Provinciaal Nieuws.
heid proviand en munitie met zich ge
voerd. Tusschen Gent en Oostende is
de Duitsche bezetting zeer zwak; men
ziet hoofdzakelijk étappeposten. Tusschen
Sluis en Oostende hebben de wegen
een somber aanzien. Zij zijn doodsch
en verlaten. Men ziet er slechts zelden
Belgische vluchtelingen en tal van doode
paarden liggen langs den weg.
Tusschen Antwerpen en Brussel is
men druk bezig de telegraaflijnen te
herstellen, welke werkzaamheden geschie
den door Duitsche werklieden onder
toezicht van civiele ingenieurs, zoodat
dit werk geheel buiten de leiding van
de militaire overheid geschiedt.
Het beleg van Antiver pen.
Een correspondent van de N. R. Ct
schrijft
Mijn artilleur, v. B. genaamd, diende
in het fortvan de middelste linie
reeds een vollen dag had men niets
van het opperbevel gehoord, 's Morgens
om tien uur waren er 400 man in het
fort, waarvan twee licht gewond. Toen
was het opeens zonder klaarblijkelijke
reden een sauve qui peut. De bezetting
liep naar Antwerpen terug. Niemand in
het fort wist iets van den toestand, en
zoodoende hadden zich de wildste ge
ruchten vastgezet, waarvan geen enkel
zoo ernstlgen inhoud had als de waar
heid. Mijn zegsman is overtuigd, dat
velen der bezetting, die achteraangeko
men zijn, in de handen van den vijaod
moeten gevallen zijn. Werkelijk ziet men
dan ook een half uur later bij de Cen
trale statie .een Duitsch soldaat met
twee Belgische krijgsgevangenen loopen
die hij bij de polsen vasthoudt. Ze wa
ren, eveneens niets kwaads vermoedend,
in de stad teruggekeerd.
Op mijn vraag naar de houding der
Engelschen antwoordt de man mij,
dat die het eerst zijn afgetrokken. Daar
op is eene paniek gevolgd. Hij staat
echter waarlijk geslagen, als hij ver
neemt, dat reeds om vijf uur des
morgens de toegang voor de
vluchtenden naar den linker Schelde-
oever door het dynamiteeren van de
bruggen is afgebroken. Had men zoo'n
haast om weg te komen, dat er zelfs
geen kans moest worden gelaten aan
de rest van het bezettingsleger, om zich
bij de hoofdmacht In het land van Waes
te voegen
Ik vraag, waarom de Duitsche batte
rijen zoo maar ongehinderd gedurende
36 uren de stad hebben kunnen bom
bardeeren, terwijl men geen enkele po
ging bemerkte, om hunne positie's te be
schieten. Daarop was Immers de hoop
van een groot deel der burgers gericht
geweest. Hij antwoordt, dat gedurende
zes dagen een ballon captif gevuld en
wel klaar geweest is om op te stijgen,
maar dat dit niet is geschied, daar hij
te veel geëxposeerd was. Hij voegt er
aan toe, dat gedurende denzelfden tijd
de Duitsche ballon dag en nacht eveneens
geëxposeerd boven is geweest en de
stellingen der Belgische kanonnen ge
trouw heeft aangeduid. Ook de vlieg
tuigen der Eogelsche en Belgische vlie
gers hebben gedurende drie dagen geen
enkele poging gedaan om op te stijgen
naar de Oostzijde van Antwerpen. Zoo
is dan ook te verklaren, dat de kanon
nen van den vijand volkomen ongehin
derd de stad Antwerpen hebben kunnen
beschieten.
Hedenmorgen is de paniek bij de for
ten groot geweest. In de ruimte tusschen
de forten en is een kapitein met
200 man plotseling vertrokken zonder
zijn luitenant te waarschuwen deze be
merkte op een gegeven oogenblik, dat
4/s van de compagnie al weg was.
Tengevolge van de verwarring der
laatste dagen heeft niemand dan ook een
Inzicht gehad in het aantal troepen, die
het belegeringsleger om Antwerpen heb-
hen uitgemaakt. Geen der officieren heeft
op de vragen der manschappen kunnen
antwoorden, hoeveel Duitschers zij bij
benadering tegenover zich hadden.
