestuwd, door den breed daarheenstroo- menden Moezel naar 't klein boscbje van La Max*». In de 4>oot zaten twee heerenwien men op 't eerste gezicht kon aanzien dat ze Fran- schen wareD. iinnne bonding verried, dat zy tot het leger behoordeD. Men sprak geen woord doch staarde met ernstige oogen in den nevel die over bet water op en neer golfde. Toen de boot den tegenovergestelden oever bereikt had, daar, waar de veldweg tot den stroom afdaalde sprongen de heeren uit bet vaartuig aan land de laatste van hen Dam eenige dekens op. welke den bodem van de boot lagen, betaalde den veerman, terwijl hij h6m verzocht, op deze plaats ODgeyeer een unr te wachten, daar men misschien zijne bnlp later nog eenmaal noodig had. De onde veerman beloofde het en zag de heeren nieuwsgierig do, die zich in de richting van het boscbje snel verwijderden. Dat zal daar een bloedige ontmoeting zyn murmelde hij in zichzelveD. Nn, 't is mij onverschillig, als ze elkaar te lijf gaaD. Ik heb in elk geval een goede betaling gehad. Hij zette zich in de boot neer en stak zyn kort steencn pijpje aan. Toen bij weer opzag, waren de heeren in het bosoh verdwe nen. Byna op denaelfden tyd bewoog zich op den landweg van Metz een wagen, met twee paar den bespannen, in vlaggen draf naar't boschja De weg voerde dicht langs de herberg St. Agathe en mijnbeer Thury, die in zijnen hof bezig was, bemerkte dat er eenige officieren in den wagen zaten. Ik moet my zeer bedriegen, alg een der beeren niet de jonge laitenant von HolteDsen geweest is, vertelde hij eenigen tijd later aan Margaretha, die in den hof kwam, om een tuil herfstbloemen te plukken' Wat zon M. vod Holtensen zoo vroeg daar in dat boschken te doen hebben vroeg Margaretha met zekeren twijfel. Ge znlt u ringen benoemdde heeren M. De Roon te Raamsdonk, P. Den Ouden le Tilburg, J. C. Roodzandt te 's Graven- hage en A. Boeker te Oud Vroenhoven. Tot plaatsvervangers werden gekozen de heeren jhr. T, C. M Van Rijcke- vorsel te den Dungen C. Aarden te Standdaarbuiten, C. De Bruijckere te Bres- kens en A. Kooij te Kedichem. Als Rijksveeatts zal de Commissie wor den terzijde gestaan door den heer P. f. 't Hoofd te Almkerk plaatsvervan ger de heer H. H. Nijssen te Eindhoven. i i - Het volgende stukje knippea wij uit het «Dagboek van een Amsterdammer* in%De Telegraaf* >Ou sont les neiges d'antan*, toen Vliegen colporteerde met Bulldog-revol vers, de goedkoopste en beste in ge bruik, en Troelstra in Friesland raad en opheldering gaf aan allen, die met bom men wenschten te werken Waar zijn die schoone dagen f De woeste revolutionnairen met wilde haren en vlammende oogen zijn getemd en kaal en fatsoenlijk geworden, spuwen in behoorlijk gezelschap niet op den grond, trappen niet op je schoenen en likken met hun wijsvingers hun glas niet uit. Ze gaan zelfs genoeglijk in Den Haag bij den burgemeester op receptie en daarover is nu hooggaande herrie. Van de zes «fliüke, vrije mannen* die de fractie daar telt, zijn er vier in rok en lakschoenen bij den burgemeester aan huis geweest, hebben zijn sand wiches gegeten en zijn champagne ge dronken en als echte kapitalisten den knecht een gulden in zijn hand gestopt. De vijfde was op reis en de zesde kon nergens meer een rok huren, en weiger de dus Marxistisch koel- «Het Volk vindt het heelemaal niet erg wat die vier «flinke, vrije mannen deden. In Amsterdam gaan Jos. Loopuit en Pothuis en Wolfring en de andere negen weliswaar nooit bij deu burge meester diaeeren, maar dat zit hem niet in het beginsel, maar meer in de magen, want de eeue helft is vegetariër en de andere helft geheelonthouder. vergist hebben M. Thnry. 't Kan zyn, doch't kan ook zijn van niet. En wat de zaken van den luitenant betreft, daar heb ik zoo mijne eigene gedachten over. Wilt ge mij die niet mededeelen, M. Thury Gij weet dat ik belang Btel in alles wat M. von Holtensen botrett en go zet zulk een ernstig gezicht,'dat ik bijna vrees, dat ge my niets goeds mee te deelen hebt. Nu, jnlTrouw, ge weet misschien niet dat M. von Holtensen gisteren in Ladonchamps is geweest? Hoe zou ik daar kennis van dragen? Ik heb eergisteren avond het kasteel Ladonchamps verlaten. Ja, ja. Myn schoonvader, de oude Frans, heeft M. von Holtensen gezien. Da laitenant bnd hem vriendelijk gegroet, toen hij in het kasteel kwam. De oude Frans had hem daarop bij den markies, die zich ia bet park bevond, aangediend. Maar de markies wilde den lai tenant niet ontvangen, doch zond den kapitein tot hem. Natuurlijk heeft de oude Fr&DS niet gehoord wat de beide heeren met elkander besproken hebben, maar na een half uur ongeveer heeft de laitenant Von Holtensen in hevig opgewon den toestand Ladonchamps verlaten, en ook M. de Marange is naar Mets teruggekeerd. Dat luiteuant Von Holtensen niet in vriendschap van den kapitein gescheiden is, heeft de oude Frans zeer goed bemerkt. Gij gelooft dus, dat M. Von Holtensen en de kapitein in dat boscbje met elkander iu tweegevecht zyn Ik geloof het juffrouw. Ik kan u ook nog eene andere waarneming mededeelen. De oude veerman van de hoeve aan da overzijde van de Moezel dronk gisterenavond een glas wijn bij mij. Hy vertelde mij dat drie Franeche heeren voor dezen morgen zijne boot hadden afgehnurd, om hen Daar het bosch van La Maxe te brengen. Een dezer is M. De MaraDge. Ala men alles wel inziet, joffronw. schijnt het mij toe alsof er m dat bosch een tweegevecht plaats heeft. Maar dat moet men verhinderen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1