IVummer 104 Zondag 28 December 1913 36e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I Waafvi|ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Gemeenteraadsvergaderingen. BE RECHTMATIGE ERFGENAAM. FEUILLETON. Voor Telefoonnummer 38. T: legram-AdresECHO. ELSHOUT. eerste klas De Echo van het Zuiden, ffnalwpsclie en Laiigstraatsclie Courant, Dit Blad venehgnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden fö."5. Franco per post door het geheele ryk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: AjjvuïTïimlN 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaati»irg opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer vooitlee^f» r«i> gesloten. Reclames 15 cent per regel. (Slot.) lijsels. Ge moet met open kaart spelen. De Burger heeft gezegd dat h&. zoowat f35 zou zijn, maar daar wil hij ullie maar wat wijs mee maken. Ge m »t den raad zuiver inlichten. Voorzitter. Bereken dan de annuï teit maar. Gijsels. Nou, 't is f 2200 dat is f 55 per jaar. Van Herpt. Dat klopt ook niet zooals gij dat daar zegt. De Burger licht 't niet duister toe, als je 't maar begrijpt. Klijn. Jullie moeten niet kwaad wor den. 't Moet zakelijk blijven. Voorzitter. Ik zet het uiteen zoo goed als ik kan. Gijsels. Hier moeten wij nu de ge heele inkoopsom betalen. Voorzitter. Ik heb jullie toch niet om den tuin geleid. Ik heb de vorige keer precies gezegd zooals het is. Gijsels. Gij zegt het maar op z'n mooist, als het er maar doorkomt. Voorzitter, 't Kan me niets schelen hoor. Als de lantaarnopsteker ;n de fiets vaa den veldwachter van den staat af moeten, dan moet de begrootine oök gewijzigd werden. Zooals 't nu is, is het een voorlooplge regeling. Wat we te veel betalen krij gen wij terug, wat we te weinig betalen moeten we later bij betalen. Gijsels. Och kom, wij kunnen de ministers wijs maken wat wij willen. Voorzitter. Dat kunnen wij niet. Gijsels. Wij maken ze wijs wat we .willen, daar weten ze niets van. Denk je dat ze van Elshout iets af weten. Voorzitter. Dan moet je maar eens probeeren. Gijsels Als wij zeggen dat Wolfs is aangesteld, dan gelooven ze ons, maar e moeten verdrechtvaardig zijn. Van Herpt. Wij kunnen de ambte- laren niet alles toedouwen en de ge meente maar laten betalen. Hij is toch geen ambtenaar. Het aansteken en onderhouden van lantaarns is aanbesteed en hem is het gegund, dus is hij geen Ambtenaar. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." 19) Hg wees met den vinger naar de bedoelde plaats, doopte de pen iu de inkt en bood haar die aan. Haa«t u dan, aeide hy ongeduldig, toen roerloos bleef staan Wy hebben geen tyd te vetliezen, wanneer gij den trein van half zes nog wilt balen. Ik zal niet met dien trein vertrekken, zeide zij kalm. Wat? Ik behoef in het geheel niet te vertrek ken, want ik heb volkomen zekerheid, dat fflyn zoontje gezond en welvarend is. Sir Ascot liet de pen uit de band vallen en bleef als versteend staan, met de oogen onaf gewend op baar gericht, terwijl grenzeDlooze sohrik en teleurstelling op zyn gelaat telezSn waren. Wat bedoelt ge? Haar lippen plooiden zicb tot een honenden glimlach en baar oogen rustten vol verachting op hem, terwyl zij hem met luide, scherpe stem toeriep Ik bedoel dat ik uw snood verraad door zien beb, dat deze brief, die zooeven van uw tante is aangekomen en dien ik gelezen beb, mij de oogen heeft geopend. Ik heb vroeger al gedacht, dat ik uw karakter doorgrondde, ik bad geen flauw vermoeden van de laagheid, die gij nu doet kennen. Nn zal ik m do toekomst beter op mijn hoede zyn. Heen pen is in staat de woede van den baronet te beBchryven, toen hij sicb aldns tegenover getuigen ontmaskerd zag. Hy was *»o na aan zijn doel geweest