Nummer 7O
Zondag 31 Augustus 1913
36e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tieten,
Eerste Blad.
Nederland weer vrij.
De vreemde nicht
De Balkan-Oorog.
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
FEUILLETON.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijkscliï en Lugstnitscke Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post, door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stuk keugelden eca., franco te zenden ?.an den
Uitgever.
UITGAVE:
Advertkntiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Het was een koude dag-, Zondag 18
Januari 1795. Toch staan reeds vóór 8
uur in den morgenstond enkele honder
den Hagenaars op het Binnenhof om
getuigen te zijn van het vertrek van den
Stadhouder Willem V, die binnen en
kele uren zich te Scheveningen naar
Engeland zal inschepen. Allereerst ver
trekken de gemalinnen van Willem V
en van den Erfprins met diens zoontje,
benevens enkele hofdames. Later op den
dag volgt genoemde Stadhouder, ver
gezeld van zijne beide zonen, Willem
en Frederik. Htt is Zijne Hoogheid on
mogelijk, het stuk voor te lezen, dat hij
met zooveel zorg heeft opgesteld en
waarin hij uiteenzet, wat hem doet be
sluiten den vaderlandschen bodem te
verlaten. Hij stapt eindelijk in, werpt
nog een laatsten blik op de omgeving,
die hij nimmer zou wederzien en op de
menigte trouwe Priosgezinden, die hem
hartelijk, schoon diep bewogen, liet vaar
wel toewuiven of roepen. Weldra is men
te Scheveningen, waar *De Johanna
Hoogenraadvoor de afvaart gereed
ligt, terwijl het vrouwelijk personeel reeds
vóór eenige uren vertrokken is. Nog
altijd draalt de Prins aan boord te gaan,
daar eventueel gnnstige berichten uit
Parijs nog het blaadje kunnen doen
keeren. Ook deze verwachting echter
wordt weldra de bodem ingeslagen, daar
het Fransche Gouvernement door een
courier laat melden, dat het met de Hol-
landsche regeering niet wil onderhande
len, zoolang de Stadhouder nog in het
land vertoeft. Om middernacht windt
schipper Roos het anker en het vaartuig
gaat onder zeil. In eene nauwe ruimte
beneden schreit de ongelukkige Stad
houder heete tranen en trachten zijne
zoons tevergeefs hem te troesteD, hem
moed in te boezemen en noop op be-
Vsb „DE EOHO VAN HET ZUIDEN."
tere lijden. Van waar zulk een ommekeer?
De oorzaken zijn vele, cn slechts enkele
kunnen wij hier even aanstippen.
Reeds tijdens het 12-jarig Bestand
vervreemdde de toenmalige Stadhouder
Maurits zeer vele aanzienlijke en invloed
rijke personen van ^ich, door partij te
kiezen in de toenmalige godsdiensttwis
ten, die o.a- aan Oldenbaineveld het leven
kostten en Hugo de Groot eene levens
lange kerkerstraf bezorgden. Frederik
Hendrik, de opvolger van Maurits, bracht
wel het land tot zoo'n hoogen bloei, op
velerlei gebied, dat men de eeuw naar
hem later noemde, doch slaagde er niet
in de klove tusschen de partijen geheel
te dempen. Zijn opvolger Willem II
maakte zich door den aanslag op Am
sterdam, de bekende Loevensteinsche
factie, en m.a. willekeurige daden, zoo
gehaat, dat Holland besloot geen stad
houder meer aan te stellen. En toen de
nood der tijden, het rampzalige 1672
Willem III In den rang zijner Voorvade
ren herstelde, namen zeer velen het
kwalijk, dat hij den gruwelijken moord
op de Gebroeders de Witt ongestraft
liet Ook zijne verheffing later tot Ko
ning van Engeland maakte hem hier niet
sympathieker, al moest men ook erkennen
dat zelden een Oranjeman meer vóór
de zaak van zijn Vaderland gedaan had.
