Nummer 28
Zondag 5 April 1914.
37e Jaargang
Tweede Blad
'e»
Abonneert U op dit Blad,
Onderwys.
Landbouw.
Gemengd Nieuws.
Ingezonden Stukken.
Reclame.
Letteren en Kunst,
Nederlandsche Taal.
EERSTE KLASSE.
Een vreeselijke ontmoeting.
|\Vas ampertjes een hallef maandje,
Dat Bollewitje, 'n oolijk haantje,
jvvacn wippen uit het duister ei
t Was de eerste dag van zoete Mei.
;et Ventje werd zoo dik en rond,
Het groeide en bloeide, kern gezond,
et dribbelde over grond en gras
[En hield zich danig stug en kras,
kreeg al gauw voor kleedertjes
[Een pak wit-wollen vedertjes.
hen vond van haar kind'rental
em 't liefst en 't mooist en 't flinkst
[van al
was zelfs wel wat trotsch op hem,
Eo liet hij met zijn fijne stem
krlep-piep-piep blijlustig hooren,
at klonk haar als muziek in de ooren,
t hofje had hij 't meeste schik;
Daar at hij zich zijn buikje dik,
ar vond hij altijd wat gereed,
wormpjes, kruimpjes bij de vleet 1
en vrees, dat hij ontloopen zou,
ij wist te goed wat moeke wou.
ar hoor, vandaag nu zegt ons haantje
,Ik ben de helft al van een maandje,
dus geen kind meer, maar een man,
ie wis alleen wel reizen kan.4
kruipt dan zoetjes door de h,eg,
Een sprongske nog en hij is weg
sluipt hii langs het paadje voort,
Komt bij den buurman voor de poort
er vlugjes door dan loopt hij ras
er zijde door het hooge gras.
>-weg nu in het halmenveld
ermeit zich onze jonge held.
1 nieuws vertoont zich aan zijn blikken,
r valt een heele boel te bikken,
staaa veel bloempjes rijk van tooi,
n 't haantje roept»Wat is 't hier
[mooi l4
,r plots'ling, haltdaar staat het gekje
e midden van een open plekje,
dt tusschen al de schoonheid hier
Een ijzingwekkend monsterdier
t dikken kop en langen bek
et vinnig oog en zonder nek.
haantje kijkt hem dapper aan
n denkt met een: Ik durf jou staan,
r 't monster schudt op eens den kop,
Het haantje beeft, springt angstig op
't klinkt als donder in zijn ooren,
Is 't beest opeens zijn stem doet
[hooren.
t heldje keert en loopt, wablief
[ij heeft zijn leven al te lief.
loopt en loopt, de dapp're man,
aar moeder toe, al wat hij kan.
hen ontvangt den armen bloed,
ekijfc hem om zijn overmoed
zegt gestreng Onthoud voortaan
>Een kleintje moet niet reizen gaan-4
Een woerd.
12
Geef den inhoud van bovenstaand
ichtje vrij weer volg den gang, doch
rg voor natuurlijken verteltrant.
Ofschoon ik goed gestudeerd heb,
ij b ik slecht mijne les gekend.
2,0. Wat ik verkies, krijg ik niet altijd.
2, c. Gelukkig is d« mensch, die tevre-
i, n is.
3, d. Wie aanhoudt, overwint.
Z, i Wie gebrek heeft, wordt steun ver-
4, nd.
4, f. Wie schenkt niet gaarne een milde
4 aan dien invalide, die het vaderland
oveel diensten heeft bewezen.
5.
Geef de zinsontleding van bovenstaan-
zes samengestelde zinnen en tevens
rede- en taalkundige ontleding van
en onder f.
Asschepoester, de gehaat en veracht
eldochter, werd later eene prinses.
Gisteren verbranden twee groot hout
liepen, de eigenaar versmaden de aan-
eden geldelijk steun niet, daar de ver
inden en verkolen vaartuigen niet
rzekeren waren.
Eeren u vader en u moeder, opdat
u welgaan.
Wie van die heeren houden gij voor
koning, de oudste of de jongste
De man, die dat vinden horloge toe-
hooren, aanbieden de vinder bij de
ggevers eene rijke belooning.
at
3. Schrijf de woorden in bovenstaaode
tu men naar den eisch en plaats de
amvallen boven de woorden, die daar-
•>or in aanmerking komen.