en nu werd hem dm beker, dien hy reeds aan de lippen bracht wier nit de hand gerukt en op den grond ge legerd. Hy wist opdat oogenblik niet meer Gijsels. Dan kunnen wij den verver ook wel pensioneeren. Van Herpt. Als de gemeente zelf de verf gaf wel, maar dat is hier nou niet. Ik weet beslist zeker dat Wolfs er niet bij hooit. Klijn. Maar ik begrijp het niet. De begrooting heeft er toch niets mee te maken. De Voorzitter leest hierna een schrijven voor, waaruit blijkt dat de jufste voor schriften nog niet gereed zijn en later zullen worden gegeven. Van Herpt. Dat alles doet nieis ter zake. De petroleum en glazen moeten er toch zeker al af. Voorzitter. Dat moet er af, daar heb je gelijk in. Klijn. Voor de weduwen en weezen betalen ze toch zelf, is 't niet Voorzitter. Dat komt dadelijk. •Van Herpt. Is u nog niet bekend wie voor pensioen in aanmerking wil komen. Voorzitter. Van allemaal nog niet. Ze moeten zichzelf opgeven. Van den veld wachter wel. Ook de dokter uit Heusden. Gijsels. O God, die ook nog. Voorzitter. Klessens komt er ook nog bij voor f 60 van het herhalingsonderwijs. Van Herpt. En de armmeesters ook nog zeker. Voorzitter. Die niet. Die worden niet doo den raad bezoldigd. Klessens gaat er voor zijn eigen bij, niet voor weduwen en weezen Gijsels. Nou, 't is nogal raak hoor. Hierna doet de Voorzitter voorlezing van een schrijven van Ged. Staten hou dende aanmerking op de door den raad vastgestelde verordening inzake pensi oenwet voor gemeente-ambtenaren. Ged. Staten wijzen er op dat 8% op de amb tenaren te verhalen, nog al veel is. Het is een vermindering van salaris. Voorzitter. Naar aanleiding van dit schrijven stellen B. en W. voor op de ambtenaren maar 5°/o *e verhalen. Van Herpt. Dat wordt nogal erg om eerst met het een en dan met het andei te komen. Klijn. Ik ben er voor om aan wedu wen en weezen niets bij te passen en voor den inkoop ook niet. Voorzitter. Dat is al besloten. Ged. Staten wijzen er nu op, dat 8% verha len veel te veel is, daarom stellen B. wat by deed, een rnwe vloek kwam over zyn lippen en bij bief de band op, gereed zyn vrouw in zijn verblinde drift te slaan. Zjj week geen duimbreed terug, maar dokter West kwam tusscben beiden en hield zyn arm vast. Vergeet u niet zoover, Carlyon, fluisterde bij hem toe, met geweld zult gjj toch niets winnen. Het is u ditmaal mislukt en bet ec- nige wat ge doen kunt is er Bcbijnbaar in berusten en een gunstiger gelegenheid afwach ten. Hy opende de deur voor lady Carlyon en deze verliet terstond het vertrek, terwijl ook de intendaut die met sir Carlyon en dokter Weet mee gekomen was, zich op een weük van laatstgenoemde verwijderde. Vervolgens kwam de dokter by den baronet terug en legde bem de band op den schouder Sta toch niet zoo wanhopig te kijken, CarlyoD, zeide by, gij hebt immers uw laatste kaart nog niet uitgespeeld. Denkt ge, stoof sir Ascot op By den hemel, bet komt mij tocb voor dat bet wel zoo is, ik zie geen middel meer om baar weer stand te overwinnen en wanneer ik het geld niet deze week nog heb, dan bon ik verloren. Gy hebt tot dusverre steeds op aw eigen middelen vertrouwd, maar nu zullen wij eens zien, wat de mijne uitwerken, zeide dokter West op zijn sluwen, berekenden toon. Sir Ascot Carlyon zag hem vragend aan, Ik denk wel dat ge my rijk zondt be- loonen, wanneer gy door mjjn halp nw doel bereiktet, giog de dokter voort. Ik beb n honderd pond beloofd op den dag dat de volmacht zon geteekend worden. Welnu? Welnu, ik beloof a vijfhonderd pond. Wilt gij die belofte op schrift geven Dadelijk. Dan zyn wy het eens. De baronet schreef een wissel van bet ge noemde bedrag en overhandigde bem aan dok ter West, die bem zorgvuldig in zyn