Tweede Blad. Gemeenteraadsvergaderingen. Bombardement van Antwerpen. RUMMER 82.ZONDAG 11 OCTOBER 1914.37e JAARGANG. Gastvrij Nederland. Nederland zet op 't oogenblik zijne poorten wagewijd open om te ontvaDgen jen stroom van hen, die in bange vlucht ffegsnellen uit het land, dat met wreed aardig cynisme verdelgd wordt. Nederland verleent thans gastvrijheid aan duizenden en nogmaals duizenden Belgen, die in hun eigen land geen be scherming meer vinden tegen een niets sparenden vijand. We huisvesten al sedert eenige weken •okele onzer zuiderburen, maar nu het daar opnieuw is gaan spannen aan de Schelde en Nethe, nu Antwerpen aan de verwoesting prijs staat, nu stroomeD zij als een vloedgolf onze grenzen over. Wij staan nu voor een zelfopofferende zo zware taak. Er is veel noodig om al die ongeluk kigen, verdreven uit hun woon, velen zonder bestaansmiddelen, onderdak en levensonderhoud te blijven verleeoen. Maar de Nederlander is gastvrij en nenschllevend. Hij toonde zich reeds zoo dikwijls be gaan met het lot van hen, die wreedelijk geslagen werden. Hij zal, nu de ure des gevaars voor a gansch volk is aangebroken, een volk jovendien waarmede wij ons in zooveel jpzichten één voelen, zijn hart opnieuw iten spreken en zoo trachten iets van het wee te stillen, dat door de ziel van die ougelukkigen schrijnt. T. Ct. BAARDWIJK. Openbare vergadering van den raad lezer gemeente op Woensdag 7 Octo ber des avonds ten 8 uur. Voorzitter Ed. Achtb. Heer van Heijst. Ruim 8 uur opent de Voorzitter de Vergadering. Afwezig de leden Donkers en Pullens. De notulen der vorige vergadering wor- len na voorlezing onveranderd goedge keurd en vastgesteld. Aan de orde 1. Vaststelling gemeente-begrooting 1915. De Voorzitter zegt dat de begrooting #>15 zooals deze voor de leden ter in zage heeft gelegen sluit in ontvangst :n in uitgaaf op een bedrag van (11106,8072. Vastgesteld. 2. Ontwerp-besluit tot verhooging van het maximum van den Hoofdelijken Om slag. Na voorlezing van het ontwerp be sluit en de memorie van toelichting zegt de Voorzitter dat de Hoofdelijke Om slag met f 500,moet worden verhoogd. Het lid v. Beijnen vraagt of de ge beente geen andere middelen van in komsten heeft. De Voorzitter zegt dat de andere in komsten niet hooger mogen worden ge raamd. Het lid Klerx vraagt wanneer het maximum gesteld is, hoe hoog men dan subsidie krijgt. De Voorzitter antwoordt dat er een aieuwe wet komt, doch de gemeentekas wordt er dan toch niet veel beter op. Voor andere dingen zegt Spr. is er ia den regel geld genoeg. Het lid Klerx merkt den Voorzitter op, dat men, door zoo te redeneeren, aooit tot een einde komt. Het lid v. d. Mee meent dat er toch een mouw aan moet worden gepast. De Voorzitter veronderstelt, dat de gemeente er wel kan komen als de Hoofdelijke Omslag met f 500 wordt verhoogd. Aangenomen. 3. Ontwerp besluit van B. en W. tot het aangaan eener geldleening. De Voorzitter leest het ontwerp be sluit voor waaruit blijkt dat de gemeente kas ontoereikend is hare betalingen te doen. B. en W. stellen nu voor eene 'eldleening aan te gaan groot f 1000 a +°/o met eene jaarlijksche aflossing van f 50. De Voorzitter zegt dat hij er voor zal zorgen dat de gemeente het geld krijgt. Verder merkt spr. op dat er toch niets anders op zit, dan de belasting te ver- hoogen en du maar eene geldleening te fluiten om op deze wijze het gat te stoppen. Aldus wordt besloten. 