Nummer 46. Zondag 8 Juni 1913. 36e Jaargang. Tweede Blad. DU CAPELLE's VERLEDEN, Een geneeskundig Consult, ÜiïlTÜLAND? BINNENLAND. Reclame, Ingeland. Ingezonden Stukken Verjaging van een troep Fransehen bij Capeile, op den llen Decem ber 1813. (Vervolg.) Hier open land en zoo vol vreezeu Wat toch de toekomst baren zou Zoo maar de bystand ernst mag wezen, Voortvarend, eensgezind, getrouw, Sprak twyf'ling-spraken Langstraats telg'n Dan slaan we ook handen aan 't ver- [delgen Van 't staal, metaal en yz'ren juk Maar zachtheeft God ook helpers [noodig r Zyn wil en hulp is overbodig Zyn adem breekt de rots aan stuk. Zie op 't bewegen van de lakken In 't hoog getopt en bladloos woud, Vliegt d' Ambtenaar met leege zakken, Wyl zyn gewisse 't niet vertrouwt Zoo zal geheel de Fransche bende, Napoleon haar hoofd, in 't ende, Ontvlugten, met een wrevlen gil En door dit heen gaan, hen betoonen, Dat hooger troon, dan zyne tronen Een wil heeft boven zynen wil. Die 's avonds wacht, sloeg nooit zijn [oogen In de oude volkgeschiedenis, Een tyran vindt zich wis bedrogen, Die waant, dat hij een Godheid is Zyn troon, hoe verre die mag blinken, Moet vroeg of laat in 't niet verzinken Tot schand van 't stof, dat hem beklom. Al wordt hy op zyn wil alsmede, Als Sint of heilig aangebeden, De vloek schrapt hem eens uit dien drom. Toen dit geloof ons steeds bezielde, Rukte een kozak en Pruysman aan, Die hun verblyf te Raamsdonk hielden, Om daar een legertje op te slaan, Eangs Moerdyk, 't Nieuwe veer ea elders Ja, langs den Ryn en door het Geldersch, Marcheerde daag'lyks groote hoop Van krygers, die de zege droegen, De l'Tanschman in de steden joegen, En d'Ambtenaren op den loop. Met zacht gefluister, stille trommel, Trok uit het steedje Woudrichem, Het kleine garnizoen naar Bommel Terwyl Den Berg ook raakt' in klem. Of wel de mariniers der Franschen, Verrast, omsingeld door de lansen Der snorrebaarden van den Pruis Zoo vielen onverwacht maar vaardig, Die twee frontieren, klein maar waardig, In handen, zonder krygsgedruisch. Des nachts werd nu al lieverlede, Wat meer in 't rond gepatrouilleerd Wie vreest niet heimelyk het wreede, Dat in het duistre vaak verkeert Geen krygsman laat zich ligt verrassen 't Is schilderen, waken en oppassen, En achter 't bolwerk van 't kanon, Met argus-oogen rondgekeken Of er iets wemelt in de streken, Dat aan het doelwit hinderen kon. Die bod aan 't paard zyn teugels vieren En wederkeeren langs ons pad. Een klein getal van dorpelingen, Inwoners van het stil Cappel Die hiervan onderricht ontvingen, Zien hun en dorpsgevaar te wel. Om nu iets moedigs uit te voeren Want moed schuilt ook by schippers, (boeren, Als 't vaderland en leven geldt. Elk neemt een riek, een vork, of spade, Die 's vyands huid genoeg kan schade(n) Wen hy onthutst zich tegen stelt. Men plaatst zich in een stoep aan 't ende Der smalle straat, recht voor den dyk, Juist in t gezicht der Fransche bende Dus had het oog een verre kyk Men schaarde mannen, jongens, wyven, Als of er stonden honderd lyven, Zy kregen blaaspyp, schop en tang Men bragt twee mangespierde snaken Te paard, met lansen neen met [staken, En niemand, zelfs geen kind was bang. niet bij den teugel gegrepen, doch is er met opgeheven armen vlak voor gaan staan, liet paard steigerde en sloeg ach terover, boven op den jockey. De vrouw werd op den grond gesmakt, toen het paard weer overeind sprong. De jockey wiens voet nog in den stijg beugel zat, werd enkele meters meege sleept. Hij heeft een lichte hersenschudding gekregen. De chirurg van het ziekenhuis te Epsom heeft geconstateerd dat mej. Davison een zware hersenschudding heeft gekre gen. Zij ligt nog steeds bewusteloos. Gisteren