Nummer 99
Donderdag 11 December 1913
36e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
1
Waafwi|ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen.
Eerste Blad.
SUNUGlff
DE RECHTMATIGE ERFGENAAM,
Gemeentefaadsvergadeiing
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
FEUILLETON.
Rede van Mr, Loeff.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
De Sunlightzeep is
absoluut zuiver en
vrij van schadelijke
bestanddeelen. Zij
is goedkoop, overal
verkrijgbaar en hare
ongeëvenaarde uit
muntende kwaliteit
beantwoordt ten
volle aan de strengste
eischen van hygiene
en zuiverheid. Daar
om is zij onmisbaar
in ieder wel geordend,
huishouden.
SUNLIGHT
HAARSTEEG.
De Echo van het Zuiden
Waalwyksclie en Langstraatscbe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fO-^ö.
Franco per post door bet geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Advektentiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeligc ccntiac
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
ÜEWWRBORGO
ZONDER
[Gedeponeerd]
ZEEP
ERVALSCHI
SCHADELIJKE
BESTANDDEELEN
L 281
OO
O
O
In ons vorig nummer hebben we
eenige persbeschouwingen gegeven over
de schitterende politieke rede, die onze
afgevaardigde Mr. Loeff, in de Tweede
Kamer heeft gehouden. We beloofden
toen er nog eens op terug te komen
Thans geven we er 't voornaamst van
Spreker stelt zich de onderhandeling
en het aanbod van dr. Bos als volgt
voor. Wij strijden hier den parlemen
tairen strijd op een zeker platform, het
platform van onze rechtsgemeenschap
en het konstitutioneel recht. En op dat
platform spreker verheugt zich dat
te kunnen zeggen, staan alle partijen
van rechts en links, met uitzondering
dan van de sociaal-demokraten. Die
staan met het eene been, het rechter,
op hetzelfde platform als wij, maar met
het andere op het andere, het revolu-
tionnaire. Die moeilijke positie hebben
zij aan zich zeiven te wijten. En nu
maken zij de hoofdleider heeft het
dezer dagen nog gezegd, van den
strijd tegen ons gebruik als revisionist,
en het succes, dat zij daaria behalen,
gebruiken zij ten bate van het tweede
deel.
Was het aanbod van dr. Bos nu ge
meend en moet dit als gemeend be
schouwd worden Ja, zegt spreker dit
aanbod was gemeend en had moeten
zijn aanvaard, om dat het een voortgaan
op hetzelfde platform mogelijk maakte.
Het aanbod van dr. Bos aan de S. D.
A. P had geen andere beteekenis dan
deze uit mijn aanbod blijkt vanzelf, dat
gij eerst uw linkerbeen moet optrekken
naar ons platform.
Zoo stelt spreker zich de eerste phase
voor.
Maar ware keT niet beter geweest,
dat de heeren zich over de kwestie over
en weer duidelijk hadden uitgesproken.
Ware het niet oirbaar geweest, indien
dr. Bos duidelijk had gezegd weet wel,
als gij in een bourgeois-ministerie zitting
neemt, dan blijkt daaruit vanzelf, dat gij
afstand doet van de eene helft van uw
platform.
Daar staat tegenover dat, als de S.
D. A. P. wenschte haar ten deele revo-
lutionnair standpunt te handhaven, zij
geen zitting kon nemen in een burgerlijk
ministerie.
(De heer Schaper. Dat heeft men
ook gezegd van het zitting nemen in
een parlement. Dat is hetzelfde).
De heer Loeff meent dat dit niet
hetzelfde is. Spreker heeft de werkzaam
heden in en buiten een parlement wel
eens vergeleken en is tot de konklusle
Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
gekomen, dat er tusschen de werkzaam
heden van sociaal-demokraten in het
parlement en in het aanvaarden van
portefeuilles, wat niet alleen meebrengt
de noodzakelijkheid van de indiening
van wetten, maar ook van gouverneeren
en regeeren, een groot verschil bestaat.
Als parlementsleden kunt gij wets-ont-
werpen indienen, maar als regeering
kunt gij niet besturen dienzelfden staat,
dien gij, zij het niet met dynamiet, dan
toch met andere middelen, volgens uw
eigen erkenning, ondermijnt.
Dit in antwoord op de interruptie.
