Nummer 2
Zondag 4 Januari 1914
37e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwifksche Stoomdfu^erij Anfoon Tielen,
Van Houten'5
Eerste Blad.
Gemeenteraasïsrgaaefingen.
OE HECHTMTIGE ESFGEUtM
Dit nimmer bestaat
uit D1IE bladen.
FEULLETON.
xu/ÜW wtdm rux/i-, maaK. Jiunnm, vhJL
/0]t c imuwu wJun7Ck mwi (Lsajl, oIaorJurv
/W ilai dn Img Wioli. cïlonou
eaéo- ib un avccLkwp& m /iocA, wccLncle, okonfe.
din uvntyli at/im maj .vrUMuri.^AianKj a*
oii. 'braxui wh acwn^ mcuru/L dan dd van, Jlv^ül
v-j-
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
HESDEN.
Voor
eerste
klas n a u h 10 jaar
?SfTrltE^i"S,K0N-FA3RIEK' TILBURG
fiëeft gTgmÜ
De Echo van het Zuiden,
Wiahvijksclie en Langstraatsclie Courant
Dit Bd verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Aboinementsprijs per 8 maanden f0.*6.
Francoper poöt door het geheele ryk f 0.90.
Brieve:, ingezonden stukken, gelden ecs., franco te zenden aan den
Uitgrer.
AdvextbhtcJn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
woraen 2 maal berekend. Voor plaatiing van een groot aantal regel» en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordee.'up ccniizc
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Rona cacao
heeft mij opgedragen rapport uit te bren
gen, de rekening over 1912 is accoord
bevonden, de administratie ziet er keu
rig netjes uit en met ue begrooting voor
1914 kan de commissie zich best ver
eenigen zoodat zij voorstelt beide goed
te keuren.
Voorzitter. Ik dank de heeren voor
hun werk en verklaar de comissie thans
voor ontbonden.
PIANO
Openbare veradering van den raad
dezer gemeenteop Woensdag 31 De
cember des vooniddags ten 11 uur.
Voorzitter Weïd. Heer v. Everdingen.
Ongeveer 1115 opent de Voorzitter
de vergaderingafwezig is de Edelachtb.
heer Honcoop.
De notulen an de vorige vergadering
worden door cn secretaris voorgelezen
en onveraDder goedgekeurd en vastge
steld.
Aan de (de
1. Beuoemig Regent Godshuizen
wegens gewot aftreding van den heer
Veerman.
Veerman. Mjnheer de Voorzitter, mo
gen wij ook veten waarom U Voor
zitter is.
Van nDE ECH VAN HET ZUIDEN."
21)
De pleegziter vond zulk een handelwijze
volkomen gerchtvaardigd en maakte het zakje
los van den tals der vaat slapende Esther
Grant.
Op verzoek ran lord Clffe tornde zij daarop
de groote, onigelmatige «eken los, waarmee
het zakje waslichtgenaail.
Wie dit genaaid leeft, was zeker ook
geen naaister un beroep, zeide zy terwijl zy
lord Cliffe het jeopende rakje gof.
Daarin bevoid zich (en klein gevouwen
Btuk papier, dit lord üiffe opende. In het
midden log, tnsschen v\oai|apior, een bouqnetje
verwelkte bloemen, anders niets, geen letter
gedrnkt of geschreven, gein teekeü dat slechts
kon aanwijzen, wie die vnuw was, vaD waar
zy kwam, niets, niets dindie verwelkte bloe
men. Een bittere teleu-felling drukte zich
op het gelaat van den lol uit.
^Ün moeite is te Vgeefs geweest zeide
by. Gy moet het zakje *er dicht naaien en
om haar hals hangen Iris niets in dat ons
eenige inlichtingen omts.t die arme vrouw
kan verschaffen, die bltmen zyn zeker een
of ander aandenken, waiaan zij veel waarde
hecht en die zy daarom 100 angstvallig be
waart.
Hij verliet het vertrc en de pleegzuster
maakte zich gereed om jn bevel te volbren
gen, mr,jjgf>.alvo>r«j« zyat deed, bevredigde
Km* euws8'e8^e»d, door de bloe-
IHHBl ri8 en mk voor stnk te be-
Lt deed, r.onpelde zy
^en zy'o nog volstrekt niet oud.