ochtend zijn kiesrechtvrouwen er in geslaagd een onbewoonde villa bij Bradfort in brand te steken. Het land- huls behoorde aan eene weduwe en had met de meubelen enz. een waarde van 24,000 pond sterling. De maar van de aankomst dezer troepen Werd spoedig wyd en zyd verbreid Het stadje Heusden hoort vaak roepen Dat eenig volk te Raamsdonk leidt 't Ontsluit zyn poort, 't ontbloot zyn [wallen, Laat ylings de ophaalbrug neer vallen Geeft order aan een commandant, Fm met de beste van zyn mannen, De noordsche horde te verbannen, In spyt van allen tegenstand. Het drift, voorzien van kruit en kogels, En twee gendarmes fluks te paard, Vliegt dit complot op weg als vogels, En maakt den stillen boer vervaard Het trekt met vreugd, als ging het fooyen, Door Baard- en Waalwyk en Bezooyen Den dijk op naar het Labbegat 't Ontwaart vooruit een paar lansieren, Wij willen onze lezers heden eens in de gelegenheid stellen de meening te hooren van een geacht en beroemd geneesheer, over eene aangelegenheid, die voor ons allen van belang is. Dr. Pol Demade, die in onder scheidene bladeu de geneeskundige Kroniek schrijft, heeft in een boeiend opstel de vraag behandeld hoe het toch komt dat zoo vele lijders aan bloedarmoede zoo slecht geholpen De hoed werd naar 't model gebogen Der legermuts van een Kozak, De staak op zy en uitgetogen Alsof der uitrusting niets ontbrak Met bly hoezee maakte open reten De klok, dit dient men ook te weten, De klok, omdat het middig was, Begon naar oud gebruik te luiden, Soms kon dit tegenweer beduiden, En dit gelui kwam niet 't onpas. Inmiddels rukte een rot van beeren En wolven voort tot aan de Schans, Daar laadden zy hun schietgeweren, En vleiden zich reeds met den krans. De zon, die daags te voren taande, 't Was 'd elfde dag van wintermaande, In 't dertiend zeer merkwaardig jaar, Keek bly en helder uit haar transen, En deed de schop en blaaspyp glansen, Als of 't een zwaard en snaphaan waar. Zy, halfwegs van de Schans genaderd, En oogende op een vetten buit, Wy, 't hoopje door ons zaam vergaderd, Wy zonden de staakdragers uit Zy steigeren, jagen op en neder De staak, hun lans gaat heen en weder De vyand kykt, verkort zyn stap, Tuurt vaak maal, schriktwat daar [van verre det schittert, flikkert als een sterre Vanwaar die wapens, krygsmanschap Gendarmes, die den troep geleidden, Op trotsche paarden, vlug ter been, Aanhoorden wat het voetvolk zeidden, Maar zwegeD, schuwden het voortwaarts [treen De moed, de ware moed tot vechten, Was reeds verwandeld uit de knechten, Of stroopers, van den Korzikaan. Dien Sanherib van onze dagen Toen zy als 't ware lansen zagen, Scheen lust en yver afgedaan. (Slot volgt-) De kiesrechlwijven. De dames doen weer geducht van zich spreken. Een der leden van de bende heeft gisteren op de Derby-wedrennen een geweldige sensatie teweeg gebracht Tijdens een ren wierp zich een vrouw voor Anmed, het paard van den Koning en wilde het bij den teugel grijpen. De jockey werd van het paard geworpen en gekwetst. De vrouw viel eveneens op den groad en is zeer ernstig gewond aan het hoofd. Zij is bewusteloos naar het Epsom Cottage ziekenhuis gebracht. Onder hare blouse, om het middel, had zij een vlag van de kiesrechtvrouwen gewonden. Op haar kleeren stond haar naam Emily Davison. Reeds meermalen is zij veroordeeld voor wandaden, die zij als kiesrechtvrouw bedreef. Naar het schijnt, heeft zij het paard De da/ing in de koersen der Staatsfondsen. Over dit onderwerp schrijft het Fi nancieel Weekblad het volgende Onmogelijk zijn onder cijfers te bren gen de enorme kapitalen, welke de toe passing der moderne uitvindingen speciaal van die op electrisch gebied in de laatste kwarteeuw geëischt