Nummer 76.
Zondag 20 September 1914
37e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
WaalwIpKclie Stoomdrukkerij Antoon Tielen
Ik
Br
Eerste Blad.
Het gewapende volk
i
DOOKDlIUmUD
Gemflentefaadsvergaderingen
Bit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
FEUILLETON.
!T
jon
Zij die zieh'thans
t gen het volgende^kwar
taal op ditblad abonneeren
ontvangen de nog tot dien
datum verschijnende num
mers GRATIS.
TWEEDE DEEL.
WMlwjjkscie en Laagslraitseke Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6.
franco per post door bet geheele ryk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden ens., franco te zenden aan
Uitgever.
den
UITGAVE:
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Prijs der Advertrntiën 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract
gesloten. Reclames 15 cent per regel
ijzen
692Ü
.9
In een vroeger nummer hebben we
een gedeelte ontleend aan een belangrijk
artikel van oud-minister van Oorlog
Colijn. Thans treffen we ergens het
eeiste gedeelte van deze interessante
vei handeling, dat wij van belang genoeg
achten, ook in oos^blad over. te nemen.
Nooit toch is er één deskundige ge
weest, die voor de weerbaarmaking van
ons volk gepleit heeft met de gedachte
dat wij het daarna alleen tegen eeu
Europeescbe grootmacht zouden kunnen
opnemen.
Natuurlijk indien het geval zich voor
deed, ook dan zou meu hebben te doen
wat mogelijk was. Maar het is niet met
het oog op die gebeurlijkheid allereerst
dat onze tegenwoordige weermacht is
ingericht.
Er was een tijd dat men wèl in de
eerste plaats vreesde voor een directen
aanval op ons landhet was na de
gebeurtenissen van 1864 in 1866. De
nemarken en Hannover waren waarschu
wende voorbeelden.
Ons leger was in die dagen zeer zwak.
De wet van 1861 gaf een sterkte op
van slechts ruim 50.000 man en dat
was alles want de schutterij was zonder
beteekenis voor een actieve oorlogvoe
ring. Uit die dagen dagteekent dan de
voorkeur voor de inrichting van verde-
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
16
(44)
Het Testament.
CD
ieu
eerei
billi]
Tram
690
:ont*
escbi
69i
,0ei
inde
Wie dan.
De 8cbuldei8cher8 van heer Roger d'Al-
lai'deB. Stel u in bnnne plaats en bedenk welke
wieede teleurstelling zij zullen, ondervinden
«jj die sinda zoo lang op den dood van uw oom
wi ebten om weer in het bezit te komen van
b( n geld
Genoeg 1 viel Roger hem nijdig in de re
de, ik beD niet gesteld om uwe spotternijen
te verdragen. Overigens, zoo gy ons geen an
dere vertroostingen aan te bieden hebt, heb
ben wij hier niets meer te doen.
Vaarwel
Tegen den avond voelde Roger zich niet
Wol en moest hij naar bed zonder dat by h»d
■linnen eten, 's Anderendaags morgens was by
*oo geel ais een citroen.
Den ganschen dag konden Roger en ryn
vrouw het noodlot vloeken, dat hen zoo onge
ldig trof.
Dokter Mannel, dien men was gaan halen,
btd moeite om zyn lachlust te bedwingen.
Waarlijk zeide hij, zoo geel heb ik bijna
Dooit iemand aangetroffen.gij moet een ge
weldige teleurstelling ondergaan hebben om
*oo'n uitwerking te hebben. Maak u evenwel
Diet ongerust... het zal niets zyn... 't is 't
8'el... Binnen vier, vyf weken zult gij er
Diet meer aau denken
EINDE VAN HET TWEEDE DEEL.
digingsllniën en stellingen. Met een zóó
zwak leger als wij hadden moest het
vestingstelsel wel op den voorgrond
komen en tevens naar concentratie van
de verdediging worden gestreefd. Aan
dien gedachtengang danken de Vesting
Holland en de Stelling van Amsterdam
haar ontstaan.
Maar toen de Nieuwe Hollandsche
Waterlinie en de Amsterdamsche Stelling
er eenmaal waren, bepaalden zij aanvan
kelijk tevens het karakter van ons ver
dedigingsstelsel. Die uitgebreide liniën
en stellingen eischten eene voorloopige
bezetting, ook al werden zij niet dadelijk
bedreigd en als mea dan let op haar
aantal en uitgebreidheid is het ook voor
een leek zonneklaar dat er, na aftrek
der provisorische bezettingen, voor een
actie buiten de liniën niets van betee
kenis overbleef.
