Nummer 73
Donderdag 11 September 1913
[SI
36e Jaargang
T 4J
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waafirl|lsche Stoomdrukkerij Antoon Tielen
Eerste Blad.
De vreemde nicht
de
-1-
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Landbouw.
FEUILLETON.
Buitenland
Dru,
en'
SUNLIGHT
Duitschïand.
China.
Tel.
van
;tge-
sing
irik-
beer
uit
ito-
ïlle
een
een
der
.M.
uit,
aan
op
gen
pte
*en
aal.
:rd,
am
'rie
len
de
ille
:en
er-
ree
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
De Sunlightzeep is
absoluut zuiver en
vrij van schadelijke
bestanddeelen. Z i j
is goedkoop, overal
verkrijgbaar en hare
ongeëvenaarde uit
muntende kwaliteit
beantwoordt ten
volle aan de strengste
eischen van hygiene
en zuiverheid. Daar
om is zij onmisbaar
in ieder wel geordend
huishouden.
I
;em»iMWSO"9CaBagM «•«•S'ïSa
■ib anrn i ■mi» -
Waalwijksche en Langstraatsclie Courant,
Ten.
eer-
Dit Blad verscl.ynt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fO.^B.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden aai., franco te zenden aan den
Uitgever.
lil
lend
kist
be-
ont-
ook
tand
I dat
liten
aam
ordt
?nde
kan-
iige.
/an-
gner
ernij
?oen
»t hij
er
waar
rha-
n op
ineu
vac-
ititie
zich
vier
oud
kin-
bed.
DUW
ver-
olg,
erd,
liter
wa
ll ig,
on-
ize
en,
ld.
eer
■an
id,
ng
)or
Ich
>or
le-
UITÖAVE:
Adykrtbntiün 1-— i regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote
.etters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
«rorden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeebge contract
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
BglWBBggBaK.
'gewaahbop.goV
i| UNYfRVALSCHTs
ZONDER
(Gedeponeerd:
SCHADEtlJKE L
jBesTAHOOEIlf-fy.'
r, 28i
O
co
Wat de uitbreiding der bietencul
tuur beteekent voor den zandboer.
De bietencultuur neemt in hooge ma
te toe in Nederland. Zoo langzamerhand
zien we het tijdstip naderen, dat coope-
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
8)
En toch zijt ge. alhoewel Amerikaansche,
«vrouwen de vrouwelijke teerheid is in u
aanwezig, antwoordde de jonge man met vuur,
üij zult mij nimmer kunnen doen gelooven,
dat ge met onverschilligheid op deze streek
neerziet, waaraan zich al het lief en leed vast
knoopt, dat uw vader iu zijne jeugd beeft
ondervonden. De liefde, die een kind voor
haar vader koestert, openbaart zich iu allo
landen, en indien dit gevoel eene zwakheid is,
die in de nieuwe wereld onbekend is, dan
zouden wij er toch niet in toestemmen,
het nit onze ziel weg to wieschen. Om mij
zelf tot voorbeeld te nemen, ik acht mij ge
lukkig u te kunnen meodee'en, dat mijne
moeder van avond hier zal komon.
Mevrouw uwe mamazegde Marga, zich
oprichtende.
De aandoening, die het gelaat van het meisje
met teederheid getooid had, verdween eens
klaps hare lippen drnkten zich op elkander,
terwijl de driftige beweging van den hoed,
dien zij in de hand hield, gelijk stond met
eene oorlogsverklaring tnsschen de trotsche
Atnerikaan8cho en de aristocratische dame, wier
komst haar was aangekondigd.
Ja, mijne moeder, herhaalde mijnheer de
Trévors met eene blijde uitdrukking in zijn
andere ernstigen blik. Mevrouw Elfeld, eene
harer oudste vriendinnen, heeft haar te lo-
geeren gevraagd, en zij beeft dit aangenomen.
Jiare komst is de reden van mijn vroegtijdig
bezoek. Mejuffrouw Marga en zijne stem
jfem een onbeschrijfelijk zachten toon aan
mag ik de hoop koestereD, dat ge mijne moe
der vriendelijk ontvangen zult?
