Nummer 32 Zondag 20 April 1913 36e Jaargang Tweede Blad, Pif BINNENLAND. Reclame OÖGF.NBLSKKEN OM UIT te blazen zijn alleen mogelijk wanneer Sunlight Zeep wordt gebruikt. Zij bespaart tijd want de zuiverste zeep doet het werk. Directeu r Rijkspostspaarbank. liet Hdbl. meldt, dat de heer P. J. K. Dubois, directeur der Rijkspostspaarbank voornemens is met 1 September zijn ambt neer te leggen. Dit besluit van den heer Dubois houdt verband met het be reikt hebben van de 65-jarigcn leeftijd. Verkiezingen. De staten van Overijsel hebben giste ren tot lid van de Eerste Kamer geko zen mr. W. L- de Vos van Steenwijk te Wijhe met 26, van de 47 stemmen. De heer D. VV. Stol! had 16, de heer H. van Tol 4 stemmen verkregen en de heer B. Berenns Azn 1 stem. Advertentie uit de Nieuwe Tilburg- sche Courant „Kiest in Juni geene Journalisten die anli-Tariefwet-advertenties in hunne bla den opnemen Want dezulken brengen het C listelijk ministerie in gevaar." De Nieuwe Tilburgsche Ct. behoort blijkens haar eigen getuigenis in een artikel in het nummer van gister avond, tot de bladen, die de Tariefkwes tie als „vrij" beschouwen. Zij staat onder leiding van den heer A. H. A. Arts, lid van de Tweede Kamer. Het bovenbedoelde artikel licht de op neming van de hatelijke advertentie toe. Wij meentn aldus lezen wij dat het nuttig is, dat het publiek tijdig wordt ingelicht over het gehalte der bestrijding die wij en bijzonderlijk de afgevaardigde van Tilburg in den eerstkomenden tijd van de bekende zijde zullen hebben af te wachten. Red. R. K. Bond van Spoor- en Tram weg personeel. *St. Raphael Zondag had te Breda delOejaar- lijksche plechtige bijeenkomst van dezen Bond plaats. Honderden en honderden waren naar Breda opgegaan. Aan den stoet namen omtrent een 4000-tal per sonen met een 60-tal vaandels deel. In de St. Josephkerk werd door den gees telijken adviseur, den Z.Eerw. heer Mut- saers uit Den Bosch een H. Mis opge dragen. Een 2000-tal personen vonden er zit- eD staanplaatsen, de overigen moesten zich met een plaatsje op het plein vóór de kerk tevreden stellen. Na het H. Evangelie beklom pastoor Mut- saers den kansel en hield een korte toespraak. Na afloop der H. Mis werd de eigen lijke optocht opgesteld. De belangstelling was enorm. De vele en keurige vaandels en ba nieren, met daarachter de trouwe vol gelingen, maakten inderdaad een groot- schen indruk. Verschillende muziekge zelschappen namen aan den optocht deel. Voor het paleis van Z. D. H. Mgr. I'. Leyten, Bisschop van Breda werd halt gehouden en front gemaakt, om den beminden Bisschop een ovatie te brengen 'k. D. H. verscheen voor een der ven sters en uit zijn vriendelijk groeten bleek, hoe aangenaam hem de gebrachte ovatie was. Om 1 uur had de plechtige bijeenkomst In de St. Annakerk plaats. De Bonds voorzitter, de heer J. F. Hellemons uit Boxtel, hield de eerste rede, waarin hij vooral de verdiensten huldigde van pas toor Mutsears en Kapelaan Donders. Hij wees voorts op den vooruitgang van den bond, die nu 92 afdeelingen telt. Vervolgens deelde spr.'een en ander mede over de verrichte werkzaamheden in het afgeloopen jaar door het hoofd bestuur. Behalve het vele andere werk, zijn 268 zaken van den meest uitcenloopen- den aard met directies van spoor- en tramwegmaatschappijen behandeld. Er is deelgenomen aan de pensioen- en loon- actie aan de enquête in zake rusttijden enz. De loon- en pensioenactie hebben een gunstig resultaat opgeleverd, al zijn er dan ook nog eenige leemten achter gebleven Ook deze hoopt men echter spoedig ten goede veranderd te krijgen Door de nieuwe pensioenregeling is een flinke stap in de goede richting gezet. Z.Exc. minister Regout die daaraan krachtig meegeholpen heeft, bracht