7°Vv-ee^' D08 een weinig
"'e haar die heeft gegeveD,
Voorzitter. Omdat de Voorzitter er
niet is.
Veerman. Mogen wij ook weten waar
om hij er niet is. ;t Is maar voor het
verslag.
Voorzitter. Omdat hij ongesteld is.
Hierna wordt tot stemming overge
gaan.
De uitslag is dat de heer Veerman
wordt gekozen met 5 stemmen terwijl
1 stem in blanco tvas uitgebracht.
De Voorzitter feliciteert den heer Veer
man met het in hem gestelde vertrou
wen.
3. Benoeming van twee leden der
Commissie tot wering van schoolverzuim
wegens vertrek van de heeren M. C.
van der Ven en H. Wijnand«.
Ie vacature de heeren G. G. Carpay
en P. V. Broos (groep 3 van art. 22
Leerplichtwet).
2e vacature de heeren W. F. Hilwig
en L. G. van Gendt (groep 1).
De uitslag was dat de heer De Car
pay 6 stemmen verkreeg, de heer Hil
wig 4 en de heer Van Gendt 2 stem
men, zoodat gekozen zijn de heeren De
Carpay en Hilwig.
4. Rekeniog 1912 en begrooting 1914
Godshuizen.
Prins. De Commissie van onderzoek
GARANTIE
KUNSTSPEL en ELECTR: PIANO'S, VLEUGELS is HETADRES
VRAAGT CATALOGUS OOK TFRMJ'JBETALING
moet ze in een broeikas geplakt hebben want
theerozen en hyacinten groeien niet in de
open lacht. Het ls een ware teleurstelling
voor den lord, dat zyn moeite niet beter be-
loond werd.
Zy vouwde de bloemen weer in het papier,
naaide het zakje dicht en hing het om den
hals van haar nog altyd slapende zieke.
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Mrs. Belton was opgebleven om te wachten
tot Arline thuiskwam en zy msakte er haar
een verwyt van, dat zij zoo lang in de woning
van het zieke kind gebleven was, maar het
meisje bekommerde zich niet om haar geme
lijke woorden en hoorde alles wat zij te zeggen
had, met een vriendelyk lachje aan, zonder
ook maar te trachten, zich te verontschuldigen.
Ik zou wel eens willen weten, wat er
met u is voorgevallen, zeide de huishondster,
terwql zy Arline nieuwsgierig aankeek. Gy
zet een gezicht alsof ge een groote erfenis hadt
gekregen of men n een zeer goed huwelijks-
voorstel had gedaan, hetgeen de meisjes altijd
als een geluk beschouwen.
Arline werd vuurrood en bukte zich snel
om haar handschoen op te rapen, teneinde op
die manier haar verlegenheid te verbergen.
Het is al ver over den tyd van het
avondeten, mopperde mrs. Belton voort, maar
ik geloof wel dat ge na uw verre wandeling
nog wel iets znlt willen gebruiken.
Neen, dank u, ik heb geen honger.
Met eenige moeite gelukte het Arline ein
delijk aan de huishoudster te ontkomen en zy
snelde naar haar kamer, maar daar gekomen,
begaf zy zich nog niet te bed, want zy was
veel te opgewonden om te kunnen Blapen,
Er was zooveel, waarover zy had na te
denken, want het kwam haar voor als had zij
sedert dezen middag meer beleefd, don in haar
S'h?."1 vorig leven.
den ^vochtig"^enTe&^eA^^Ï
van geluk speelde om haar lippen.
Zy kon nanwelykB gelooven, dat alles wat
haar wedervaren was, in werkelijkheid zou
gebeurd zyn; het wsb baar alsof zy gedroomd
had of door een langdurige zinsbegooobeliDg
5. Brief Ged. St. in verhaal pensioen
gemeente-ambtenaren.
Voorzitter. Wij kunnen dit gelijktijdig
behandelen met een adres dat bij Ged.
Staten is ingekomen cn waar bericht op
moet worden gezonden.
In hun brief zeggen Ged. Staten dat
zij het verkeerd achten op sommige
ambtenaren niets en op andere ambte
naren alles te verhalen. Voorts wijzen
Ged. Staten er op, dat voor de ambte
naren die met 2 October in dienst zijn
de bepaling eene vermindering van sa
laris is. Ged. Staten geven in overwe
ging hoogstens 5% tc verhalen.
