Nummer 30
Zondag 12 April 1914
37e Jaargang
Toegewijd aan Handel,Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdfukkerij Antoon Tielen,
van Houten
Eerste Blad.
1?aschen.
DE RECHTMATIGE ERFGENAAM,
Abonneert U op dit Biad
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
FEUILLETON.
Kerknieuws.
Voor
advi-
qs wat
b. v.
wordt
trschil
t.
voor-
;trek-
laard-
'jgen.
It een
nog
kend
CER.
,rn is
elijke
I. W.
n wij
van
langt
wes-
lisme
volk
ngen
issen
laar-
geen
naat-
door
tend,
eu-
zoo
ïaatn
oon-
en
vege
Mo-
rble-
op-
van
:aan,
onde
i den
bln-
naar I
in.
ïeel-
i de
lgde
een
>ruik
erika
onsI
odie
>be-
In
niet
zal
neer
:em-
cene
rees
igen
jeen
dng,
naar
Eén
5 is I
igen
teid.
Deg.
kele
den
van
>od-
ont-
ma- i
tse-
rak-
Het
niet
een
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f 0."6.
Franco per post door het geheele ryk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden eca., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Prijs der Advbrtbntikn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
etters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer ontrac
gesloten. Reclames 15 cent per regel
De winter is voorbij, de lente is aan
gebroken.
De blauwe hemel glanst vriendelijker,
de zon geeft meer koesterende warmte,
het frissche groen meldt zich aan, en
enkele bloempjes bloeien en geuren
reeds als een eerstelingenoffer door de
schepping aan haar grooten Maker ge
bracht.
En met de reine lucht, die de mensch
inademt, gevoelt hij zich verjeugdigd,
als bezield met een nieuw leven, opge
wekt tot blijde hoop,
Met het ontwaken der natuur valt
samen en wordt herdacht een ander
ontwaken, de opstanding n.l. van den
Christus uit zijn graf.
Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
Want het feest der Verrijzenis van
Christus, het Paaschfeest, is een feest
van vreugde, van blijde hoop, van ver
nieuwd leven voor de de ziel.
Christus werd geboeid, ten bloede toe
gegeeseld, overgeleverd aan den diepsten
smaad en sterft een schandelijken dood
aan het kruis. En, terwijl de leerlingen
en vrienden treurden in stilte, juichten
de vijanden over den ondergang van den
gehaten Gallleër en diens aanhang.
Doch ziet 1 Ten derde dage rees de
Christus heerlijk op uit zijn graf, zege
vierend over den dood en over al zijn
vijanden 1 En droefheid verkeerde Id
vreugde, strijd werd gevolgd door zege
praal. >Moest de Christus dit alles
niet lijden, en aldus Zijne glorie binnen
gaan
Lijden en strijden I Ziedaar den weg
door Christus afgebakend voor iedereen,
dat gezien had, was zij vastbesloten de kamer
niet te verlaten, voordat de documenten
weder in haar bezit waren.
die Hem wil volgen Ziedaar het erfdeel
aan de Kerk, Zijne Bruid, door Hem
nagelaten.
Verschillend Is het levenspad door de
Voorzienigheid den Christen aangewezen.
Doch hoe hun weg uiteenloopt, steeds
zal deze voor allen, en voor ieder in
't bijzonder, In meerdere of mindere
mate bezaaid zijn met distelen en door
nen. Iedere dag van 's menschen leven
getuigt van lichamelijk lijden, van druk
kende zorgen, van hevige zielesmart.
En 'i kost een hevigen strijd en
menigeen valt in dien strijd om het
hoogere en edele in den mensch steeds
over het lagere en zinnelijke te doen
zegevieren.
Doch aan dat lijden en strijden komt
een einde, en een einde van groote
vreugde, van heerlijke zegepraal.
