M. M
J.
als men dat zoo eens constateert, maar
dat onder eede te verklaren voor 't ge
recht is niet zoo gemakkelijk.
Verbunt. Ik heb onlangs gelezen dat
men in een naburige gemeente dat anders
doet men geeft er publiciteit aan, dat
bij herhaalde overtreding men bij den
commissaris zal aandringen op intrekking
van 't rijbewijs. Als men dit publiek in
de courant zet, zullen ze er wel opletten.
Voorzitter. Ik geloof dat zulks wel de
weg zal zijn, in elk geval zullen wij maat
regelen nemen.
De openbare vergadering wordt daarna
gesloten ter behandeling reclames H. O.
in eene met gesloten deuren.
SPRANG.
In de op 2 September 1.1. alhier gehou
den raadsvergadering woiden de herkozen
leden Verhoeven, Vos en Meijer btëjdigd.
De Heer Verhoeven werd met alg meene
stemmen herkozen tot w-thouder en tot
voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur.
De gemeentc-begrooting voor 1914 werd
den Riad aangeboden.
Voort» werd met algemeene stemmen be
sloten
1. tot wijziging der Bouwverordening.
2. tot het aangaan van een «eldleeuing,
groot f 800 pari rentende 4°/0> ter be
strijding der kosten van vernieuwing der
luidinrichting van de klokken, vernieuwing
van de wijzerwerken van het torenuurwerk
en uitbreiding der straatverlichting.
3. tot het bouwen van een nieuwe opei-
bare school, waarvoor getracht zal worden
een buitengewone rijkssubsidie te verkrijgen.
4. tot feestelijk oi thaal van al de kinderen
tusschen 6 en 13 jaar, bij gelegenheid der
Ouafhankelijkheidsfeesten, waarvan de kosten
geraamd zijn op f 55,
VLIJMEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Dinsdag 2 September
des avonds ten 7 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer G. R. v. d.
Ven.
Ongeveer half acht uur opende de
Voorzitter de vergadering en riep de
de leden welkom.
AAN DE ORDE
1. Beeëdiging pieuwgekozen raadsleden
De nieuwe leden, de heeren van Hei
voort, M. Mommersteeg, van Halder en
de Vaan leggen in handeD van den
Voorzitter de bij de wet voorgeschreven
eeden af.
Hierna verzoekt de Voorz. den ambte
naar van de secretarie de notulen van
de vorige vergadering te willen voorlezen
Onder het voorlezen der notulen zegt
dc heer A. MommersteegWat zullen
we nu hebben, dat is
De Voorzitter hamert en zegt mijn
heer Mommersteeg, de notulen zijn nog
niet uitgelezeo en dan moet u zoo lang
uw mond houden. U kent toch het re
glement van orde wel, niet waar. Straks
zal ik u het woord verleenen.
De heer A- Mommersteeg blijft gedu
rende het voorlezen der notulen zitten
lachen.
Voorzitter nadat de notulen zijn voor
gelezen Heeft een der heereo aanmer
kingen op de notulen.
Van Heivoort. Ik ben er tegen.
Voorzitter. Goed, als u dan maar zegt
waarom.
Van Heivoort. Om dat protest.
Voorzitter. Als een of ander lid van
een of andere kwestie opname in de
notulen verlangt, dan ben ik verplicht
die daarin op te nemen. Als u van een
of ander aanteekening in de notulen
verlangt, moet ik dat daarin neerschrijven.
Dat ziet u in de vergadering van 's Bosch
ook dikwijls genoeg.
A. Mommersteeg. Van die omkooperij
bij de verkiezingen hoort niet in den
raad thuis.
Van Buul. Ik heb een kleine aan
merking op de notulen te maken. Er
staat nl. dat ik gezegd heb dat bij an
dere verkiezingen ook is omgekocht, dat
woordje »ook« moet er af, dat heb ik niet
gezegd, dat staat er te veel in naar mijn
zin. Zooals er dat nu staat is het juist alsof
ik beken dat bij de laatste verkiezing
omkooperij heeft plaats gehad en dat
wel ik niet.