De begrippen verdedigingsstelsel en
vestingstelsel dekten in dien tijd elkaar.
Men bouwde de forten voor de mannen
en toen zij klaar waren hielden de fortep
de mannen vast.
Iatusschen is reeds betrekkelijk spoe
dig in de kringen der vakmannen het
inzicht in den aard der ons dreigende
gevaren gewijzigd, De vrees voor een
rechtstreekschen aanval op ons land nam
af. Men begon terecht in te zien, dat
wij niet dat in de eerste plaats te duch
ten hadden. De oogen gingen open voor
het veel grootere gevaar van schennis
onzer onzijdigheid en het daaruit voort
vloeiende gevaar om in een oorlog be
trokken te worden. De enorme militaire
machtsontwikkeling toch der beide wes
telijke continentale grootmachten maakte
de bescherming onzer grenzen tot een
dringende noodzakelijkheid. Men kan in
de Hollandsche Waterlinie gelegen, wel
de vuist b.allen en een dreigend gezicht
zetten, maar daarmee houdt men een
oorlogvoerende mogendheid nieluitLim-
burg en Brabant.
Hadden de Duitschers in 1870 onge
veer 400.000 man in eerste linie aan
het front, weldra viel er rekening mee
te houden, dat het drievoud, misschien
wel het viervoud dier macht in eerste
linie zou optreden. Natuurlijk had men
daarvoor een veel breeder front van
opmarsch noodig dan men in 1870 in
beslag genomen had. En daarbij kwam
DERDE DEEL.
De krankzinnige van Ecobeil.
I.
De prachtige pakketbooten die Genna met
Baenos-Ayres onder de beste voorwaarden van
comfort verbinden, zyn niet voldoende
om ten volle in de behoeften der emigratie te
voorzien en zijn vooral niet voldoende voor
de steeds stygende beweging van de handels
betrekkingen welke tnsschen Italië en Zuid
Amerika ontstaan zijn.
Op dit nijverheidsgebied, dat eiken dag
ruimer wordt, vinden eenige ondernemingen
van minder belang eene zekere nitkomst.
Scheepvaartlijnen van den tweeden rang, vooral
zeilschepen leven van hetgeen de groote maat
schappijen niet kunnen meenemen.
Die zeilschepen, welke geene ontzaglijke ka
pitalen van eerste inrichting te betalen heb
ben en niet gebukt gaan onder drukkende
algemeene onkosten, kunnen landverhuizers
en koopwaren overbrengen in oneindig voor-
deeliger voorwaarden dan de groote pakket
booten.
Het eenige bezwaar dat er aan verbonden
is, is dat men met de zeilschepen nooit zeker
is op een bepaalden datum aan te komen.
Men mag geen haast hebben. Dit bezwaar
wordt dan weer vergoed door zekere aange
name dingen.
In plants van recht op het doel af te ste
venen, hangt de weg van zekere elementen af.
Hier zet men koopwaren af, ginder neemt men
er andere in Een storm dryft u nit den
gekozen weg, doet u eene schuilplaats zoeken
in de eerBte haven de beste en zoo landt men
op plaatsen waar men nooit aan gedacht bad.
Ofwel het drinkwater raakt op en men moet
op zoek naar een gastvrije kost waar men zyn
voorraad vernieuwen kan. Die manier van op
zee te reizen is misschien wat tydroovend, en
uit de mode geraakt, maar toch is zy, in de
oogen van vele lieden nogal wat te verkiezen
boven een al te stipt te voren Beregelde reis.
De „Orlando", een groote zeiler van twaalf
honderd ton, was een van die schepen waarbij,
nog iets. De Fransche Oostgrens was
sinds 1870 in een ijzeren wal herschapen.
Doorbreken daar zou voor de Duitschers
moeilijk zijn en dus moest wel de ge
dachte opkomen dat de Duitsche legers
I hun aanvalsfront tegen de Fransche
Noordergrens zouden richten. Maar dat
zou niet mogelijk zijn zonder Belgisch
grondgebied te betreden en geschiedde
dit dan liep ook het Zuidoosten van ons
land gevaar.
