Nummer 63. Donderdag 6 Augustus 191^ 37e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwii'ksche Stoomdrukkerij Antoon Helen, Eerste Blad. DOOR DGIV HMT VERBLIND. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. FEUILLETON. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. EERSTE DEEL. e Echo van het Zniden, ffaahvijksflif en l.iigslnilsrkt Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A. b o n n e m e n t s p r ij s per 8 maanden fO."ö. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingebonden stukken, gelden ecar., franco te sender) aan den Uitgever. UITGAVE: Prijs dbr AdvretbntiIsn 10 cent per regel; minimam 6 regels; groote (etters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract gesloten. Reclames 15 cent per regel De Oorlog. De beslissing is gevallen 1 Duitschland heeft aan Rusland den oorlog verklaard. Alle pogingen der diplomatie zijn gefaald, alle vredespo gingen zijn mislukt. De oorlog is er. De groote oorlog, dien millioenen menschen jarenlang hebben gevreesd, dien allen t e verschrikkelijk hebben ge acht, om er aan te kunnen gelooven de oorlog, die door alle volkeren ver foeid wordt, méér dan ooit een oorlog is verfoeid geworden, hij is uitgebroken. Weldra zal geheel Europa in vlam staan. De Dultschers bevinden zich reeds in Frankrijk, wat dus ook op 't oorlogs pad is. Duitschland stelt België een ultimatum dat niet is te aanvaarden door een zelf standig volk. Wat zal Engeland doen, wat zal Italië doen Een geruststelleod telegram kwam gisteren uit den Haag, voor wat ons land betreft. Duitschland zou ons geen ultimatum zenden evenals aan België en zal onze grenzen eerbiedigen. Werkelijk goed nieuws voor ons land. Maar wat zal Engeland doen bij de dreigende houding van Duitschland te genover België. Wij mogen alle hoop hebben als in 1870 dat ons land ral worden gespaard, doch mocht het anders wezen, dan zal ons volk, vertrouwende op zijn kracht en zijn plicht bewust, doen wat het in deze omstandigheden te doen heeft. Het feit dat onze grenzen streng bewaakt worden en men weet een vastberaden volk tegenover zich te vinden, doet voor Vaa „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." Van de afgunst tot de misdaad. (31) Iu zijn compartiment gezeten,» alleeD, zette Roger zijn alleen spraak voort Wijl Ohauvenel mijn zin gedaan heeft, moet hy toch wel schromelijk.bang zijn aange klaagd te worden als de nïoordenaar van myn oom Hij kou mij geen beter bewijs leveren van zijne schuld 't Is goed om dit te weten, het kan bij gelegenheid nog te pas komen De kleine Raymond is nu van de baan, doch dat is niet alles. Na zal 't er op aankomen den oude te bewerken en nog niets bewijst dat bh zal zijn te winneo. Evenwel wat moi^elijk is te doen, zal beproefd worden en de zegen behoort gewoonlijk aan wie aanhoudt en durft. Mijn goede oom Guillaume weet niet waartoe menschen in 9taat zijn die geen dnit bezitten, aangevuurd door vijftien jaren ontberingen EINDE VAN HET EERSTE DEEL. TWEEDE DEEL. Het Testament. I. In het rijtuig dat baar naar huis terugvoerde gaf mej. Edèle Moreau zich aan sombere over wegingen over. Zjj was dien avond naar „Werther" gaan hooren op de Opéra Comique, in gezelschap van eene vriendin nog uit het pensionaat, me vrouw Madeleine Amyot. en diens echtgenoot. Zoo ging zij sinds eenigen tjjd meest uit, Nederland het gevaar zeer verminderen. Men beware dus zijn kalmte, temeer waar door de regeering direct de krach tigste en flinkste maatregelen in elk op zicht zijn genomen. Ook ten opzichte van den economi- schen toestand van ons land. Men bedenke bij dit alles toch, dat Nederland nog allerminst met oorlog wordt bedreigd. Wanneer het komt tot een strijd op leven en dood tusschen Triole Entente en Drievoudig Verbond zullen de beide parijen zich wel ervoor