Voorzitter. Dan zullen we dat ver
anderen. Voor dergelijke wijzigingen ben
ik altijd te vinden.
M. Mommersteeg. Het spijt mij'dat
ik in de eerste de beste vergadering
al aanstonds moet protesteeren tegen
de notulen en moet opkomen dat er in
staat dat wij de kiezers hebben omge
kocht. Ik heb ter bevordering mijner
verkiezing zelf niets gedaan. Ik heb er
geen voet voor verzet en niemand om
steun gevraagd. Als ze bij me kwamen
en vroegen wie moeten we stemmen,
heb ik ze kortaf gezegd, dat is uw zaak,
dat moet ge zelf weten en nu in de
notulen te moeten hooren dat wij er
door omkooperij zijn gekomen, daar
protesteer ik tegen en ik verzoek u ook
dit uit de notulen te willen verwijderen.
Ik maak daar een voorstel van.
Voorzitter. Elk lid heeft het recht
om protesten in de notulen te laten op
nemen. De heer Wagenberg heeft dit
verzocht, zoodat het is opgenomen, doch
u hebt de notulen niet goed begrepen.
Er staat niet in, dat u of een ander
nieuw lid geld heeft gegeven, er staat
dat met geld is gewerkt, zonder meer.
M. Mommersteeg- Er is niemand
genoemd, dus heb ik het ook mij aan
te trekken.
C. Wagenberg. Ik heb niet gezegd
dat een lid zelf met geld heeft gewerkt,
doch dat er achterom met geld is om
gekocht en dat handhaaf ik en ik wil
dat mijn protest daartegen in de notulen
blijft opgenomen.
De Vaan Dan moet je het bewijzen.
Ik heb niet met geld gewerkt en ook
niemand gevraagd.
Voorzitter. Als u wil kan dat alles
in de notulen worden opgenomen doch
als mijnheer Wagenberg wil hebben dat
iets in de notulen moet worden opge
nomen, dan moet ik dat ook doen.
A. Mommersteeg. Er uit, er uit, moet
het
M. Mommersteeg, de Vaan en A.
Mommersteeg tegelijk»Er uit, er uit,
er uit moet het.
De Voorzitter hamert geducht op
tafel en zegt: Het is hier geen herberg
heeren, ik wensch oide in den raad.
Waar moet het heen reeds in de eerste
vergadering, wanneer het zoo doorgaat
schors ik gewoonweg de vergadering-
Eenige leden zitten te lachen.
De Voorzitter hamert en roept stilte.
J. Wagenberg. De heeren schijnen
de zaak niet te begrijpen. Nu wordt
alleen gevraagd of hetgeen is gezegd,
goed in de notulen is opgenomen. Nu
begint men te vragen om iets wat ge
zegd is uit de notulen te doen verwij
deren. Men vraagt nu om een valsch
verslag. Dat is mooi I Ik geef u in
overweging, mijnheer de Voorzitter, om
voortaan maar geen agenda's van de
vergaderingen te doen geven want er
wordt toch niet naar de volgorde ge
keken. Men moet nu de notulen goed
keuren en men gaat over andere zaken
praten. Laat, u mijnheer de Voorzitter
daarover aan het einde van de verga
dering spreken.
A. Mommersteeg. Het heeft niets
met den raad te maken, 't raakt ons
heelemaal niet wat in de notulen staat,
dan kan je alles er wel in gaan opnemen.
M. Mommersteeg. Weineen de raad
heeft daarmede niets te maken. Om
kooperij hoort thuis bij de justitie.
Voorzitter- Dan zal ik u artikel 31
der gemeentewet eens voorlezen waar
staat dat de raad te beslissen heeft over
al de geschillen die ook omtrent de
verkiezing zelf rijzen, en om u eens
duidelijk te makeo, dat de raad het
recht daartoe heeft diene het besluit
van Ged. Staten van Zuid-Holland van
dezer dagen, waarbij gehandhaafd is een
raadsbesluit tot niet toelating van raads
leden op grond van omkooperijen, zonder
dat de officier van Justitie in die zaak
gemoeid was, doch u kent de gemeen-
wet niet, naar het schijnt, mijnheer
Mommersteeg.