4. Ingekomen stukken. Besluit van Ged. Staten houdende goedkeuring tot wijziging van de be grooting 1915. Besluit van Ged. Staten houdende goed keuring tot wijziging van de begrooting 1914. Schrijven van den Commissaris der Koningin houdende benoeming van de heeren J. C. v. Roermond en J. A. v. Huiten tot het College van Zetters. Procesverbaal van kasopname bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat er meer is uitgegeven dan ontvangen. Daar er nog een batig saldo was van vorig jaar is hierin voorzien kunnen wor den. Al deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. Niets meer te behandelen zijnde vraagt de Voorzitter of iemand nog het woord verlangt. Het lid v. Beijnen zegt dat hij een schrijven ontvangen heeft van de bak kers, waarin zij verzoeken een maximum prijs vast te stellen voor de rogge. De Voorzitter zegt dat er nu de 100 Ko f 11.mag worden gevraagd. Wan neer er zijn die meer vragen aldus spr. dan moet men het hem meedeelen, wijl er dan maatregelen kunnen worden ge nomen. Hierna sluit de Voorzitter d^ open bare vergadering. Provinciaal comité voor Noord-Brabant tot het verleenen van hulp en ondersteu ning aan naar Nederland uitgeweken vluchtelingen. In het gouvernementsgebouw te 's Bosch werd den 7en dezer geïastalleerd het comité voor Noord-Brabant tot het verleenen van hulp en ondersteuning aan wegens den oorlog naar Nederland uit geweken vluchtelingen. De installatie geschiedde door den Commissaris der Koningin, die daarbij de volgende toespraak hield Mijne Heeren, De verschrikkingen van den vreese- lijken oorlog, welke sinds ruim twee maanden woedt, ondervinden wel in de allereerste plaats onze buren, de Belgen, wier ongelukkig land op niet te beschrij ven wijze geteisterd wordt. Dag aan dag zeggen ons de couranten de bulletins en extra-nummers, hoe ge weldig in België gestreden wordt maar ook, en vooral hoeveel de noncombat tanten in sleden en dorpen te lijden heb ben, hoe steden verbrand, hoe dtfrpen verwoest worden, hoe een zee van ellende gebracht wordt over de ongelukkige be woners. Het kan niet anders, dan dat velen de wijk namen naar Nederland, waar zij wisten, dat zij veilig zouden zijn. Naarmate de strijd meer onze grenzen naderde, kwamen er meer naar hier ge vlucht, ongelukkigen, die in hun eigen land gelukkig en tevreden leefden, en die, van alles beroofd, geheel beroofd hier aankomen. Die ongelukingen worden hier allen opgenomen naar vermogen worden zij geholpen en gesteund aanvankelijk wa ren zij aangewezen op de steun van af zonderlijke personen later op den steun van de inmiddels opgerichte plaatselijke steuncomité's. Toen echter de stroom van vluchtelin gen maar steeds bleef wassen, meende de Regeering, dat er moest getracht wor den een band te leggen tusschen al die plaatselijke organisaties. Wanneer dat mocht gelukken, dan zoude met dezelfde middelen daadwerkelijk zooveel meer kunnen bereikt worden. Door de Regeering werd eene groote centrale commissie ingesteld, terwijl 't de bedoeling is, dat onder die centrale com missies provinciale comité's zullen werk zaam zijn. Ik heb mij tot u, mijne heeren, gewend en ben u dankbaar, dat gij allen u be reid hebt verklaard, in het provinciaal comité zitting te nemen. Overeenkomstig de bedoeling der Re geering heb ik getracht tot de oprichting van een provinciaal comité te komen. Ik heb gemeend de leden van dat comité vooral te moeten zoeken onder de leden der plaatselijke vereenigingen tot bevor dering van het vreemdelingenverkeer, die uit den aard van den werkkring hunner vereeniging weten waar menschen onder dak kunnen gebracht worden, en onder de leden van plaatselijke steuncomité's, die reeds met zooveel ongelukkigen in relatie waren en belangrijke aanwijzingen kunnen