I Nummer 46 Zondag 7 Juni 1914. 37e Jaargang Tweede Blad. Isekendmaking" Uit de hoofdstad. Die stekende pijn in den rug VERSLAG v I I ir i 1 i1 V I Onderzoek van verlofgangers. (Nadruk verboden.) Dat ik goed was ingelicht toen ik in m'n vorigen brief schreef, dat een aan klacht was Ingediend wegens beleediging van een ingezetene-autoriteit blijkt thans, nu bedoelde redactie in haar jongste nummer (dat mij zooals alle vorige nummers werd toegezonden, waaraan ik evenwel die >eer< ontleen is me een raadselde brutaliteit heeft met het noodig commentaar de aanklacht in ex- tenso te publiceeren. In het kommentaar van den voor den Rotterdamschen rechter gedaagden pseudo-verantwoor- delvjken redacteur wijst deze erop, dat het zijn bedoeling volstrekt niet geweest is bedoelden ambtenaar te beleedigen, doch hij achtte het z. i. noodig eenige feiten te publiceeren om daarmede het handelsbelang (een belang, dat het be doelde blad zegt te behartigen, maar de redactie doet dit op een wijze, die elk begrip der welvoeglijkheid te buiten gaat) te dienen. Waarom nu beweerd wordt dat het niet in de bedoeling ge legen heeft te beleedigen is duidelijk. Ik hoop evenwel dat de rechter dat blad eens op gevoelige wijze zal leeren wat beleedigen is en wat niet. Ik bedoel dat de rechter een hooge boete zal op leggen, niet te vervangen door gevan genis of hechtenis. Gezien de partij waartegen het blad het heeft durven wagen zich te richten, zal het een moei lijke partij te spelen hebben, vooral waar het zoo'n belangrijken inzet geldt. Het spijt me, dat ik m'n lezers zoo in het onzekere moet laten omtrent de persoonlijkheid wien het h'er geldt, maar ik wil den naam niet noemen, omdat ik niet eraan wil medewerken den naam van den betrokkene door het slijk te halen, indachtig, dat het «publiek*, als het dergelijke voorvallen geldï zoo gaar ne geneigd is te zeggen >men noemt geen koe bont of. Zou er wel eenlg spreekwoord zijn, dat zooveel op zijn geweten heeft Niet zoodra zal evenwel het vonnis bekend zijn of ik zal er mijn lezers kond van doen. Ons landje moet het' tegenover de buitenwereld weer ongenadig kunnen om de deugnietstreken onzer lieve jeugd, waaraan een buitenlander bij een bezoek aan ons land heeft blootgestaan. Ik ga wel een beetje bulten mijn boekje (ge zien het opschrift) door over deze aan gelegenheid te schrijven maar de erger nis, nadat ik een en ander uit de aan klacht gelezen had, geeft me de woor denin de pen en ook omdat de Bossche jeugd het zoo nu en dan^ om dit euvel nog al eens moet ontgelden, Hoe komt men er in 's hemels naam toe van een dergelijk feit in dempers zoo'n ophef te maken? Is nu toch.de Hollandsche kwajongen zooveel bru taler dan zijn naamgenoot van over de grenzen Dat kan er bij mij maar niet in. Een jongen blijft een jongen, onver schillig of hem Fraosch, Duitsch,1jEn- gelsch, dan wel het «goedbloedige* Hollandsche bloed door de aderen vloeit. Hij is nieuwsgierig en omdat hij jongen is uit hij dat op andere wijze dan wij dat doen Krijgt hij een vreemd ge- kleede dame of heer ia de gaten dan er op af, daar moet hij het zijne van hebben den mond wagenwijd open bekijkt hij het voorwerp zijner bewon dering, ongeacht of dit in- dan wel buitenslands is; geen duimbreed gaat hij er voor uit den weg. Is hij daarom wel een haar slechter dan wij, die onze nieuwsgierigheid op geheel andere wijze toonen. Zoodra wij iets zien aankomen dat onze