wachten zich een goed georganiseerd, wel uitgerust en gereedstaand leger van meer dan 300.000 man tot vijand te maken. Wij behoeve niet zoo gauw te vreezen in den strijd betrokken te zullen worden, wanneer we met een macht van 300.000 man gereedstaan. De dwaze geruchten, die de ronde doen kunnen er slechts toe bijdragen de zenuwachtigheid te verhoogen en tot allerlei bedenkelijke maatregelen te voe ren. Men breidele dus zijne phantasie en zijne tong. Ieder, die om zich heen ziet, kan toch wel con3tateereny dat Nederland klaar is, dat er aan alles gedacht wordt, dat alle mogelijkheden zijn voorzien. Voorzorgsmaatregelen zijn goed en verstandig, vooral wanneer men ze zóó treft, dat men er nooit veel bij verliezen kan. t Maar vreesachtigheid, zenuwachtigheid en paniek zijn de slechtste raadgevers, die niet anders dan tot verlies en nadeel van ieder persoon en van de gansche gemeenschap kunnen leiden. Wij willen hier een ernstig woord van de >Tel.« overnemen. >Het is alsof een plotselinge krank zinnigheid de menschen bevangen heeft Dat er in de eerste maanden en het is absoluut uitgesloten dat de kritieke toestand langer dan eenige weken duurt gebrek aan levensbehoeften zal ont staan, kunnen wij op grond van een door ons ingesteld uitgebreid onderzoek, per tinent tegenspreken. Er is van alles ge noeg en voor geruimen tijd. En wat onze geldmiddelen betreft, 't is eenvoudig krankzinnig de angst, die men thans heeft in gezelschap van eene of andere vriendiD. Haar vader toonde zich nooit geneigd met baar mede te gaan. De voorwendsels, welke hij ter hulp riep om dien last van hem at (e schui ven, wisselden tot in 't eindelooze af. Ofwel was hij vermooid, en na den ganschen dag gewerkt te hebben, kon hij do moeite niet meer doen 's avonds het huis verlaten, ofwel de Bchonwbnrg, de wereldsche bijeenkomsten verveelden hem ontzaglik. Of nog had hij eene verkondheid of hartklop pingen, het was te warm, te kond, te vochtig, en deugde nooit, 't Bij voor zyn aamborstigheid zijD hart of zijn rbumatiek. Het was onbetwistbaar dat de heer Moreau, die de pbysieke crisis van den zestigjarigen ouderdom doorworstelde zich ook door een zeer ernstige fiDancieele crisis te worstelen had, en dat die twee crisissen bijeen, hem bijzonder Bomber gestemd hielden en hem veel verouder den. Zijne dochter, boewei op de hoogte van zyne gel delijke moeilijkheden, kende evenwel den werke- lijken toestand niet van zjjne zakeD. Zij schroef dus zijne neerslachtigheid, zyne zwaarmoedig heid vooral toe aan mtslnitend pbysieke oor zaken en had daar veel verdriet van. Doch dit belette haar niet, wol te verstaan, al degele heden, riep ze in 't leven, om zoo dikwijls mogelijk aan de onverdragelijke verveling te ontsnappen welke het thuis blyven haar ver oorzaakte. De bekommernissen, de onrast welke de gezondheid baars vaders haar veroorzaakte en heel vaag de Blechte toestand z:jner financieëo, vervnlden haar nocht&Ds onophou delijk en druktgp haar des te zwaarder, wanneer zij, na een'ge uren verstrooiing, weer tegen over. de werkelijkheid stond. „Het was half een, toen Adéle op de zaal der eerBte verdieping aankwam. Denkende dat haar vader te bed was en sliep, opende zij zachtjes de dear met den „passepartout* dien zy bij zich had en sloop op baar teenen door de vestibule om in den gang te komen, waarop de deur barer kamer uitkwam. Docb, op dit eogenblik kwam de knecht van baar vader uit den gang die toegang gaf tot de keuken. Mejuffrouw gelieve mij te verontschul- papieren voor anders zoozeer geliefd geld. Wij zullen het nog eens' en als het noodig is nog eens en eiken nieuwen dag herhaleo de positie van de Neder- landsche Bank is zóó sterk, de goud voorraad zoo groot, dat wij geen oogen- blik bevreesd behoeven te zijn, dat het bankpapier ook maar één