Na den dood van Willem III begon het
langzaam verval van Nederlands macht
en grootheid en mocht het later aan zijn
neef Stadhouder Willem IV niet geluk
ken, ondanks dezes goeden wil en door
tastende maatregelen, Holland tot zijne
vroegere grootheid op te voeren. Nog
minder slaagde hierin Willem V, een
goed, maar zwak man, die óf van den
ernst der tijden geen goed begrip had
óf niet die maatregelen dorst te nemen,
die de toestand gebiedend noodzakelijk
maakten. Dat eene vreemde macht, n.l.
een Pruisisch leger, hem in zijne waar
digheid moest herstellen, was een groote
fout en tevens de aanleiding, tot de vij
anden van zijn huis, de z.g. Patriotten,
de hulp inriepen van Frankrijk, waar
de Revolutie had gezegevierd, het Ko
ningschap was afgeschaft en waar men
bereid was hulp te verschaffen aan alle
volkeren, die eveneens hun Vorst wilde
afzetten, om den Republikeinschen re-
5)
Maar, beste Sophie, sprak eene heldere
en vroolijko stem achter haar, wilt ge niet
binnengaan en de kamer eens op uw gemak
bezien.
Inwendig woedend dat men haar op heetor
daad had betrapt, keerde zij zich om onder
het mompelen van
Wel, wel, wat heelt die haar mond vol
van haar kamer. Neen, joffronw, voor znlke
beuzelarijen heb ik geen tijd. Ik wild9 alleen
uiaar eens zien of Anna dat alles had af
gestofd, want de juffrouw is zeker wel te
voornaam om er toe te komen een stofdoek
aan te raken.
Marga wierp een blik op bare kleine hand
jes, op de rooskleurige nageltjes daarvan en
antwoordde doodkalm
Inderdaad, ik ben niet hier gekomen om
handenarbeid te verrichten, zooals nwe land-
genooten dat doen. In Amerika laten wij de
zorg voor het schoonmaken aan de meiden en
knechts over.
Opder het Bpreken was Marga langs Sophie
heengegaan, baar verachtelijk groetende. Zij
trad haar kamer binnen en sloeg de denr voor
den neus der nieuwsgierige oude toe.
Hoor me dat eens aan, zegde de huis
houdster bij zich zelve. Dat onuitstaanbare
schepsel zal nog mijn dood veroorzaken. Als ik
haar manr eens kwaad kon doen.
Zij ging den trap af en sloop haar heilig
dom, de kenken binnen, waar zij nogmaals
over al de onrechtvaardigheden, waarvan zij
het slachtoffer was, nadacht. Wat had zy sinds
een maand al niet te lijden gehad De geheele
manier, waarop sinds weldra veertig jaren
het beheer van het huishouden geschiedde,
was in een enkelen dag veranderd.
En 't was niet alleen deprofesBor, dien het
jonge meisje onder hare heerschappij had, neon
het gaDBChe hnis was door haar veroverd
haar eigen ondergeschikten, die zij anders als
aan een touwtje bad, waren naar het vijan
delijk kamp overgeloopen.
De juffrouw wil bet, of de juffrouw wil
het niet, antwoordden als om strijd de beide
dienstbaren, wanneer de huishoudster het al
eens beproefde, hen tot hunnen plicht te bren-
gen.
't Was de juffrouw voor en de juffrouw na.
Bovendien waren de werkzaamheden aanzien
lijk vermeerderd. Niet genoeg, dat de vreem
delinge beslag legde op Anna, en voortdurend
de bel in beweging bracht, om haar te roepeD,
maar ook de professor was veranderd.
Vroeger was hij met het eenvoudigste leven
tevreden, ja, hij wist soms niet eens wat hij
atmanr nu bespiedde hij gedurende den maai
tijd angstig het gelaat van zijne nicht, om te
weten of hij het menu en de uitvoering ervan
goed of afkeuren moe6t. Niets scheen hem te
goed voor dat bedorven kindje.