spr. daarvoor een woord van dank. Hij wees er verder op, dat het tram personeel over 't algemeen zeer stief moederlijk is bedeeld. Nadat het Bondslied was gezongen hield kapelaan Donders no^ een rede, terwijl daarna nog het woord werd ge voerd door pastoor Mutsears. Belangstelling in de verkeersregeling. De reeks van auto-ongelukken, die in den laatsten tijd, vooral in de hoofdstad, plaats hadden, hebben de publieke opi nie geprikkeld, iu sommige gevallen niet ten onrechte. Te betreuren is het evenwel, dat in een stroom van ingezonden stukken in de bladen aan deze geprikkeldheid, die somwijlen in overprikkelingontaardt lucht wordt gegeven en verwijten worden rondgeslingerd, soms aan het verkeerde adres, waardoor een eensgezinde samen werking tusschen alle categoriën van weggebruikers, om in de toekomst, zoo veel mogelijk ongelukken te voorkomen, ten zeerste wordt belemmerd. Met het maken van verwijten en het aanwakkeren van het vuurtje der vijan dige gezindheid onder de weggebruikers komen we niet tot wat we, als ernstige menschen, toch allen bereiken willen de verkeerspacificatie. Laten we beginnen met te constatee- ren, dat het met het verkeer nog een Janboel is, en eerlijk erkennen, dat we allemaal daar een heel klein beetje schuld van dragen Laten we het eerlijk uitspreken, dat het geen wonder is, dat er ongelukken gebeuren zoolang wij zonder uitzondering onszelf van ons greintje schuld aan dezen Janboel, oorzaak der ongelukken.niet vol komen bewust en ervan gezuiveid heb ben. Laten we nog wat verder gaan met ons gevoel voor eerlijkheid en recht, om te verklaren, dat het moeilijk, dik wijls vrijwel onmogelijk is, zoo maar uit te maken, wie van de partijen, betrokken bij een ongeluk, de hoofdschuldige er van is. Laten we ten slotte constateeren, dat het zoo niet langer gaat en wij allen verplicht zijn ons aan te gorden om den ongeluksduivel te bestrijden, krachtig en met energie. Niet met ingezonden stukken, niet met kritische beschouwingen, waarvan wij zelf een volgend oogenblik het voorwerp kunnen zijn. Doch met een krachtiger wapen. Met het voorbeeld I Want wat baat het ons of we al wen- scheD, dat hier te' lande, evenals in an dere landen, behalve in Engeland, een onderzoek worde ingesteld naar de be kwaamheid voor het besturen van een automobiel, wanneer niet-automobiellis- ten het zich niet tot een plicht maken van den weg gebruik te maken op een wijze die het veroorzaken van ongeluk ken uitsluit Welke waarborgen geeft zoo'n onderzoek, waar in verreweg de meeste gevallen niet aan onbekwaamheid doch aan onvoorzichtigheid van den chauffeur de ongelukken te wijten zijn, men iemand niet op onvoorzichtigheid kan examineeren Worden te Amster dam de bestuurders der huurauto's niet op dezelfde wijze geëxamineerd als in Duitschland En toch is een der onge vallen van den laatsten tijd gebeurd met een atax-chaufteur, die het trottoir opreed. Wij het publiek, hetzij dat het loopt, fietst, een auto, een auto of wat ook bestuurt, moeten toonen, dat wij overtuigd zijn van ons deeltje schuld, door het persoonlijk voorbeeld willen mede werken tot het verkrijgen van een toestand, geëvenredigd aanj'de eischen van het moderne verkeer, en ons ook bereid verklaren ons te onderwerpen aan de wettelijke^voorschriften. Wie zijn de veroorzakers van ongeluk ken Het zijn de voetgangers, die bij voor keur op den rijweg, in plaats van op de trottoirs, óf aan den linkerkant in plaats van aan den rechterkant van een weg te loopen, óf een straat of weg oversteken zonder zich tevoren vergewist te hebben, dat dit zonder gevaar kan geschieden.'