Tweede Blad.
Gemeenteraadsvergaderingen.
Bombardement van Antwerpen.
RUMMER 82.ZONDAG 11 OCTOBER 1914.37e JAARGANG.
Gastvrij Nederland.
Nederland zet op 't oogenblik zijne
poorten wagewijd open om te ontvaDgen
jen stroom van hen, die in bange vlucht
ffegsnellen uit het land, dat met wreed
aardig cynisme verdelgd wordt.
Nederland verleent thans gastvrijheid
aan duizenden en nogmaals duizenden
Belgen, die in hun eigen land geen be
scherming meer vinden tegen een niets
sparenden vijand.
We huisvesten al sedert eenige weken
•okele onzer zuiderburen, maar nu het
daar opnieuw is gaan spannen aan de
Schelde en Nethe, nu Antwerpen aan
de verwoesting prijs staat, nu stroomeD
zij als een vloedgolf onze grenzen over.
Wij staan nu voor een zelfopofferende
zo zware taak.
Er is veel noodig om al die ongeluk
kigen, verdreven uit hun woon, velen
zonder bestaansmiddelen, onderdak en
levensonderhoud te blijven verleeoen.
Maar de Nederlander is gastvrij en
nenschllevend.
Hij toonde zich reeds zoo dikwijls be
gaan met het lot van hen, die wreedelijk
geslagen werden.
Hij zal, nu de ure des gevaars voor
a gansch volk is aangebroken, een volk
jovendien waarmede wij ons in zooveel
jpzichten één voelen, zijn hart opnieuw
iten spreken en zoo trachten iets van
het wee te stillen, dat door de ziel van
die ougelukkigen schrijnt.
T. Ct.
BAARDWIJK.
Openbare vergadering van den raad
lezer gemeente op Woensdag 7 Octo
ber des avonds ten 8 uur.
Voorzitter Ed. Achtb. Heer van Heijst.
Ruim 8 uur opent de Voorzitter de
Vergadering.
Afwezig de leden Donkers en Pullens.
De notulen der vorige vergadering wor-
len na voorlezing onveranderd goedge
keurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Vaststelling gemeente-begrooting
1915.
De Voorzitter zegt dat de begrooting
#>15 zooals deze voor de leden ter in
zage heeft gelegen sluit in ontvangst
:n in uitgaaf op een bedrag van
(11106,8072. Vastgesteld.
2. Ontwerp-besluit tot verhooging van
het maximum van den Hoofdelijken Om
slag.
Na voorlezing van het ontwerp be
sluit en de memorie van toelichting zegt
de Voorzitter dat de Hoofdelijke Om
slag met f 500,moet worden verhoogd.
Het lid v. Beijnen vraagt of de ge
beente geen andere middelen van in
komsten heeft.
De Voorzitter zegt dat de andere in
komsten niet hooger mogen worden ge
raamd.
Het lid Klerx vraagt wanneer het
maximum gesteld is, hoe hoog men dan
subsidie krijgt.
De Voorzitter antwoordt dat er een
aieuwe wet komt, doch de gemeentekas
wordt er dan toch niet veel beter op.
Voor andere dingen zegt Spr. is er
ia den regel geld genoeg.
Het lid Klerx merkt den Voorzitter
op, dat men, door zoo te redeneeren,
aooit tot een einde komt.
Het lid v. d. Mee meent dat er toch
een mouw aan moet worden gepast.
De Voorzitter veronderstelt, dat de
gemeente er wel kan komen als de
Hoofdelijke Omslag met f 500 wordt
verhoogd.
Aangenomen.
3. Ontwerp besluit van B. en W. tot
het aangaan eener geldleening.
De Voorzitter leest het ontwerp be
sluit voor waaruit blijkt dat de gemeente
kas ontoereikend is hare betalingen te
doen. B. en W. stellen nu voor eene
'eldleening aan te gaan groot f 1000 a
+°/o met eene jaarlijksche aflossing van
f 50.
De Voorzitter zegt dat hij er voor zal
zorgen dat de gemeente het geld krijgt.
Verder merkt spr. op dat er toch niets
anders op zit, dan de belasting te ver-
hoogen en du maar eene geldleening te
fluiten om op deze wijze het gat te
stoppen.
Aldus wordt besloten.
