Nummer 100
Zondag 14 December 1913.
36e Jaargang
Tweede Blad.
SUNLIGHT
Gemeenteraad van WAALWIJK,
Stokpaardjes Zeep.
öe BESÏE LELIËNMELK zeep,
f,
Stokpaardjes Cream.
Reclame.
De Sunlightzeep is
absoluut zuiver en
Vrij van schadelijke
bestanddeelen. Zij
is goedkoop, overal
verkrijgbaar en hare
ongeëvenaarde uit
muntende kwaliteit
beantwoordt ten
volle aan de strengste
eischen van hygiene
en zuiverheid. Daar
om is zij onmisbaar
in ieder wel geordend
huishouden.
UNLIGI1T
Openbare vergadering op Woensdag
10 December, des avonds ten 6J/A uur.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter Edelachtb. heer Burge
meester.
AAN DE ORDE
1. Ingekomen stukken.
2 Vaststelling eeoer verordening, re
gelende de pensioensbijdragen voor de
gemeente-ambtenaren.
3. Benoeming van een stembureau
voor de eventueele verkiezingen in 1914.
4. Benoemingen van
a. eene commissie voor de gasfabriek.
b. van een lid v. h. R. K. Gasthuis-
bestuur.
c. van een lid van het Burg. Armbe
stuur.
5. Reclames H. O.
De voorzitter opent de vergadering,
heet de leden welkom en de secretaris
leest de notulen voor, die ongewijzigd
worden vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
a. Een goedkeuring van 't raadsbesluit
waarbij aan den Staat der Nederlanden
grond_voor de vakschool wordt verkocht.
Aangenomen voor kennisgeving.
2, Vaststelling eener verordening, re
gelende de pensioensbijdragen voor de
gemeente-ambtenaren,
Het rapport van de commissie, be
staande uit de heeren wethouder Tim
mermans, H. G. van Everdlngen en B,
Timmermans-Verschure, wordt door den
secretaris voorgelezen en luidt als volgt
Aan den Raad der gemeente Waalwijk.
Ter voldoening aan de opdracht van
Uwe vergadering van 17 November 1913
hebben wij de eer U het navolgende te
rapporteeren
De Wet, regelende de pensionneering
van de gemeente-ambtenaren, hunne
weduwen en weezen, is in werking ge
treden op 1 October 1913. Deze wet
legt aan de gemeenten de verplichting
op tot betaling der bijdragen in het voor
de gemeente-ambtenaren gestichte pen
sioenfonds. Zij geeft echter de bevoegd
heid om een gedeelte van die verplichte
storting te verhalen op de ambtenaren.
Het getal gemeente-ambtenaren be
droeg bij het in werking treden der
wet 57. Hun pensioengrondslag bedroeg
op dat tijdstip in totaal f 22874,50. Het
totaal der belooningen door de geza
menlijke ambtenaren in dienst der ge
meente genoten tot 1 October 1913,
bedraagt, met uitzondering van de som
der belooning, door F. W. van Liempt
genoten, f 209408,77'/2.
In deze som zijn niet begrepen de
bedragen van die ambtenaren, die vroe
ger in dienst dezer gemeente geweest
zijn en thans nog elders eeDe gemeen
telijke betrekking bekleeden. Het bedrag
van de som dier belooningen is moeilijk
te ramen in elk geval kan het niet zoo
groot zijn, dat het aanmerkelijke ver
schillen kan opleveren. Gesteld, dat het
bedrag dier belooningen f 10000 be
droeg, dan zou de annuïteit voor de
gemeente toch nog slechts f 23,41'/a
(22,62) per jaar bedragen.
Van de hiervoor genoemde som van
f22874,50 moet de gemeente betalen
voor eigen pensioen der ambtenaren
7°/o of f1601,217a en voor dat van
hunne weduwen en wezen 5°/0 of
f 1143,72.
Van de som der belooningen ad
f 209408,777a moet worden betaald 8°/o
dat is f 16757,66, welk bedrag in 40
jaarlijksche annuïteiten kan worden vol
daan, de annuïteit berekend naar een
rentevoet van 37a°/o, De jaarlijksche an
nuïteit bedraagt per f 1000 f 46,83 (4.5,24,)
zoodat voor de inkoopsom jaarlijks moet
worden voldaan f 784,217a (757>9°) Se*
durende 40 jaren.