M. Mommersteeg.
A. Mommersteeg.
moeten protesteeren
der geloofsbrieven of op grond daarvan
niet moeten toelaten dat was fair ge
weest maar om nu enkele mannen ver
dacht te maken, dat is unfair.
C. Wagenberg. Ik heb hierboven
zoo dikwijls unfaire dingen van u
gehoord.
Voorzitter. Unfair zou het zijn iets
uit de notulen te laten wat gesproken
is en uitdrukkelijk gevraagd om daarin
op te nemen. U bent vroeger zoo dik
wijls unfair geweest in de vergaderingen
en als er dan van uw unfair optreden
iets in de notulen mankeerde, dan wist
u het wel terdege te zeggen. De heer
Neen.
Dan hadden ze
bij het onderzoek
niet mogen zeggen.
De Vaan (op tafel slaande) Dat hij
het dan bewijst dat ik het heb gedaan.
Voorzitter. Er staat niet in dat u het
hebt gedaan, er staat in dat er bij ge
legenheid van de verkiezing met geld
is gewerkt en velen zijn omgekocht.
De Vaan. Ha, ha, ha, 't is belachelijk.
De Voorzitter hamert aanhoudend om
de orde te handhaven.
Van Engelen. Dan kan dat van Wa
genberg ook wel In de notulen gezet
worden dat hij aan iemand een kistje
sigaren beloofd had.
C. Wagenberg. Geen halve cent heb
ik beloofd of gegeven.
A. Mommersteeg. Wij zouden zoo
veel kunnen vertellen, wat de vrouw
heeft gezegd.
Van Helvoozt. Ik weet wel iemand,
waaraan je iets beloofd hebt en namen
noemen kan ik ook wel.
Voorzitter. Heeren, het gaat nu over
de notulen. Na afloop van de agenda
kan je praten zooveel als je wil.
Van Buul. Indien Wagenberg zijn pro
test terugneemt, dan kan ik de notulen
goedkeuren.
C. Wagenberg. Nooit, nooit, nooit,
ik weet veel te zeker dat het is gedaan
en ik wensch dat mijn gezegde in de
notulen vermeld blijft en daar heb ik
het recht toe. Ik ben er van overtuigd,
dat er op groote schaal kiezers zijn om
gekocht en heb daartegen protest aan-
geteekend.
Van Buul. Er zijn wel meer verkie
zingen geweest waarbij dat ook heeft
plaats gehad.
Voorzitter. Dat is op 't oogenblik de
gang van zaken niet.
Van Heivoort. Ik steun het.
Voorzitter. Dat behoeft u niet. Ik zal
alles wel in de notulen opnemen.
C Wagenberg. Laat het de officier
van Justitie ook nog maar uitzoeken.
Van Buul. U hebt met geld gewerkt
en dwingelandij uitgeoefend ook.
Van Engelen. Ik weet nog zooveel.
Voorzitter. U moet eerst het woord
vragen.
Van Buul. Met jou stemming heb je
pressie uitgeoefend.
C. Wagenberg. Wil u dat alles gespe
cificeerd met datum en personen opgeven
Van Buul Doe jij dat dan ook.
Voorzitter. Is dat alles nu de gemeen
tebelangen behartigen.
A. Mommersteeg. Ge hebt gezegd
dat ik wel eens iets unfairs heb gezegd,
maar gij hebt hier 10 keer veel meer
te veel gezegd dan ^k.
M. Mommersteeg. Dit behoort niet
bij den raad thuis. Ijtet onderzoek heeft
nog plaats, medunkt dat zullen ze in deo
Bosch wel uitzoeken. Wagenberg is heel
voorbarig geweest met dat te zeggen
als het resultaat van het onderzoek nog
niet bekend is.
Voorzitter. U kent de wet niet. Ik
heb u zoo juist toch nog op het geval
in Zuid Holland gewezen.