De stikstof bemesting.x der suikerbieten
Reeds herhaalde malen is over de be
mesting der suikerbieten in het algemeen
geschreven en daarbij zijn o. a. vragen
ter sprake gekomen als Geeft men niet
te veel superphosphaat in vergelijking
met de andere bestanddeelen Is een ka-
ibtmesting der suikerbiet noodig enz.
enz. Thans willen we met een enkel woord
spreken over de stikstof bemesting der sui
kerbiet. Er is geen enkele ernstige bie
tenbouwer, die suikerbieten zaait, zon
der een zeer belangrijke bemesting met
stikstof. De ervaring heeft nu eenmaal
geleerd, dat het zonder die bemestiog
onmogelijk is, een eenigszins aanzienlij
ken oogst te krijgen. Rest nog slech'S
de vraag, in welken vormop welke tij
dent, in welke hoeveelheid de stikstof moet
gegeven worden
1°. in welken vormMoet de stikstof
in een ammoniak-of in den salpttervorm
gegeven worden? Het is vooral in haar
eerste groeiperiode, dat de suikerbieten
enorm veel stikstof noodig hebben en
de genoegzamen voorraad ook gebrui
ken. Ik neem als bekend aan, dat de
stikstof alleen in den salpetervorm door
de planten wordt opgenomen. Er moet
dus gedurende het gansche eerste ge
deelte van het bestaan der suikerbiet-
plant een voldoende voorraad stikstof in
den vor^ van salpeter aanwezig zijn. Is
dat te verkrijgen door ammoniak-stikstof?
Ja, bij tijdige en zeer groote bemesting is
het misschien mogelijk te maken, dat
juist in dien eersten groeitijd de noodi-
ge salpeter-stikstof ontstaan is. Met ze
kerheid kan dat nooit bepaald worden.
Verliezen zijn daarbij zeker niet uitgeslo
ten. Veel zekerder is echter de bemesting
met chilisalpeter, dus met stikstof in den
salpetervorn.
11°. Op welke tijden? Men geve het chi
lisalpeter vóór, tijdens of kort na het
zaaien dan is in de allereerste behoeft»*
voorzien. Deze uitspraak komt geheel
overeen met de uitkomsten van de ze
venjarige proeven van Prof. Dr. Paul
Wagoer Heft 129 van Arbeiten der
Deutschen Landwlrtschafts gesellschaft
waar hij tot de conclusie kwam, dat
geen andere vorm van stikstofmest be
ter was voor de suikerbiet dan het chi
lisalpeter. Bij zijn verschillende proeven
werd met chilisalpeter 100 K.G, sulkei-
bieten opgebracht tegen gemiddeld 71
K.G, met zwavelzuren ammoniak. Ik heb
reeds even aangestipt, dat de suikerbiet
de stikstof in haar prille jeugd verwerkt
Zij moet die dus zoo vroeg mogelijk heb
ben. Uit een econorrisch oogpunt kun
nen we niet alle chilisalpeter tegelijk ge
ven. Vandaar doen we het in 2 of 3 par
tijen. Vier tot zeven weken na het zaal-
en geve men dus weer een gedeelte
De rest wordt uitgezaaid zoodra de bie
ten op rij staan, gehakt zijn en het land
goed schoon is. Eenige weken na deze
laatste gift kunnen de bieten het land
reeds vullen.
3°, In welke hoeveelheiddus hoeveel
chilisalpeter kunnen de suikerbieten heb
ben Hoe meer het land kan opbrengen,
hoe meer men mag geven. Als gemiddelde
hoeveelheid kan genoemd warden 300
K.G. per H. A. (100 en 100 en 100). De
meeste landen zullen echter bij grootere
hoeveelheden ook meer kilo's geven. En
bij intensieve cultuur gaat men tot 400
a 500 K.G. per H.A.
Hoeveel?
Hoeveel kunstmest men moet geven, is
een voorname kwestie. Het is niet de
vraag bij de bemestiog der verschillen
de gewassen, hoeveel men moet geven
om een fatsoenlijken oogst te behalen
maar wel, hoeveel kunstmest men nog mag
en kan geven om winst te behalen. Zoo
lang men na aftrek van alle bemestings
kosten nog winst maakt, d w z de vori
ge winst vergroot, zoolang kan ook de
vorige hoeveelheid bemesting vermeer
derd worden, totdat een maximum be
reikt is. Het is daarom zaak, in dien
geest proeven te doen. Wanneer met 500
K G. kaïniet een zekere winst behaald
is, blijve men niet 500 K. G. geven doch
dan geeft men een volgende maal aan
hetzelfde gewas op een ander stuk land
600 of 800 K. G. Heeft men met 1000 K G.
kaïniet een zuivere winst behaald, dan
probeere men, of men een volgend jaar
niet kan gaan tot 1200, 1400 of 1500 K.G.
per F. A. enz. Vooral op veel kallvra-
gende gewasseD, b. v. op mangelbieten,
Is het in den laatsten tijd vaak gebeurd,-
dat men met 1500 K.G. kaïniet aanzien
lijk hoogere winsten maakte dan met
1000 K.G. (Men leze hierover ook het
boekje van den heer H,'W. Roes, Be
mesting op Zandgrond, uitgegeven van
wege den Boerenbond te Deurne (N.B.)