Uit dat besef zijn de maatregelen
voorgekomen, die én in België én in
Nederland vroeger en later genomen
zijn. België riep in de tachtiger jaren de
z.g. versterkte Maaslinie (de vestingen
Luik en Namen, met het sperfort bij
Hoey) in het leven. Wij poogden in
1891 tot reorganisatie van de landmacht
te komen, met de bedoeling een veld
leger te verkrijgen, dat los van onze
liniën zou kunnen opereeren om aan de
grenzen te kunnen waken tegen schen
ding van ons grondgebied. Mocht de
minister Bergansius toenmaals niet sla
gen, gelukkiger was de minister Kool.
die in 1901 de taak van den generaal
Eland had overgenomen. De wetten E-
land-Kool voerden de sterkte van de
Landmacht op tot ruim 200.000 man en
hadden tot onmiddelijk gevolg, dat ook
de eventueele aanwending onzer weer
macht werd gewijzigd.
Voor „het hart van ons land* kwam
nu het geheele land in de plaats. Een
der eerste uitingen van dat gewijzigd
inzicht was de schepping van een afzon
derlijk veldleger, van een operatiet or
gaan, dat kon optreden op elk punt
van onze grenzen, overal waar het noo
dig was.
De latere wetten (zoo de Mllitiewet
1912) hadden de strekking om de ge
oefendheid van dat leger te verhoogen
en om eene geoefende reserve beschik
baar te stellen. Dit laatste werd beoogd
met de in 1913 in werking getreden
Landstormwet, die, als zij geheel zal zijn
uitgewerkt, nog ruim 150 000 geoefende
mannen als reserve kan verschaffen.
Thans behoort tot den geoefenden Land
storm echter nog slechts één lichting.
Onder de maatregelen in de laatste
jaren genomen om de strijdvaardigheid
van het leger te verhoogen, behoort
verder allereerst de in 1913 in werking
door onvoorziene toestanden, het gemis aan
comfort moest door de vingeren gezien worden.
Dit Livorno naar de Argentynsche republiek
vertrokken met eene lading glas- en porselein
werk, beweikt yzer en eenige boerenlandver.
hnizers uit de omliggende streken, had de
„Orlando" eerst aangelegd te Napels, waar
het zeilschip nog een aantal landverhuizers
aan boord genomen had.
Recht naar Gibraltar gestevend, was zy met
volle zeilen den vollen Oceaan ingeBtevend door
eene flinke bries het Znid-Westen in gedreven.
Zoo voorspoedig zou 't niet blyven gaan.
Op de boogtd van de Groene Kaap, door eene
geduchte cycloon overvallen, werd de „Orlando"
als een veertje opgetild, naar 't Zuid—Oosten
gestnwd, dat wil zeggen naar Guinea en, niet
tegenstaande alle manoeuvreeren tot by de
kust gedrongen, tnsschen de BissagOB-eilanden
en de uitmonding van den rio Geba, waar eene
strandig te vreezeu viel.
Gelukkig was toen de wind gevallen, het
zeilschip kon het anker nitwerpen op een vol
doende diepte, een weinig bezuiden den golf,
op welksoever Boulam oprijst, de hoofdstad van
Portngeesch Gninea.
Na het gevaar waarin zij verkeerd had, was
't een welkome nitkomst.
En al de zes-en-dertig uren dat de storm
gednnrd had, had de bsmanningeenheldhaftigen
strijd tegen de ontketende elementen geleverd
en hadden de passagiers doodelyke angsten be
leefd.
De overwerkte manschappen en de ontred
derde passagiers hadden thans rust noodig en
van den anderen kant had het zeilschip avery
geleden welke eenige herstelling vergde.
De kapitein, een moedig kerel, die Giovani
13istolfi heette, besloot dat bet ononthond vyf
dagen zon duren. En na dit besluit aaD zijne
mannen te hebben meegedeeld, voegde hij erby
Daar dit avontuur ons bij de twee woken
zal achteruit zetten, gaan wij, kinderen, van
de gelegenheid gebruik maken om onzen voor
raad drinkwater aan te vullen en ook, zoo er
gelegenheid voor is onzen voorraad versch
vleesch.
In die prachtige wouden moet er wild in over
vloed zijn eD ik ben overtuigd, dat onze beste
vrienden, de Portngeezeu, het niet kwalijk zul-
getreden nieuwe organisatie van de in
fanterie genoemd te worden, die de mo
bilisatie veel vereenvoudigde, doordat,
na de opkomst der militie, geen nieuwe
eenheden meer geformeerd behoefden
te worden. Ook in den laatsten tijd is de
voorraad munitie voor de infanterie en
veldartillerie belangrijk vergroot.