Men had vroeger nooit iemand ontvangep,
behalve nu en dao een of anderen geleerde
en thans kwam mijnheer Trévors bijna iederen
avond.
Eu men hoorde hen dan vroolijk praten
en zelfs musiceereu. Muziek in dit eerbied
waardige huisBestond er niet alle reden om
ontevreden te zijD.
Terwijl Sophie over dat alles met een ver
bitterd gemoed nadacht, b peinsde haar mees
ter van zijnen kant een dergelijk onder
werp.
Wat was er toch in hem omgegaan, dat bij
zoo geheel veranderd was? Vrede, een gere
geld leven, stilte, die hem veroorloofden, zich
in zijnen arbeid te verdiepen, dit waren tot
dusver zijn eenige behoeften geweest
Hoe was het toch mogelijk dat Marga's jeug
dige en frissche stem, die van het eene einde
van het huis tot het andere weergalmde, hem
zoo veranderd had en hem zijne kalmte deed
verliezen
Sinds de komst van de bekoorlijke vreem
delinge, was Zacbarias Zurvelle stil, bedrukt,
zenuwachtig geworden.
Zelfs zijne boeken en manuscripten, die voor
hem tot dusver kostbaarder waren, dan 't bezit
geeringsvorm in te stellen, die alleen
>vrijheid, gelijkheid en broederschap4
aan de tot dan toe geknechte onderda
nen breDgen kon.
En zoo werden de Franschen als red
ders in den nood ontvangen. Het dol
zinnige volk danste met hen om den
vrijheidsboom, wijl het tijdperk van ge
luk en vrede nu was aangebroken. Spoe
dig echter kwam de ontgoocheling. De
verleende hulp moest met schatten aan
geld en afstand van grondgebied worden
betaald, terwijl het land zelve geheel
onder Franschen invloed stond, een in
vloed die dra afhankelijkheid werd en
uitliep op onze inlijving bij Frankrijk, bij
besluit van 9 Juli 1810.
Holland had opgehouden te bestaan.
In de scholen moest Fransch geleerd
wordende interest der staatsschuld
werd tot een derde verminderd, de hooge
scholen van Franeker, Harderwijk en
Utrecht werden opgeheven, de conscrip
tie of loting met geweld ingevoerd, dé
scheepvaart aan banden gelegd, de ko
loniën verwaarloosd en ten slotte door
Engeland genomen, zoodat alle handel
stil stond en overal in den lande bittere
armoede geleden werd. Geen wonder
dus, dat zelfs ook zij, die de Franschen
hadden binnengehaald, bittere traDen
schreiden en allen vurig naar den dag
verlangden, dat het knellende Fransche
juk kon worden afgr -vorpen. Die tijd zou
eerlang komen. De hoop ontwaakte na
den rampspoedigen tocht van Napoleon
naar Rusland en meer nog na den vol-
kerenslag te Leipzig, toen Napoleon om
eigen Vaderland te verdedigen, verschei
dene garnizoenssteden in Holland van
troepen moest ontblooten ten einde daar
mee zijn gehavend en gedecimeerd leger
zooveel mogelijk aan te vullen.
Mannen als Gijsbert Karei van Hogen-
dorp, Frederik van der Duin van Maas
dam en Leopold graaf van Limburg
Stirum bereidden nu het herstel van
Neerlan ds onafhankelijkheid in stilte voort.
Den 15den November verlieten de
Franschen Amsterdam en galmde in on-
beschrijflijken jubel het >Oranje-Boven<
door de straten. Twee dagen later ge
beurde hetzelfde te 's Gravenhage en
reeds den 21 November verklaarde de
zich in Londen bevindende Erfprins zich
van vrouw en kinderen, hadden voor hem een
deel van hunne bekoring verloren.
Dikwijls zelfs, wanneer hij 's nachts zijne
lamp had aangestoken, om voor zijne schrijf
tafel te gaan zitten, maakte zich een soort van
afkeer van hem meester.