Het is nooit met juistheid te zeggen,
hoeveel van zekere voedingsstof een land
noodig heeft, zeker niet als men niet
door ervaring op de hoogte is van den
bemestingstoestand van den bodem.
Daarenboven moet men natuurlijk reke
ning houden met het gewas, dat men
verbouwt en de soort van den grond.
Doch bij benadering kan men, als men
met bovengenoemde factoren bekend is,
wel zeggen, hoeveel kali, enz. de grond
behoeft. Daarom moet elke landbouwer
van zijn bemesting in achtereenvolgende
aren nota houden. Zoodoende komt hij
wel tot een maximum, dat hij nog geven
kan en weet hij dus, hoeveel kaïniet, enz.
hij kan geven.
Land en Tuinbouw.
Uit Maas en Waal schrijft men
Te oordeelen naar den stand der
vruchtboomen, belooft het een rijk ap
peljaar te worden. De boomen zitten vol
knop, in tegenstelling met het vorige
aar. De kroozeboomen staan in volle
bloei. Ze beloven alles, zou men zeggen,
als men niet wist, dat er naar alle waar
schijnlijkheid nog wel nachtvorsten zul-
en komen.
De afdeeling Den Bosch van de
Noordbrabantsche Maatschappij van land
bouw heeft het plan, deze zomer een
driedaagsche tentoonstelling te houden.
[Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.]
R. K. Schoolvereeniging Onze Mijnstreek.
Deze week mochten wij in verschil
lende patochies van Midden-Limburg
Echt, Pey, Buchten en Linne, optreden.
Op alle plaatsen heerscht onder de
bevolking groote geestdrift.
Ook werd te Echt in de kapel van
de Bisschoppelijke Kweekschool voor
onderwijzers een toespraak gehouden,
waarin gewezen werd op den belangrij
ken werkkring van den katholieken on
derwijzer en op de groote macht, die
hij ten goede kan ontwikkelen. Hetzelfde
geschiedde in de R. K. Kweekschool
voor onderwijzeressen.
In beide inrichtingen werd ons betoog
met zichtbare belangstelling door leeraren
en leeraressen en leerlingen gevolgd.
Vergissen wij ons niet, dan is de dag
van verleden Zondag juist hierom een
nuttige dag geweest. Tot ons genoegen
vernemen wij zoo pas, dat door de Fe
deratie van R. K. diocesane Volksbon
den en Werkliedenverenigingen een
steuncomité zal worden opgericht voor
de R. K. Schoolvereeniging de Mijnstreek
Katholieken, blijft ons moeilijk werk ge
denken, steunt ons door Uwe gebeden
en aalmoezen.
Dr. v. GILS
Rolduc.
Wij katholieken en de Tuberculeuse
kinderen.
Nu ik van onzen hoogen berg af on
vervaard mijn woordje door Katholiek
Nederland heb uitgebazuind, nu zou ik
mijn liefdegevoel gekwetst gevoelen, als
ik mij nu in m'n kluis te midden der
mooie groene dennen hield terug getrok
ken.
Neen, want ik wou, dat onze lieve
zwakke jeugd in mijne plaats hier de lek
kere luchten een tijdje kon inademen,
en zich in de streelende lentezon kon
komen koesteren. Zij heeft het meer
noodig dan ik.
Neen, ik mag niet zwijgen, want't is
bij ons slechts een kwestie van weten.
Weten, dat door geheel Nederland een
propaganda-tocht gemaakt wordt voor
neutrale klnder-herstellingsoorden en dat
bij alle Roomschen ook zal worden aan
geklopt weten, dat wij het thaffc nog
tegenover neutrale inrichtingen van dien
aard moeten afleggen. Weten zulks de
Roomschen, dau staat er ons paviljoen
tot verbazing van niet-Roomschen, die
dien hartslag voelen slaan, maar niet
begrijpen.
Daar is mij borg voor het woord van
Christus :»hieraan zal ik mijne leerlingeD
kennen, dat zij liefde hebben voor elkan
der4. Ik zeg altijd tot iemand, die de
waarheid zoekende is, ga maar op ont
dekking uit waar is het meeste liefde,
waar hier de meeste liefde is, is het
waarste beeld van God weêrgegeven.