Aan de gemeente wordt toegekend
een recht van verhaal op de ambtena
ren, waarvan het maximum bedraagt
3°/o voor eigen pensioen, 5°/0 voor we
duwen- en weezenpensioen en 3°/o van
de inkoopsom. Door de ambtenaren kan
de 3% der inkoopsom betaald worden
in 10 gelijke jaartermijnen.
Neemt de gemeente alle pensioens
bijdragen voor hare rekening, dan heeft
zij te betalen
7% van f 22874.50 of f 1601.217a
57. 22874,50 of f 1143,72
8°/o 209408,7772 in 40 f (757M
jaarlijksche annuïteiten f 784,2172
(f 3502,82 j2)
Totaal f 3529,1572
Verhaalt de gemeente zooveel van de
ambtenaren als de wet toelaat, dan
blijft voor rekening der gemeente
4% van f 22874,50 of f 914,99
5°/9 f 209408,777a in 40 (f 473,68)
jaarlijksche annuïteiten f 490.32
(f 1388,67)
-Totaal f 1405,31
Alhoewel eene jaarlijksche storting
van het laatste bedrag zijnde f 1405,11
(1588,67) voor onze gemeente reeds zeer
beduidend is, hebben wij toch gemeend
vrijgeviger te moeten zijn en dit vooral
ten opzichte der lagere ambtenaren, daar
toch voor hen, hoe mooi het aangebo
den pensioen ook moge zijn, zij hiervan
niet zouden kunnen, althans niet zouden
wenschen te profiteeren, wanneer daar
voor eene te groote wekelijksche bijdrage
zou worden gevorderd.
Waar echter terdege rekening moet
worden gehouden met den finantieelen
toestand onzer gemeente, hebben wij ge
wikt en gewogen, wij hebben rekening
gehouden met de deze zaak betreffende
ontvangen circulairen. Wij hebben ech
ter geen termen gevonden om voor de
hoogere ambtenaren dezelfde vrijgevig
heid toe te passen als voor de lagere
ambtenarenhiertegen toch kan geen
bezwaar bestaan, daar deze ambtenaren
door de pensioensregeling reeds in gun
stige positie komen en het speciaal
voor hen geen bezwaar is de geeischte
bijdragen te voldoen. Een hunner toch
heeft reeds den wensch geuit om de
volle bijdrage te betalen.
Wii hebben gemeend de ambtenaren
te kunnen verdeelen in drie groepen
Groep A met een pensioen grondslag
(salaris) tot en met f 600.
Groep B met een pensioen grondslag
van f 600 tot en met f 1000.
Groep C met een pensioen grondslag
boven de f 1000.
en de pensioensbijdragen en inkoop daar
voor te regelen als volgt
Alvorens eene regeling op te zetten,
meent de commissie de volgende pun
ten onder Uwe aandacht te moeten
brengen
Wij hebben aangenomen, dat de plicht
tot verzorging van weduwen en weezen
een plicht is, die op de eerste plaats
rust op de ambtenaren zelf, zoodat wij,
temeer omdat voor de ambtenaren toe
treding tot het pensioenfonds voor we
duwen en weezen facultatief wordt ge
steld, meenen te moeten adviseeren ook
voor de lagere groepen hiervoor een
gedeelte op die ambtenaren te moeten
verhalen.
Wij hebben ook gemeend op de hier
volgende regeling een uitzondering te
moeten maken voor die ambtenaren, voor
wie de gemeentebetrekking, of de ge
zamenlijke gemeentebetrekkingen onder
deze pensioenwetten vallende, niet een
hoofdbron van bestaan oplevert, zooals
de leeraren aan de Teekenschool, Her-
halingsonderwijs, waagmeester, brand
meester en dergelijken, waarvan wij voor
stellen het maximum te verhalen, en wel
omdat voor deze niet geldt wat gezegd
is over de lagere ambtenaren die niet
in staat zijn persoonlijk bij te dragen.
Opgemerkt zij nog, dat van de amb
tenaren, van wie volgens deze regeling
de grootste bijdrage wordt gevorderd,
sommigen al reeds 5% betalen als bij
drage voor eene pensioenverzekering,
die de gemeente voor hen had gesloten.
Voorgestelde Regeling Zijnde het be
drag dat jaarlijks voor rekening van de
gemeente komt.
xr blijft voor de
Voor eigen pensioen ambtenaren.