porte feuille borg. Daarna merkte hy met een veelbeteekenend lachje aan Ik beb niet voor niets een jarenlange studie gemaakt van de werking der bedwel en W. voor 3°/o voor rekening van de gemeente te nemeu>- Klijn. Als de raad het van te voren had geweten, dan zou zoo niet zijn be sloten. Gijsels. De onderwi zeis moeten toch ook den vollen roeffel betalen en die heb ben nog strengere condities. Van Herpt. Maar wat denkt u er nu van. U is de ambten? ir'waarvoor wij het meest moeten betaler Voorzitter. Ik denk dat Ged. Staten het anders niet zullen goedkeuren. 10 JAAR 'GARANTIE KUNSTSPElenELECTR:PIA,') I'S. VLEUGELSisHET ADRES Ö^KESSELS'KON.FAÜRIEK. TILBURG VRAAGT CATALOGUS - OOK TERMÜUBETAL1HG Van Herpt. Als u uw gevoelen dan eens zei bij Ged. Staten. Voorzitter. Ik blijf er bulten. Van Herpt. Dat zou een reden zijn dat ze het goedkeuren. Gijsels Ia Besoijen en Drunen hebben ze niets gegeven. Voorzitter. Dat is niet waar. Gijsels. In Drunen en Vlijmen toch wel. Van Herpt. Wanneer de ambtenaren er nou mee bewilli, d zijn, dan zullen Ged. Staten er nïe'ts "tegen hebben. Gijsels. Ik zou alles handhaven, want kijk nou eens Burger, voor jou alleen geven we nou toch al f510. Die schen ken we je nou toch maar. Dat is voor de gemeente toch een heele uitgaaf. Voorzitter. Ik breng het voorstel van B. en W. om in den geest van Ged. Staten en volgens die circulaires van alle vereenigingen te handelen, in om vraag. Gijsels. Zie je, nou heb je de zaak weer duister toegelicht. Van Herpt. Dat is niet waar, de zaak is goed toegelicht, als je het maar be grijpt. Klijn. Het eerste besluit moet eerst vernietigd worden anders kan ik er mij nooit mee vereenigen. Gijsels. Gij wilt het vooistel van B. en W. vernietigd hebben, dan breng ik in rondvraag om alles op de ambtenaren te verhalen. mende middelen en ik geloof wel, dat wy met de hnlp daarvan zonder veel tijdverlies lady Carlyon naar oczen wil kannen schikken. Iu elk geval zullen wij geen middel onbeproefd laten om bet te doeD. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. De gravin De Roubaix bleef niet lang in de ziekenkamer, toen de dokter zicb verwijderd had misschien vond zy het wat al te verve lend zoo lang aan dat ziekbed te zitten en op het wezenlooze gelaat van Esther Grant te Btaren of misschien ook had zy er geen belaDg bij langer te blijven. Toen zij de trap afging, ontmoette zij lord Cliffe en met bem begaf zij zich naar de bi bliotheek. Op de groote tafel in bet midden van dit vertrek lag een overond, geel perka ment dat er uitzag als een landkaart. Clarice boog zich er over heen om het nauwkeurig te kannen bekijken. Lord Cliffe stond nnaBt baar en zeide Dit is een plan van Cliffe Court, dat ik vanmorgen toevallig vond, toen ik eenige oude familiepapieren doorsnuffelde. liet is al zeer oud, merkte Clarice aan, maar tocb geeft het een zeer goed overzicht van bet kasteel, voornamelijk van den onbe- woonden westelijken vleugel. Dat komt omdat er sedert eenwen in dien vleugel niets veranderd is, hernam de lord. Men noemt hem den i-Spookvlengel" nietwaar Lord Cliffe glimlachtte Ja, waarschijnlijk heeft hij dien naam gekregen omdat in verscheidene eenwen daar niemand een voet gezet heeft. Waarom niet? Nn, zooveel is zeker, dat dit gedeelte van het slot in een zeer verwaarloosden toestand verkeert en ik heb 't nooit der moeite waardig geacht, bet te laten reBtanreeren, want wy hebben in hbt kasteel tocb al meer ruimte dan er noodig isik geloof evenwel, dat die vleu gel in den beginne gemeden werd, omdat er geruchten liepen, dat bet er spookte. Bij is het oudste gedeelte van het slot en nog geheel volgens den bouwtrant van de middeleeuwen ingericht, met een doolhof