Iemand, buiten ons, die wezenlijk de
liefdewerken der katholieken kent, staat
gewoon paf.
Neen, ik moet spreken, want Roomsch
Nederland heeft er recht op te weten,
hoe op het >hartig4 woordje is gerea
geerd, een verslagje daarvan mogen zij
van mijne hand eischen.
Nu, dat verslagje kom ik even geven.
Maar daarna doe ik u een stout voor
stel, vooral naar aanleiding van hetgeen
in den staart ligt van dat verslaggeen
vergif hoor I
En dan pas op als gij, die 't geluk
hebt Roomsch te wezen, er niet op in
gaat.
Met er op in te gaan lijdt ge heusch
niets mede, en 't paviljoen komt er.
Maar het verslag
Lees.
Op mijn artikel is gereageerd door
leek, priester, pers.
(Hier volgen een paar brieven van een
leek, een priester, en een ingezonden
stuk uit Centrum, waarin door schrijvers
onomwonden sympathie met het beoogde
doel wordt betuigd. Wijl het stuk te
lang is voor onze plaatsruimte, laten we
deze achterwege en volstaan wij met
deze mededeeling. Red.)
De Eerw. heer Suys vervolgt dan
Mijn voorstel is, laat ons doen net als
de wijze pastoor hierboven, hij zij onze
wegbereider, onze voorlooper 1
Gij weet nu, dezer dagen zal er overal,
ook in uwe parochie voor neutrale inrich
tingen worden gecollecteerd. Zouden de
zeereerw. heeren Pastoors hunne paro
chianen niet willen verzoeken, dat zij
hun giften bezorgen aan de R, K. Her
stellingsoorden voor zwakke en tubercu
leuze kinderen Zouden zij misschien niet
een busje willen aanwijzen tot dat doel
gedurende ééne week, of misschien liever
de hunnen er attent op willen maken, dat
zij de gelden kunnen zenden naar de R.K.
Herstellingsoorden te Groesbeek of naar
de Roomsche Pers, die ongetwijfeld gaar
ne voor één week hare kolommen voor
de giften van dat doel openstelt.
En mag ik nu zoo vrij zijn, eene
week aan te wijzen Dan wijs ik op de
>Goeéc week.4
Wie wil in deze week niet een beetje
weid o n.
Over't algemeen wordtgij met Paschen
toch erg gracieus behandeld en is de
biechtvader erg indulgent. Een aalmoesje
voor zoo'n mooi doel, vult het tekort
aan.
Dus de Goede week.
Afgesproken.
Na de Goede week deel ik eerlijk
mede, wat er van is. Gaarne mijn dank
aan de Roomsche Pers, zonder haar kon-
de ik onmogelijk zoovelen onzer berei
ken.
ARN. SUYS,
Vicaris der Heilig-Land-
Stichting en rector van
>Dekkerswald4.
Passie-Zondag 1914, Groesbeek.
Gekruisigd.4
De gemeente Oosterhout durft een
prachtige prestatie aan op 't gebied vaD
't Roomsch tooneel, dat meer en meer
beoefenaars gaat tellen in onze Bra-
bantsche provincie en ook tevens meer
en meer steun en waardeering geniet.
Door een gelukkige combinatie van
de beroemde lledertafel >Aurora4 en de
zeer gunstig bekende Rederijkerskamer
Geestbeschaving4 versterkt door leden
van het R. K. Jongelingspatronaat, zal
aldaar in de groote zaal van >Koppel-
paarden4 worden opgevoerd het Bijbel-
sche tooneelspel in 3 bedrijven »Ge-
kruisigd4 van prof. F. B. J. Frencken,
muziek van prof. J. van Gent en ge-
orchestreerd door Hub. Cuijpers.
Voor deze uitvoering beschikt men
over alles wat aan deze opvoering ten
goede kan komen, 50 executanten, ge
mengd koor van 60 personen, historische
costuums, prachtige, nieuwe tooneelen,
orkest en koren onder leiding van Govert
Dorrenboom, terwijl aan de juiste op
voering en enscèneering alle zorg wordt
besteed.
Het prachtig bijbelsche tooneelspel
belooft een enorme belangstelling te
hebben, van heinde en verre zijn reeds
kaarten genomen. Ook van bulten de
provincie, waar men onlangs bij de Von
del-uitvoeringen zulk een uitnemenden
indruk van onze tooneellisten heeft mee
genomen. De uitvoeringen hebben plaats
op Maandag 13, Dinsdag 14 April, en
Zondag 19 April. Deze laatste uitvoering
vangt aan om 4'/z uur en is tijdig voor
alle trams afgeloopen. Secretaris is ée
heer A. de Neeff-Vergroessen te Oos
terhout.