Want Christus staat daar, Overwinnaar
van dood en leugen, om den moed Zijner
volgelingen aan te vuren, hun krachten
te steuneu en aan het eind van hun aard-
schen strijd, hun den palm te reiken der
bevochten zegepraal. De kerk van
Christus is door hem op aarde geves
tigd als een strijdeKerk- Geen andere
roeping heeft zij dan de ontzettende wor
steling voorttezetten, waarbij dood en le
ven als onverzoenlijke kampioenen, elkaar
de overwinning betwisten. Geen ander
verleden kent zij, geen ander toekomst is
haar weggelegd. Zij heeft den strijd ge
voerd van het eerste oogenblik aftegen
het geweld van het Heidendom, tegen
de listen van ketterij en scheuring,
tegen de vernieling der herlevende bar-
baarschheid, tegen de hoovaardij des
geestes.
Die strijd zal de strijd blijven der Kerk,
zoolang haar aardsche leven duurt.
Doch in dien strijd blijft de Kerk ver
trouwen op de beloften van den godde-
lijken Overwinnaar. Is zij voorbestemd
gelegd, zal zij volbrengen tot aan het
einde der tijden ondanks eiken strijd,
„Ecrasez l'infame I"
Getuigen ook de dagen, die wij thans
beleven, van den strijd, die de Kerk In
menig opzicht te voeren heeft, zij doen
ook menig lichtpunt voor ons opgaan in
de heerlijke voorbeelden van levendig ge
loof, van edele toewijding, van schitteren
de werken.
Veel, onnoemelijk veel heeft de kerk
verricht en verricht zij nog tot opbeuring
en genezing der kranke maatmaatschap-
pij. Doch, zou ook de maatschappij ten
val komen en ineenstorten, dan zal de
Kerk gewapend met Evangelie en Kruis,
op hare puinhoopen verschijnen, en er
eene nieuwe maatschappij doen oprijzen.
Want de taak door haren stichter op-
elk geweld, om dan met Hem eenmaal
te verrijzen en voor eeuwig te zegepralen
hierboven.
ZALIG PAASCHFEEST 1
eerste
klas
IX Diocesane Katholiekendag te houden te
Nijmegen.
Dinsdag j.l. vergaderde te Nijmegen
het Uitvoerend Comité van den 9 en
Diocesanen Katholiekendag.
Door de Commissie van Advies waren
in het Dagelijksch Bestuur benoemd dc
Heeren Mr. J. F. A. M. Wierdels als Voor
zitter, de Zeer Eerw. Heer C. A. A. van
Son, R. K. pr. deken te Nijmegen als
Secretaris.
In genoemde vergadering werd het
Dagelijksch Bestuur verder aangevuld
door de benoeming der Heeren J. R. van
der Lans, M. A. P. C. Poelhekke en M.
A. de Rooij, leden van het Uitvoerend
Comité M. Bouten. C. Verbeeten, en A.
B. Jansen, Secretaris-Rentmeester van
het Burgelijk Armbestuur en der Wees
hulzen, allen te Nijmegen woonachtig,
en van wien laatstgenoemde het Pen
ningmeesterschap op zich nam.
De door bedanken, periodieke aftre
ding of niet herkiesbaar zijn, ontstane
vacatures in het Uitvoerend Comité wer
den aangevuld door de benoeming of
herbenoeming van de Heeren A Hendriks
te Boxtel, B. E. A. Verkuijl te Boxmeer,
J. dan Besouw te Goirle, M. Meuwese te
's-Bosch en Joh. de Vlam te Eindhoven.
Als lid der Commissie van Advies
werd in de plaats van den heerB. Mut-
saers te Tilburg, die niet herkiesbaar was,
gekozen de heer Jhr. Mr. O. van Nispen
tot Sevenaer.
(Wordt vervolgd
ZOO,
Waalwpscnc en Lnngstraatsclie Courant,
jden
loor
>rer
enst
iden
D.
Zooals men zich herinneren zal, had zy
haar oom eens naar den spookvleuge) verge
zeld, Dadat zij de tragische legende van Lady
Hildred van hem vernomen had, die toen
zulk een diepen indruk op baar had gemaakt.
Ongetwyfold had dit de onrustigheid van
haar slaap tengevolge gehad en haar er toe
aangedreven als slaapwandelaarster de plaats
te bezoeken, waartoe zy door haar bygeloof
aoo sterk werd aangetrokken.