Ik beu nooit in beleefdheid te kort ge-
ichoten jegens wie ook. Waarom zou ik dus
ratieve suikerfabrieken, vroeger uitzon
dering-, regel worden. Een gevolg van
die coöperatie is, dat de leden ook zul
len gezocht worden in streken, waar men
tot heden geen bieten verbouwde dat
ook op zand, op gewoon zand, pogin
gen, die op enkele plaatsen reeds won
derwel geslaagd zijn, in 't werk zullen
worden gesteld. In sommige zand
streken immers worden reeds eenige
jaren met goed gevolg suikerbieten ver
bouwd. Het bedrijf krijgt daardoor een
geheel ander aanzien en de landbouwers
zullen, willen ze succes hebben met den
verbouw van bedoeld gewas ook ande
re methoden moeten toepassen. Ook ten
opzichte van de wijze, waarop ze tot
heden bemest hebben. Vooral zij, die
niet in het bezit zijn van veel vee, en
dus niet zulke groote hoeveelheden stal
mest kunneu maken, zullen enorm veel
meer kunstmest moeten gaan gebruiken,
i ot heden zijn zij niet gewoon kunst
mest in 't groot op te doen, maar dat
zal moeten veranderen. Om b.v. van één
ding te spreken, het chilisalpeter. Wel
ke zandboer ofliever, welke landbouwer,
die geen of weinig suikerbieten verbouwt,
is gewoou het chilisalpeter in 't groot
te koopen En toch de bietenbouwer
heeft chilisalpeter noodig, bij 't zaaien,
eu eenige malen als overbemesting, stel
een 400 KG. per Hectare. Als hij dan
een gemet of 20 met bieten wil bezaai
en dat is betrekkelijk niet veel
dan heeft hij al ongeveer 25 balen chi
lisalpeter te koopen. Dat kan hij niet
in 't klein doen. Hij moet coöperatief
koopen en dus vooruit zorgen, 's Win
ter^ moet reeds besteld worden, wat hij
in 't voorjaar noodig heeft. Vooruit
of althans contant moet er betaald wor
den. En, om dat te kunnen doen moet
er reeds nu op gerekend worden. En
moet nu gespaard worden, om de kunst
mest en vooral het chilisalpeter in vol
doende hoeveelheden te kunnen opdoen.
Ik heb boeren gekend, die graag meer
bieten hadden willen zaaien, hadden ze
maar meer contanten gehad, om chili
salpeter te koopen. Ik ken er ook, die
aanhoudend bij kleine leveranciers te
recht moeten komen, omdat men daar
niet met het geld in de hand behoeft te
staan. Daarvoor moet gij wachten en
intijds zorgen.
van dezen gedragsregel afwijken ten opzichte
van Mevrouw uwe mama
Zoo bedoel ik het niet, antwoordde de
jonge man, zichtbaar smartelijk aangedaan,
Ik dacht dat mijne moeder, waarover ik u
zoo vaak heb gesproken, door u ontvangen
zon worden op eene wijze, zooals gij niet
iedereen ontvangt. Gij moot, dunkt mei weten
hoe goed zy is en hoezeer zij verdient bemind
te worden.
Marga haalde vlachtig de schouders op.
Ik ken haar niet, zij kent mij niet," en
misschien, bevallen we elkaar van weerskanten
niet. Ik kan Diet veinzen, noch mij badwingeD.
Ik vraag a noch bet een, noch het ander,
hernam hij, haar een smeekenden blik toewer
pende. Wees alleen u zelve, dat wil zeggeD,
toon u niet Blechtor dan ge zijt.'
Ben ik dan niet altijd mij zelve zegde
bet jonge meisje, hartelijk lachende. O. die
geleerden. Zy willen altijd vitten. Wie heeft
ook weer gezegd, gij moet het weten vrouw
uw naam is gril. Die man bad het by het
rechte einde. Hoe wil men vandaag ol weten,
wat men morgen zal denkon en zeggen
Maar ge knnt gerust zijn, mijnheer. Ik zal
mevrouw uwe mama niet doen oudsrstellen,
dat ik geleefd heb onder meuschen, die alle
opvoeding missen, en dat ik zelf een halve
wilde ban. Ik zal goed op m\jzelve passen
ik zal kalm en bedaard gaan, ik zal op het
uiterste kantje van een stoel en rechtop als
een kaars gaan zitten ik zal niet lachen, ik
zai alleen spreken, wanneer men enkele woor
den tot mij richt, ik zal er mij in 09fenen
om do oogen neer te slaan, en ge zult zien,
dat Clara von Bergen bij mij vergeleken, een
ijdel nest zal schijnen.
Mejuffrouw Marga, gij drijft den spot
mot mij. Ik had verwacht, dat ge warmor
aandeel zoudt nemen in mijne vreugde.