(De heer Mendels. Volkomen juist).
(Hebt gij 't opgemerkt De heer Scha
per is rivisionist, de heer Mendels marxist.
Schaper tracht zich te verdedigen tegen
mr. Loeff; de marxist Mendels echter
geeft den spr. gelijk. Zoo dwong mr.
Loeff de twee richtingen in de S. D. A.
P. voor 't voetlicht komen).
De heer Loeff vervolgde
Als werkelijk waar is, dat de S. D. A. P.
is een gemengd revisionistisch-revolu-
tlonaire partij, dan had het eergevoel
aan die partij moeten verbieden zitting
te nemen in een gemengd vrijzinnig-
socialistisch Kabinet, omdat dan haar
eerste verplichting zou zijn geweest het
huis, waar zij haar intrek nam, te onder
houden, terwijl haar prlncipieele bedoe
ling is dit huis de fond en comble zij
het dan niet met dynamiet, te ver
nietigen, en op puinhoopen een an
der huis te bouwen.
Het aanbod was door de S. D. A. P.
geweigerd, en de vraag rijst nu of de
koncentratle den plicht had het Kabinet
te vormen.
Spr. heeft het over de daadwerkelijke
verantwoordelijkheid. Wanneer men zegt
dat men niet alleen negatieve bedoelin
gen heeft gehad, maar ook positieve,
dan moet men ook de daaruit voort
vloeiende verantwoordelijkheid aanvaar
den, op straffe dat anders niet wordt
geloofd aan die positieve bedoelingen
In verband roet een door de koncen
tratle aangevoerd argument, dat zij zich
van den beginne af op het standpunt
had gesteld, dat zij geen daadwerkelijke
verantwoordelijkheid wilde dragen, in
dien zij niet de meerderheid kreeg
merkt spreker op, dat die uitvluch
kernachtig is weerlegd door professor
13)
Ik ontmoette uw echtgenoot gisteravond
bij Molineux en hij deelde mij mee, dat gy
opgesteld waart, sprak kapitein Stnart, nadat
hy eenige oogenblikken zwijgend tegenover
haar bad gestaan. Zijn geheele voorkomen waB
daarbij zoo geheimzinnig dat het op my den
indruk maakte, als mo98t het veel meer dan
een voorbijgaande ongesteldheid zyn, die n
had aangetast.
Ik gevoel mij inderdaad niet wel, ant
woordde zy, maar ik geloof toch niet, dat ik
bepaald ziek ben.
liij zag baar lang en nitvorschend aan en
bemerkte dat haaroogen door blauwe kringen
omgeven waren, dat haar gelaat bleek was
en er een pijnlijke trek om haar mond lag.
Kapitein Staart wendde het gelaat af en on
derdrukte de woorden die hem op de lippen
lagen. Hij wist, dat hij zich met alle krucht
moest beh-ierBclien. maar het zien van baar
bleek, afgemat gelaat deed hem pijn aan bet
hart.
De regen viel al heftiger neer, maar de lucht
klaarde op en bet liet zich wel aanzien, dat
het spoedig droog zou worden, daarom keek
kapitein Stnart rond of hy niet ergens in de
nabijheid een dak zag, waar zij een oogenblik
zouden kannen schuilen.
Op korten afstand ontdekte hy een ledige
schuur, waarvan de deur openstond.
Laten wij daar een oogenblik binnengaan
totdat die stortbui voorbij is, zeide hy. Gij
zult doornat worden en een kon vatten, die
ernstige gevolgen bon hebben, wanneer gij
nog laDger hier blyft staan.
Zy volgde zijn raad op, zonder een woord
te spreken en toen zij de schuur bereikt had-
deu, nam hij haar druipende paropluio af en
zette dien in een hoek.
Vervolgens bleven beiden aan den ingang
staan en keken naar baiten, naar het in ne
vel gehulde landschap.
Herinnert ge u nog de laatste wandeling,
die wij samen gemaakt hebben vroeg hij met
zachte, bevende stem. Toen was het zomer en
de wilde rozen stonden in vollen blosi. Ik
plukte er een, en gij Btaakt die op uwe borst
terwijl gij de opmerking maaktet, hoe snel de
bloemen verwelken en welk een kort, maar
schoon leven zij hebben. Ons geluk was als de
bloemen.