Hierna wordt eeu Sjfoi Ueu secretaris
aan Ged. Staten gericht schrijven voor
gelezen.
Daaruit blijkt, dat adressant het on
billijk noemt op den een meer te ver
halen dan op den ander, wijl een ieder
zijn huishouden regelt naarzijn inkomsten.
Voor den nog komenden ambtenaar is dat
iets anders, die weet van te voren zoo
veel is het salaris en zooveel moet er
af voor pensioen. Adressant moet van
zijn salaris van f 1620 jaarlijks f 169,20
missen. Ged. Staten van Zeeland hebben
de wenschelijkheid te kennen gegeven
dat behalve inkoop ook geen verhaal op
de ambtenaren mag worden genomen.
Voorts wijst adressant er op dat bij de
onderwijzers, toen van het salaris pen
sioen werd ingehouden, het eerste met
een gelijk bedrag is verhoogd.
Voorzitter. Naar aanleiding van het
schrijven van Ged. Staten hebben B, en
bevangen was geweest, Dien morgen had zy
zich nog zoo verlaten en ongelukkig gevoeld
en had slechts oen leven tegemoet gezien, dat
door geen zonnestraal der liefde werd be
schenen, een eenzaam Even van arbeid en
plichtsbetrachting en thans was haar toekomst
nietB dan vreugde en geluk want Hubert wilde
die met haar deeleD.
Zij verbande hardnekkig ieder gedachte aan
de bezwaren, die zij beiden dat wist zy wel
- in den tegenstond van lord Cliffe zouden
te overwinnen hebben.
Het was echter den volgenden dag nog tyds
genoeg, daaraan te denken, nu ten minste
wilde zij onverdeeld gelukkig zyn. Hoe lang
zij zoo aan het venster stond, wist zy zelf niet
maar toen zij het eindelijk sloot en zich begon
te ontkleedeD, vermiste zij het kleine medail
lon, dat aan een kettinkje om baar hals hing
en do portretten van haar overleden onders
bevatte. Zy meende, dot zy bet wellicht kon
verloren hebben, toen zy by het thuiskomen
baar mantel in de gaDg bad uitgetrokken en
zij besloot er terstond naar te gaan zoeken.
Zij trok baar nachtjapon aan, nam de kaars
op en giDg naar de vestibule.
Op haar weg moest zij door een gang, die
naar den westelijken, zoo gevreesden vleugel
voerde en juist toen zy die gang bereikt bad,
sloeg de torenklok van het kasteel twee nur,
welke slagen luid en zwaar in de nachtelijke
stilte weerklonken.
Arline bleef even staan, zy voelde een on-
verkloarbaren angst in zich opkomen en op
hetzelfde oogenblik zag zy een witte gedaante,
die met zonderlinge, zwevende stappen lang
zaam en zonder eenig geluid naderde.
In het eerst zou Arliue het liefst weggeloopen
zijn, maar zy was er letterlijk niet toe in
staat zich te bewegen, haar voeten schenen
aan den grond vastgenageld te zynzij wilde
een kreet slaken, maar haar tong was als
verlamd.
Evenals alle bewoners van bet kasteel, kende
*i'„de geschiedenis van lady Hildred en haar
eerste
het spook moest zyn, dat in het kasteel ver
schenen was om een der Cliffe's zijn naderend
einde aankondigen.
Hoewel zij anders zeer moedig was, zou
W. een nieuw ontwerp vastgesteld en
aan de leden ter inzage rondgezonden.
Heeft een der heeren eenig bezwaar.
Van Andel. Het adres van den Secre-
geeft den indruk dat wij meer sympathie
gevoelen voor de onderwijzers dan voor
hem. Dit nu is beslist niet waar. Ze
zijn ons allen even lief. De secretaris
wiens werkzaamheden ons van zeer nabij
bekend zijn en ook zijne groote hulp
vaardigheid zou wat de sympathie betreft
met de vlag gaan strijken. Doch daar
gaat het nu niet over. Het motief van
den raad is geweest den minderen ambte
naar vrij te laten. Ook is voor ons een
motief geweest dat Secretaris en Burge
meester niets verzocht hebben.