oogenblik zijn waarde zal verliezen, Dwazen I Want is een gulden ten slotte maar iets meer waard dan 46 cent I Al die »runs< op de banken is een voudig het werk van menschen, die hun hoofd kwijt raken, anderen aan steken en en ten slotte een toestand zullen schep pen, die een onmogelijkheid zou zijn als wij de zaken met Hollandsche nuchter heid onder de oogen hadden gezien. Of zijn wij die altijd prat er op gaan, dat wij bij uitstek koelhoofdig zijn, ten slotte toch niets meer dan een hersen- looze massa, die als kinderen bang wor den voor een spook, een angst toonen, waarover wij over enkele weken vermoe delijk hartelijk zullen lachen Nog eens en voor het laatstkalmte alleen kan ons redden l De Russische mr-biHsatie is nog lang niet gereed. Van ecu optreden in groo- ten stijl tegen Duitschland zal dan ook voorloopig wel geen sprake zijn. Mis schien zijn het klein. \;deelingen Russen (ook Kozaükea), uYe buiten "het leger- verband opereeren en aldus Duitschland de welkome aanleiding geven om te bewijzen, dat niet Duitschland, doch Rusland den aanval begonnen is. Men zal zich in Berlijn geen illusie er van maken, dat Frankrijk daarom afzijdig zal blijven, daar het niet tot steun van zijn bondgenoot Rusland verplicht is, als Rusland zelf aanvalt. Immers, de Duitsche aanval op Frankrijk bewijst, dat men den Franschen steun voor Rus land als een vanzelf sprekend feit be schouwt. Anders ligt de zaak echter met Italië. Italië is blijkbaar evenmin tot steün aan zijn bondgenooten(Oostenrijk en Duitsch land) verplicht, als het een aanvallenden oorlog geldt. En waar de lust van Italië om mee te doen niet groot is, zal men in Berlijn er alles op zetten om te be wijzen, dat de leden van het Drievoudig Verbood niet in den aanval zijn. Of dat lukken zal is echter zeer twijfelachtig. Overigens maakt Duitschland zich blijkbaar nog niet bezorgd over den Russischen aanval. Dat komt terecht, als men eenmaal met Frankrijk heeft afgerekend, schijnt men te denkeu. Het Duitsche en het Oostenrijksche leger zullen zich dus vermoedelijk vooreerst bepalen tot een verdedigende houding in het Oosten. Met alle kracht werpt Duitschland zich eerst op Frankrijk, om het Fransche leger zoo mogelijk in korten tijd te ver pletteren. Op grond van de laatste berichten mogen we aannemen, dat de aanval tegen Frankrijk door drie Duitsche legers ge schiedt. Het middelste trekt door het groot hertogdom Luxemburg, nadat een Duitsch legerkorps zich bij verrassing van de door Luxemburg leidende spoor wegen heeft verzekerd. 100.000 Man moeten op die wijze naar de Fransche grens geëxpediteerd zijn in de richting van Longwy, juist in het hoekje bij de Fransche, Belgische en Luxemburgsche grenzen gelegen. Vermoedelijk is hier reeds een slag aan den gang, want men hoort kanongebulder uit die richting I k~nc.n. He^ zuiderleger der Duitschers valt bij Cirey Frankrijk binnen. Dit plaatsje igt op dezelfde hoogte als Straatsburg ten oosten van Lunéville. En het Duitsche noorderleger eindelijk is even ten zuiden van de Hollandsche provincie Limburg, België binnengetrok ken en staat reeds bij Visé, het Bel gische grensstation aan de lijn Maas trichtLuik. Met verbazingwekkende snelheid hee iet Duitsche leger zich gemobiliseerd en zich naar het westen ontplooid. De bedoeling is duidelijk. Tusschen Verdun en Toul, tegenover de grens van Elzas-Lotharingen, ligt een machtige Fransche fortenllnie. Daarvóór igt Nancy, waar het Fransche leger zich schijnt te concentreeren. De positie van dat leger, met de sterke fortenlinie o den rug, is zeker een sterke. digen, zeide de dienstknecht doch myubeer heeft mij gelaat aan mejuffrouw te zeggen dat hij haar wenschte te spreken, zoodra zij thuis zou komen. Is vader soms erger geworden vroeg Adél6. Mejuffrouw weet zoowel alB ik, dat