bewondering trekt, dan gaan wij met breed gebaar een etalage be wonderen, ongeacht of deze ons potjes, pannetjes, schilderijen of grutterswaren toont.' Geen pas is het voorwerp onzer bewondering evenwel aan ons voorbij of onze aandacht concentreert zich op de «keerzijde* van de(n) bewondering vragende(n) voorbijganger(ster). Nu is het maar de vra?g waaraan men de voorkeur geeftaan de recht door-zee gaande wijze, waarop de kwajongen z'n nieuwsgierigheid toont of aan de stiekume manier, waarop wij het doen. Ik herinner me, dat ik eens te Gent was toen ik eenige onzer lieve, flinke Friezinnetjes daar zag, omstuwd door wel vijftig kwajongens. Ik verwonderde mij daar niets over. Het leek me heel eenvöttdig. Zij, met hunne frlssche kop jes, eigenaardige kleederdracht en bloote armen moesten in den vreemde wel de aandacht trekken, zelfs wij zien ze nog met belangstelling na. Maar hoe geheel anders gedroegen zij zich dan de bewondering-trekkende vreemdelingen in ons land. Zij lachten er eens mede en gingen ge woon huns weegs, maar laat het een Hol- laDdschen jongen eens wagen een vreem deling een beetje al te scherp onder vizier te nemen, dan toont hij zich de vermoorde onschuld en requireert politie voor het behoud zijner veiligheid. Men moet z'n oogen 's zomers eens den kost geven in Amsterdam, den Haag of Scheveningen, daar ziet men dergelijke tooneeltjes bij herhaling. Maar dat zelf de gezelschap vreemdelingen ontziet zich niet om eenige oogenblikken later zijn bewondering op luidruchtige wijze te toonen bij het ontmoeten van een of andere fiksche Scheveningsche visschers- vrouw. Maar dat mogen zij wel doen zij doen ons immers de eer aan hun vacantie hier te komen doorbrengen. De aanklacht maakt op mij den indruk, dat het er door bedoelde Franschen op aan is gelegd om onhebbelijkheden van de zijde der straatjeugd te provo- ceeren. Het is toch niet aanneembaar, dat in bijna alle door hen bezochte plaat sen overlast zou zijn ondervonden. Des te jammer is het daarom, dat deze aan klacht zoovele pennen heeft in beweging gebracht (ware zij nog binnens«kamers« gebleven) omdat dat geschrijf zijn na- deeligen invloed moet doen gevoelen op het vreemdelingenbezoek. Den vreem deling wordt een verkeerd beeld geschetst van onze bevolking indachtig de spreuk ••de appel valt niet ver van den boom*. En waar blijft men dan met onze hoog geroemde Hollandsche gastvrijheid BOSSCHENAAR. De ongekend hooge prijzen, waarmede de markt einde December 1912 sloot, bleven niet alleen gehandhaafd, maar erlangden nog een flinken opslag, zoodat voor prima lichte runders in de wichten van ongeveer 3Va kilo, recordprijzen van 148 a 150 ets. betaald werden. Met deze noteeringen echter waren de prij zen van het z. g. Java-Chroomleder lang niet in overeenstemming, zoodat door fabrikanten van dit artikel, slechts matig werd ingekocht en verwerkt. Voorzool- leder, gelijk eertijds het geval was, komen de zware Javarunders niet meer in aan merking. Toen de West-Indische huiden terugliepeo, bleven de prijzen der Oost- Indische nog geruimen tijd constant, hoofdzakelijk tengevolge der mindere aanvoeren en der vermeerderde vraag naar leder voor militaire uitrustingen. Dientengevolge waren importeurs niet geneigd eenige concessie op de prijzen toe te staan. Eerst toen met tamelijke zekerheid kon gezegd worden, dat de Europeesche vrede behouden zou blijven was er van toegeving eenige sprake en dan nog maar alleen voor sommige soor ten, want voor zware runderhuiden b.v. slechts matig aangevoerd, was en bleef de vraag zoo levendig, dat de noteeriogen het geheele jaar gehandhaafd bleven. Dat werkelijk in 1913 minder O. I. huiden zijn aangevoerd, blijke uit de volgende j cijfers, vertegenwoordigende de aanvoering in Rotterdam in 1911 1912 1913 ongev. 