Als blijk echter van waardeering kan
ik me wel met voorstel van B. en W.
om 5 pCt. in plaats van 8 pCt. te ver
halen, vereenigingen.
Met het voorstel om op deklagere
ambtenaren iets te verhalen kan ik mij
niet vereenigingen. De raad heeft daar
toe eenmaal besloten en nu rekenen die
menschen daarop en om nu die ver
wachting weer den bodem in te slaan,
dat gaat niet. Dit alles wordt echter
weggenomen als in artikel één wordt
gesproken van minder dan f 600.
Voorzitter. Het doet mij genoegen
dat u de Burgemeester en Secretaris
hoogacht.
Van Andel. Lief heb.
Voorzitter. Ik heb daaraan niet ge
twijfeld en zij ook wel niet.
Van Andel. Als men het adres zoo
hoort lezen, dan krijgt men toch zoo'n
idee.
Voorzitter. Ik geloof niet dat dit er
achterzit. Maar laten wij hiervan afstap
pen. U stelt voor van de lagere ambte
naren niets te verhalen. Ik voor mij ben
daar niet voor. Men moet genieten van
iets als men er voor heeft moeten be
talen. Iedereen moet aan den H. O. be
talen en dan moeten wij daar ook geld
voor gaan nemen van menschen die
misschien een veel lager sala'is hebben.
De minister die zei het onlangs ook nog.
Men moet er iets voor betalen, daar zit
eergevoel in. Ja, mijnheer Veerman, u
acht, maar U sprak io een laatst ge
houden vergadering van de Godshuizen
ook over eergevoel.
Veerman. In een ander verband.
Arline thans Dy na in onmacht zyn gevallen,
toen deze onheilspellende gedaante in haar
lang wit kleed, met haar zwarte haren die ver
over haar rug vielen, naderkwam en elndelyk
een hoek omsloeg om den westelyken vleugel
te bereiken.
Arline dacht in het geheel niet meer aan
het medaillon, dat tij wilde toeken zoodra
de gestalte was verdwenen en zy de macht
over haar ledematen terng kreeg, liep zj) zoo
bard als zij kou naar baar kamer terng, gren
delde de deur en viel bevend van ontzetting
over hetgeen zij gezien had op huar bed neer.
Ik zou wel eens willen weten, zeide Hu-
bert den volgenden morgen, toen hij zich naar
de kamer van zijn oom begaf, boa iemand
zich te moede voelt, die onder de aanklacht
van een zware misdaad naar zyn rechter wordt
gevoerd. Ik geloof, dat zyn gemoedsstemming
zeer veel overeenkomst moet hebben met de
mijoe op dit oogenblik.
Toch kwam de gedachte aan terugkeeren
niet in hem op, zijne liefde voor Arline had
reeds diep en sterk genoeg wortel geechoten,
om hem tegen alles te wapenen en hem moe
dig weerstand ta doen bieden aan alles wat
zyn oom zou kunnen zeggen, maar niettemin
voelde by zich innerlyk ODgernst, toen hij de
kamer betrad en lord Cliffe in sombere stem
ming, met het hoofd diep op de borst gezon
ken, in zyn fauteuil vond zitten.
Toen zyn neef echter binnentrad, bief de
lord het hoofd op, verdreef zijn sombere stem
ming en zag Hubert vriendelyk aan.
Het doet my geDoagen, <lat ge komt,
mijn joDgen, zeide by. Ik gevoel my in een
zonderling bedrukte stemming, maar betgeen
gy mij te zeggen hebt, zal my ongetwijfeld
opvroolijken.
Hoe weet gy, dat ik u iets te zeggen
heb? vroeg Hubert, die tyd wilde winnen om
te overleggen, hoe by zyn mededeeling zou
inkleeden. M „an üw honditig en uw ge
zicht. Bovendien herinnert ge n ons gesprek
van gisteren nog wel, over Clarice. Gy bebt
mij beloofd, dat ge my heden een beslissend
antwoord zoudt geven.
Voorzitter. Men moet kunneD zeggen
dat^ heb ik zelf betaald, zelf verdiend.
Prins. Dan moeten de lagere ambte
naren eerst een hooger salaris hebben.