Vrijdag 31 Juli achtte onze regeering
het oogenblik gekomen om het Neder-
landsche leger op voet van oorlog te
brengen. Zij was daarmee op tijd, doch
ook geen minuut te vroeg. Want reeds
den volgenden dag gebeurde wat men
in den kring der vakmannen steeds als
vaststaand feit had aangenomen. Duitsch-
land richtte zich tegen het Fransche
Noorderfront.
Vrijdags werd door ons gemobiliseerd
Duitschland mobiliseerde toen nog niet
Er waren natuurlijk menschen die ons
«aanstelliger» vonden, maar den volgen
den dag vloog het mobilisatiebevel
langs alle draden door het Duitsche rijk
en werd het neutrale Luxemburg door
Duitsche grenstroepen óp vredesvoet
bezet, werd ook aan België de eisch
van vrijen doortocht gesteld- Aan den
avond van denzelfden dag, dat dit ul
timatum te Brussel was overhandigd,
was de opkomst van militie en landweer
bij ons een voldongen feit. Zeker, er
viel nog veel te doen, maar als het op
haren en snaren gezet had moeten wor
den, had den volgenden dag d.i. 2
Augustus met de concentratie der
gemobiliseerde weermacht een aanvang
gemaakt kunnen zijn. Indien aan ons
dezelfde eisch gesteld ware als aan
België, dan zou bij gemis van
vestingen aan de Maas den 4en
Augustus 's morgens het Nederlandsche
veldleger op zijn post zijn geweest.
't Is nu anders geloopen. Er zijn
enkele dagen geweest van onzekerheid,
geboren uit,de omstandigheid, dat het
gevaar evengoed uit het Westen komen
kon als uit het Oosten. Dit noopte tot
het volgen van een andere gedragslijn
bij het opstellen van de troepen, maar
als het gevaar zich bij ons even duide
lijk geteekend had als bij België, naar
welke zijde ook, dan waren we klaar
geweest. Evenwel, met het oog op de
zeer snelle inleiding der vijandelijkheden,
reeds in den morgen van den 4en Aug.
len nemen zoo wij hun eenige stnks afnemen.
A) de matrozen zijo jagers en trekken gaarne
op zulke avonturen nit.
De woorden, van den kapitein waren niet
vergeefs... 's Anderendaags morgens ver
trokken zes mannen met geweren gewapend
in eene sloep. Ze hadden ook een tun by zich
om water in te nemen.
Na verloop van vijf uren keerden zy terug
met de ton gevuld en vier antilopen gelyk men
die veel in de wonden van Guinea aaotreft.
't Was al wat zij aan wild ontmoet hadden.
Muar 't merkwaardigste van hun wedervaren
was, dat zy een man meebrachten, een blanke,
dien zij in hooge gewas aangetroffen haddeD,
u'tgeput, stervende, niet in staat een woord
uit te brengen.
Vol medelijden hadden zy terstond van eenige
takken eene baar gevlochten, hadden den ramp
zalige er op uitgestrekt en hem met de grootste
voorzorgen aau boord gebracht, want hy was
zoo zwak dat men vreesde hem alle oogeublik-
ken den laatsten adem te zien citblazen.
Na het avontuur verhaald te hebben, wilde
de oudste der matroien die tot woordvoerder
van zyne gezellen gekozen was, zijne veront
schuldigingen maken dat hy zoo'n lastige vracht
heeft meegebracht.
Doch de kapitein liet hem niet uitspreken,
Vrienden, zeide bij, gij hoeft geen veront
schuldigingen te zoeken. Gy hebt heel wel ge
daan dien armen drommel niet aan zyn lot
over te laten. Alleenlijk behoort die man mis
schien tot de Portngeesche colonie en het ware
beter geweest hem aan tyne familie weêr te
geven die hem best hadden knnnen verzorgen,
dan hem naar Amerika mede te Demen, Nnwij
vertrekken morgen vroeg en wy hebben geen
tijd meer om naar Boulam of naar Bijanle te
gaan en een onderzoek in te Btellen naar dit
zonderlinge geval.
Pardon, kapitein, viel een passagier in de
rede al kan die man niet meer spreken, by
boort nog Hij heeft jnist een teeken gegeven
dat my een antwoord schynt op nwe opmer
king... Dit teeken lijkt mij duidelijk dat hij
in deze streek niet wenscht achtergelaten te
worden Er bestaat das geen gezwaar hem
naar Amerika mede te nemen 1
Inderdaad, beaamde signor Bistolfi, ik
ook geen minuut te vroeg.