-VI Het zijn de koetsiers, die maar niet eraan kunnen gewennen den rechterkant van een weg of straat te berijden, óf wel links een zijstraat indraaien, langs de binnenbocht. Het zijn de wielrijders, die overal tusschen door willen scharrelen, om maar vooraan te komen aan de ordelooze file van allerlei voertuigen, of een kruising van straten passeeren, zon der er rekening mee te houden, dat daar gevaar kan dreigen voor hen en voor anderen. Het zijn de automobilisten, die evenmin als de koetsiers het rechtergedeelte van den rijweg gebruiken, roekeloos straten en wegen oversteken en altijd de binnenbocht nemen, hetzij zij naar rechts of naar links een zijstraat inslaan. Het zijn de politie-beambten. die óf door onvoldoende bekendheid met de motor- en rijwielwet en de verordenin gen, óf door onvoldoend begrip van orde en veiligheid, óf door gemakzucht, zich niet aan dien verkeerschaps schijnen te storen. Het zijn allen, die van de wegen en straten gebruik maken. Het minst schuldig is de wetl Stipte naleving door het publiek en handhaving van de „rule of the road", is het eenige middel tot bevordering van de veiligheid op straat. In dit opzicht is in Amsterdam in den laatsten tijd ongetwijfeld verbetering te bespeuren sedert op drukke punten agenten midden op straat zijn geplaatst. Maar het gaat natuurlijk niet aan, om in een paar maanden een eind te maken aan een sedert menschenheugenis be staande anarchie. Op den duur verwach ten wij van dezen maatregel zéér veel verbetering. En des te eerder wanneer wij dat zijt gij voetgaugers, wielrijders, automo bilisten, koetsiers, trambestuurders, enz., beginnen met het geven van een goed voorbeeld. Laat ons bij ongelukken niet steeds het eerst de schuld zoeken bij anderen, maar vóór alles nagaan of wij zelf niet de hoofdoorzaak zijn. Internationale Te?itoonstelling Tilburg. Er zit gang in de werkzaamheden op de terreinen der Tilburgsche Tentoon stelling. Voor eenige weken zag men er nog niets dan een eindelooze rij van binten en balken en thans lijkt het van uit den spoortrein op een houten stad, welks koepels hoog oprijzen. De lange ballen staan dan ook alle onder de be kapping. Over den grootschen opzet dezer ten toonstelling werd reeds het een en ander medegedeeld, maar er mag nog wel eens worden opgemerkt, dat de Nederland- sche Nijverheid hier eene geschikte ge legenheid vindt om zich te toonen in al haar omvang. De ruime Nijverheidszaal zal dan ook een volmaakt beeld geven van 's lands industrie. Naast de inzendingen moeten vooral sportfeesten en vermakelijkheden het succes dezer tentoonstelling verzekeren. Voetbalmatchen en vliegdemonstratie's zijn aan de orde van den dag. Daar wordt echter ook een groot nationaal en internationaal concours hipplque gehou den op Zondag 27 Juli uitgeschreven door de Tilburgsche Rijvereeniglng. Als souvernir der Tentoonstelling wordï een gedenkpenning geslagen met de ins criptie internationale Tentoonstelling 1913 te Tilburg*, terwijl op de voorzijde een der hoofdgebouwen staat afgebeeld. De levering dezer gedenkpenningen is opgedragen aan de Firma Boers Co. te Rotterdam. Molenaars-gil de. Door het Bestuur van het Dioc. Mo lenaars-gilde in het Bisdom van 's-Her- togenbosch werd de volgende circulaire verspreid. Het is U ongetwijfeld bekend, hoe In de laatste tientallen van jaren, de mid denstand een geweldige crisis doorleeftt die hachelijker wordt en hopeloozer me, den dag. Reeds zijn heele groepen van eertijds gezeten middenstanders, niettegenstaande de uiterste krachtsinspanning, jammerlijk bezweken en ingelijfd bij de zlenderoog groeiende klasse van afhankelijke loon arbeiders. En wat het ergst is van alde naaste toekomst dreigt nog harder slagen op dezen stand te doen neerkomen, ja herb goeddeels te treffen met algeheelen on dergang. Dat ware een ramp voor de