heeft. Denken wij slechts aan de verbreiding van het telegraaf- en telefoonwezen. Wij voeren telefonische gesprekken met onze relaties in eD bulten de stad en vinden dat heden ten dage een doodgewone zaak. Dan noem ik verder de toepassing der electriciteit op het personen- en goe derenvervoer. Iedere plaats van eenige beteekenis heeft zijn stelsel van electri- sche trams en vele steden zijn door electrische lijnen met elkaar Verbonden, ja zelfs staat het te verwachten, dat gaandeweg de electrificatie der groote spoorwegstelsels zal worden ter hand genomen. Het laat zich begrijpen, dat de gemakken en voordeelen, welke de moderne verkeersmiddelen opleveren, in niet geringe mate den ondernemings geest opwekken, waarvan het gevolg is, dat het kapitaal zich meer en meer af wendt van de belegging tegen vaste rente om zich steeds meer te interes seeren voor ondernemingen van handel en nijverheid, die weliswaar groote risi co met zich brengen, maar daartegen over uitzicht geven op ruimer belooning. Een groote invloed op den rentestan daard heeft ook het op groote schaal in cultuur brengen van nog onontgonnen streken. In betrekkelijk korten tijd zijn geheele landstreken, overdekt met wou den of prairie in vruchtbaar bouwland herschapen. Men denke slechts aan Ca nada's centrale en westelijke provinciën, aan het Westen der Vereenigde Staten, Washington, Oregon -en Idaho en vooral niet te vergeten aan Argentinië en Bra zilië in Zuid-Amerika. De enorme kapi talen, welke de economische ontwikke ling van deze uitgestrekte landen eischten en nog eischen, moeten echter hoofd zakelijk van buitenaf en speciaal uit Europa komen. Waar ik hierboven herhaaldelijk hst woord rentestandaard gebruik, vatte men dit niet in zoodanigen zin op, alsof voor de geheele wereld, ja zelfs voor geheel Europa een uaiverseele rentestan daard zou kunnen heerschen. Bijna zou ik durven zeggen, dat ieder land zijn eigen rentestandaard heeft, welke hooger of lager ligt, naarmate de behoefte aan of het aanbod van kapitaal overheer- schend is. Slechts zulke landen, die in ongeveer gelijke economische omstan digheden verkeeren, hebben een nage noeg gelijken rentestandaard. In Frankrijk, waar de volksbesparingen zoo groot zijn, dat zij de kapitaalbe hoeften van handel en nijverheid over treffen, ligt de rentestandaard laag, terwijl Duitschland daarentegen door zijn mach tige ontwikkeling op elk gebied zulk een groote kapitaalbehoefte heeft, dat de rentestandaard daar doorgaans hooger ligt dan in Frankrijk. Het laat zich begrijpen, dat in de landen der nieuwe wereld, die nog slechts in het eerste stadium hunner ontwikke ling verkeeren, de renfestandaard zeer hoog is en, daar het kapitaal steeds naar die landen trekt, waar het op de voor- deeligste wijze productief is te maken, vloeien jaarlijks enorme kapitalen uit die landen van Europa, waar de rentestan daard betrekkelijk laag ligt, als Engeland, F rank rijk, Nederland enz. naar landen als Canada, Argentinië enz. In ons land wijs ik slechts op de vele Canadeesche, Noord-Amerikaansche en Argentijnsche hypotheekbanken, welke door de uitgifte van pandbrieven met een boven onzen rentestandaard liggende rente, groote kapitalen aan ons land onttrekken en naar verre gewesten overbrengen. In dit verband moet ik op twee groote concurrenten van het staatsfonds de aan dacht mijner lezers vestigen op den pandbrief en op de gemeenteobligatie. Het is een bekend feit, dat in den laatsten tijd de gemeenten en speciaal de groote steden in alle landen zware eischen aan de geldmarkt stellen. Ook in ons land is het bedrag der gemeen teschulden in korte jaren in belangrijke mate gestegen. In de >Jaarcijfers van het