Wat België trof, was door ieder des
kundige verwacht. Tientallen van lijvige
studies over den toekomstoorlog zijn in
de laatste jaren verschenen en ieder
schrijver nam als eene vanzelfsheid aan
wat gebeurd is. Wat meer zegtBelgië
zelf legde met het oog daarop zijn
Maas-linie aan en wij hebben er ons
Veldleger om in het leven geroepen.
Men kan verontwaardigd zijn over de
gepleegde neutraliteitsschennis, maar dat
men er verbaasd over is„ geweest,
wekt.verbazing.
VLIJMEN.
Openbare Vergadering van den raad
dezer gemeente op Donderdag 17 Sept.
des namiddags ten 6'/a uur-
Voorzitter Ed. Achtb. Heer G. R. van
der Ven. x
Klokslag 7 uur opent de Voorzitter
de Vergadering.
Afwezig het lid A. Mommersteeg.
De notulen der vorige vergadering
werden onveranderd goedgekeurd en
vastgesteld.
Aan de orde
1 Wijziging begrooting 1914.
Dit punt wordt zonder bespreking
goedgekeurd.
Hierna zegt de Voorzitter dat ver
zuimd is op de agenda te plaatsen de
vaststelling van de gemee e-rekening
en van de rekening van het B rg. Armbe
stuur.
De gemeenterekening bedraagt in
ontvangst f 31646,10 en in uitgaaf
f31371,46 alzoo een batig saldo van
f274,64.
De rekening van het Burg. Armbe
stuur bedraagt in ontvangst f 1928,99
en in uitgaaf f 1652.61 '/a alzoo een voor-
deelig slot van f276.37'/a'
Ook dit punt wordt zonder bespre
king goedgekeurd.
2. Verkiezing van een lid van het
Burg. Armbestuur wegens periodieke af
treding van den heer H.Mommersteeg Cz.
Na stemming blijkt dat de heer H.
Mommersteeg Cz is herkozen met 8 van
de 10 stemmen.
geloof werkelyk dat by myne vraag begrepen
heeft.en ontkennend antwoord Dat hy
my zoo verstaat doet mij denken, dat hy mis
schien een Italiaan is!...
Doch kom. in plaats van te beraadslagen,
ware bet beter terstond te vragen wat den
ongelakkige in znlken droeven toestand ge
bracht heeft en hem te verzorgenDat men
er ten spoedigst» den doctor by hale... Ah.'
daar is hy Men zou zeggen dat hy mynen
wensch geraden beeftDoctor, wilt gy dien
man onderzoeken en oob zeggen wat hem deert.
De geneesheer van boord had geen recht
op dien titel van doctor, dien by zich echter
gaarne hoorde toekennen. Hy had wel eenige
geneeskundige studies gedaan, doch niet vol
eindigd. Hij was evenwel schrander en voor
zichtig en van goeden wil om het noodige
aan te leeren wat hem nog ontbrak.
Na een vluchtig onderzoek, zeide hij
Op 't eerste gezicht schynt de man my
enkel te lijden aan eene uiterst* verzwakking.
Ik vind geen enkele uiterlijke wonde. Van
waar komt nu die groote verzwakking voort.
Is zij het gevolg van lange en vreeselyke ont
beringen of het gevolg van eene zware ziekte
Dat valt mij voor 't oogenblik moeilyk juist
vast te Btellen. Doch. daar men dien man in
't volle wond gevonden heeft, is het waat-
scbynlykst aan te nemen dat de vermoeienis
sen en ontberingen hem aldnB hebben uitgeput.
In alle geval, besloot de kapitein, wij
moeten dien zieke verzorgen zoüder ons te
bekommeren over hetgeen bem in dien toe
stand gebracht beeftDoctor, ik vertrouw
hem u toe, tracht hem weer op da been te
brengeD. Wij zullen dan later lien of er
aanleiding beBtaat hem nader te ondervragen.
En na een oogenblik het nitgemergelde ge
laat van den onbekende beschouwd te hebben,
zijne blauwe oogen, die met moeite het licht
van den dag konden verdragen, zyn lang
brain haar, dat in langen tijd niet geknipt
was, voegde de brave Bistolfi er met gedempts
stem bij
(Wordt vervolgd.)