Wagenberg was niet unfair, hij wilde
zelfs van de gewoonte om bij acclama
tie tot toelating te besluiteD, niet afwij
ken, doch wenschte alleen aanteekening
in de notulen van zijn protest tegen de
stemmingen, waarbij met geld op groote
schaal is gewerkt. Dit is geschied en
niets meer of minder. Maar op de no
tulen moet men altijd aanmerkingen
maken, zoo nu van Buul nog, een klein
woordje, daar maakt men nog aanmer
kingen over en als een ander lid opna
me in de notulen van iets verzoekt, zou
ik er dat moeten uitlaten.
A. Mommersteeg. Dat is iets anders.
M. Mommersteeg. Dit hoort er niet
in thuis.
Meerdere leden zitten tegelijk te
schreeuwen.
Voorzitter. Niet allemaal tegelijk hee
ren. Het gaat hier over de notulen en
anders nergens over de notulen moeten
weergeven wat is gezegd en besloten
en deze bevatten dat juist. U bent zelf
secretaris van een polder en als ik u
als stemgerechtigd ingeland verzoek
opname van dit of dat protest in de
notulen, dan doet u dat toch ook.
M. Mommersteeg. Ja, natuurlijk.
Voorzitter. Nu, hier is 't juist 't zelfde
geval. De heer Wagenberg heeft opna
me van zijn protest verzocht en het
staat er in en nu wenscht u het niet
vermeld te zien, dat wordt toch onzinnig.
A. Mommersteeg. Dat zijn allemaal
maar koffiepraatjes.
Van Heivoort. Ik protesteer.
Voorzitter. Wil je je protest in de
notulen hebben.
Van Heivoort. Ik protesteer.
Voorzitter. Je kan je protest er letter
lijk in krijgen. Wat wil je er in hebben
A. Mommersteeg. Hij had dat zoo
M. Mommersteeg. Hij weet het re
sultaat nog niet van het onderzoek en
dat had hij moeten afwachten, alvorens
hij zoo'n beschuldiging deed. Ik zal mij
wel wachten om over vroeger plaats ge
had hebbendeverkiezingen iets te zeggen.
Van Halder. Ik zal er niet tegen pro
testeeren, want ik ben van mezelve ten
volste ov ertuigd dt ik er mij niets van
heb aan te trekken en dat stelt me ge
rust.
M. Mommersteeg. Wel, we hebben
daar juist allemaal onzen eed voor afge
legd.
Voorzitter. Dat is nu niet aan de
orde, dat heb ik al meermalen gezegd,
moeten jullie in de eerste vergadering
nu al dwars tegen alles in gaan. Straks
na afhandeling van de agenda kan u er
over spreken.
De Vaan. Als de andere leden zoo
waren gevaren als wij, zouden ze net
eender hebben gedaan.
Voorzitter. Ik sluit de discussie, straks
kan men er verder over praten.
Boom. Zegt u nog eens goed wat of
er nu gedaan moet worden, ze begrijpen
het niet goed-
Voorzitter. Dat heb ik al tweemaal
gezegd en mijnheer Joh. Wagenberg ook.
M. Mommersteeg. Hij had op het
bewijs moeten wachten uit den Bosch.
Van Engelen. Wat ik gezegd heb
staat toch niet in de notulen.
Voorzitter. U zegt en roept zooveel
zonder het woord te vragen. Steeds on
der de discussies door en ik zeg de hee
ren bij deze, dat ik niets meer notuleer
van gezegden, die gesproken zijn of er
tusschen door uitgeroepen zijn, wanneer
te voren het woord niet gevraagd is. U
bent dit verplicht volgens het reglement
van orde.
J. Wagenberg. De notulen moeten
nu alleen maar worden goedgekeurd, nu
moet alleen maar gezegd worden of
betgeen is gesproken goed in de notulen
is weer gegeven. De nieuwe leden
kunnen er dus niet eens over oordeelen.
't Is zoo belachelijk mogelijk
(Gelach op de tribune.)