4. Ingekomen stukken.
Besluit van Ged. Staten houdende
goedkeuring tot wijziging van de be
grooting 1915.
Besluit van Ged. Staten houdende goed
keuring tot wijziging van de begrooting
1914.
Schrijven van den Commissaris der
Koningin houdende benoeming van de
heeren J. C. v. Roermond en J. A. v.
Huiten tot het College van Zetters.
Procesverbaal van kasopname bij den
gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat
er meer is uitgegeven dan ontvangen.
Daar er nog een batig saldo was van
vorig jaar is hierin voorzien kunnen wor
den.
Al deze stukken worden voor ken
nisgeving aangenomen.
Niets meer te behandelen zijnde vraagt
de Voorzitter of iemand nog het woord
verlangt.
Het lid v. Beijnen zegt dat hij een
schrijven ontvangen heeft van de bak
kers, waarin zij verzoeken een maximum
prijs vast te stellen voor de rogge.
De Voorzitter zegt dat er nu de 100
Ko f 11.mag worden gevraagd. Wan
neer er zijn die meer vragen aldus spr.
dan moet men het hem meedeelen, wijl
er dan maatregelen kunnen worden ge
nomen.
Hierna sluit de Voorzitter d^ open
bare vergadering.
Provinciaal comité voor Noord-Brabant
tot het verleenen van hulp en ondersteu
ning aan naar Nederland uitgeweken
vluchtelingen.
In het gouvernementsgebouw te 's
Bosch werd den 7en dezer geïastalleerd
het comité voor Noord-Brabant tot het
verleenen van hulp en ondersteuning aan
wegens den oorlog naar Nederland uit
geweken vluchtelingen.
De installatie geschiedde door den
Commissaris der Koningin, die daarbij
de volgende toespraak hield
Mijne Heeren,
De verschrikkingen van den vreese-
lijken oorlog, welke sinds ruim twee
maanden woedt, ondervinden wel in de
allereerste plaats onze buren, de Belgen,
wier ongelukkig land op niet te beschrij
ven wijze geteisterd wordt.
Dag aan dag zeggen ons de couranten
de bulletins en extra-nummers, hoe ge
weldig in België gestreden wordt maar
ook, en vooral hoeveel de noncombat
tanten in sleden en dorpen te lijden heb
ben, hoe steden verbrand, hoe dtfrpen
verwoest worden, hoe een zee van ellende
gebracht wordt over de ongelukkige be
woners.
Het kan niet anders, dan dat velen
de wijk namen naar Nederland, waar zij
wisten, dat zij veilig zouden zijn.
Naarmate de strijd meer onze grenzen
naderde, kwamen er meer naar hier ge
vlucht, ongelukkigen, die in hun eigen
land gelukkig en tevreden leefden, en
die, van alles beroofd, geheel beroofd
hier aankomen.
Die ongelukingen worden hier allen
opgenomen naar vermogen worden zij
geholpen en gesteund aanvankelijk wa
ren zij aangewezen op de steun van af
zonderlijke personen later op den steun
van de inmiddels opgerichte plaatselijke
steuncomité's.
Toen echter de stroom van vluchtelin
gen maar steeds bleef wassen, meende
de Regeering, dat er moest getracht wor
den een band te leggen tusschen al die
plaatselijke organisaties. Wanneer dat
mocht gelukken, dan zoude met dezelfde
middelen daadwerkelijk zooveel meer
kunnen bereikt worden.
Door de Regeering werd eene groote
centrale commissie ingesteld, terwijl 't de
bedoeling is, dat onder die centrale com
missies provinciale comité's zullen werk
zaam zijn.
Ik heb mij tot u, mijne heeren, gewend
en ben u dankbaar, dat gij allen u be
reid hebt verklaard, in het provinciaal
comité zitting te nemen.
Overeenkomstig de bedoeling der Re
geering heb ik getracht tot de oprichting
van een provinciaal comité te komen.
Ik heb gemeend de leden van dat comité
vooral te moeten zoeken onder de leden
der plaatselijke vereenigingen tot bevor
dering van het vreemdelingenverkeer, die
uit den aard van den werkkring hunner
vereeniging weten waar menschen onder
dak kunnen gebracht worden, en onder
de leden van plaatselijke steuncomité's,
die reeds met zooveel ongelukkigen in
relatie waren en belangrijke aanwijzingen
kunnen geven omtrent den aard en de
mate van steun, die noodig is.