van Klijn. Wij moeten eerst het vorig be sluit vernietigen. Voorzitter. Dat kan niet. Van Herpt. Het voorstel van B. en W. kan wel eerst in omvraag gebracht I worden, dat geelt niets. Gijsels. Ik ben er tegen hoor. Voorzitter. Ik breng het voorstel van B. en W. in omvraag. Van der Sanden, voor of tegen? vragen of onderzoeken. Grevenbroek. Wij hebben gedacht dat Ged. Staten het toch niet zullen goedkeuren. Gijsels. Ge moet niet janken voor ge klappen krijgt. Grevenbroek. Dat is nou lullen. Gijc^Js. Dat is geen lui. Van dër^Syanden. Dat ls wel. Gijsels. Kees begrijpt er niks Voorzitter. Ik h Gijsels. ben er tegen. Kees, ge hebt toch een eed gedaan om de belangen van de ge meente te behartigen net zoo goed als ik. Voorzitter. Van der Sanden.... Gijsels. Hij begrijpt 't niet. Van der Sanden Ik begrijp 't goed. Gijsels. Dat is niet waar. Gij begrijpt er niets van. Van der Sanden. Stil nou eens, laat mij nou ook eens praten en eens zeggen wat mij dacht. Ik dacht zoo, gaan wij er niet op in, dan zullen Ged. Staten het toch niet goedkeuren. Gijsels. Ach, gij zijt nou altijd al bang voor ge klappen krijgt. Als 't moet dan moet het, dat kunnen wij eerst nog zien. Van Herpt. Het komt mij voor dat wij in de vorige vergadering al heel royaal zijn geweest. Ik blijf bij dat besluit. Wij hebben hier 50 opcenten en een Hoofd- Omslag van f 1000 op 1000 inwoners. Gijsels. Kees verstaat het niet. Van der Sanden. Jawel, maar ik denk dat Ged. Staten het toch niet goed keuren. Gijsels. Ge hebt toch een eed gedaan om voor het voordeel van de gemeente uit te komen. Ge moet niet bang zijn dat ge klappen krijgt. Het voorstel van B. en W. in omvraag gebracht wordt met 6 tegen 1 stem ver worpen, Voor het voorstel stemde de Voor zitter. Gijsels. Nou vind ik het toch kinder achtig van de Wethouders om tegen een voorstel te stemmen wat ze eerst zelf doen. Vau der Sanden. Dat komt omdat wij nu weer wat meer zijn ingelicht. Grevenbroek. Wij weten het uit deze vergadering beter dan bij ons. Gijsels. Dan moet je eerst alles beter nanwe gangen en hooggewelfde kamers en zalen En is cr geen bijzondere legende aan dien vleugel verbonden vroeg de gravin De Ronbaiz met veel belangstelling. Ja, een zeer tragische legende, zooals tronwens al dergelijke spookgeschiedenissen zyn. Ik geloof, dat elke boog adelijke familie die een ond kasteel bewoont, znlk een legende heeft. Als ge er veel belang in stelt, wil ik ze n wel eens vertellen, O. zeer gaarne. De gravin zette zicb in een breede fauteuil met hoogen rag en roodflaweelen kassens. leunde behaaglijk achterover en zag den lord vol nieuwsgierigheid aan. Lord Cliffe begon Vele eenwen geleden, ik meen onder de reg ering van een earl, was er een lord Cliffe, die slechts een kind had, een dochter, Hildred genaamd. Volgens de toeD reeds heerschende wet, koa zij zijn erfgename niet worden. Een jongere broeder vun dezen lord Cliffe bad twee zoons, waarvan de ondste, Richard ge naamd, bestemd was om erfgenaam van den titel en het kasteel te worden. Om nu te voorkomen, dat de schoone Hildred want volgens de overlevering moet zij beeldschoon geweest zijn bij den dood baars vaders het kasteel zon moeten verlaten, werd tnsscben heide broeders overeengekomen, dat zij met Richard, den erfgenarm, zon hnwen. Ongelukkigerwijs weigerde lady Hildred beslist, met Ricbard te hnwen, hoe haar vader en haar oom daar ook op aandrongen, want zy was verliefd op den jongsten broeder George Dit wekte natnnrlyk de verbittering van Richard op en toen beide op zekeren dag op Cliffe aan het jagen waren, werd George door- stoken en zijn lijk naar het kasteel gebracht, waar men bet neerlegde in een kamer van den westelijken vleugel, die