Voor groep A 7°/o is f 665,28 0°/o
B 5°/0 is f299,30 2°/0
C 4% is f 246,20 3°/0
f 1210,78
Voor weduwen en weezen
Voor groep A 2°/0 is f 157,29 3°/o
B l°/0 is f 59,76 4°/o
C 0°/o is --- 5°/o
f 217,15
Voor inkoop
Voor groep A 8°/0 is f 280,06 0%
B 7% is f115,03 1%
C 5°'o is f204,98 3%
(679,74)
f 600,07
f2028,00
(2007,67)
f (20,33)
Dan stellen wij nog voor op de amb
tenaren, die vroeger in dienst dezer ge
meente waren en thans elders eene ge
meentelijke betrekking bekleeden het
maximum van de inkoopsom te vorde
ren en van de ambtenaren, die na 1
October 1913 in dienst dezer gemeente
worden aangesteld de maximum bijdrage
voor eigen-, en weduwen- en weezenpen
sioen. (Inkoop hebben deze ambtenaren
natuurlijk niet meer te betalen).
Op de begrooting 1914 zou dan komen
f 1427,93 en op die voor 1915 f 2028,00
(2007,67) omdat de annuïteiten eerst op
de begrooting voor 1915 moeten worden
uitgetrokken.
Wij hebben buiten beschouwing ge
laten de inkoopsom voor F. W. v. Liempt
omdat de wet onduidelijk is ten opzichte
van den pensioensgrondslag van die
ambtenaren, die voor het in werking
treden der wet eene hoogere bezoldiging
genoten dan na dat tijdstip. Volgens de
bestaande bepalingen zou inkoop moeten
worden betaald naar een hoogeren grond
slag dan waarnaar het pensioen kan wor
den berekend, wat in casu een zeer groot
verschil oplevert. Reeds van verschillen
de zijden is den betrokken Minister ge
wezen op deze leemte in de wet en het
is te verwachten, dat daarin verandering
wordt gebracht. Het is daarom wensche-
lijk de beslissing ten deze af te wachten
Tot heden werd door de gemeente
reeds ruim f 300 bijgedragen voor de
vroegere pensioenverzekering, als hier
boven vermeld, welke verzekering bij
het in werking treden der pensioenwet
ten is vervallen.
Met de bepaling dat op de ambtena
ren, na 1 October 1913 aangesteld, de
volle bijdrage voor pensioen zal worden
verhaald, wordt door de wisseling van
personeel het bedrag dat voor rekening
der gemeente komt gestadig minder.
Ten slotte nog het volgende in het
weekblad voor den Nederlandschen bond
van gemeente-ambtenaren van 20 Nov
wordt de opmerking gemaakt, dat de
annuïteit niet moet zijn f 46,83 maar
f45,24. De daarbij' gevoegde uiteenzet
ting kon eenvoudiger zijn, door te zeggen
dat f 46,85 de annuïteit is wanneer de
eerste storting moet plaats hebben een
jaar na den dag dat men de hoofdsom
verschuldigd wordt (post numerando) en
f 45,24 de annuïteit wanneer de eerste
storting moet plaats hebben op den dag
zelf dat men de hoofdsom verschuldigd
wordt (prae numerando). Wij verkeeren
in het laatste geval en moeten wij dus
onze berekening maken naar eene an
nuïteit van f 45,24. Dit maakt een ver
schil van f 20,33, °P vorenstaande spe
cificaties in cursief aangegeven.
Voorzitter. Vooraf wil ik U mede
deelen. dat de meerderheid van B. en W
het eens is met het rapport der commissie
Ik wensch dit rapport even nader te
bespreken, maar stel op den voorgrond
dat ik het strikt zakelijk doen zal, zooals
ik ook het rapport beschouw. Ik breng
de commissie dank voor het groote
werk doch als ik de conclusie van het
rapport bekijk, dan zou ik willen vragen
of de zaak niet te veel van een zijde is
bekeken, men niet te zeer het oog heeft
gehouden op de gemeentelijke schatkist.
Als ik de franjes ervan afknip, dan zie
ik dat er drie klassen zijn. A. B. en C.
A tot 600, dus de werklieden, B van
f 600.f 1000 iets meer dan de werk
lieden en C van f 1000 of meer, en moet
ik constateeren, dat geen der drie klassen
het verhaal is ontloopen.