184000 166000 145000 stuks. der Kamer van Koophandel en Fa brieken te WAALWIJK, betreffende den toestand van den handelde nij verheidde scheepvaart en van den lann- en tuinbouw over het jaar 1913. Handel in Oost-Indische Runder- en buffelhuiden. Ook voor den handel in huiden van bovengenoemde herkomst was 1913 een allesbehalve gunstig jaar. Runder- en buffelhuiden. Rekent men deze hoeveelheden voor ongeveer 30 a 35 pCt. van den totaal aanvoer, dan blijken deze te zijn resp. 580000,498000 en 435000 stuks. Ook de verkoop te Rotterdam blee beneden dien van 1912 en bedroeg on geveer 130000 stuks tegen 170000 stuks. In 1912, zoodat het volstrekt geen ver wondering behoeft te wekken, dat de voorraad op 1 Januari 1914 vrij groot was. n. 1. 20700 stuks tegen 5498 stuks op 1 Jan. 1913. Doch ook die'betrekkeUjk groote voor raad kan niet noemenswaardig reageeren op den prijs van een artikel, dat voor zooveel en velerlei doeleinden thans ge bezigd wordt. Voor Amsterdam, de hoofdplaats van den O. I. huidenhandel, waren de cijfers natuu-lijk hooger. Tot onzen spijt ont breken ons statistische gegevens om met eenige juistheid de cijfers van invoer, verkoop en voorraad te kunnen vast stellen. Met betrekking tot de voornaamste soorten kunnen wij het volgende rela- teeren De Java-Rundersinzonderheid de lichte prima soorten, waren steeds le vendig gevraagd en bleven vrij wel op het oude prijsniveau. De middelwichten stegen in de vier eerste maanden des jaars, bleven ver volgens constant, daalden na October, om tegen het einde des jaars het ver loren terrein nagenoeg weer geheel her wonnen te hebben. De zware Java's ware einde December iets hooger zelfs dan in het begin des jaars. Het volgen de staaltje ter verduidelijking 1912 1913 De minima prijzeD, en bij Samarang en Padang runders ook de elndprijzen zijn dus beduidend duurder geweest dan in 1912. De ongevleesde Macassars konden ten naastenbij hun vorig standpunt handha ven, n.l. 70 a 95 ct. per halve K G. in de wichten 5 8 K.G. De Buffelhuiden genoten schier het geheele jaar door, een levendige be langstelling, alleen extra zware waren moeilijker te plaatsen, zoodat hierop nog al eenige concessie verleend moest wor den. De middelwichten echter rezen geleidelijk met 15 a 20 pCt., terwijl lichte soorten zelfs een opslag van 20 a 25 pCt, bekwamen. Nu dient echter opgemerkt, dat bij vroegere rijzingen de buffels steeds ach terbleven, zoodat zij eerst nu, om zoo eens uit te drukken, hunne schade in gehaald of revanche genomen hebben. De prijzen waren ongeveer als volgt 1912 1 «De >ngevleesde Macassars in de'wich- ten wan^ 818 KG. bleven ODgeveer op het oude niveau, dat is 3858 ct. tegen 35—58 ct. in!l912. Wm Met betrekking tot de China runders- en buffels kunnen wij melden, dat de uivoer gedurende 1913 dien van 1912 wederom belangrijk overt of n.l. 1.279140 tegen 1.010000 stuksin 1912. Betaalde men voor deze huiden (droog) einde December reeds 175 fr., in Januari "14 moest men al 179 fr. besteden, een prijs, die tot April bestendigd bleef doch toen