Verwacht nimmer iets van mij, was het
bijtende antwoord van Marga. Ik verbind
mij niet licht en hou alleen rekening met de
foiten, U, mijnheer, ken ik en hare stem werd
wat zachter, gij zijt mij dierbaar in uwe hoe
danigheid van trouwen vriend van mynoom;
wal nu mevrouw uwe mama aangaat, welnu,
om u eorlijk de waarheid te zeggen, ik ben
er zoo goed als zekor van, dat zij niet van mij
Ophitsing tot den oorlog.
Generaal von Bernhardt schrijft in de
>BerlinerPost< een opzienbarend artikel
over de voorbereiding tot den oorlog.
Hij beweert dat Duitschïand krachtdadig
aanvallend moet optreden, zoo niet, dan
zal het later verpletteid worden.
Hoe langer Duitschïand er mee wacht,
hoe nauwer het door vijanden zal worden
omringd. De oorlog zal toch aan Duitsch
ïand worden opgedrongen zoodra zijn
vijanden zullen gereed zijn met hun wa
peningen en zoodra zij het oogenblik
gunstig achten.
Het is dus maar beter dat Duitsch
ïand hen vóór is en het is noodig dat
Duitschïand op het Balkanschiereiland
uitziet naar bondgenootschappen en over
eenkomsten, die het in tijd van oorlog
meer vrijheid van beweging verschaffen.
De koning van Griekenland, die
zooals men weet de keizermanceuvres bij
Breslau bijwoont, heeft gelijk gemeld
Zaterdag bij zijn aankomst van keizer
Wilhelm een maarschalkstaf ten geschen
ke gekregen.
Bij de overhandiging daarvau heeft
de keizer er zijn blijdschap over uitge
sproken, dat hij 'zijn zwafet den staf, dien
hij op het slagveld heeft verworven,
persoonlijk mocht overhandigen. Hij
herinnerde daarbij aan het woord van
den koning, dat het succes naast Gods
hulp en den heldenmoed de, dapperheid
de offervaardigheid zijner Helleensche
troepen, te danken is geweest aan de
lessen over de grondslagen van den
oorlog, die hij en zijn officieren van het
2de garderegiment te voet in Berlijn en
op de Pruisische krijgsschool van den
generalen staf hebben ontvangen. Het
Duitsche leger, zeiae de keizer, kan
trotsch zijn op dat oordeel, waarin
Duitschland's machtige geest wordt er
kend en het bewijst, dat deze goed
toegepast de zege waarborgt.
De koning van Griekenland dankte
den keizer en wees erop, dat keizer
Wilhelm I hem had toegestaan zich te
Berlijn bij het garderegiment en den
generalen staf die groote kennis eigen
zal houdeD.
De jonge dokter beschouwde haar met ver
bazing en trachtte de moeniog te bestrijden,
die hem te kennen was gegeveD.
Doch hij zag zelf de zwakheid zijner argu
menten in en verwijderde zich spoediger,
dan hij van plan was geweest, e«D indruk
meenemend, verschillend van dien, welke hem
hierheen had gevoerd.
Met groote, haastige stappen ging bij de
met iepenboomen beplante laan door, vol
ongerustheid over de gevolgen, die eene ken
nismaking tnsschen zyne moeder en het jonge
meisje kon hebben, terwijl hij integendeel
groote verwachtingen had gebouwd op de komst
van mevrouw de Trévors.
D(e wenkbrauwen froDBende, volgde Marga
hem met de oogen.
Zijne moedor! Mevrouw Helena de Tré
vors, geboren te Allerbech, eene aristocrate
in hart en ziel. Arm, maar toch zoo voornaam,
monpelde zij. Ik zie haar thans zoo duidelijk,
alsof zij vlak voor mij stond en alsof ik haar
al een aantal jaren kende, versteend in het
driedubbele kuras van haren hoogmoed. Wie
of haar er toe overgehaald mag hebben, hier
heen to komen.
V.
Ja, welke reden had Mev. de Trévors. om
zich naar dat kleine stadje te begeven, zij, die
sinds jaren het huis van harer eenige dochter,
Mev. von Hartmaun, niet verlaten had.
De zwakke staat hare gezondheid verbood
haar iedere verre reis en sinds longen tijd
reeds verliet zij maar hoogst zelden haren
leuningstoel.
Eene week te voren was oen naamloozo
brief horen vrede komon verstoren en haar
komen meeslepen in eon stroom van gedachten
van ongerustheid, ja, zelfs van vreeB.
nllooggoochtte mevrouw, aldus luidde het
schrijven, gij zult deze waarschuwing wel
willen aanvuarden, wanneer gij erkent, dat zy
u gedaan wordt, door eene onbekende vriendin,
die levendig belaDg stelt in nwon toestand. Uw
zoon, M. de Trévors, wordt door een groot
gevaar bedreigd. Hij heeft zich in de strikken
laten vangen van eene gewetenlooss coquette,
te maken, waaraan de overwinningen
groctendeels te danken zijn.