nu in vele eeuwen niet meer geopend is. Hildred kwam bij het lijk van baar geliefde en beschuldigde Richard, hem vermoord te hebben, een beschuldiging die bij niet looche nen kon. Vervolgens sprak de jonkvrouw een vreeselijke vervloeking uit ovar bet geslacht, waarvan ik de bewoordingen niet nauwkeurig weet, en nauwelijks had zij het laatste woord daarvan uitgesproken, of zij viel dood neer orzitter moet jullie hten. d dat Ged. wel niet zullen Staten het misschiea goedkeuren. Van der Sanden. Zie je, daar heb je het al. Gijsels. Kijkt dan eens in den Bosch. Daar heb je Jhr. van Sasse, die is nog wel lid van de Tweede Kamer en beeft dus de wet zelf meegemaakt en die wil alles, alles op de ambtenaren verhalen. Voorzitter, In den Bosch gaat het over iets anders, daar hebben ze zelf een pensioenfonds. Klijo. Als B. en W. iets voorstellen en beide wethouders zijn er niet voor, dan moet ge niet spreken van Wethou ders want dan is het er maar een en moet ge zeggen van Burgemeester en Wethouder. Dan weten wij ook eens wat. Verder moeten de wethouders eens goed en flink worden toegelicht. Voorzitter. Ge moet niet lullen. Klijïi. Hela, ik heb het woord ge vraagd en dan moet g'r niet tusschen komen'. Daar straks heb ik nog gezegd dat ge orde moet houden en ze niet allemaal tegelijk moet laten praten omdat het anders net zoo'n bijeenkorf is, en nou ga de 't zelf doen. Voorzitter. Als 't bij meerderheid van stemmen bijsloten is dan spreek ik van Burgemeester en Wethouders. Gijsels. Het mooiste i? als ge ze goed toelicht. Voorzitter. Dat doe ik zoo goed als ik kan. Van Herpt. Wie kan me nou zeggen hoe die annuïteiten berekend worden. Voorzitter. Dat weet ik ook niet. Gijsels. Het is f 2500 en daar mag 40 jaar over worden gedaan, dan is dat 't veertigste deel. Van Herpt. Dat is toch anders want er staat dat 3'/2 °/o wordt berekend, dan gaat dat met meer annuïteiten toch an- op bet lyk van George. Sedert zegt de sage, dat bet lord Cliffe noodlottig is, die kamer te betreden, want wanneer hy dat doet, den zal bij kort daarop een onnatunrlijken dood ster ven. Ongelukkig genoeg beeft zich deze over levering herbaalde malen bewaarheid en het ■preekt van zelf, dat er dit veel toe bijgedragen heeft, om bet geloof aan die vreeselyke ge schiedenis te bekraobtigen. Clarice, die aandachtig geluisterd had, vroeg na een oogenblik van stilzwijgen En gelooft gy er aan, oom Everard Ik Volstrekt niet, ik ben niet b(jge- loovig. En tocb geloof ik, ging Clarice voort, dat, wanneer gy op de proef gesteld werd, gy aarzelen zondt die kamer te betreden. Dat geloof ik niet, integendeel, ik vlei mij, boven dat dwaze bijgeloof verbeven te zyn. De blik, waarmee Clarioe hem aanzag, be wees, dat zy weinig geloof aan zyn woorden Lord Cliffe hernam Muar ik beb a nog niet alles verteld. Sedert den dood van lady Hildred is s(j meer malen gezien, terwijl zy in een wit kleed door baar vroegere vertrekken liep en zij verschijnt alleen om te voorspellen, dat een der Cliffes weldra tot zijn vaderen zal vergaderd worden, ie dat niet een romantische gebeurtenis, Cla rice? Zeer romantisch. Wel, nw gelaat staat zoo ernstig riep de lord lachend nit, alsof gy byna geneigd waart er aan te gelooven. Dat is ook zoo, antwoordde Clarioe in gedachten verdiept, ik ben volstrekt niet van de onwaarheid overtuigd. Dwaasheid Wie dood is komt niet terng, spookgeschiedenissen zyn nit den tyd. Ja, dat zegt men, maar wanneer de ziel tocb onsterfelyk is, waarom zon bet dan on mogelijk zyn, dat de geest van een afgestor vene soms naar de aarde terugkeert» Ik geloof wel, dat er zoo iets bestaat, (Wordt vervolg l).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1913 | | pagina 9