Alice wendde het hoofd af, om de tranen
te verbergen, die bij het opwekken van deze
herinnering in haar oogen opwelden.
Op verwijtenden toon mompelde zij
Het is wreed van u, mij dat in het ge-
beogen te roepen.
Vindt ge vroeg hy met een bewegiDg
van ongeduld.
Eensklaps keerde hij zich geheel tot haar
en zeide met een van aandoening bevende
stem
O konden wij dien gelukkigen tijd nu
eens terugroepen, Alice, wanneer bet toeval
ons thans te zamen had gebracht om bet onde
verdwenen geluk te doen herleven?
Zy zag hem met wijdgeopende oogen aan.
Wat bedoelt ge? vroeg zy.
Ik zal bet u zeggen. De Henul is myn
getuige, dat ik nooit het voornemen heb op
gevat zoo tot u te spreken, maar een macht,
sterker dan mijn wil, dwingt mij er toe, nu
ik zie, hoe ongelukkig ge zijt. Alice, het was
een verraad, dat ons Bcheidde, het was een
verraad, dat u in de armen van sir Ascot
Carlyon voerde en u dwong hem voor het al
taar trouw te zweren. Gelooft gy, dat zulk
een eed voor deu Hemel geldig is?
Zeker is die eed geldig, zeide zij vastbera
den eu ik hoop, dat God my sterken zal, om
hem iu ieder opzicht te houden. Ik geef toe,
dat een ongelukkig noodlot over mij kwam,
doch ik zal er voor waken, dat men mijn zoon
later niet zal kunnen zeggen, dat zijne moeder
eene meineedige was.
Uw echtgenoot veronachtzaamt u, en hij
doet dat op de grofste manier, zoodat het
Struykeo, op wien men zich hier zoo
gaarne beroept. >Gepraemediteerde ont
duiking van verantwoordelijkheid maakt
die ontduiking niet minder erg«, zeide
professor Struyken. Dat is volkomen
juist.
Wat dit bevestigt, is ook dit, dat toen
de concentratie haar besluit onherroepe
lijk had genomea om niet de verant
woordelijkheid te aanvaarden, zij tegelijk
verklaarde, dat zij geen Kabinet zou
steunen dan een Kabinet, dat de hoofd
punten van haar program verwezenlijkte.
Zoo ergens in, dan ligt hierin wat ge
zegd is met het oog op de toestanden
van zijn land door Emile Faguet van
de Academie frangaise le dèsir dy ctre
puisant sans ctre responsable(het ver
langen om machtig te zijn, zonder ver
antwoordelijkheid te dragen).
Dat was het. De heeren wilden krachtig
en sterk zijn, en die kracht en macht,
ook zonder dat hun leden zaten achter
de groene tafel, doen gelden bier in de
Kamer en in den lande- Zij wilden too-
nen, dat hoewel zij geen portefeuilles
hadden aanvaard, de achting voor hun
partij daardoor niet had geleden. Dat
was het noodschot waarmee zij uiteen
gingen.
Spreker komt nu tot de derde vraag,
de vreugde, die over de koncentra
tle kwam, toen het extra-parlementair
Kabinet haar van de verantwoordelijkheid
bevrijdde en optrad als eea deus ex
machina. De koncentralie moest daarover
verheugd zijn, omdat de daadwerkelijke
verantwoordelijkheid, waarmee haar
geweten haar plaagde, nu was over
genomen. Want, wat zou er gebeurd
zijn, als geen extra-parlementair Kabi
net was opgetreden Het tafereel, ont
rold door den heer Troelstra, was dit:
Als gij dit Kabinet steunt en dit Kabi
net valt, wat zal er dan gebeuren i Na
de niet geslaagde pogingen om op an
dere wijze de krisis te beëindigen zou
er dan niets meer overschieten dan het
optreden van een rechtsch Kabinet en
dan zouden de vrijzinnigen voor goed
verloren zijn. Spreker meent, dat we
thans van de schildering van den heer
Troelstra slechts het laatste tafereel
hebben gehad door de deklinatie van
het verantwoordelijkheidsgevoel door de
leiders der koncentratle.
We hebben nu een extra parlementair
Kabinet, en nu is het de vraag, of dit
in de gegeven omstandigheden de aan
gewezen oplossing was.