Voorzitter. Om een voorbeeld te noe
men. Van Kuijk.
Van Andel. Neemt de minste maar,
de vuilnisman.
Voorzitter. Die moet ook betalen en
dat is in verhouding dan weer veel min
der. Van Kuijk moet per maand 80 cent
betalen.
Van Andel. Als je het per week be
rekend, is het nog veel minder.
Voorzitter. Ik zeg dat, wijl hij ook
per maand zijn salaris krijgt.
Van Andel. Je moet het per jaar
nemen.
Voorzitter. Dan is het f 10.-- maar
ik zou het met een beetje nemen omdat
die menschen er geen potje op nahouden.
Prins. Dan moeten die menschen
eerst een paar gulden meer verdienen.
De Jong. Als ze bedanken en je doet
één oproeping, dan komen er 25 om
zich aan te meiden-
Van Andel. Dat ls geen motief.
De Jong. 't Is toch zoo.
Van Andel. Het grootste motief voor
mij is dat we eenmaal besloten hebben
ze geheel vrij te laten en nu weer gaan
besluiten om te verhalen, dat gaat niet,
wij zijn toch geen kwajongens.
Veerman.^ Mijnheer de Voorzitter, u
haalde daar juist aan het eergevoel van
kleine luiden. Maar nu is het toch een
groot verschil als men hij bedeeling dat
woord gebruikt of zooals dat hier moet
worden verstaan. Ik ben ook van mee
ning, dat de loonen te laag zijn, alles
is duurder geworden, niet alleen voor
de hooger gesalarieerde ambtenaren,
doch ook vóór de minder gesalarieerden.
Iedereen die zelf personeel heeft zal
weten, dat de loonen in de laatste jaren
verbazend veel zijn gestegen. Ik betaal
veel meer dan vroeger en! iedereen. Ik
kan goed met het voorstel van B. en W.
meegaan ook vooral omdat, als over 30
jaar de secretaris er niet meer is, die
verschillende ambten niet meer in een
hand zullen worden vereenigd.
Van Andel. De Hoofd Omslag heeft
er niets mee te maken.
Vos. Het is wel jammer dat juist de
secretaris en burgemeester zijn bulten-
Dat heb ik ook beloofd en met dat doel
hen ik ook gekomen, zeide Hubert langzaam.
Gy zeidet mij, dat het uw wensch waa, mij
gehuwd te zien en ik beBloot dit zoo spoedig
mogelijk te doen.
Daar hebt ge gelyk in en ik wensch u
van ganscher harte gelnk met dat beslnit, riep
lord Cliffe, terwyl hy opsprong en zyn baud
greep. Hebt gij met uw uitverkorene al ge
sproken
Ja.
Ik wist wel dat gy dat doen zon, Hu-
bert, gij zyt een benijdenswaardig jongmensch,
ieder bewondert Clarice en gy znlt de schoon
ste vroow nit dit en de twee naburige graaf
schappen hebben.
Ik geloof ook wel, dat ik die hebban
zal, maar maar bet zal Clarice niet
zijn.
Lord Cliffe liet eensklaps zyn hand los en
zag hem verbaasd aan.
Wat?
Het zal Clarice niet zijn, herhaalde de
jonge man, wiens stem onder bet spreken
meer vastheid bad gekregeD. Zooals ik reeds
gezegd heb, kan ik geen vrouw trouwen, die
ik niet bemin en de eenige die ik ooit bemind
heb en ooit beminnen zal, heeft beloofd, dat
zij myn echtgenoot zal worden. Het iB Arline
Lester, de vriendin van lady Alice Cariyon
en die tegenwoordig een onzer huisgenooteu is.
Wanneer deze mededeeling een dynamiet»
bom was geweest, die eensklaps in de kamer
ontplofte, dan zou lord Cliffe niet heviger
hebben kunnen verschrikken, Hy ging lang
zaam eenige schreden terng, alle klenr week
van zyn gelaat en de Hnbert zoo welbekende
uitdrukkirg van toorn deed ziju oogen fonaelen.
Gy hebtArline Lesterten
huwelijk gevraagd zeide by, waarby
bij tusBcheu elk woord even ophield om adem
te scheppeD.
Ja, dat heb ik gedaan en ik boa o*-trctscb
(Wordt vervolgd.)