Koninkrijk der Nederlanden* vind ik vermeld, dat het totaal bedrag der gemeenteschulden, hetwelk in het jaar 1900 ruim f 237 millioen bedroeg, in 1909 was gestegen tot ruim f400 millioen, een toename dus in 10 jaren tijds van f272 millioen of 115% van den schul denlast in 1900. Van dit belangrijke be- drag gemeenteschulden kwam in 1909 ongeveer 68 pCt. ten laste der vier groote gemeenten, Amsterdam, Rotter dam, 's-Gravenhage en Utrecht De hoofdstad alleen droeg in 1909 voor 32 pCt in het totaal der gemeenteschulden. De snelle aanwas der bevolking van alle voorname steden in en buiten Europa en de daarmede gepaard gaande eischen van het moderne stadsleven, maken voort durend nieuwe maatregelen op het ge bied van volksgezondheid, verkeerswezen sociale inrichtingen enz. noodzakelijk, waaraan enorme sommen worden ten koste gelegd. In vele gemeenten gingen instellingen van openbaar nut, zooals tramwegen, lichtfabrieken, waterleidingen enz. als monopolies in de handen der gemeentebesturen over. Ook in ons land heeft het stelsel der gemeente-exploitatie veel ingang gevonden en worden in sommige plaatsen door de gemeenten zelfs belangrijke winsten gemaakt, niet tegenstaande zulks in de Gemeentewet feitelijk verboden is. De scheepvaartentoonstelling geopend. Gisterenmorgen is de Eerste Neder- landsche Tentoonstelling op Scheep vaartgebied te Amsterdam geopend, zoolang als E. N. T. O. S. aangekon <iigd en reeds populair onder dien naam. 't Was een vroolijk gezicht, de talrijke vlaggen breed-uit wapperend van ver schillende punten op het tentoonstellings- veld. Van af één uur voelen de booten van de E. N. T. O. S. de talrijke genoo- digden naar den overkant terwijl hon derden belangstellenden zich met de gemeenteponten naar de overzijde van het IJ lieten brengen. Z. K. H. Prins Hendrik, die gister morgen de tentoonstelling >De Vrouw 18131913* met een bezoek had ver eerd kwam bij tweeën op de E. N. T. O. S. aan. De Prins werd door het tentoonstel- lingsbestuur ontvangen door den voor zitter Mr. Smeenge verwelkomd waar na Z. K H. naar den voor hem be stemden zetel werd geleid- Kort daarop nam de plechtigheid een aanvang. Verschillende redevoeringen werden gehouden en ten slotte verklaarde de rins de tentoonstelling voor geopend. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) M. de Red. In Uw nummer van 5 Juni j.l. vinden wij opgaaf van de lijsten, ingediend vóór de a.s. verkiezing voor de Tweede Kamer. Onder lijst no. I voor Mr. Loeff staat de naam van den heer Zeegers varr de Poll. Onder lijst no. Ill voor den heer Prin sen staat de naam van den heer Zeegers van de Poll. Onder de lijst van den heer Vliegen staat de naam van den heer Zeegers van de Poll niet. Is het een abuis van den heer Zee gers van de Poll, dat zijn naam op twee lijsten voorkomt Of is hel een abuis van den heer Zeegers van de Poll, dat zijn naam niet op alle drie de lijsten prijkt Hij zal wel zoo goed zijn de kiezers daarover in te lichten. Aan het groote vertrouwen dat duizenden kiezers stellen In het politiek beleid van den heer Zee- gers van de Poll, is hij eenige toelich ting verschuldigd. X. Geachte Redactie. In uw blad van 5 Juni komt voor o. m. de ingediende candidatenlijst voor den heer H. Prinsen, waarop ik, tot mij ne groote verwondering zag, dat ook mijn naam voorkomt, hoewel mij geen enkele lijst is aangeboden en ik dus ook op geen enkele lijst geteekend heb voor cand. lid Iweede Kamer. Ook vernam ik, dat in uwe opgaaf niet voorkomen de namen J. J. Herman en J. A. Steinz, zoodat ik vermoed dat U, op goed geluk af, de verschillende handteekenlngen hebt trachten te ontcijferen. Niettemin zal ik gaarne zien, dat U wat mijnen naam