(Slot volgt.)
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 5 December
des voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer J. M. A.
van Bokhoven.
Ongeveer kwart over tien uur opent
de Voorzitter de vergadeiing aanwezig
zijn de leden v d Wiel, Vucht, de Kort
en Luijben afwezig de leden Brands en
van Oudheusden terwijl er een vacature
is.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
AAN DE ORDE:
1. Voorstel van B. W tot wijziging
der rooilijn in het Donkerstraatje.
Voorzitter. Van de Gezondheidscom
missie is een schrijven ingekomen dat
zij tegen wijziging der rooilijn geen be
zwaar hebben.
De rooilijn wordt vastgesteld op
7.50 M van de kruin van den weg.
Wordt met algemeene stemmen aldus
besloten.
2. Schrijven van Ged. Staten houdende
bemerkingen op het raadsbesluit to'
het aangaan van een tijdelijke geldlee
nlng groot f 3000.
Ged. Staten wijzen er op dat dez
geldleenlng teken jare terugkomt doo
dat de pachten te laat inkomen. Doe
deze kwaal, die chronisch is geworden
moet telkens kasgeld worden geleend
wat de gemeente veel te duur komt te
staan. Die toestand mag niet worden
bestendigd.
Voorzitter. B en W stellea voor Ged.
Staten te schrijven dat de kosten van
kasgeldleening niet zeer hoog zijn, dat
de gemeente bij de boerenleenbank het
bedrag met alle mogelijke kosten daarbij
gerekend, kan leenen voor f 38.17'ƒ2- B
en W geven toe dat het laat betalen
der pachten een euvel is, dat dient te
voor nietnaDd een geheim is, die ooit met hem
in aanraking komt.
Dat geef ik toe, antwoordde Alice, doch
dat kan geen verandering in mijn besluit
brengen. Ik blyf aan zijne zijde ik ben de
moeder van zijn zood.
Het was een zware wanhopige stryd, maar
haar deugd overwon en zij bleef getrouw aaD
baar zware plicht.
Wanneer gij er slechts in toestemmsn
wilt, uw onwuardigen echtgenoot te verluteD
dan zal ik u naar mijn moeder brengen en u
daar laten, totdat uw man een echtscheiding
heeft verkregen. O! geloof mij, deze daad zon
voor God en de menschen gerechtvaardigd zijn.
Zij schudde met een drcevig lachje het hoold.
Het kwade is nooit gerechtvaardigd, zelfs
al ontstaat het goede er uit. Neen, Basil, wan
neer ik deed wat gy zegt, dan zou uw liefde
voor mij niet meer zijn wat zy thans is. Er
is e8n plichtbesef, dat boven alle liefde der
jeugd staat en wanneer ik dat verloor, dan zoa
ik nog ongelukkiger zyn dan ik thans reeds
ben, want ib heb nog altijd mijn kind, waaraan
ik denken, waarvoor ik hopen moet en mijn
plicht tegenover God.
Hy wilde iets zeggen, maar zij liet hem er
den tijd niet toe, doch ging voort
Zeg nu niets meer, breng mij niet in
verzoeking, bodenk dat gij sterker zijt dan ik
Zij hief de handen smeekend tot hem op,
terwyl haar oogen duidelijk zeiden, hoeveel
smart zjj ondervond.
Haar smeekend beroep op zijn ridderlijk
heid werkte meer dan iets anders er toe mee,
om hem het stilzwijgen op te leggen de woor-
don, die hij nog spreken wilde, bestierven op
zijD lippen,
Eindelyk zeide hij met zachte en van smart
bevende stem
Het is goed, ik zal u gehoorzamen en u
vaarwel zeggen.
Ja, zeide zij, terwijl zy hem naderde
en hem aanzag met een blik, waarin alle wee
moed van een vaarwel voor eeuwig lag opge
sloten, het moet een afscheid voor het geheele
leven zyn, wij mogen elkaar niet weerzien.
Gij moet naar Indië terngkeeren in de over
tuiging, dat wy elkaar aan deze zijde van het
graf niet mogen weerzien en ik zal trachten
my te troosten met het geloof, dat er een
hiernamaals is, waarin onrecht goedgemaakt
wordt 6D men gelnkkig kan zijn.