Zijn blik werd strak, zijne handen begonnen
te beven, zuchtend schoof hij de boeken weg,
en baalde den brief van zijnen neef, dien brief,
welke hem alle gemoedsrust had Oütnomen, te
voorschijn, om hem nogmaals te lezen.
Hoevele malen bad hij hem reeds gelezen,
ieder woord wikkende en wegende, allerlei
veronderstellingen makende
Dikwijls bad de brief hem zijn werk doon
onderbreken en ondanks dat alles, wilde zijn
hart zich niet losmaken van Leonard.
Wat beteekenden die brief en het zenden
van zijne dochter, zoo hij niet reeds op weg
was naar eenen afgrond van ellende, wellicht
van schande? En dan dal onervaren, vrouwe
lijke kind, geboren volgeiis den brief, voor
een onafgebroken en 6teeds aangroeiend geluk
Op hetzelfde oogenblik deed zich de jeug
dige en frissche stem van Marga booren. Hui
verend stond de professor op. Myn God,'zegde
hij, wat te doen. Kon ik over dit alles maar
eens met de Trévors spreken
Waarom had hij hot niet gedaan Hij wist
het zelf niet. Maar telkens als bij het had wil
len wagen, zijn toestand en zijn verlegenheid
aan den doctor bloot te leggen, was hij er voor
teruggeschrikt, bedenkend, dat het misschien
niet voorzichtig was, aan eenen vreemde de
smartyke bekentenis mee te deelen, welke zijn
neef hem gedaan had.
Terwijl meester en dienstbode aldas in over
peinzingen verzonken waren, was zij, die er het
onderwurp van was, van hare piano opgestaan
en naar het venster getredeD.
Grijs was de hemel, grijs de aarde. Het jeug
dige groen kienrde ternauwernood de zwarte
takken der boomen en strnikeD.
Margo zette haar pianospel tegen de ruiten
voort, alle blijken gevende van verveling.
Daarna liep zy door de kamer om ten laat
ste neer te vallen in een Amerikaanschen
schommelstoel, die bij den schoorsteen stond-
Ik zon toch weleens willen weten, zei
zo bij zichzelve, terwijl zij de hand onder haar
bereid naar Nederland over te komen.
Die overkomst had plaats op 30 Nov. en
wel ongeveer op dezelfde plek, waar
vóór 18 jaren, Willem V was afgereisd.
De rit van Scheveningen naar den Haag
geleek een triomftocht, zooals het Neder-
landsche Volk er nog nimmer een aan
schouwd had. Er werd gejuicht, gezongen
geroepen, maar ook gesnikt en geschreid
van aandoening. Den volgenden dag, d.i.
1 Dec. 1813 werd de Prins te Amsterdam
tot souvereinen Vorst uitgeroepen.
Dit feit is het, dat wij thans herdenken
en het pleit voor ons volk, dat de naam
van Napoleon daarbij over het geheel
met reserve genoemd wordt. De eerlijk
heid toch gebiedt ook te zeggen, dat
Napoleon ons land onschatbare diensten
heeft bewezen. Ten tijde der Republiek'
was de band die de deelen samenhield,
uiterst zwak. Alles stond op zich zelf
eigen rechten, eigen privelegien, eigen
belangen golden bovenalAan dat alles
kwam een eind. Napoleon bracht eenheid,
een beter bestuur, terwijl verkeerdheden
en m-.chtsmisbruiken ophielden. Denken
wij verder aan de invoering van uitmun
tende wetten, een beter en eerlijker be
lastingstelsel, rechtsgelijkheid voor allen,
den burgerlijken stand, het politie-toe-
zicht, de loting, het volksonderwijs, de
staats- en gemeentebegrooting enz. enz.
altemaal dingen, die wij voor den Fran
schen tijd in het geheel niet of slechts
vaag kenden, dan is uit den rampspoed
tijdens de Fransche overheersching veel
goeds voor ons land en volk geboren.