Esther Grant had vroeger wel eens meer
met slaapwandelaars omgegaan en wist dien
tengevolge boe gevaarlijk het was, deze plot
seling te wekkonzij vermeed daarom ook
bet minste gedrnisch maar bleef roerloos ach
ter de gravin De Roubaix staan en sloeg deze
opbttend gade.
Clarice opende de deur van de eikenhouten
kast, waarin zich een menigte grootere en
kleinere vakken bevond.
Uit een daarvan nam zy twee papieren eo
Esther Grant, die deze papieren zag, kon
nlechts met moeite een kreet van schrik en
verwondering weerhouden.
De gravin streek de papieren glad en bekeek
ze aandachtig, als wilde zy ze lezen, daarna
legde zy ze met merkbars voldoening, weer
in het vak neer, sloot de kast, Dam haar kaars
°P en ging met dezelfde onhoorbare schreden,
waarmee zy gekomen was weder heen.
Ditmaal volgde Esther Grant haar echter
niet.
Ondanks het onzekere licht van het kaarsje
hai zij mat ééa oogopslag de papieren her
kend, waarmee zy die verre, moeilyke reis
gemaakt had, ten einde ze in honden van den
rechtmatigen eigenaar te stellen, en zoodra zy
En, wat de ontwaking der natuur Is
voor den stoffelijken mensch, dat Is
de opstanding van Christus voor de ziel
van lederen Christen, voor de gansche
Christenheiden dit in veel hoogere
mate.
Het is gemakkelijk te verklaren, wat Clarice
er in haar slaap toe aandreef, de papieren
juist in deze kast te bewaren. Zy was te bed
gegaan met de gedachte aan de docamenten en
waar zij die het best zou verbergen en toen
zij insliep, hield haar geest zich nog daarmee
bezig, waarbij de gedachte aan de geheimzin
nige kamer met het roode kruis op de deur,
die zy met lord Ciiffe bezocht had, zich
\oegde. Zoo was zy er toe gekomen, zonder
dat zij ontwaakte, dia papieren daar een
veilige schuilplaats te verleenen en daar slaap
wandelaars zichzelf de handeling n niet bewust
zijn, die zij in hun slaap ten uitvoer brongen,
kon zij zich 's morgens het verdwijnen van
de papieren niet verklaren.
Esther Grant wachtte tot de gravin was
heengegaan, toen opende zij de eikenhouten
kast, nam er de papieren uit en stak die
tusschen haar nachtjak.
Goddank, ik heb ze terug, zeide zij laid,
nu zal ik wel zorgen dat men ze my niet voor
een tweede maal ontneemt.
Zij ging tastend, want het was nu geheel
donker, naar de deur, doch hier wachtte haar
een teleurstelling Clarice had het slot van
buiten omgedraaid, zoodat Esther Grant op
gesloten was.
Het was geen aangenaam vooruitzicht, dön
nacht, die nog lang niet op de helft was, zoo
te moeten doorbrengen in zulk een vertrek,
dat niet alleen elke geriefelijkheid miste, maar
dat bovendien nog zeer onzindtlyk waB en
waar een duffe benauwde atmosfeer heerschte,
want het werd nooit gelucht.
Zoolang het donker was, bestond er voor
Esther Grant geen kans op, bevryd te worden,
want de muren waren dik en de deuren mas
sief, zoodat zy, al schreeuwde zy ook zoo
hard, niet door de bedienden van bet kasteel
kon gehoord worden en zelfs al hadden dezen
haar kuunen hooren, dan zouden zy er zich
toch wel voor gewacht hebben, den spookvleu-
gel te betreden.
Hun bijgeloovige vrees voor dit gedeelte
van het slot zou hen dat geluid aan een bo
vennatuurlijke oorzaak hebben doen toeschry-
ven, zy zouden zich diep onder de dekens
hebben verstopt, maar er voor geen goud toe te
bewegen zijn geweest, ook maar een enkele
deur te openen.
Het waB Esther Grant gemakkelyk gevallen
hier te komen, maar het heengaan leek vrij
wat lastiger.