successievelijk afbrokkelde, totdat einde 1913 de markt sloot met 175 fr. zijnde dit de noteering ook op einde 1912. In Java Geiten- en schapenvellen ging weer minder om dan in 1912. Sinds Amerika zelf op de productieplaatsen betrekt, zijn de aanvoeren hier steeds verminderd. Beter was de handel in Java-leguaanvelien, die tegen goede prijzen tamelijk vlug van de hand gin gen, al moesten ook hierop tegen het des jaars, eenige concesslën" toegestaan worden- - v* Het is moeilijk te zeggen, wat~1914 ons in dezen handel brengen zal, doch In geen geval veel lagere huldenprijzen. Het lederverbruik](neemt te zeer toe, terwijl de aanvoeren sinds 1910 gestadig verminderen. Men zie slechts Amsterdam Rotterdam Totaal 1910 n 507293 158740 666033 1911 400000 183602 583602 1912 340000 153241 503201 terwijl volgen? vorenstaande cijfers de aanvoeren gedurende 1913 het cijfer van 435 a 450000 wel niet te boven zullen gaan. Hiermede dient wel degelijk reke- ning gehouden. Er schiet dus voor den lederproducent ten slotte niets over dan thans in te koopen en den prijs van zijn fabrikaat zoolang te verhoogen tot de gewenschte verharding tussch^n hu.i en leder eindelijk geheel of wel ten naas tenbij bereikt is. En dit laatste moet onvermijdelijk een maal ook geschieden. Handel in West-Indische huidenhoofd zakelijk La Plata huiden. De huidenhandel in 1913 was weer van zeer veel beteekenis. Opnieuw is aangetoond, hoe kunstma- tig opgedreven prijzen onmogelijk op den duur 'gehandhaafd blijven en ten slotte tot een meer normaal standpunt wel moeten terugloopen. Gelijk wij in ons vorig verslag opmerk ten, sloot de markt einde 1912 voor al- komt van de nieren, welke onder het smalle gedeelte ran den rag zijn gelegen. Doch rag pij 0 is slechts een der verschijnselen, andere zijn waterzuchtige zwellingen, opge blazen oogen, gezwollen voeten, bezinksel in de urine, p\j"lQke loozi°g» voortdurende aan drang, een onnatuurlijke vermoeidheid, prik- pelbaarheid, buitensporige dorst, rheumati- sche pijoen in de armeD, besnen of heupen, duizeligheid, hoofdpijn. Niet elke patiënt heeft al deze verschijn selen, doch iedere lijder heeft er eenige, en de minste nieraandoening is gevaarlijk, want noodlottige ziekten ontstaan door het ver- «aarloozen van een nierkwaal. Foster's Rugpijn Nieren Pillen regelen de goede werking dtr orine-organeD, zij leiden de nieren zachtjes tot gezondheid terug en herstelleu haar kracht tot het fil- treeren van het bloed en het uitdrijven van urinezuur en de urinestof, welke de oorzaak vormen van rheumatiek, jicht, niersteen, nierontsteking enz. Zij zyn het best bekende geneesmiddel tegen blaasaandoeningen, en zii voeten het overtollige water sf bij wa- lerzucht. 6598 Te Waalwijk verkrijgbaar bij Wed. Orie- Dumouliu, Markt. Toezending geschiedt fran co na ontv. v.postwissel h f 1.75 voor éou, of f 10- voor zes doozen. Eischt de echte Foster'» RugpijD Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voor zien is van nevenstaand mark. handelsmerk. 