mijnheers gezondheid in den laatst«n tijd niet bijzonder goed is geweest. Dezen avocd is 't zoowat als gewoonlijk... mijnheer ziet or nochtans zeer terneergeslagen uit. Hij ia toch niet te bed. Neen, mejuffroaw. Mijnheer heeft mij gezegd dat hij veel te werken had en dat hij al schrijvende op mejuffrouw zou wachten. Adèle begaf zich, ongerust, naar het werk- cabinet baars vaders. Deze was, toen zij binnentrad, inderdaad bezig met aanteekaningen te maken en de papieren, welke op zijn lessenaar verspreid lagen, in orde te brengen. Gij zult u vermoeien, vader, zeide het meisje, gij weet wel dat gij des nachts niet meer moogt opblijven. Hoe gaat het van avond De heer Moreau omhelsde Adéle mat bijzondere teerderheid en stamelde Niet al te wel. Gij ziet het, gij badt u te bed moeten begeveD. Ik dacbt, ik beken bet dat gij reeds lang sliep, en ik was heel verwonderd toen Simon mij zeide dat gij mij wenBcht te spreken. Ik had niet waar, een ander nnr kannen kiezen, en gy voelt ongetwijfeld nu meer luBt om te gaan rusten, dan te luisteren naar het geen ik u toevertrouwen moet. Vergeef het mjj,kind,wylikdat niet langer uitstellen mocht. U vooral zal het vermoeien, wat mij be treft, ik voel geen lust meer tot slapen. Ik heb met u te spraken over ernstige zaken en ik heb gedac'.t dat het zeer dringend was. Zeer dringend Waarom Wanneer men ziek is, zooals ik het ben, kan de dood alle oogenblikken aankloppen Men weet nooit... men moet alles voorzien... Wat zegt ge daar? Ziek De doctor verzekert dat aw toestand niet erg is. Dat myne onrust gewettigd zij of niet, die onrnst bestaat, dat is een fait, en ik moet er rekening mede houden. Ik beken u ielfo Maar de Duitschers trekken ten zuiden, en ten noorden, om die fortenlinie heen, aldus een poging wagend om het Fran sche leger van zijn basis af te snijden en het omsingelen. Vooral het leger, dat door Luxemburg trekt, heeft vermoedelijk geen moelelijke taak. De Franschen zelf weten, dat er daar, tegenover de Luxemburgsche grens, eeD gat in de verdedigingslinie is, het z. g. trouée du Luxembourg. In den laat- sten tijd ts wel beproefd dat gat te stoppen, doch in geen geval is de ver dediging daar gelijkwaardig als tusschen Verdun en Toul, doch zullen de Fran sche forten rond Longwy den Duitschers ook het binnentrekken trachten te be letten. Het noorderleger, dat, zonder de Bel gische neutraliteit te respecteeren (trou wens, ook de Luxemburgsche is geschon den). ten noorden van de Belgische Maaslinie, die hij Luik begint, tracht door te breken, om over Belgisch grondgebied Frankrijk in te marcheeren, zal den aan val der twee andere legers blijkbaar van een meer westelijk gelegen punt uit trachten te steunen. Echter zal het daarbij stuiten op de Belgische weermacht, die gemobiliseerd Is. België kan er niet aan denken het Duitsche leger goedsmoeds te laten door trekken, Daarmee zou het zich Frankrijk en ook Engeland wel ten vijand maken Het moet zich dus te weer stellen. Maar we vermoeden, dat het zich beperken zal tot het vernielen van bruggen, tunnels en andere kunstwerken, ten einde het den Duitschers niet te gemakkelijk te maken, om dan op Antwerpen teiug te trekken. Door dezen Duitschen inval in België is het gevaar, dat ook ons land van de oostzijde bedreigde, vermoedelijk ge weken. Voorloopig althans. Er is meer malen op de mogelijkheid gewezen, dat een Duitsch leger, om de Belgisthe Maas linie te ontgaan, door Hollandsch Lim burg zou trekken om zoo door België in Frankrijk te vallen. Blijkbaar heeft Duitschland de voorkeur er aan gegeven zich niet twee kleine landen tot vijand te maken en het langs de Hollandsche grens langs voormelde linie België bin nen te trekken. dat dezen avond, tijdens awe afwezigheid, ik een waren angst heb uitgestaan, een licbame- lyken en een