mensche- lijke samenleving 1 Welnu, wij zijn overtuigd, dat Gij zulk een sociale ramp zoudt betreuren dat Gij het zoudt bejammeren, indien de middenstand goeddeels werd uitgescha keld en als gevolg daarvan de maat schappij zou uiteenvallen in kapitalisten en arbeiders twee machten, die ge lijk de dagelijksche ondervinding leert aldoor vijandiger komen te staan tegenover elkaar. Doch niet alleen voor de maatschap pij, ook voor de Katholieke kerk zou de verdwijning van den middenstand van onberekenbaar nadeelige gevolgen zijn. Immers, zoo heeft nog vóór eenige jaren Z. D. H. ds Aartsbisschop van Utrecht openlijk getuigdsteeds heeft de Kerk, zoowel stoffelijk als geestelijk haar hechtsten steun gevonden in den middenstand Welnu, van dezen middenstand vor men de molenaars eeD niet-ODaanzienlijk deel. En 't zijn juist deze molenaars, die op onzen tijd, meer dan eenige andere middenstandsklasse, allerpijnlijkst worden in 't nauw gedreven. 't Is U toch bekend, hoe het bedrijf van den molenaar, sinds een halve eeuw, voor een goed deel allengs is ko men te rusten op den handel in granen, en hoe deze eenmaal gevestigde toestand tot op onze dagen heeft voortgeduurd. De thans levende molenaars namen het bedrijf in dien vorm van hun ouders over, hopende en vertrouwende daarin een redelijk bestaan te zullen vinden. En wat is nu gebeurd. Allereerst zijn hun, door de zeer vele boerenpakhuizen, die allerwege zijn op gericht, de Verdiensten van den handel goeddeels ontnomen. aar bovendien w or den zij in dtn laat sten tijd met volkomen ruïneeri?ig van hun bestaan bedreigddoor de etnstige pogin gen, die op steeds Oneerdere plaatsen wor den aangewendom tot oprichting van coöperatieve maalderijen voor boeren te komen. Zouden deze coöperatieve maalderijen metterdaad tot stand komen, dan dit begrijpt eenieder is het eenvoudig gedaan met den molenaarsstand en is hij onverbiddelijk gedoemd, binnen zeer korten tijd te sterven en te verdwijnen uit onze maatschappij. Het zij ons daarom vergund, een be leefd doch dringend beroep te doen op Uw invloed, Uw gezag en Uw welwil lende gezindheid jegens onzen zwaar ge- drukten stand, ten einde de betreffende boeren eventueel te bewegen van de oprichting van dergelijke coöperatieve maalderijen af te zien. Temeer durven wij dit doen, wijl meer genoemde maalderijen naar boeren ons zelf hebben getuigd slechts een ge ring of hoegenaamd geen geldelijk voor deel voor de leden zullen afwerpen Doch als dit inderdaad zoo is, dan kan, met inachtneming der christelijke naastenliefde, zeker hierin geen reden gevonden worden, om een heelen stand zoo maar uit zijn bedrijf te stooten en broodeloos te maken. Om wille toch van zoo'n gering of zelfs vermeeud voordeel mag dit immers niet geschieden. Maar bovendien geldt hier nog een andere, heel bizondere en klemmende reden, die o.i. de boeren van >coöpe- ratief malen* moet weerhouden. Deze reden is, dat daardoor het bedrijf der molenaars wordt vernietigd, maar bovendien nog hun kapitaal dat immers in den eigendom van den molen pleegt te bestaan vrijwel waardeloos wordt gemaakt. En nu is het toch duidelijk dat daar voor buitengewoon groote en ongemeen dringende redenen moeten bestaan, wil men zich niet ernstig aan de christelijke naastenliefde vergrijpen. Met een beroep dus op de gewone redenen, die coöperatie geoorloofd doen zijn, kan men hier geenszins volstaan, ook al zouden die hier of daar aanwezig zijn. Daarbij komt nog, dat de boeren en de molenaars beide onderdeden vormen van den éénen grooten middenstand, die heden len dage in zijn geheel op zoo bitter harde proef wordt gesteld. Maar zou het dan niet diep te betreu ren zijn, indien een dezer beide rnidden- standsklassen in plaats