geven omtrent den aard en de mate van steun, die noodig is. Ik ben u allen dankbaar, dat gij aan mijn verzoek hebt willen gehoor geven, en dat ik u allen hier heden mag be groeten. Veroorloof mij nu,-u met een enkel woord de bedoeling van de Regeering uit te leggen. De ongelukkigen, die op het oogenbllk in ons land een toevlucht zoeken, kunnen in twee groote groepen onderscheiden worden, n.l. de bemiddel den, en zij, die zonder middelen van be staan zijn. a. Zij, die niet geheel ontbloot zijn van middelen van bestaan. Naar de bedoeling van de Regeering zou de zorg van het provinciaal comité voor deze groep van ongelukkigen moe ten bestaan in het zoeken van middelen om hen zoo goed mogelijk te huisvesten, hen zoo goed mogelijk voort te helpen. De Regeering meent, dat met de mede werking van de verschillende organisaties die in het provinciaal comité vertegen woordigd zijn, het mogelijk moet zijn om hun allen een hun passend onderdak te verschaffen. b. De onbemiddelden. De Regeering wenscht tegenover de ze ongelukkigen de vreemdelingenwet op milde wijze toe te passen. Aaoge- zien velen hunner ten gevolge van den oorlogstoestand, waarin hun vaderland verkeert, op het oogenbllk niet naar hunne haardsteden kunnen terugkeereo, terwijl hun voortdurend verblijf in de gemeenten, waar zij aankwamen, tenslotte 'n ondragelijke last zou worden voor die gemeenten, heeft de Regeering vlucht oorden ingericht, waarheen in de eerste plaats de lastige elementen moeten wor den overgebracht, en vervolgens diege nen, die het meest hulpbehoevend zijn. Zij allen moeten dus voor de keuze worden gesteld, om hetzij naar hun va derland te worden uitgeleid, hetzij naar een vluchtoord te worden overgebracht Mijne heeren, onder hen, die niet naar hun vaderland kunnen teruggaan, zullen er velen zijn, die door stand, maat schappelijke positie, of bijzondere om standigheden toch niet in 'n vluchtoord tehuis behooren. De Regeering heeft in hare correspondentie niet speciaal over deze ongelukkigen gesproken. Uwe com missie zal er helaas velen aantreffen. Ik hoop, dat uwe commissie zich hunner ook zal willen aantrekken en naar mid delen zal willen zoeken om ook hen voort te helpen en trachten hen tijdelijk In eene hen passende omgeving te bren gen. Mijne heeren, er Is voor uwe com missie nog een bijzonder werk te doen n.l. het verzamelen van gegevensomtrent de verschillenee vluchtelingen. Vele fa- miliën zijn uit elkaar gerukt, over en weer verkeert men in doodsangst omtrent elkanders lot. Ik vertrouw, dat uwe commissie er het hare toe zal willen bij dragen. dat vertrouwbare gegevens ver kregen worden, welke in een centraal register worden verzameld. Mijne heeren, de taak, welke gij op u neemt, is veel omvattend veel vergaderd zal er niet behoeveu te worden, maar zooveel te meer zal men door correspon- tie elkaar over en weer moeten helpen en inlichten. Zal er van uw persoon soms veel in spanning of arbeid gevraagd worden, het doel is den Inzet overwaard. Moogt gij de voldoening smaken, dat door uwe goede zorgen veel leed ver zacht, veel tranen gedroogd, veel onge lukkigen gesteund en geholpen worden. Ik verklaar uwe Commissie voor ge- Instaleerd en geef den hamer aan Uwen Voorzitter, Mr. Tllman, tot het leiden van uwe eerste vergadering. De voorzitter verklaarde, mede namens de aanwezigen, het op hoogen prijs te stelieD, dat zij voor de taak die hen wacht, waren aangezocht, bracht voor het deswege in hen gesteld vertrouwen aan den Commissaris der KoniDgin dank, en gaf de verzekering, dat zij hun best zouden doen, om het door de