6346 le soorten zeer vast. Hoofdzakelijk tengevolge van den ge ringen stock op einde December 1912, waardoor meestal ten onrechte de koo- pers zich al te zeer lieten beïnvloeden, liepen reeds in Januari de prijzen bui tensporig omhoog. Zoo stegen b. v. de nieuwe Liebig's, welke gewoonlijk de leiding nemen, reeds in genoemde maand van frs. 129 a frs. 136. Deze verhouding oefende direct haren invloed op schier alle andere soorten uit, welke eveneens beduidend rezen, beducht als men was, dat 1913 werkelijk ditmaal een aanzienlijk minder quantum op de wereldmarkt zou brengen. Het tegendeelis echter gebleken, er werden op de vier voornaamste Euro peesche markten zooveel huiden gebracht als voorheen zelden het gevalwas «n.l. 11.045.596 stuks tegen 8744055 stuksin 1912. |Het gevolg hiervan kon niet uit blijven. Wist men in Maart oog niet of men op bevredigende aanvoeren rekenen kon, reeds één maand later waren deze zoo aanzienlijk, dat van een huldentekort allerminst, sprake kon zijn en men zich dus had laten misleiden tot te dure in- koopen. De reactie trad in. De bovengenoemde Llebigs in de wichten van 2532 K.G. Hepen frs. 4 terug, de andere soorten naar evenre digheid. Daarbij echter bleef het niet. De daling bleef aanhouden in de maan den Mei, Juni en Juli. Al gaven ook Au gustus en September een opgaande be- weglng te aanschouwen, in October viel weer vermindering te constateeren, die aanhield tot het einde des jaars, toen, gelijk wij verder zullen zien, de prijzeu der meeste soorten niet hooger waren dan op gelijk tijdstip in 1912 De oor zaken van dezen plotselingen ommekeer zijn velerlei. Zoo laat Europa zich nog al te zeer beïnvloeden door Amerika, al kan niet ontkend worden, dat, de Nieuwe Wereld alleen bijna de helft van alle Zuid-Amerikaansche huiden absorbeert. In de jaren 1913 en 1912 kochten de Vereenigde Staten alleen aan droge hul den resp. 1 346.593 st. en 2.129.326 te gen Europa 1.543 585 en 2.070.837 stuks j£fljvolgens bleef nog altijd wanverhou ding bestaan tusschen de prijzen der ru we waar en die van het lederen deze wanverhouding zou nog toenemen, want waar de huiden begin 1913 met circa 20 pCt. rezen kon het leder maar een opslag van 10 pCt. bekomen. Dan was de gespannen toestand in Europa de ledernijverheid allerminst bevorderlijk. Het wantrouwen werd algemeen, de groo te financiers hielden hun kapitalen vast, mitsdien werd het geld schaarsch, het disconto hoog, en werd alleen ingekocht voor directe behoefteo. En eindelijk hebben vele looiers reeds zoo lang op betere tijden gehoopt, dat zij den moed in een betere toekomst beginnen te verliezen. Laat ons ter wille der duidelijkheid en om eenigzlns in staat te zijn met recht en reden eenige conclusiën te trekken, enkele cijfers mededeelen. Invoeren op de vier voornaamste Eu ropeesche markten 1913 1912 1911 Le Havre 1.836.959 1.510.170 1.578.291 Antwerpen 1.487.024 1.202.875 1.200 159 Hamburg 6.321.000 5 035 000 5 463.000 Liverpool 1.400.613 996.910 868 671 Totaal 11.045.596 8.744.955 9.110.121 Met uitzondering vaD Liverpool, zijn dus overal de invoeren beduidend toe genomen, terwijl Hamburg ver uit het record slaat. Tegenover deze invoeren staan de volgende uitroeren 1913 1912 1911 Le Havre 1.738.425 1.534.393 1.572.870 Aniwerpen 686.539 990.854 1.058.478 Hamburg 6.241.000 5.082 0 0 5.451.000 Liverpool 1 400.663 999.165 867.661 Totaal 10.066.627 8.606 412 8.950.009 Met uitzondering van Antwerpen is het debouché der andere markten aan merkelijk grooter geweest dan in 1912 en 1911. Men bemerke echter dat bij de opgave van Antwerpen niet genoteerd zijn 630.876 stuks in transito. Bij de an dere opgaven is het transito Inbegrepen. Onmiddelijk volgt uit de cijfers van in- en uitvoer dan ook in 1913 in weer wil der malaise in schier alle takken van bedrijf, toch weer een groote hoe veelheid leder