van elkander te helpen en te steunen, haar integendeel het voortbestaan volstrekt onmogelijk zou maken Wij vertrouwen dan ook dat te zijner tijd door U geen pogingen zullen worden nagelaten om dergelijke coöperatieve maalderijen te voorkomen en ons mo lenaars daardoor voor een wissen onder gang te hoeden. Icmeer wijl de vereenigde molenaars door deze zich bereid verklaren om, waar werkelijke grieven van eenigerlei aard mochten bestaan, daaraan naar best ver mogen tegemoet te komen en de meest solide waarborgen te verstrekken voor de zuiverheid der door hen te leveren goederen, waar en zoo dikwijls dit door de boeren wordt gewenscht. De rijksmiddelen. De afgeloopen maand Maart kan geen reden geven tot groote tevredenheid over de opbrengst van de Rijksmiddelen. Waar wij in den laatsten tijd bijna ge woon zijn geworden te kunnen wijzen op een stijging van de financicele uit komsten van ons land, daar valt het tegen een mindere opbrengst, te moeten constateeren, vergeleken bij de gelijk namige maand van het vorig jaar. En dit is thans het geval. In Maart werd ontvangen f 14.290,259 61 terwijl Maart 1912 opbracht: 14,576.734,9078 dit is dus thans f 186,275,2979 minder. Het buitengewoon gunstig resultaat van Januari is er de oorzaak van, dat de totaalopbrengst van de eerste drie maanden van dit jaar nog geen slecht figuur maakt tegenover die van gelijk, tijdperk in 1912. Toen toch werd, f88.857,330,037s ontvangen, terwijl thans de opbrengst f40,019,359,1278 zoodat 1913 nog'altijd f 1,162,023,09 op ziju voorganger voo'uit is. Wbureer uw gezondheid begint af te &emen. Van de geboorte tot den dood stroomt, het bloed onophoudelijk door de nieren om ge filtreerd te worden. Indien de nieren echter ziek of zwak worden, kunnen zij het bloed niet behoorlijk fiitreerer en de urinaire on zuiverheden in het bloed verspreiden dan ziekte door uw geheele gestel. De patiënt begint zich onnatuurlijk vermoeid, zwaar en dof te gevoelen, hij wordt prikkel baar en ellendig De onzuueiheden kunnen zich nestelen in de spieren en gewrichten en rhenmatieche pijnen veroorzaken. De urine wegen kunnen aangedaan worden en water zuchtige zwellingea vertoonen zich. Het hart schijnt niet goed te werken, de handen en voeten zijn dikwijls koud, en de patiënt kan aanvallen van duizeligheid hebben. Nierziekten zijn dikwijls lastig te genezen omdat zij zoo vaak ongestoord zich verder kunnen ontwikkelen. En noodlottige ziekten zullen ongetwijfeld volgeD, indien zij nog verder verwaarloosd worden. Begint daarom reeds bij bet eer«te optreden van de boven genoemde verschijnselen met het gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen, die de nieren wederom tot werking brengeD, heelen en versterken, de urine-afscheiding regelen en uw kwalen doen verdwijnen. Te Waalwijk verkrijgb. bij Wed. Orie- Dumoulin, Markt. Toezending geschiedt franco na ODtv. v postwissel h f 1,76 voor één of f 10.- voor zes doo- Z8D. Eischt de echte Foster's Rugpijn-Nieren Pillen, weigert elke doos, ilie niet voorzien is van nevenstaand handels merk. 4644 Voor de rechtbank te Breda heeft gisteren terecht gestaan A. L. H., 27 jaar oud, wonende te Berkel, beklaagd van moord en poging tot moord. Beklaagde heeft op 9 Februari aan de Heide onder Tilburg, ter plaatse genaamd het Kokkegat, zijn echtgenoote W. S. in het water geduwd en daarna naar het 'dieper gedeelte getrapt, en zijn dochtertje in het diepste gedeelte van het riviertje geworpen. De vrouw wist den overkant te be reiken en daar aan wal te klauteren zijn dochtertje werd door den stroom meegesleurd en verdronk. Beklaagde ontkende het plan te hebben van v 1211I i i ir-j

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1913 | | pagina 5