Regeering beoogde resultaat te bereiken. Ter be vordering van dit laatste deed hij een beroep op den steun en medewerking van den Commissaris der Koningin, de zen uitnoodlgende het eere-voorzitter- schap van het comité te aanvaarden. De Commissaris der Koningin verklaar de het eere-voorzitterschap gaarne aan te nemen, en beloofde het comité waar noodig te zullen steuoen. In de daarop gevolgde vergadering van het comité werd na ampele bespre king besloten a. van de samenstelling en installatie der commissie kennis te geven aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, de centrale commissie tot behartiging van de belaogen van naar Nederland uitge weken vluchtelingen te 's-Gravenhage, het Nederlandsch comité tot steun van de Belgische slachtoffers te Amsterdam en de burgemeesters der gemeenten in Noord-Brabant b. door bemiddeling van de leden zich te wenden tot de eventueel bestaande plaatselijke comité's die zich het verleenen van hulp en steun aan vluchtelingen ten doel hebben gesteld, ter bekoming van de adressen van hen, die bereid zijn hetzij gratis, hetzij tegen op te geven vergoeding aan vluchtelingen huisvesting en verzorging te verstrekken c. in gemeenten, waar de onder b. bedoelde comité's niet bestaan, de me dewerking in te roepen van de burge meesters ter verkrijging der verlangde adressen d. de gegevens, vermeld onder b. en c. na ontvangst ter beschikking te stel len van de autoriteiten en comité's van wie verzoeken inkomen om bekend te worden met de gelegenheden, waar vluchtelingen onder dak kunnen worden gebracht e. aan de burgemeesters der gemeen ten in Noord-Brabant een vragenlijst te zenden van de in hunne gemeenten gehuisveste vluchtelingen, om met be hulp daarvan een register aan te leggen, behelzende gegevens van alle in Noord- Brabant aanwezige vluchtelingen, en de burgemeesters tevens te verzoeken van iedere vestiging en vertrek van vluchte lingen aan het provinciaal comité mede- deeling te doen f. nadere inlichtingen in te winnen over de vraag hoe gehandeld moet wor den ten opzichte van die vluchtelingen welke geheel van middelen zijn ontbloot en om verschillende redenen ongeschikt zijn voor opzending naar een vluchtelin genoord. De definitieve samenstelling van het comité is thans als volgt Eere-voorzltter Mr. A- E. J. Baron- Van Voorst Tot Voorst, Commissaris der Koningin in Noord-Brabant. Voorzitter: Mr. R. E. Tilman, voor zitter der Vereeniging »'s-Hertogenbosch Belang* te 's-Hertogenbosch. Leden L. F. G. Bode, voorzitfer van de vereeniging >Ginneken Vooruit* te Ginneken. Dr. L. Deckers, secretaris van de commissie tot zorg voor vluchtelingen te Eindhoven. A. Gijzen, burgemeester van Boxtel. J. P. F. van Gils, voorzitter van de vereeniging >Waalwijk's Belang* te Waalwijk. G. Ingen-Housz, lid van het bestuur der Vereeniging »Breda Vooruit* tevens lid van het commité tot steun van Bel gische en andere vluchtelingen te Breda. Mr. J. H. van der Meulen, voorzitter van de vereeniging >de Unie* te Bergen- op-Zoom, G. D. Perk, secr. der vereeniging ter bevordering van het vreemdelingenver keer te Olsterwijk. Jhr. Mr. W. van de Poll, secretaris van het Roode Kruis te 's-Hertogenbosch. Mr. Dr. A. van Rijckevorsel, voorzit ter van het steuncommlté voor vluchte lingen te 's-Hertogenbosch. F. Verbunt, voorzitter van het Roode Kruis te Tilburg. W. J. M. .van Wely, president der vereeniging >Roosendaal Vooruit* te Roosendaal. P. J. J. de Wit, wethouder en lid van het Nederl. comité voor Belgische en aodere vluchtelingen, ondervoorzitter schap van den Consul-Generaal van Bel gië