Degenen, die minder dan f 600 ver
dienen, moeten voor weduwen en
weezenpensioen 3% betalen, dus de ar
beiders die b.v. f 10 verdienen, moeten
daarvan wekelijks f 0.30 missen.
Zij hebben een huishouden te onder
houden, en moeten alle fondsen betalen
meent U dan dat ze daarvan nog 30
cent kunnen missen, ik meen van niet;
en wat zal 't gevolg zijn, dat ze niet
zullen deelnemen en als dan de man
komt te overlijden, zou de gemeente
dan voordeeliger uitzijn, dan dat zij dezen
werkman had vrijgesteld, ik meen van
niet. Na 1 October 1913 zal alles ver
haald worden, dan meen ik dat men moei
lijk arbeiders zal kunnen krijgen, tenzij
men het loon verhoogtdenkt U dan
voordeeliger uit te zijn.
Categorie B. van f 600— f 1000. dus
die iets meer zijn den arbeiders moeten
7 pCt missen en C. ambtenaren boven
f1000 minstens 10, zegge 10 pCt
terwijl het hoogste salaris f 1500 is
dat van den geneesheer, die z'n hoofd
boven van bestaan niet in de gemeente-
betrekking vindtkan worden uitgezonderd
Het salaris van f 1500 noem ik nu niet
zoo'n schat en de bezitter daarvan moet
er toch f150 afknijpen, wat hij ter dege
zal voelen. De ambtenaren die langer
indienst zijn, zullen 16 a 17 pCt. betalen
als alles verhaald wordt. Zij, die later
benoemd worden, zijn in betere conditie
dan de huldigen, daar ze geen in koop
som behoeven te betalen.
M. H. De comissie spreekt in haar
rapport van >vrijgevig«, en hierop vestig
ik de bijzondere aandacht. Dat een der
hoofdambtenaren verzocht heeft alles op
hem te verhalen, dat is heel vrijgevig
maar die troef, als men hem zoo noemen
wil, kan hier niet worden uitgespeeld
daar deze persoon zijn hoofdbron van
bestaan niet in deze betrekking heeft
Ik stel daarbij nog de vraag is het
aannemen van dit voorstel practisch
waar zoo iets alleen bedoeld is voor
meest noodlijdende gemeenten. Gede
puteerde Staten hebben om deze reden
al veel verordingen teruggestuurd men
kan dan zeker zijn, dat we deze ook te
rugkrijgen. Men kan de koorden wat strak
aanhalen en anderzijde tcch wat vrij
gevig zijn. Als de raad op deze beide
punten ingaat, dan kan men toch nog
tot een mooi en practisch resultaat ko
men.
Wethouder TimmermansMijnheer
de Voorzitter. Ik zou kunnen wachten
met U te antwoorden? totdat andere
heeren hunne meening over het rapport
of over uwe beschouwing hebben ge
gezegdik meen na U te hebben ge
hoord beter te doen U eerst te ant
woorden als zijnde lid der commissie
welke het rapport samenstelde. Toen
ik U hoorde kreeg ik zoo het gevoe
alsof wij moesten beschouwd worden
als >les bêtes noires* wij zijn zoo af
schrikwekkend niet en men mag ons
niet verkeerd beschouwen. Het woord
>vrijgevig« dat wij in ons rapport ge
bruikten, was daar allerminst misplaatst
daar toch naast de groote sommen
welke van Waalwijk gevraagd worden
voor de pensionneering harer ambtena
ren, de commissie daaraan nog een niet
onbeduidend bedrag heeft toegevoegd.
De heeren willen wel overtuigd zijn
dat wij deze kwestie zuiver zakelijk
wilden behandeltn niets zou ons aan
genamer zijn geweest dan alle ambte
naren ter wille te zijn, maar dat konden
wij niet, omdat dan het offer van de
gemeente gevraagd veel te groot zou zijn
De gemeente Waalwijk zou kunnen
volstaan met de betaling van f 1400
'sjaars, maar de commissie stelt voor
f 2000 te betalen zij acht dan ook het
woord vrijgevig niet misplaatst.
Het is niet mijne bedoeling U zin na
zin te beantwoorden, ik zal alleen het
voornaamste nemen.