Ik ben u allen dankbaar, dat gij aan
mijn verzoek hebt willen gehoor geven,
en dat ik u allen hier heden mag be
groeten.
Veroorloof mij nu,-u met een enkel
woord de bedoeling van de Regeering
uit te leggen. De ongelukkigen, die op
het oogenbllk in ons land een toevlucht
zoeken, kunnen in twee groote groepen
onderscheiden worden, n.l. de bemiddel
den, en zij, die zonder middelen van be
staan zijn.
a. Zij, die niet geheel ontbloot zijn van
middelen van bestaan.
Naar de bedoeling van de Regeering
zou de zorg van het provinciaal comité
voor deze groep van ongelukkigen moe
ten bestaan in het zoeken van middelen
om hen zoo goed mogelijk te huisvesten,
hen zoo goed mogelijk voort te helpen.
De Regeering meent, dat met de mede
werking van de verschillende organisaties
die in het provinciaal comité vertegen
woordigd zijn, het mogelijk moet zijn om
hun allen een hun passend onderdak te
verschaffen.
b. De onbemiddelden.
De Regeering wenscht tegenover de
ze ongelukkigen de vreemdelingenwet
op milde wijze toe te passen. Aaoge-
zien velen hunner ten gevolge van den
oorlogstoestand, waarin hun vaderland
verkeert, op het oogenbllk niet naar
hunne haardsteden kunnen terugkeereo,
terwijl hun voortdurend verblijf in de
gemeenten, waar zij aankwamen, tenslotte
'n ondragelijke last zou worden voor die
gemeenten, heeft de Regeering vlucht
oorden ingericht, waarheen in de eerste
plaats de lastige elementen moeten wor
den overgebracht, en vervolgens diege
nen, die het meest hulpbehoevend zijn.
Zij allen moeten dus voor de keuze
worden gesteld, om hetzij naar hun va
derland te worden uitgeleid, hetzij naar
een vluchtoord te worden overgebracht
Mijne heeren, onder hen, die niet
naar hun vaderland kunnen teruggaan,
zullen er velen zijn, die door stand, maat
schappelijke positie, of bijzondere om
standigheden toch niet in 'n vluchtoord
tehuis behooren. De Regeering heeft in
hare correspondentie niet speciaal over
deze ongelukkigen gesproken. Uwe com
missie zal er helaas velen aantreffen. Ik
hoop, dat uwe commissie zich hunner
ook zal willen aantrekken en naar mid
delen zal willen zoeken om ook hen
voort te helpen en trachten hen tijdelijk
In eene hen passende omgeving te bren
gen.
Mijne heeren, er Is voor uwe com
missie nog een bijzonder werk te doen
n.l. het verzamelen van gegevensomtrent
de verschillenee vluchtelingen. Vele fa-
miliën zijn uit elkaar gerukt, over en
weer verkeert men in doodsangst omtrent
elkanders lot. Ik vertrouw, dat uwe
commissie er het hare toe zal willen bij
dragen. dat vertrouwbare gegevens ver
kregen worden, welke in een centraal
register worden verzameld.
Mijne heeren, de taak, welke gij op u
neemt, is veel omvattend veel vergaderd
zal er niet behoeveu te worden, maar
zooveel te meer zal men door correspon-
tie elkaar over en weer moeten helpen
en inlichten.
Zal er van uw persoon soms veel in
spanning of arbeid gevraagd worden,
het doel is den Inzet overwaard.
Moogt gij de voldoening smaken, dat
door uwe goede zorgen veel leed ver
zacht, veel tranen gedroogd, veel onge
lukkigen gesteund en geholpen worden.
Ik verklaar uwe Commissie voor ge-
Instaleerd en geef den hamer aan Uwen
Voorzitter, Mr. Tllman, tot het leiden
van uwe eerste vergadering.
De voorzitter verklaarde, mede namens
de aanwezigen, het op hoogen prijs te
stelieD, dat zij voor de taak die hen
wacht, waren aangezocht, bracht voor
het deswege in hen gesteld vertrouwen
aan den Commissaris der KoniDgin dank,
en gaf de verzekering, dat zij hun best
zouden doen, om het door de Regeering
beoogde resultaat te bereiken. Ter be
vordering van dit laatste deed hij een
beroep op den steun en medewerking
van den Commissaris der Koningin, de
zen uitnoodlgende het eere-voorzitter-
schap van het comité te aanvaarden.