LIJDERS aan HOOFDPIJN.
De Fleer K. Wielemaker, Hoofd der school
Biggekerke (Zeeland) schreef^Jarenlang
heb ik ontzettende last van hoofdpijn gehad,
er ging schier geen week voorbij, dat ik niet
een heelen of halven dag te bed moest
blijven. Sedert vier maanden heb ik eiken
aanval van hoofdpijn konnen afwenden door
de Migraininepastilles van Apoihheker Boom.'
Dn Hoofdpijnpastilles van Apo»heket Boom
zijn een zeker werkend geneesmiddel tegen
Hoofdpijn, Migraine, Schele en Zenuwhoofd
pijn. Deze pastilles stillen direct de hevigste
Hoofdpijn. Deze pastilles woiden uimmer
los verkocht, doch uitsluitend in verpakte
flacons h 80 et. ProifllsconB 80 ct. Alleen
echt met den naam Boom. Verkrijgbaar in
de meeste Apotheken en Drogistwinkels.
Waai niet verkrijgbaar wordt een flacon
franco buis gezonden na ontvaDgst van 40
of 90 ct. door firma A. M. Boom, Arnhem.
6 5696
Stakingen.
Het' lijkt er naar, dat Engeland, en
speciaal Londen geen prettige Paasch-
dagen gaat beleven. Er worden weer een
paar stakingen aangekondigd 1 De mijn
werkers van Yorkshire een leger van
170.000 man hebben gisteren tot sta
king besloten. Enkele duizenden hebben
reeds de mijnen verlaten en, naar men
vreest, zullen vóór de avond van Woens
dag gevallen is, een 80.000 man in staking
zijn, welk getal op het einde der week
wellicht het dubbele zal bedragen.
Daar komt nog bij, dat de Federatie
van mijnwerkersvereeniglngen de zaak in
handen heeft en overweegt of men al
of niet tot een nationale actie zal over
gaan.
Wat speciaal voor Londen dreigt is de
electricieostaking, die, zoo de eischen
dezer werklieden niet worden Ingewilligd,
morgen zal uitbreken De electriciens,
een 2000 in getal, vragen een verhooging
van 9 tot 11 d en, indien dit niet wordt
toegestaan, zullen zij morgen hun posten
verlaten. Dan dreigt een heele ontredde
ring In de reuzen stad uit te breken. De
verlichting loopt gevaar en het electrl-
sche tramverkeer zal stil gelegd worden I
Bandietenstreek te Ogy.
Eergisteren hebben zoo meldt de
„G. v. A." te Ogy (Henegouwen) boe
ven weer op brutale wijze hulsgehouden.
Omstreeks 10 uur 's avonds drongen
6 gemaskerde personen de hoeve van
Jan de Graeve binnen. De boer, die
juist uit den stal kwam, werd zulk een
geweldige slag op het hoofd toegebracht,
dat hij duizelig werd en ten gronde
stortte. Twee bandieten bonden den
landbouwer handen en voeten vast en
wierpen hem op de hofstede. De andere
kerels wierpen zich op de zuster van de
Graeve cn de dienstmeid, die ingelijks
werden gebonden en met den dood be
dreigd indien zij dorsten roepen.
Terwijl twee der ellendelingen bij de
slachtoffers bleven, doorzochten de vier
anderen geheel de hoeve, wierpen alles
op den grond en maakten zich meester
van een som van verscheidene duizen
den franken.
Het was middernacht toen geburen
op de kreten der slachtoffers kwamen
toesnellen ea de ongelukkigen uit hun
benarden positie werden verlost.
Het parket van Doornik is ter plaat
se geweest. Men heeft tot nu toe geen
spoor der bandieten gevonden.
Schijndood.
Te Barcelona stierf een orkestdirigent,
Perez Cabrero genaamd. Daags na zijn
dood zou de begrafenis plaats hebben.
Toen op het aangegeven uur de deel
nemers aan de begrafenis In het sterf
huis verschenen, vernamen zij tot hun
niet geringe ontsteltenis, dat Cabrero
weer levend geworden en de begrafenis
uitgesteld was. De overledene had zich
namelijk 's avonds om elf uur, toen hij
in de kist lag, half .opgericht en tot
degenen, die bij het lijk waakten, ge
roepen>Ik ben niet dood, gaat weg 1»
Den volgenden jnorgen onderzochten
doktoren het lijk en verklaarden, dat
Cabrero misschien in een toestand van
schijndood verkeerde. Men zal nu met
de begrafenis wachten, totdat het >lijk»
sporen van ontbinding vertoont.
van
--v