U wijst er op Mijnheer de Voorzitter
dat wij van groep C. (tot en met f 600)
iets vragen, hier toch waren wij al zeer
vrij gevig. Wij achten het wenschelijk
dat wanneer een werkman voor vrouw
en kind, een weduwen- en weezen- pen
sioen wenscht, dat hij daarvoor althans
eenige zorg hebbe en een klein bedrag
n.l. 3 p Ct. daarvoor zelf betalen. Zijn
we voor afdeeling B. niet zoo mild ge
weest en wenschen we op de ambtenaren
in afdeeling C. alles te verhalen, dan
is dit gedaan om de geldelijke bezwaren
welk anders zouden volgen.
Heb ik hiermee het voornaamste van
het betoog van den voorzitter beant
woord, eenige punten daaruit wil ik
toch nog even naar voren brengen.
U zegt dat de nieuwe ambtenaren in
zooveel betere conditie komen dan de
tegenwoordige en dat men met de
voorgestelde bepaling moeilijk nieuwe
ambtenaren zal kunnen krijgen; voor dit
laatste ben ik nu in het allerminste be
vreesd, immers willen wij nieuwe ambte
naren met: de oude gelijkstellen, dan
zullen wij daar waar het noodig is om
tot die gelijkheid te komen, hen zooveel
meer loon geven. Wat betreft het eerste,
(dat de nieuwe ambtenaren in zooveel
betere conditie komen) hier meen ik
dat uwe zienswijze in het geheel niet
juist is.
De regeering toch laat voor de oude
ambtenaren een zeker bedrag storten,
in verband met hunne dienstjaren en
doet dit juist om tot gelijkheid te komen.
Met een voorbeeld zal ik U aantoonen
dat de nieuwe ambtenaren niet bevoor
deeld worden.
Een ambtenaar die vandaag wordt
aangesteld komt na 40 jaar in het genot
van pensioen, zal dus gedurende 40
jaar moeten bijdragen, terwijl een
ambtenaar die reeds 20 dienstjaren heeft
volbracht, reeds na 20 jaren in het bezit
komt van zijn pensioen en dus maar
gedurende 20 jaren heeft bij te dragen.
U meent ook dat het in ons rapport
overbodig was daarin aantehalen dat
een ambtenaar uit eigen beweging heeft
gevraagd alles op hem te verhalen en
U baseert die meeniog daarop dat deze
ambtenaar (de gemeente-geneesheer) als
ziinde niet uitsluitend in gemeente
dienst reeds daardoor zou vallen in de
termen alles op hem te verhalen. Maar
mijnheer de Voorzitter, ook omdat hij
behoort tot de hoogste groep wordt op
hem alles verhaald, maar laat ik er U
op opmerkzaam maken dat dit zijn be
palingen die voorkomen in ons rapport
en moet ik waarheidshalve zeggen, dat
genoemde ambtenaar mij dit heeft ver
zocht voor dat er sprake was van eene
commissie of van een rapport.
Ten slotte is het voor mij volstrekt
geen argument, de door U geuitte vrees
dat gedeputeerde staten geen goed
keuring zouden schenkeo aan een raads
besluit in den geest van ons rapport.
Ook wat betreft 't schenken der goed
keuring staat mijne meening recht tegen
over de uwe.
Ik vertrouw dat heeren Ged. Staten
zich niet zullen verzetten, vooral niet
omdat wij in de laagste klasse dus op
die ambtenaren die niet meer dan f 600
verdienen, bijna niets verhalen en daar
verder blijkt dat de gemeents door
f 2000 te storten f 600 meer geeft dan
haar door de wet wordt opgelegd.
Mochten Heeren Ged. Staten ons be
sluit niet goedkeuren dan zullen wij zien
welke argumenten zij daarvoor hebben
en zullen wij die nagaan en overwegen
wat wij alsdan zullen hebben te doen.
Het was niet zooals U meent onze
bedoeling de koorden te strak aan te
halen, want we weten dat we te waken
hebben voor de belangen onzer ambte
naren, maar op ons rust tevens den
plicht op te komen voor de belangen
der belastingbetalers.
(Zie vervolg 3e Blad.)
Geeft een Zachte, Blanke huid
Het beste middel tegen Zomer
sproeten, Roode en Ruwe Huid
Verkrijgbaar bij
A. TIELEN.
4969 J. HAMBURG, Grootestraat.
Echo van
Zuiden
EWAARB0R6D
IVERVALSCHT
ZONDER
EDEPONEERD)
SCHADELIJKE
SEJTANODEEUN
L 281
■f-
00
O
O
270,61
(111,11)
(198,02)