De Commissaris der Koningin verklaar
de het eere-voorzitterschap gaarne aan
te nemen, en beloofde het comité waar
noodig te zullen steuoen.
In de daarop gevolgde vergadering
van het comité werd na ampele bespre
king besloten
a. van de samenstelling en installatie
der commissie kennis te geven aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken, de
centrale commissie tot behartiging van
de belaogen van naar Nederland uitge
weken vluchtelingen te 's-Gravenhage,
het Nederlandsch comité tot steun van
de Belgische slachtoffers te Amsterdam
en de burgemeesters der gemeenten in
Noord-Brabant
b. door bemiddeling van de leden zich
te wenden tot de eventueel bestaande
plaatselijke comité's die zich het verleenen
van hulp en steun aan vluchtelingen ten
doel hebben gesteld, ter bekoming van
de adressen van hen, die bereid zijn
hetzij gratis, hetzij tegen op te geven
vergoeding aan vluchtelingen huisvesting
en verzorging te verstrekken
c. in gemeenten, waar de onder b.
bedoelde comité's niet bestaan, de me
dewerking in te roepen van de burge
meesters ter verkrijging der verlangde
adressen
d. de gegevens, vermeld onder b. en
c. na ontvangst ter beschikking te stel
len van de autoriteiten en comité's van
wie verzoeken inkomen om bekend te
worden met de gelegenheden, waar
vluchtelingen onder dak kunnen worden
gebracht
e. aan de burgemeesters der gemeen
ten in Noord-Brabant een vragenlijst te
zenden van de in hunne gemeenten
gehuisveste vluchtelingen, om met be
hulp daarvan een register aan te leggen,
behelzende gegevens van alle in Noord-
Brabant aanwezige vluchtelingen, en de
burgemeesters tevens te verzoeken van
iedere vestiging en vertrek van vluchte
lingen aan het provinciaal comité mede-
deeling te doen
f. nadere inlichtingen in te winnen
over de vraag hoe gehandeld moet wor
den ten opzichte van die vluchtelingen
welke geheel van middelen zijn ontbloot
en om verschillende redenen ongeschikt
zijn voor opzending naar een vluchtelin
genoord.
De definitieve samenstelling van het
comité is thans als volgt
Eere-voorzltter Mr. A- E. J. Baron-
Van Voorst Tot Voorst, Commissaris
der Koningin in Noord-Brabant.
Voorzitter: Mr. R. E. Tilman, voor
zitter der Vereeniging »'s-Hertogenbosch
Belang* te 's-Hertogenbosch.
Leden L. F. G. Bode, voorzitfer van
de vereeniging >Ginneken Vooruit* te
Ginneken.
Dr. L. Deckers, secretaris van de
commissie tot zorg voor vluchtelingen
te Eindhoven.
A. Gijzen, burgemeester van Boxtel.
J. P. F. van Gils, voorzitter van de
vereeniging >Waalwijk's Belang* te
Waalwijk.
G. Ingen-Housz, lid van het bestuur
der Vereeniging »Breda Vooruit* tevens
lid van het commité tot steun van Bel
gische en andere vluchtelingen te Breda.
Mr. J. H. van der Meulen, voorzitter
van de vereeniging >de Unie* te Bergen-
op-Zoom,
G. D. Perk, secr. der vereeniging ter
bevordering van het vreemdelingenver
keer te Olsterwijk.
Jhr. Mr. W. van de Poll, secretaris van
het Roode Kruis te 's-Hertogenbosch.
Mr. Dr. A. van Rijckevorsel, voorzit
ter van het steuncommlté voor vluchte
lingen te 's-Hertogenbosch.
F. Verbunt, voorzitter van het Roode
Kruis te Tilburg.
W. J. M. .van Wely, president der
vereeniging >Roosendaal Vooruit* te
Roosendaal.
P. J. J. de Wit, wethouder en lid van
het Nederl. comité voor Belgische en
aodere vluchtelingen, ondervoorzitter
schap van den Consul-Generaal van Bel
gië te Amsterdam, te Helmond.