te Amsterdam, te Helmond. M. A. de Wit, voorzitter van de R.K. Vereeniging »Oudenbosch Belang* te Oudenboscb. Mr. G. van Zinnicq Bergman, voorzit ter van de vereeniging >Vucht Vooruit* te Vucht. Secretaris Th. W. Roeffen, adjunct commies le klas ter Provinciale Griffie van Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch. PUTTE, 8 Oct. De Maasbode schrijft Hedenmiddag te half 4 begon de oor- logsdonder, die nog niet van de lucht is geweest, te verzwakken. De vluchtelin gen gingen nu kalmer huns weegs. Wij gingen den weg op naar Capelle, waar wij moeilijk konden passeeren. Wij zijn onderweg duizenden Belgische vluchte lingen, ook een paar zusters, gepasseerd. De ongelukkigen waren sinds weken op de vlucht en hadden hun hebben en houden onder den arm. Zij schreiden, toen zij in Holland kwamen. Waarschijn lijk zijn hier vandaag een honderdduizend vluchtelingen gepasseerd. Tegen half 5 is alles nog stil. Wij zijn weer naar onzen uitkijktoren gegaan. Links, in het Westen gloeit de lucht van de avondzon. Op de Schelde, die in het zonnelicht baadt, varen vele schepen de rivier af. Rechts van ons, In het Zuiden, waar Antwerpen ligt, in den schemer als in rouw gedompeld, zien wij groote rookwolken opstijgen. Rechts van den Lieve Vrouwe-toren laait een groote brand. Verder rechts zien wij 5 rookkolommen opstijgen van de petro- leumtanks, die in brand staan. Links van den Lieve Vrouwe-toren stijgt eveneens een rookzuil op. Het geheele stations-kwartier van Antwerpen staat in brand. Uit Berchem zien wij ook vlammen opstijgen. Berchem is geheel verwoest, zelfs de kerk is niet gespaard. In de verte waar alles in dichten nevel gehuld is, begint het kanongedonder opnieuw, doch slechts zwakjes. Alleen in de buurt van Wyneghem duurt het gevecht nog voort. Ook de infanterie is thans in ac tie. Het is wellicht het bewijs dat de Duitschers de stad naderen. Dof klinken nog enkele schoten. Zes uur Het is donker. Dicht bij dei Lieve Trouwetoren zien wij een brand uitbreken. Het schijnt ons toe vlak bij den St. Jacobstoren te zijn. Dan zien wij plotseling een geweldigen brand op laaien. Het zijn waarschijnlijk de entrepots en petroleumtanks. De lucht boven Antwerpen is één vuurgloed, en wij, die op zoo'n afstand van de stad staan, kunnen onze kranten bij het licht der verre vlammen lezen. Antwerpen lijkt ons geheel in brand te staan. In de verte hooren wij een slechts zwak gedonder, waarschijnlijk het los branden van het Duitsche geschut op aftrekkende troepen. Het schijnt ons toe. dat Antwerpen in Duitsche handen is. ROOZENDAAL, 8 Oct. Vannacht hebben in het geheel zes Zeppelins bovien Antwerpen gevlogen Zij wierpen een aantal bommen naar beneden, waardoor o.a. het palels van justitie werd getrof fen. PUTTE, 9 Oct. Het geweldig zware ar tilleriegevecht rond Antwerpen dat sinds 6 uur in den morgen iets verminderd was, begon om negen uur weer volop los te breken. Ontzettende kanonnaden, die als donders door de lucht rolden, wisselden elkaar af. De zware forten van de binnenste linie verdedigde zich kramp achtig tegen de Duitschers. Alleen fort 2 en fort 3 in de nabijheid der Schelde werken niet meerde andere forten houden niettegenstaande de Duitsche projectielen binnen de stad vallen, moe dig vol naar men zegt onder bevel van Engelsche officieren. Van onzen hoogen uitkijkpost zagen wij wolken van rook In de wazige lucht opstijgen. Als het lichter wordt in de lucht zien wij den toren van de Onze Lieve Vrouwe Kerk nog trots opsteken, maar het lijkt ons toe, datdetoien van St Jacob reeds geleden heeft door het