Laat ons beiden in onB lot berusten en kracht
en sterkte zoeken in de trouwe vervalling
onzer plichten. Dit gezegd hebbende stak zij
hem hare band toe en verzocht hem haar te
verlaten, aan welk verzoek bij onmiddelijk
voldeed en hij ging naar buiten in den stroo
menden regeE het dal in, waar zijn landgoed
lag, dat geheel in nevelen was gehold evenals
de vertwyfdling hem thans elk vooruitzicht
op toekomstig geluk omhulde.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Er zijn vrouwelijke wezeDB, die als tot zie-
kenverpleegster zijn geschapen en wier ver-
echijnen in de ziekenkamer allen voldoende
is om den lijder verlichting te brengen. Zulk
een wezen was Arline Lester. Bijna onhoor
baar bewoog zij zich in de kamer, waar men
de vreemdelinge op Clifte Court had neerge
legd, liep met geruischlooze schreden af en
aan en verrichtte de verzorging van de zieke
zoo behendig, dat zelfs dokter Fletscher, die
altijd zeer bezorgd voor zijn patiënten was,
baar soms toestond de plaats van de ontboden
ziekenoppasseres te vervangen, als deze eenige
uren rust moest nemen.
Geheel anders dan Arline Lesfor was de gra
vin Ciarice De Roubaix en dokter Fletscher
durfde zijn oogen bijna niet vertrouwen toen
hy op zekeren middag bij het betreden der
ziekenkamer, die gravin aan het bed zag zit
ten een gestalte die volstrekt niet in deze
eenvoudige omgeving paste.
Zij zag hem met eeu glimlach aan en zeide
Gy kijkt zoo verwonderd, dokter, mag
ik dan niet nu en dan eens trachten mij met
iets nuttig te maken?
Trachten kunt ge het altyd wel, ant
woordde de geneesheer met een bij zonderen
klemtoon op de woorden, die bij lange na niet
vleiend waren.
Gij vreest toch niet, dat uw patiënte in
mijn handen slecht verzorgd zal zijn? vroeg
de gravin verder.
Hy antwoordde niet, maar boog zich over
de zieke, die achterover in haar kussens lag,
terwyl haar oogen in het onbestemde verschiet
staarden en haar linkerhand h6t kleine zakje
omklemd hield, dat zij om den hals droeg.
Hoe zijt gij op de gedachte gekomen, bij
de ziekenverpleging to helpen, mevroaw De
Ronbaix vroeg hij, terwyl hij de gravin scherp
aankeek.
Clarice bloosde ondor dezen doordringennen
blik en antwoordde
Ik dacht zoo dat ik my tcch wel eenB
met iets verdienstelijk kon maken. Men wordt
dat nietsdoen toch ook eenmaal mo< de.
Dokter Fletscher, die wegens zijne scherpe
tong algemeen gevreesd was en die met de
minste sympathie voor de gravin gevoelde,
stond op het pont een schamper antwoord te
geven, doch hij bedacht zich en zeide
Na, iu den regel zijn voorname dameB
gewoon, de ziekenkamer te myden, daar zij
voor besmetting vreezen Het \erhengt my,
dat gy daarop een gunstige uitzondering
maakt.
Hoe vindt gij heden den toestand van mrs.
Grant
Juist zooals gisteren en eergisteren. Licha
melijk gaat zy vrij goed vooruit, en zy zal
weldra in staat zijn, baar bed te verlaten,
maar ik vrees, dat haar verstand gekrenkt
zal blijven, want haar herinneringsvermogen
keert maar niet terug.
Meent gij, dat zy onnoozel zal worden?
Dat geloof ik niet, zij zal wel begrijpen wat
er om haar heen voorvalt maar voorloopig
tenminste voor eeoigen tijd zal zy zich
nietB van het verledene herinneren.
Misschien keert het geheugen mot den tijd
terug, maar in elk geval zal dat lang, zeer
lang doren.
Na deze woorden maakte hy zich gereed
om heen te gaan.
Wees zoo goed aan de oppasseres te zeg
gen, dat zij dezelfde medicijnen nog voortdu
rend geregeld moet ingeven en dat de zieke
zeer dikwijls versterkende middelen hebben
moet, zeide hij nog, toen hy al aan de deur
WOB.
(Wordt vervolgd.)