M. A. de Wit, voorzitter van de R.K.
Vereeniging »Oudenbosch Belang* te
Oudenboscb.
Mr. G. van Zinnicq Bergman, voorzit
ter van de vereeniging >Vucht Vooruit*
te Vucht.
Secretaris Th. W. Roeffen, adjunct
commies le klas ter Provinciale Griffie
van Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch.
PUTTE, 8 Oct. De Maasbode schrijft
Hedenmiddag te half 4 begon de oor-
logsdonder, die nog niet van de lucht
is geweest, te verzwakken. De vluchtelin
gen gingen nu kalmer huns weegs. Wij
gingen den weg op naar Capelle, waar
wij moeilijk konden passeeren. Wij zijn
onderweg duizenden Belgische vluchte
lingen, ook een paar zusters, gepasseerd.
De ongelukkigen waren sinds weken op
de vlucht en hadden hun hebben en
houden onder den arm. Zij schreiden,
toen zij in Holland kwamen. Waarschijn
lijk zijn hier vandaag een honderdduizend
vluchtelingen gepasseerd.
Tegen half 5 is alles nog stil. Wij zijn
weer naar onzen uitkijktoren gegaan.
Links, in het Westen gloeit de lucht
van de avondzon. Op de Schelde, die
in het zonnelicht baadt, varen vele
schepen de rivier af. Rechts van ons, In
het Zuiden, waar Antwerpen ligt, in den
schemer als in rouw gedompeld, zien wij
groote rookwolken opstijgen. Rechts
van den Lieve Vrouwe-toren laait een
groote brand. Verder rechts zien wij 5
rookkolommen opstijgen van de petro-
leumtanks, die in brand staan.
Links van den Lieve Vrouwe-toren
stijgt eveneens een rookzuil op. Het
geheele stations-kwartier van Antwerpen
staat in brand.
Uit Berchem zien wij ook vlammen
opstijgen. Berchem is geheel verwoest,
zelfs de kerk is niet gespaard. In de
verte waar alles in dichten nevel gehuld
is, begint het kanongedonder opnieuw,
doch slechts zwakjes. Alleen in de buurt
van Wyneghem duurt het gevecht nog
voort. Ook de infanterie is thans in ac
tie. Het is wellicht het bewijs dat de
Duitschers de stad naderen. Dof klinken
nog enkele schoten.
Zes uur Het is donker. Dicht bij dei
Lieve Trouwetoren zien wij een brand
uitbreken. Het schijnt ons toe vlak bij
den St. Jacobstoren te zijn. Dan zien
wij plotseling een geweldigen brand op
laaien. Het zijn waarschijnlijk de entrepots
en petroleumtanks.
De lucht boven Antwerpen is één
vuurgloed, en wij, die op zoo'n afstand
van de stad staan, kunnen onze kranten
bij het licht der verre vlammen lezen.
Antwerpen lijkt ons geheel in brand te
staan.
In de verte hooren wij een slechts
zwak gedonder, waarschijnlijk het los
branden van het Duitsche geschut op
aftrekkende troepen.
Het schijnt ons toe. dat Antwerpen in
Duitsche handen is.
ROOZENDAAL, 8 Oct. Vannacht
hebben in het geheel zes Zeppelins bovien
Antwerpen gevlogen Zij wierpen een
aantal bommen naar beneden, waardoor
o.a. het palels van justitie werd getrof
fen.
PUTTE, 9 Oct. Het geweldig zware ar
tilleriegevecht rond Antwerpen dat sinds
6 uur in den morgen iets verminderd
was, begon om negen uur weer volop
los te breken. Ontzettende kanonnaden,
die als donders door de lucht rolden,
wisselden elkaar af. De zware forten van
de binnenste linie verdedigde zich kramp
achtig tegen de Duitschers. Alleen fort
2 en fort 3 in de nabijheid der Schelde
werken niet meerde andere forten
houden niettegenstaande de Duitsche
projectielen binnen de stad vallen, moe
dig vol naar men zegt onder bevel van
Engelsche officieren.
Van onzen hoogen uitkijkpost zagen
wij wolken van rook In de wazige lucht
opstijgen. Als het lichter wordt in de
lucht zien wij den toren van de Onze
Lieve Vrouwe Kerk nog trots opsteken,
maar het lijkt ons toe, datdetoien van
St Jacob reeds geleden heeft door het
bombardement.