De Fraosche bladen verbazen zich
over de woorden, die de koning dei-
Grieken gisteren te Berliju heeft ge
sproken over de rol die de Duitsche
krijgskunst bij het succes van Grieken
land heeft gespeeld.
Sommige bladen zooals de Liberté,
laken hevig Griekeulands ondankbaar
heid en zijn van meening, dat Grieken
land Frankrijks militaire en fiuantieele
medewerking ontberen kan.
De Temps, die overigens op het
conventioneele karakter van zulke rede
voeringen wijst, drukt nochthans
den wensch uit, dat de reis des konings
naar Parijs den indruk van zijn woorden
zal uitwisschen, een indruk, die des te
sterker is, waar de Duitsche bladen de
strekking van de rede buiten den wil
van den koning en het Grieksche volk
trachten te overdrijven om wantrouwen
tusschen Frankrijk en Griekenland te
zaaien.
De Dcbats geeft, toe evenals trouwens de
Temps, dat koning Konstantijn Duitsch
ïand op Griekeuland's hand wil krijgen
in de kwestie van de eilanden en Epi-
rus, opdat het een pressie op Oosten
rijk kan uitoefenen.
Het conflict met Japan.
De regeering te Peking maakt zich, eu
terecht, zeer bezorgd over de opwinding
die in Japan is ontstaan, doordat drie
Japanners in Nanking zijn gedood en zij
is bereid elke voldoening binnen de
grenzen der mogelijkheid, te geven.
De regeering heeft den Chineeschen
zaakgelastigde te Tokio gelast zijn leed
wezen over het gebeurde aan het Ja-
pansche ministerie van buitenlandsche
zaken te kennen te geven en de pas
benoemde Chineesche gezan te Tokio
heeft order ontvangen om zich naar
Nanking te begeven en daar een nauw
keurig onderzoek in te stellen Daar dus
alles in het werk wordt gesteld om
Japan tevreden te stellen, heerscht onder
de buitenlanders te Peking de meening
dat de agitatie in Japan wel eenigszlns
onredelijk is.
een jong meisje, men weet niet van waar ge
komen, doch iu elk geval van verre. Zij bezit
geen godsdienst en is van gerioge afkomst.
Zou nu alles, wat haar ontbreekt, worden goed
gemaakt door een vrij aardig gezichtje, en
door het twijfelachtige bezit van eene niet
minder twijfelachtige goudmijn, in Californië
gelegen Ik heb het recht niet daarover te
oordeelen. Ik heb het echter als een plicht
beschouwd, opgelegd door een nauwgezet
misschien zelfs wat al te nauwgezet geweten,
om een en ander ter uwe kennis te brengeo.
Wellicht, dat de alles vermogende band eener
vereerde moeder den zoon kan tegenhouden
aan den rand eens nfgroDds, doch als het nog
tijd is, dan dient er onmiddellijk gehandeld te
worden.
Een onbekende vriendin.
Deze brief had mevrouw de Ttévors in de
pijnlijkste ongerustheid gebracht. Haar zoon,
haar Robert, haar trots eu de vreugde van
haar ouden dag, dien zij geeu enkel jong
meisje waardig achtte, zou de prooi worden
van eeno coquette vau geringe afkomst.
Reeds dikwiils bad zij zich het geluk voor
gesteld, verbenden aan den huiselijken haard
haars zoons, en steeds had zij zich hare toe
komstige schoondochter voorgesteld als een
deftig j mg meisje, dat door hare uitmuntende
boedanigheden, verdiende deel te maken van
do aristocratische familie de Trévors.
Zij zag hars kleinkinderen op hare knioon
spelen opgevoed door eene godvruchtige moe
der. En al die schoone drooraen zouden ver
woest worden door eene gelukzoekster, van ver
gekomen eu die dus oeu schandelijk verleden
te verbergen had,
Mevrouw de Trévois verkwistte haren tijd
uiet mot jammerklachten; zij Echreof op
staanden voet aan ood harer vriendinnen. Mvr.
van Ellfold, die zich hij toeval Ginds eenige
muanden te N. bevond eu verzocht haar de
meest omstandige bijzonderheden aangaande
baron zoon.
Het antwoord was even Bpoedig, als weinig
bevredigend.