M. Mommersteeg. Moet ik nu in de
eerste vergadering al door mijnheer
Wagenberg uitgelachen worden.
Hierna brengt de Voorzitter de goed
keuring van de notulen in omvraag.
Voor stemden de heeren J. Wagen
berg, C. Wagenberg, v. Buul, M. Boom
en H. Boom tegen A. Mommersteeg,
M. Mommersteeg, van Heivoort, van
Engelen en De Vaan, terwijl het lid van
Haider buiten stemming bleef.
Voorzitter. De stemmen staken, dan
blijf*" het aan de orde tot de volgende
vergadering.
2. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten, houdende
goedkeuring wijziging begrooting 1913.
b. Schrijven van het Burgerlijk Arm
bestuur houdende mededeeling dat de
rooster van aftreding is als volgt
M. Mommersteeg, M. de Vaan en G.
R. de Vaan.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Voorzitter. Verder is er nog een
schrijven ingekomen van Janvier, houder
van een caroussel en schommel.
Adressant deelt mede, dat hij 6 jaar
achtereenvolgens de kermis bezoekt en
dat hij vroeger voor zijn caroussel f 50
en voor zijn schommel f 18 staangeld
betaalde en thans f 110. Zijn de uitgaven
verhoogd, de inkomsten zijn doordat
meerdere vermakelijkheden zijn gekomen,
verlaagd, zoodat hij thans een schade
post heeft van f 55. Beleefd verzoekt
hij deze som te restitueeren.
Voorzitter. B. W. stellen voor af
wijzend op dit adres te beschikken wijl
de verordening geen teruggaaf kent.
Van Buul. Het staangeld is wel wat
te hoog geworden.
Voorzitter. Ja, dat zullen we wat gaan
verlagen, want hier is het nu niet meer
zoo druk omdat op de kermis in Nieuw-
kuijk en Haarsteeg ook vermakelijkheden
staan, waardoor hier niet meer zooveel
buitenlui komen.
Van Buul. Ik heb gehoord dat ze
in Haarsteeg voor niets mogen staan
Hierna wordt het voorstel van B.
W. zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
3. Verzoek der onderlinge geileover-
eeniging om een subsidie in den aankoop
van Zwitsersche bokken met voorstel
van B. W.
Voorzitter. Aangezien de vereeniging
grootendeels bestaat uit onvermogende
leden en de verbetering van het geltenras
te goede komt aan de huishoudens der
werklieden, stellen B. W. voor aan de
vereeniging eene subsidie te verleenen
van f 25 voor eenmaal.
De vereeniging vraagt in haar adres
eene subsidie van f 30.
Van Heivoort. Ik ben voor subsidie
maar dan moeten andere menschen, die
buiten de vereeniging staan, ook van
die bokken kunnen profiteeren.
Voorzitter. Dat is iets wat we aan
de vereeniging zelf moeten overlaten.
Voor 10 of 1 5 cent per jaar is men lid
van de vereeniging. Doet de vereeniging
nu alle moeiten om \Jiet geitenras te
veredelen, dan mogen die leden voor
kosten die ze maken ook wel eenig
voorrecht hebben. Die bokken die ze
nu willen koopen, kosten veel meer
dan f 75."
Van Heivoort. De andere menschen
moeten daar bij die bokken ook klaar
kunnen komen voor een zekere som.
Voorzitter. Wij kunnen de leden van
de vereeniging moeilijk de wet voor
gaan schrijven.
A. Mommersteeg. 't Is beter dat die
lui eerst met een reglement voor den
dag komen.
Voorzitter. Er is een reglement.
Van Engelen. Andere menschen moe
ten ook klaar komen bij die bokken
voor hetzelfde geld.
Voorzitter. Kan de raad het niet over
laten aan B. en W. Die kunnen zich
dan met de vereeniging verstaan en zeg
gen dat zij in hare statuten eene bepa
ling moeten opnemen dat ook niet-leden
tegen betaling van een zeker bedrag
hun geiten kunoen laten dekken.