Tl ER - EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Den volgenden avond zat de gravin De
Roubaix in een schitterend verlichte ont—
vaDgsalon van Ciiffe Court en zag er in haar
zwartsyden kleed met witte kant aan hals
en armen en getooid met eenige der schoonste
diamanten nit de familiekostbaarheden der
Ciiffes allerbekoorlijkst nit.
Haar zwart, overvloedig haar was in dikke
vlechten om het fraai gevormde hoofd ge
wonden eu ODdanks den rouw over lord Ciiffe
fonkelden ook daartusschen een paar groote
juweelen.
Tegenover haar zat air Ascot Carlyon, in
onberispelijke gala kleeding.
Hij zag er veel beter uit dan in den laat—
sten tijd het geval geweest was, misschien
wel omdat hi zooeven met Clarice De Roubaix
gedineerd had en eenigszins opgewonden was
door de champagne.
Clarice, die met haar zwartgeranden zak
doek speelde, zeide, terwijl zij hem koket
aanzag.
Weet ge wel dat ik erg gezondigd heb
tegen de etiquette en de wetten der welvoe—
gelijkheid, door u aan tafel te noodigen, ter
wijl wij beiden nog in rouw zijn
Waarlyk antwoordde hy met een
glimlach. Dan moet ik my we) dubbel vereerd
en gestreeld voelen, dat ge voor mij zulk een
uitzondering hebt gemaakt.
Nu, ik deed het eigenlyk in hoofdzaak
omdat ik mij hier zoo vreeselyk eenzaam
gevoel, antwoordde zij opsnhartig. Oogen-
schynlijk is men er hier in den omtrek lang niet
mee ingenomen, dat ik meesteres van Ciiffe
Court ben en deze overtreding van de uiter
lijke vormen zou zeker ook niet zachtzinnig
beoordeeld worden, als men er van wist.
Door de vrouwen misschien niet, maar ie
dere man moet bet zich als een eer aanreke-
om door de eeuwen heen de werken en
het lijden van haren stichter voort te
zetten, Zij weet ook met volle zekerheid
en menigmaal heeft zij het in den
loop der tijden ondervonden dat zij
aan de hand van den overwinnaar van
dood en wereld zal zegevieren over al
hare vijanden, 't Is deze zekerheid, welke
de kalmte en gelatenheid verklaart der
Chrlstene zielen, ook te midden der hard
ste beproevingen 't is deze zekerheid
welke het vaste vertrouwen op Opper
hoofden der Kerk nooit in 't minst doen
wankelen, ook bij de vreeselijkste stor
men, die het scheepje van Petrus teisteren.
De geschiedenis is daar, om dit te be
vestigen. Was het Katholicisme een gods
dienst van zuiver menschelijke instelling
honderden malen zou het reeds gevallen
zijn onder de slagen zijner machtige vij
anden. Hoevele koninkrijken en dynas
tieën, in schijn machtiger dan de Kerk
liggen ineengestort I En hoevele kerk-
vervolgers, die er op roemden „het graf
van den Nazareër te verdelgen", zijn van
de aarde verdwenen, zonder grafgesteente
waarop de naam en de herrinering aan
hen bewaard bleef l „Gij hebt overwon
nen, Gallileeër I" zal steeds het laatste
antwoord blijven op het vloekwoord
nen, de schoonste dame van het graafschap
te kunnen verdedigen, zeide sir Ascot Car
lyon zeer gelaat.
Vleier.' riep zij uit, terwijl zij hem op
de hand een tikje gaf.
Haar oogen straalden van genoegen. Elk
compliment, zelfs al was het plomp en onhan
dig, streelde baar ijdelheid het was haar
eene ware behoefte, bewonderd te worden en
dat was waarschijnlijk ook de oorzaak, dat de
baronet zulko snelle vorderingen by haar
maakte, want hij verstond de kunst van vlei
en by uitnemendheid
Ik heb alleen mijn vaste overtuiging
uitgesproken, hernam hy, en bovendien, wat
zoudt ge u bekommeren over hetgeen andere
menschen denken of zeggen. Het leven is veel
te kort, dat men het zich door den dwang
der zoogenaamde welvoegelijkheid zou ver
onaangenamen. Geniet wat ge genieten kunt.