En het grootste goed is wel dit, dat
de vaderlandsliefde en onze achting en
vertrouwen voor het stamhuis van Oranje-
Nassau buitengewoon zijn vermeerderd,
dat wij ons een >volk* beginnen te ge
voelen, dat een toekomst heeft, zoo allen
eendrachtig samenwerken ter bereiking
van het eene doelDe zedelijke en stof
felijke verheffingvan Nederland, dat thans
geregeerd wordt door onze geliefde
Koningin Wilhelmina, die binnen enkele
uren haar 33en verjaardag viert en die
God nog een reeks van jaren voor het
Vaderland en Hoogsthaarzelver Huis
moge sparen.
Besluiten wij deze regelen met de bede
Geef, Heer, dat nimmer verdeeldheid,
De kracht van ons volk nog breek,
bekoorlijk kopje bracht, welk doel papa er
mee gehad heeft, om me die reis naar Duitscb-
land te laten maken. Een dag of wat, desnoods
eenige weken bij mijnen oom te blijven, zon
ik plezierig hebben gevonden, waDt ik bond
van hem, om zijne aandoenlijke onbeholpen
heid in alle zaken. Maar hier een ganscheu
zomer te moeten blijven en mij iederen dag
van den moigen tot den avond, te moeten
vervelen, dat is toch wut al te verschrikkelijk.
Ik kan niet altijd Sophie in haar vaarwater
zitten of met den ouden hovenier ccqnetteeren.
En dan niemand of niets te zien in dit stadje,
dan eenige oude geleerden, die ten tengevolge
van hunne studie half kindsch zijn geworden
en eenige bejaarde vrouwen, halfgeleerde, die
PegasuB, haar geliefkoosd paard, alleen ver
laten, om in de keuken den potlepel te zwoaien
De jeugd zelf is niet jong meer in dit land
van diepe denkers. M. de Trévors zon hier
wellicht eene uitzondering op kannen maken
maar hij is nn weer behebt met vele voor—
oordeelen, met aristocratische dwalingen, die
in het diepste zijuer ziel zijn geworteld.
Goddank, dat ik niet bestemd ben, om met
de dames van zijn stand in nadere aanraking
te komeD, en hare gramschap of haar min
achting op te wekken door mijne onbekend
heid met de gebrniken en manieren der groote
wereld.
Had mijn vader mij maar in gezelschap van
juffrouw Colmans gelaten, dan zon ik van het
leven te Parijs hebben kunnen geniéten en mij
op dit oogenblik daar bevinden.
Schuddend met haar brullekopje, sprong
Marga op, en liep naar eene étagère, waarop
iets stond, dat voor den professor een voor
werp van bezorgdheid, voor Sophie en Anna
een voorwnrp van afschuw, en voor den tuin
man een voorwerp van verbazing uitmaakte
Het was een kistje van rozenhout. gevuld
met de fijnste lurksche tobak.
De jonge doctor bad geen geloof willen slaan
aan het bestaan, of ten minste aan het gebmik
van dit kistje.
Door tastbare bewijzen was bij echter over
tuigd geworden, toen bij bemerkte, dat Marga
er zeer goed slag van had, eene sigarette te
rollen en aan te steken. Deze ontdekking deed
hem onaangenaam aan, en zijn gelaat drukte
Doch eendracht steeds meerdere liefde
Bij ware vrijheid kweek.
Zijn allen om Oranje
Manmoedig, trouw geschaard,
Dan blijft ons dierbaar Neerland
't Gelukkigst land op aard.
Thans nu de onderhandelingen van
Nasjewitsj te Constatinopel op niets uit-
gcloopen blijken te zijn, begint men in
Sofia neiging aan den dag te leggen om
rechtstreeks met de Porte te gaan on
derhandelen. Nasjewitsj had trouwens
geen officieele opdracht om te onder
handelen en had in geen geval machti
ging om Adrianopel en Kirk Kilisse aan
Turkije af te staan.