Van Buul. Zou het niet goed zijn dat
de gemeente het exploiteert, dan is het
zeker een gemeentebelang.
Voorzitter. Dat zou ik u ontraden,
kijk eens wat een last wij al niet heb
ben met de stieren. In een vorige ver
gadering is er al eens over gesproken
om die exploitatie daarvan ook in han
den van eene vereeniging te geven
A. Mommersteeg. Als de niet-leden
maar niet al te veel moeten betalen.
Van Engelen.'t Zou kunnen gebeuten
dat als ze allemaal bij de vereeniging
aansloten er geen bokken genoeg meer
in onze gemeente waren
J. Wagenberg. Ik zou de discussies
over dit onderwerp maar staken, 't Is
zoo'n kiesch onderwerp.
Wordt besloten dat B. en W. met de
vereeniging in overleg zullen treden.
4. Voorloopige vaststelling gemeente
rekening 1912 en goedkeuring rekening
burgerlijk armbestuur 1912.
De ontvangsten hebben bedragen
f 29516.62, de uitgaven f 28698.88'/2 zoo
dat de rekening sluit met een batig
slot van f 817.731 ƒ2-
Voorzitter. De rekeningen zijn onder
zocht door de heeren van Helvoirt en
C. Wagenberg en J. Wagenberg.
Van Helvoirt. Wij hebben de reke
ningen onderzocht en niets ongeoor
loofds gevonden en stellen voor ze vast
te stellen.
Aldus wordt besloten.
5. Aangehouden adres van het Ble-
serpoldertje tot het plaatsen eener schut
ting in de brug van den weg door het
poldertje.
Voorzitter. In de vorige vergadering
stelden B. en W. voor aan het Biesei-
poldertje de gevraagde vergunning tc
geven onder voorwaarde, dat alle schade
aan de brug of aan den weg tengevol
ge van wateropstropping komt voor re
kening van het waterschap. B. en W.
geven er echter de voorkeur aan dat de
Bieserpolder de brug afbreekt en
daar ter plaatse een rioleering aanlegt
in welk geval de gemeente een deel der
kosten zou kunnen dragen. Het is toen
aangehouden omdat de heer Mommer
steeg afwezig was.
A. Mommersteeg. De polder zal een
schutting plaatsen met vleugels en zal
geen schade aanbrengen. Die ze aan
brengt, zal ze voor haar rekening her
stellen. Wat echter de weg betreft, dat
doet ze niet, dat gaat niet. Het zal trou
wens niet gebeuren ook.
Voorzitter. B. en W. dachten soms
in de toekomst tengevolge van water
opstropping.
A. Mommersteeg. Daar kan de polder
niet voor instaan.
Voorzitter. Als er een gat in den weg
wordt geslaan, dan moet de polder dat
voor hare rekening laten verbeteren.
A. Mommersteeg. De opening wordt
zoo ruim gemaakt, dat er nogal wat
water door kan.
Voorzitter. Voelt de polder er niets
voor om de brug weg te nemen.
A. Mommersteeg. Wij hebben er al
eens over gesproken, 't Zal heel wat
kostén hoor.
Voorzitter. Wij hebben het geschat
op een 200 a 300 gulden.
A. Mommersteeg. Ja, zeker 300 gul
den.
Voorzitter. We zijn dan van het on
derhoud van die brug af. Het is aan
houdend wat nu met die brug.
A. Mommersteeg. Dat is buiten de
polder om en het gaat moeilijk voor mij
om daarover nu iets te zeggen.
Van Heivoort. Met ijsstremming kan
er ook een gat in den weg worden ge
slaan en dat dient de polder dan toch
voor haar rekening te laten herstellen,
A. Mommersteeg. Als Voorzitter durf
ik daar geen antwoord op te geven,
Wat ze nu maken, voor die kosten
willen ze wel instaan, maar voOr latere
kosten niet.
Boom. Dat is ook voldoende. Het zal
niet voorkomen dat het er over komt
voor de gemeentelanderijen is het
en
ook van groot belang dat het werk wordt
uitgevoerd.