betreft, eene rectifica tie plaatste. Hoogachtend enz. L. VEERMAN. Heusden, 5 Juni 1913. worden door de gewone middelen. HQ zegt onder andereHet staal is zooals de ge- eerde professor Rossbach uit Jena consta teerde, een van de weinige middelen over wier geneeskracht de geneesheeien het eens zijn. Het is noodig, het is onpntheerlijk j maar op welke wyze moet het du in 't li chaam worden gebracht -Ik ken lijders aan armbloedigheid die jsren laDg stail geslikt lebben, met elkaar veel kilo's staal, maar ze zijn armbloedig gebleveD. Weluu, in de groote hoeveelheid zit het niet. Groote hoe veelheden zijn eerder schadelijk. In ons heele ichaam zit niet meer dan even drie gram ijzer, het juiste getal is 3.07 gram. Neen de groote hoeveelheid doet het Dief. Maar hierop komt het aan, dat liet staal wordt opgenomen in het bloed. Het chemische staal wordt in vele gevallen nitt in het bloed opgenomen en doet der halve het organisme geen goed. Het staal moei in plantaardige verbinding genomen worden. Ouk prof. Nothagel uit Weenen zegt het met zoovele woorden het staal is ons van geen nut of voordeel dan wanneer het ons in organische verbinding wordt toege diend door de plants En aan deze voor waarde, zoo gaat Dr. Pol Demade voort, voldoet de SANGUINOSE. Zij biedt aan het menschelijk lichaam geen ander staal, dan wat in de kruiden en planten zelf aan wezig is en nit die kruiden wordt afge zonderd. Daarom verdient de Sanguinose een eereplaats in de behandeling van kinderen, van herstellenden, van zwangeren, van grijs aards alleen reeds hierom mag zij met aan drang worden aanbevolen aan alle overver moeider), overwerkten, zenuwzwakkeD, kort om aan allen, hij wie de rijkdom en dus de kracht en de waarde van bet bloed vermin derd i\ Sommigen mijner collega's behan delen dergelijke gevallen hygiënisch, of door eene voeding, die vele zieken niet verdragen. Dat is jammer. Ik raad hun in gemoede /rNeernt eens proef met de SANGUINOSE 1' Wij moeten den geachten inzender toegeven, dat werkelijk het woord >trachten te ontcijferen* op z'n plaats is. Er zijn waarlijk tal van handteeke- ningen, die niet wel doenlijk weer te geven zijn. Dit is ook de oorzaak, dat we van deu naam J. J. Herman, L. J. Veer man maakten, die er niet op voorkwam, waarvoor onze excuses. De naam J. A. Steinz kunnen wij echter na ernstig zoe ken, nergens ontdekken. RED. M. de Red. Mag ik voor onderstaande een klein plaatsje in uw blad? Bij voorbaat mijn hartelijken dank. Met groote verbazing las ik in >De Maasbode* van Donderdag 5 Juni het bericht, dat voor de R. R. Kiesvereni gingen benoorden den Moerdijk, die bij de a.s. verkieziDgeu het meeste behoefte hebben aan geldelijken steuD, namens de Centrale R.K. Kiesvereniging Heus den-Waalwijk de som van f 11,— is geschonken. Bestaat dan de Kiesvereniging nog Dat was het eerste wat ik mij afvroeg. En zoo ja, waarom heeft het bestuur niet getracht voor de verkiezingen weer nieuw leven in de afdeellngen te bren gen. In ieder geval zal de inzender die nameos de Centrale R K. Kiesvereni ging het bedrag heeft ingezonden velen verplichten door eenige mededeeling te doen of de vereniging nog bestaat EEN LID. Ik zelf heb de SANGUINOSE toegepast in zeer verschillende gevallen rbij klierachtige kinderen, bij belemmering in den groei, bij herstellenden, na de influenza. Ik kan niet anders, dan de voortreffelijke uitwerking roe men. Zy welkte langzaam en geleidelijk, maar zij werkte grondig en had geen scha delijke bijworkingen." Dr. POL DEMADE Verkrijgbaar by de meeste Apothekers en goede Drogisten. Van Dam Co, Deu Haag, de Riemerstraat 2c-4>. Echo van het Men

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1913 | | pagina 5