bombardement. Op verschillende plaatsen ziet men brand uitbreken. Plotselihg voor ons treedt een Belgische batterij, in de na bijheid van Brasschaet, in actie. Zij valt met een hevig snelvuur de Duitschers bij Velnighem aan doch de Duitschers hebben de batterij spoedig ontdekt. Zij schieten raak, een groote rookwolk stijgt op en de batterij is in elkaar geschoten. Tot op dit oogenbllk, dat wij dit seinen blij ven de Duitschers met onverminderde kracht bombardeeren. Plotseling zien wij vlak bij Antwerpen in de buurt van Hoboken een kolossale rookkolom opstijgenhet Is de grootste gasfabriek van Antwerpen, die in de lucht vliegt. In Putte, waar wij thans zijn terugge keerd, zien wij heel levend Antwerpen passeeren. Het is een treurige stoet. Een der ongelukklgsten, die wij hier binnen zagen komen, was een Belgisch soldaat, die op krukken over de grens kwam gestrompeld. Hij had gevochten in Luik en op andere plaatsen en was driemaal gewond hij lag in het hospi taal van Antwerpen em kreeg vannacht half een het bevel om het gasthuis te verlaten en naar Nederland te vluchten. Men gaf mij niets mee, zei hij, dan mijn krukken. Om half een in den nacht ben ik te midden van de geweldige paniek, die in Antwerpen heerschte, gevlucht. In het centrum van de stad werd het paleis van justitie getroffen. Verschillende straten rondom het station werden totaal ver nield. Ook Merxem, waar Ik doorkwam, was deerlijk gehavend. Deurne en Borgerhout waren zoo goed als plat geschoten. ROOSENDAAL. 8 October, 12 uur des avonds. Terwijl ik dit schrijf, dreunt voortdurend de donder van het geschut, met vaak wel 10 slagen in de miouut Aan den hemel een laaie gloed van Ant werpen, dat steeds verder in brand wordt geschoten. Daarin ziet ge duidelijk het lichten van de kanonnen. En eindeloos duurt die hel nog maar voort, die gruw zame exodus, die op on~e landsgrenzen aan blijft trekken langs de donkere we gen. opgestuwd en onafgebroken. Ik sprak menschen, die waren in Put ten geweest aan de grens, waar ze, van den Huzarenberg af, de brandende olie tanks hadden zien vlammen. Daar was het artillerie-duel om den prijs van die groote, bloeiende stad duidelijk te ver nemen geweest in de zware slagen van de Duitsche kanonnen met telkens het antwoord uit de lichtere Engelsche stuk ken. Maar veel treffender nog was er geweest die vloedgolf van vluchtelingen, die te voet en op alles wat redden koe, uitwijkeD. Wagens overladen vol. Wagens met kinderen, bij gebrek aan paarden, door nonnen getrokken. En weer de goedhartige hulp van onze soldaten. Wanneer een voerman te hooge prijzen vroeg, namen zij de teugels over en brachten hen om niet naar Bergen op Zoom, waar aan het station dezelfde tooneelen zich voordoen als hier. Het stationsplein ook als een kamp, door militairen afgezet, en alle huizen meer dan vol. Ik verneem, dat de Belgische troepen over de Schelde zijn getrokken om er hun verdedigende positie in te nemen, terwijl de Engelschen den voornaamsten Oostkant, de sleutel van de stad, voor hun rekening hebben, waarop de aan val der Duitschers immers gericht is. Uit deze opstelling leidt men ook af, dat het Belgische leger wanneer het tot wijken wordt gedwongen, dit niet zal in de richting vau ons land, maar naar Ostende. Zoodoende zal het voeling kunnen blijveu houden met de legers der bondgenooten. Een opzet, die o. m. hieruit zou blijken, dat de jongste Bel gische lichtingen Id Engeland worden afgericht. De correspondent van het »Vad.* te EsschemTschrijft De Echo ra het Zeiden. Di Oorlog.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 5