Aldus wordt besloten.
6. Voorstel van B. en W. totvfirboy-
wing van een gedeelte der openbare
school.
Voorzitter. Volgens een nieuw Kon,
Besluit van 25 Jufii 1912 voldoet de
school niet meer aan de eischen en moet
ze vóór 1 Januari 1914 zijn verbouwd.
Door opzichter van Vlijmen zijn 2 plan
nen van verbouwing gemaakt, welke
aan den schoolopziener zijn opgezonden,
De kosten zullen pl.m. f 700 bedragen,
waarvan het Rijk 25°/o vergoed. B. en
W. stellen voor hen te machtigen het
werk uit te voeren bij publieke aanbe
steding.
Van HeLoort. Daar kan niets aan
worden gedaan, 't Is een Kon. Besluit.
Voorzitter. Wij treffen het hier nog al
doordat we maar een lokaal hebben.
Van Heivoort. Sommige gemeenten
krijgen toch meer subsidie.
Voorzitter. Neen, alleen noodlijdende
gemeenten krijgen wel eens wat meer
Daar is b.v. Kaatsheuvel die nu
openbare scholen heeft, die krijgt n
het geheele bedrag vergoed.
Aldus wordt besloten.
7. Voorstel van B. en W. tot het aan
gaan eener geldleening tot dekking vat
de mindere opbrengst der landerijen er
van de verbouwing der school en voor
stel tot verhooging van de opcenten op
's Riiks directe belastingen.
Voorzitter. Zooals de heeren reed»
zullen hebben vernomen, is het met dt
opbrengst der landerijen in het Ven weer
treurig gesteld. De totale opbrengst over
1913 is f3475 lager dan is begroot
zoodat de vaste uitgaven voor dit dienst
jaar zelfs niet kunnen geschieden. Tol
dekking van dit tekort op de begroo
ting moet een leening worden aange
gaan, terwijl ook de uitgaven voor dt
verbouwing der school niet uit de ge*
wone inkomsten kan geschieden,
B en W. stellen voor een geldleening
aan te gaan van 4000 rentende hoogstens
41/2°/o met een jaarlijksche aflossing van
f500 en de rente en de aflossing te
dekken door het heffen van 10 opcen
ten op de hoofdsom der belasting voor
de gebouwde eigendommen en deze te
brengen op 40 en 14 opcenten op de
hoofdsom der personeele belasting en
deze te brengen op 50 en de verorde
ning tot heffing van opcenten met dezt
gewijzigde cijfers opnieuw vast te stellen
Van Heivoort. Komt dat dan allemaa
juist uit.
Voorzitter Dat zal niet veel schelen
misschien 10 gulden.
De Vaan. Het is niet heel plezierig
voor een nieuw raadslid zoo iets te moe
ten hooren.
Voorzitter. Er is geen vraag en be
is heel slecht. Twee factoren die vee
zeggen.
nieuwe
niet pre
belastin
Voor;
nog vee
opbreng
der opc
keer nr
M. N
nog be:
Ik vind
te zijn,
Voor
en dat
niet zoi
bestuur
door d'
wet, di
op de
Van
Voot
dan f5
M M
uitweg.
V001
ook zo
Van
landeri
't niet.
Voo
Ven n:
lasten
f2800
nog h<
Het
gende
achten
der he
Staten
nemen
Hiei
met a
Voc
even
sloten
verhoc
Voorz
band
biljett
8.
Ter
bouwi
geldle
zigd.
9. E
Maasc
Vo<
nig o
den g
gewei
Maast
daar
een c
van c
ander
Ge
verpa
opbre
gaarn
M.
den
die a
schee
ken.
dijk I
kan 1
Vc
ning
Nu V
fen c
Er zi
neme
zoud
Vt
Haai
van
M
tege
Di
ten
die
spre
M
er v
V.
eens
Ged
is V:
andt
doo:
V
wel
wijls
rig
moe
D
V
te w
met
V
en
IV
de
in
slot
pac
sari
van
me-
voc
de
woi
del
I