Op verschillende plaatsen ziet men
brand uitbreken. Plotselihg voor ons
treedt een Belgische batterij, in de na
bijheid van Brasschaet, in actie. Zij valt
met een hevig snelvuur de Duitschers bij
Velnighem aan doch de Duitschers hebben
de batterij spoedig ontdekt. Zij schieten
raak, een groote rookwolk stijgt op en
de batterij is in elkaar geschoten. Tot
op dit oogenbllk, dat wij dit seinen blij
ven de Duitschers met onverminderde
kracht bombardeeren.
Plotseling zien wij vlak bij Antwerpen
in de buurt van Hoboken een kolossale
rookkolom opstijgenhet Is de grootste
gasfabriek van Antwerpen, die in de
lucht vliegt.
In Putte, waar wij thans zijn terugge
keerd, zien wij heel levend Antwerpen
passeeren. Het is een treurige stoet.
Een der ongelukklgsten, die wij hier
binnen zagen komen, was een Belgisch
soldaat, die op krukken over de grens
kwam gestrompeld. Hij had gevochten
in Luik en op andere plaatsen en was
driemaal gewond hij lag in het hospi
taal van Antwerpen em kreeg vannacht
half een het bevel om het gasthuis te
verlaten en naar Nederland te vluchten.
Men gaf mij niets mee, zei hij, dan mijn
krukken.
Om half een in den nacht ben ik te
midden van de geweldige paniek, die in
Antwerpen heerschte, gevlucht. In het
centrum van de stad werd het paleis van
justitie getroffen. Verschillende straten
rondom het station werden totaal ver
nield. Ook Merxem, waar Ik doorkwam,
was deerlijk gehavend.
Deurne en Borgerhout waren zoo goed
als plat geschoten.
ROOSENDAAL. 8 October, 12 uur
des avonds. Terwijl ik dit schrijf, dreunt
voortdurend de donder van het geschut,
met vaak wel 10 slagen in de miouut
Aan den hemel een laaie gloed van Ant
werpen, dat steeds verder in brand wordt
geschoten. Daarin ziet ge duidelijk het
lichten van de kanonnen. En eindeloos
duurt die hel nog maar voort, die gruw
zame exodus, die op on~e landsgrenzen
aan blijft trekken langs de donkere we
gen. opgestuwd en onafgebroken.
Ik sprak menschen, die waren in Put
ten geweest aan de grens, waar ze, van
den Huzarenberg af, de brandende olie
tanks hadden zien vlammen. Daar was
het artillerie-duel om den prijs van die
groote, bloeiende stad duidelijk te ver
nemen geweest in de zware slagen van
de Duitsche kanonnen met telkens het
antwoord uit de lichtere Engelsche stuk
ken. Maar veel treffender nog was er
geweest die vloedgolf van vluchtelingen,
die te voet en op alles wat redden koe,
uitwijkeD. Wagens overladen vol. Wagens
met kinderen, bij gebrek aan paarden,
door nonnen getrokken. En weer de
goedhartige hulp van onze soldaten.
Wanneer een voerman te hooge prijzen
vroeg, namen zij de teugels over en
brachten hen om niet naar Bergen op
Zoom, waar aan het station dezelfde
tooneelen zich voordoen als hier. Het
stationsplein ook als een kamp, door
militairen afgezet, en alle huizen meer
dan vol.
Ik verneem, dat de Belgische troepen
over de Schelde zijn getrokken om er
hun verdedigende positie in te nemen,
terwijl de Engelschen den voornaamsten
Oostkant, de sleutel van de stad, voor
hun rekening hebben, waarop de aan
val der Duitschers immers gericht is.
Uit deze opstelling leidt men ook af,
dat het Belgische leger wanneer het tot
wijken wordt gedwongen, dit niet zal
in de richting vau ons land, maar naar
Ostende. Zoodoende zal het voeling
kunnen blijveu houden met de legers
der bondgenooten. Een opzet, die o. m.
hieruit zou blijken, dat de jongste Bel
gische lichtingen Id Engeland worden
afgericht.
De correspondent van het »Vad.* te
EsschemTschrijft
De Echo ra het Zeiden.
Di Oorlog.