Mevr. Ellfeld heeft Robert maar zelden ge
zien deze heeft zich geheel en al gewijd aan
de geleerde wereld der stad. Zy zelvo was ten
De Times verneemt uit Peking dat de
actie van Japan ingevolge de incidenten
var. Nanking, zich tot nu toe bepaalt
tot een opsomming der feiten, om de
aandacht der Chineesche regeering te
vestigen op den ernstigen aard dezer
incidenten.
De Daily Mail heeft echter een tele
gram van veel verder strekkenden aard
ontvangen. Daarin wordt uit Tokio ge
meld, dat de regeering de eischen heeft
opgemaakt, die Japan aan China zal
stellen wegens den moord te Nanking
en de beleediging van twee Japansche
officieren.
De regeering te Tokio wenscht wel
het conflict op vredelievende wijze op
te lossen, doch moet ook rekening hou
den met de sterke. Chloa-vijandige be-
weging onder het Japansche volk, dat
ernstige maatregelen verlangt.
Kwaad bloed heeft vooral gezet de
mishandeling van een jong Japaneesch
officier te Haukau, die op bevel van
een Chineesch hoofd-officier werd op
gehangen.
Te Peking vertelt men, dat de Japanee-
sche officier zich aan ernstige onbeschei
denheid had schuldig gemaakt. Ook, dat
de drie te Nanking gedoodde Japanners
zich trots alle waarschuwingen, aan de
woede der soldaten hebben blootgesteld
inplaats van binnen het consulaatsge
bouw te blijven.
De moord op Abé te Tokio wordt
toegeschreven aan zijn China gezinde
politiek.
De antl-Chineesche ongeregeldheden
te Tokio zijn Maandagmorgen voortgezet
er gebeurde echter niets ernstigs.
Drie leden van den Militairen Raad
zijn naar Nikko ontboden om met den
keizer te confereeren.
De eerste minister heeft aan politieke
deputaten medegedeeld, dat Japan niet
van plan is zijn leger te mobiliseeren,
maar dat het in de kwesties met de
Chineezen krachtig zal optreden.
De Japansche consulaatswacht te Nan
king is met 200 man versterkt. De Ja
pansche consul verlangt, dat de Chineezen
borg zullen staan voor de veiligheid van
de Japansche eigendommen in Nanking
zoo niet, dan wordt gedreigd met een
bezetting door Japansche troepen.
De regeering te Tokio acht echter de
gevolge eener ziekte van haren echtgenoot in
verscheidene weken niet uitgeweest.
Zij had echter hooren spreken over de jonge
Ameribaansche en over de veelvuldige bezoeken
die M. de Trévors haar bracht. Zij bad zelfs
een enkele maal het jonge meisje gezien en
moest erkennen dat men moeileijk een schoon
heid zon kunnen vinden, die meer bewonde
renswaardig en verieidelyk was.
Zij wist niet in hoeverre eene werkelijke
genegenheid van Robert jegens de jonge
vreemdelinge, een ongeluk moest genoemd
worden.
In ieder geval kon de buitengewone rijkdom
van het jonge meisje ook nis eeno vergoeding
worden beschouwd voor de duisternis barer
geboorte.
Deze brief had geen andere uitwerking dan
dat hy de ongerustheid van Mev. de Trévors
vermeerderde.
Na hare dochter te hebben geraadpleegd
baren schoonzoon had zich van ieder inmen
ging onthouden, door te verklaren, dat men
het geval eenvoudig zijnen loop moest laten
nemen schreef zij nogmaals aan Mev. Ellfeld,
om eenige dagen gastvrijheid te vragen.
Zij zogde haar, hoezeer het haar oumogelijk
was, werkeloos te blijvon, terwijl er verre van
hoar een spel gespeeld werd, dat tot inzet had,
het geluk of het ongeluk vau haren zoon.
Mev. de Trévors was dus te N. aangekomen,
en zij zag weldra den dag aanbreken, die haar
in de gelegenheid zou stellen, om Marga
Holsten te loeren kennen en beoordeelen.
De ontmoeting zou plants vinden op een
groot soirée, ten huizo van Mev. von Bergen,
die wagen wilde, alle ongelijksoortige elementen
der stad bij elkander te brengen.
Mevrouw von Bergen had zich naar Mevr.
Trévors begeven en haar op zeor hoffelyko
wyze gevraagd of zy zelve den dag wilde
bepalen, waarop zij het soirée met hare tegen
woordigheid wilde veroeren, ten einde ten
harent kennis te maken met do beste vriendin
van haren zoon.
(Wordt vervolgd.)