voor tal van industrieele doeleinden, verbruikt is en derhalve de conclusie voor de hand ligt, dat steeds meer leder noodig zal zijn. Een constante lage huidenmarkt is dus voorloopig niet te verwachten. e 1 •II li Hi j '/ii 1 vl van het Zuiden De Burgemeester der Gemeente Waalwijk maakt bekerd, dat het onderzoek van de in hetverlof- gangeraregister dezer Gemeente ingeschreven ver- lofgai gers der Militie te land zal worden gehouden in de boterwa»g. op Donderdag, den 18 Juni 1914, des vooi middags ÏO1/* uur. Aan het onderzoek behoeft niet te worden deel genomen door hen, die hunne eersteoefening nog niet hebben volbracht, en voorts niet door: a. de verlofgangers, die in het loopende jaar, vóór den dag hierboven als dag van onderzoek aangegeven, in werkelijken dienst zijn geweest, uit andere hoofde dan voor straf b. de verlofgangers, die bestemd zijn om in het loopende jaar voor herhalingsoefeningen in wer kelijken dienst te komen c. de verlofgangers, die bestemd zijn om met 1 Augustus van het loopende jaar naar de Land weer over te gaan d. de verlofgangers, aan wie vergunning is ver leend tot uitoefening van de zeevaart of dezee- visscherij buitenlands of tot verblijf in het buiten, land, en aan wie hetzij gelijktijdig met die vergunning, hetzij in verband daarmede later afzonderlijk, vrijstelling van het onderzoek is verleend, dan wel is toegestaan dat onderzoek in de maand November of December van het loopende jaar te ondergaan e. de verlofgangers, aan wie ter zake van de uitoefening van hun beroep of bedrijf dan wel wegens andere bijzondere omstandigheden ver gunning is verleend het onderzoek in een der hiervoren onder d genoemde maanden ondergaan f. de verlofgangers, die in het genot zijn van ontheffing van den werkelijken dien&t g. de adspirantmilitie—officieren en h. de verlofgangers van de Exploitatie—Compag nie der Spoorwegafdeeling van het Regiment Genietroepen. Daarentegen moeten aan het onderzoek wèl deelnemen de verlofgai.gers, die in het loopende j*ar voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst zouden moeten komen, doch wien vóór 1 Juni dezes jaars door den Minister van Oorlog uitstel van opkomst voor die oefeningen is verleend tot het volgende jaar. Uiteraard geldt deze bepa ling niet voor de verlofgangers, wien uit anderen hoofde, bijv. in verband met hun verblijf in het buitenland, vrijstelling van het onderzoek is of alanog wordt verleend. De verlofgangers, aan wie het vorig jaar uitstel van opkomst voor herhalingsoeleningen werd ver leend tot in het loopende jaar en die in verband daarmede in dit jaar reeds voor herhalingsoefe ningen in werkelijken dienst zijn geweest al alsnog voor herhalingsoefeningen moeten opkomen, be hoeven aan het onderzoek niet deel te nemen. Waalwijk, den 11 Mei 1194. De Burgemeester voornoemd, TH. DE SURMONT DE BAS SMEELE. Batavia 2»/a 3 KG. (gevleesd) 105 ii 150 ct. 120 a 150 et, Soerabaya li'/j KG. (gevleesd) 95u 140 ct. 110 :Y 140 ct. Saraaracg 6 4 9 EG. (gevleesd) 95 4105 ct. 100 4 108 ct. Padang 2l/a 4 4 KG. (gevleesd) 60 4 80 ct. 75 4 100 ct. Batavia 5—7 KG (gevleesd) 70 4 78 cl 85 a'_93 cl ho.»ger plm 15 ct Soerabaya 9—12 KG ^_(gev leead)",68 a 73 cl 77 a 87 14 Samarang 1215 KG YjP'i.i ,.v T (gevleesd) 66 a 73 ct 65 a 73 Padang" 9-12:KG~^^r^r~^ 6PÜB (gevleesd) 35.4 58 ct 404 60 1 1 'I if 'i t- i E. 'I 1 I ■l 'I I lf t m

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 5