zedefijken angst. Dat gevoel vond zijne oorzaak in myne huidige beslom meringen, in de onrnst welke my beklemt nopeDB uwe toekomst en de vrees aangaande mijne zoo wankelbare gezondheid. Daarom is 't dat ik er op Btond u dezen avond te zien. Eerst en vooral, uwe aanwe zigheid Bterkt mij, en dan, ik herhaal het. ik moet u spreken over zeer belangrijke kwesties Morgen zou het misschien te laat zijn. Het is goed alles te voorzieo. Wat zware gedachten toch/... Ja, ik heb slechte vooruitzichten. Da moeilijkheden waartegen ik sinds twee jaren te worstelen heb, hebben mij verouderd. Ik bezit geen veerkraoht meer, geen moed. Waren die moeilijkheden dan zoo groot? vroeg Adè'e. Grooter dan gij vermoedt, lief kind. Ik heb u steeds muar een gedeelte van de waar- beid laten vermoeden, ik wilde n niet bedroeven n noodzaken uwe uitgaven in te krimpen Ik hoopte dat de kaDS zou keeren, dat myne pogingen het noodlot zouden afwenden dat Binds eenigen tijd op my drnkt en my geen verpoozen laat. Ik heb mij vergist, mijne hoop is niet verwezenlijkt, al wat ik beproefd heb, is nutteloos geblekenThans zit ik hier, overwonnen Gy weet nu wat ik u te zeggen had. Adèle voelde een onrust, en vage en tevens geweldige onrust baar beklemmen. Bet geld was alleB voor haar. De gedachte daarvan ver stoken te zijn, joeg haar schrik aan. Doch daar zij nooit geld gemist had, en zich das geen rekenschap gaf vaD de ontberingen welke daarvan het gevolg kannen zyn, sproot hare onrast voor uit een vaag voorgevoel. Overigens zij wilde haar vader troosten, ging naast hem zitten, omhelsden hem teeder en 8pak luchthartig Boh ik geloof er niets var. Gij oordeelt u geruïneerd, wanneer gy ceen 100.000 franks per jaar te verteren hebt. Reeds lang hoor ik u zochten over nwen zakentoestand, en ge ziet wij hebben nooit iets veranderd aan onze levens wijze. Niet zonder moeite, kind, ik verzeker het a, heb ik dien Bt&nd volgehouden. Heel veel opofferingen heb ik mij opgelegd, allerlei middeltjes heb ik moeten aanwendon opdat gy awe aitgaven niet zoudt moeten bekrim pen. En om u de waarheid te verbergen, beb ik dikwijls myn toevlncbt moeten nemen tot uitvluchten en sliokBcbe listen. Adèle voelde baren angst toenemen, doch beproefde zich daar nog boven te verheffen. Komaan, sprak zy lachend, ik hoor dat wij tot den bedelstaf gebracht zyn. Eiwedervoerde heer Moreau bitter, gij kondt bet wel eens niet ver mis hebben. Gij spreekt zooals onze pachter van La Férolle, ging het meisje voort. Iedere keer dat by zyn pacht komt betalen, neemt hy den h9mel tot getuige dat hem straks niets anders meer zon overblijven dan te gaan bedelenDat belet hem niet grond te koopen telkens als er in de streek veiling komt. De toestand is, helaas, geheel verschillend, zuchtte mynheer Moreau met een droeven glimlach. Do pachter van La Férolle verrijkt zich, omdat hij werkt en niets uitgeeft... Ik, ik werk niet, ik speculeer en wij geven, zonder ergens rekening mee te honden uitwat wy niet bezitten. Het kon niet anders afloopec, daar alle spelers aldns eindigen Ei, ja/ men kan niet altijd gelukkig zyn. Lang ben ik het geweest, ik heb geen klagen. Heden is 't mijne beurt te vallen... na zooveel anderen. Kom, papa, gij spreekt nu toch niet ernBtig Toch wel, kind, zoo ernstig als 't maar kan. Ik doe niets anders dan heel eenvoudig de waarheid zeggen, en, geloof myu genoegen doet. Maar, men is zoo niet plotseling ge ruïneerd. Alzoo, onder de talrijke «aken welke gij ondernomen hebt, kunnen slechte zijn, andere kanen toch goed weaen. Het eene zal tegen het andere opwegen. - Er bestaat geen evenwicht... Zoo men tienduizend frank aan den eenen kant verliest en men er vijf duizend aan den anderen kant win, verliest men toch vyf duizend frsnk. (Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 1