Tot de frontverandering der Bulgaar-
sche regeering kan hebben bijgedragen
het feit, dat zoowel Oostenrijk als Rus
land haar aangeraden moeten hebbeu
zich met Turkije te verstaan.
Wat het Turksche standpunt betreft
de Porte zal blijven vasthouden aan haar
eisch aangaande een grens, zooals zij die
in haar uota van 19 Juni heeft aangege
ven, doch zij zou bereid zijn verschil
lende plaatsen met een Bulgaarsche be
volking aan de Zwarte Zee weder aan
Bulgarije af te staan, alsmede met Bulgarije
een voor dit land zeer voordeetig han
delsverdrag voor den duur van 5 ol 10
jaar af fe sluiten.
Er loopt een gerucht, dat de Porte de
Bulgaarsche regeering gepolst zou heb
ben over de eventueele aanvaarding vau
de bemiddeling van Italië inzake de re
geling van de Thracische kwestie.
Dat er in Turkije, nog zijn, die Bul
garije zooveel mogelijk willen villen, blijkt
uit een artikel in de officieuse Taniu,
waarin het heetAls de Potte de zaak
tot een spoedige oplossing brengen wil,
moet zij druk aanwenden. Deze druk kan
slechts bestaan in de bezetting van Gu-
muldsjina, Dedeagatsj en de andere voor
Bulgarije bestemde plaatsen aan de Ae-
geïsche Zee, niet om ze blijvend in bezit
te houden, doch om te toonen, dat Tur
kije een onderpand in handen wil hebben
zoolang de Adrianopel-kwestie niet is
dat zoo duidelijk uit, dat de jonge Amerikaac-
sche het uitproestte.
Ik begryp wezenlyk niet waarom ge dat
kunt afkenren, had zij toen tot hem gezegd.
Het is alleen ait eigenbaat, dat gij, onze man
nen, de vrouwen verbiedt u na te volgen in
het roofaen van een sigaar. Waarom zonden
wy niet even goed als gij, ons h9t genot kun
nen verschaffer;, voor een oogenblik de ellen
den van bet leven te vergeten, door ons in den
rook eener goede Havana te hullen V Wat mij
betreft, ik ken niets aangenamer, niets, dut
mij boter tot droomerij stemt, dan bet rooken
eener sigarette en het nastaren van den blaa-
wen opstijgenden rook. die zich onmerkbaar
in de lucht verliest. Een goede sigarette schenkt
my betzelfde genot, dat dames van uw land
vinden in een hoeienden romac.
III.
Anna, myn geel satijnen kleed, dut in de
kast by den zolder ligt, en dan de donker—
roode tozod, van de eersto plank rechts.
Het was Marga, die dit korte bevd deed
hooren, toen de akelige grauwe dag, waarin
zjj zich zoo vreeselyk verveeld bad, ten einde
liep.
-- Als er dan volstrekt geen plezieren iu
deze vervelende stad zijn, dan zal ik mijne
kleeren maar wat laten lnchten.
Met verbaasde blikken en bewonderende
uitroepen draaide Anna om hare meesteres
heen, toen deze, voor een grooten spiegel,
staande, haar in den vollen glans barer schoon
heid verscheen.
Marga legde de laatste hand aan haar toilet
baar geel satyneD kleed hing in breedo plooien
rond hare ranke gestalte af, eenige tuiltjes
bloemen, die er op goed gelnk op geworpen
schenen, verlevendigden de bleebgonde tint
der stof; dezelfde bloemen roode rozen
prijkten weer op het corsage en in hot haar,
en schitterende diamanten waren bier endaar
tnsschen de zwarte lokken aangebrucht.
Een uitroep van verbazing ontsnapte aan de
lippen van den professor en van den joDgeu
doctor, toen Marga de studeerkamer binnen
trad.
(Wordt vervolgd.)