Ja, die theorie ïb heel aardig, maar in
de praktijk gaat zij toch niet altijd op. Wan
neer men de wereld en haar vormen trotseert,
dan wreekt zy zich door den overtreder uit
haar midden te verbannen en ik zou mij er
slecht in kunnen schikken, een verstooteling
te zijn.
Ik had nooit gedacht, dat gy u zoo
streng aan de etiquette zoudt houden.
Neen, by ons in Frankrijk neemt men
het daar ook veel lichter mee, maar hier in
Engeland heb ik eerst geleerd, hoeveel er van
afhangt, de vormen in acht te nemen.
Bevalt het u in Engeland evengoed als
in Frankrijk
Zij aarzelde even met haar antwoord.
In sommige opzichten wel, in anderen
weer niet, zeide zij. Ik verveel my hier dik
wyls, omdat ik hier zoo weinig vrienden heb*
Hy stond van zyn stoel op, zette zich vrij
moedig naast haar op de sofa, nam den waaier
van panwe?eeren nit haar hand en, terwijl
hij met zyn gelaat het hare dicht naderde,
fluisterde hij
Gij hebt mij toch.
Zij zag hem even met haar schitterende
oogen aaD, doch sloeg die terstond weer neer,
terwyl een blos baar wangen bedekte.
Ja, u heb ik, herhaalde zij zacht, en ik
geloof ook wel, dat ik u mijn vriend mag noemen.
PIANO
10 JAAR
GARANTIE
KUNSTSPELenELECTR: PIANO'S. VLEUGELSisHET ADRES
IMF"*KESSELS'KON.FABRIEK. TILBURG
VRAAGT CATALOGUS - OOK TERMIJNBETALING
Dat weet ik niet. Vroeger was ik met
dien titel reeds overgelukkig, maar nu, nu
wonsebte ik er een die my nog nauwer aan
u verbond, zeide hij met trillende stem, ter
wyl hy haar beide handen vatte en haar zoo
zoo dicht tot zich trok. Clarice, hebt ge dan
nog niet bemerkt, dat ik u boven alles ter we
reld lief heb, weet gy dan niet, dat ik hemel
en aarde zou kunnen bewegen om u mijn
vroaw te mogen uoemen
Zijn toon klonk zoo hartstochtelijk, dat zy
er zichtbaar door getroffen werd.
Haar lippen plooiden zich tot een glimlach,
maar een oogenblik later trok zij haar handen
uit de zijnen en sprak
Zoo moogt ge niet tot mij spreken, Sir
Ascot, bedenk hoe kort het nog geleden is,
dat uw eebtgenoote stierf.
Wat doet er dat toe hernam hy op
hartstochtelijke toon, hoewel zyn gelaat doods
bleek werd. Ik heb haar nooit bemind, zelfs
niet eenmaal een neiging voor haar gevoeld,
ik zie er daarom ook de noodzakelijkheid niet
van ia een smart te huichelen, die ik niet
ondervind. Ik zweer het n, nog nooit heb ik
een vrouw liefgehad zooals ik u bemin.
Hy bracht baar handen aan zijn lippen ter
wyl hij op geestdriftigen toon voortging
Wees niet wreed voor my, Ol&rice, wan
neer gij eens wist hoe nw beeld myn hart,
mijn ziel en al mijn gedachten vervuld heeft,
van af den eersten dag dat ik u ontmoette
Ja zelfs al zag ik u voor de eerste maal
dan zon ik nog overtuigd zyn, dat gy de ee
nige vrouw zijt, die ik ooit beminnen kan.
Zy bood geen tegenstand, liet zioh zijne
liefdesbetuiging welgevallen en zeide hem dat
ook zyne verschijning zoo'n diepen indruk op
haar gemaakt had.
Gy bemint mij riep hij zegevierend uit,
gij wilt myn vrouw worden, niet waar
Hoe zou ik dat kunnen In den eersten
tyd kan daar nog geen sprake van zyn, zeide
zij met gefronste wenkbrauwen. Wat zoudeu
de menschen wel zeggen, wanneer zij verna
men, dat ik mij, zoo kort na den dood van
lady Carlyon met u verloofd had terwyl ik
selfuog rouw draag over myn oom