Deze onwetendheid heeft waarschijnlijk
de operaties niet weinig gestoord. Er
schijnt, ten rechte of ten onrechte, bij
de soldaten een vaag wantrouwen en eene
groeiende verbetenheid tegen de Engel
schen te bestaan, die hun rol van redders
niet al te ruim hebben kunnen opvatten.
Mijn zegsman beklaagt de mannen, die
zonder argwaan nu waarschijnlijk nog de
stad zullen binnenkomen, om een goed
heenkomen te zoeken zullen ze nog in
het Noorden in de richting van Cappelle
weg kunnen, nu de bruggen over de
Schelde opgebroken zijn Hij gaat naar
het gasthuis om zich daar te melden,
teneinde niet de kans te loopen, om la
ter als deserteur te worden behandeld,
Onderweg ontmoet hij zijn kommandant
eveneens in civiel, die hem aanspreekt.
Hij is zeer voldaan over deze ontmoeting
men zal nu later niet kunnen zeggen,
dat hij zonder medeweten zijner supe
rieuren is weggeloopen.
De val van Antwerpen.
De Amsterdammer (Groene) schreef
in zijn nummer van 11. Zondag over
den val van Antwerpen 't volgende
De val van Antwerpen is de zwaarste
nederlaag door de bondgenooten tot
nu toe geledenop hunne liniën in
Frankrijk. Nog in ons vorig opstel we
zen wij op de strategisch uiterst gevaar
lijke positie der Duitschers, omvat als
zij feitelijk waren in een wijden boog
van Toul over Reims naar Noyon, van
daar Noordelijk naar Rijssel en verder
Noord-Oostelijk naar Antwerpen, terwijl
dat Antwerpen, via Ostende tot nu toe
in ongerepte gemeenschap met Enge
land en Frankrijk alle gelegenheid had
een voor de Duitschers levensgevaarlij
ken stoot toe te brengen in de richting
BrusselNamen.
Waar is, ook in het geval Antwerpen
één spoor te ontdekken geweest van
krachtige samenwerking onder één hooi
dige leiding bij de bondgenooten Ie
der schijnt voort te gaan zoo ongeveer
op eigen houtje oorlog te voeren, met
het gevolg, dat het geheel, strategisch
prutswerk te zien geeft. Een kleinigheid
door velen waarschijnlijk over het hoofd
gezien, spreekt hier boekdeelen de ko
van Belgle, die te Ostende is achterge
bleven als hoofd van de Belgische troe
pen. Dus zou de koning van België on
der opperbevel van Generaal Jof-
fre staan 1 En hoe is de verhouding
toch wel ten opzichte van de Engelsche
troepen en hun commandanten Wie
zond dat handjevol Engelschen binnen
Antwerpen en met welk doel, met
welke opdracht Op wiens bevel ver
lieten zij deze plaats en België weer
hun daar wanhopig strijdende bondge
nooten aan hun lot overlatend Dat de
val van Antwerpen geen grooter cata
strophe voor het Belgische leger ge
worden is, is werkelijk niet aan het be
leidvol optreden van het (denkbeeldig
opper-commando der verbondenen te
danken. En nog is het aan de Noordzee
strijdende restant van het Belgische leger
niet buiten gevaar
Waartoe vraagt men zich af na
het bovenstaande waartoe de ellende
van een bombardement, die hartverscheu
rende lijdensweg der bevolking tot in
de uithoeken van Nederland, waartoe
die offers van het gedupeerde Belgische
eger, nu Antwerpen op zulk een voor
de Engelschen en Franschen smadelijke
wijze is losgelaten
Het grootste gevaar voor de verdedig-
jaarheid van een belegerde vesting of
stelling is de invloed van de bevolking.
Die bevolking trok hier echter vrijwillig
uit Antwerpen weg, de belegeraars lieten
ïaar trekken. De militaire bezetting der
stelling verkeerde dus dadelijk reeds ook
in dit opzicht in ongekend gunstige
conditie. Het heeft niet mogen baten.
Evenmin als bij Luik of Namen hebben
de Franschen en Engelschen meer dan
een pink uitgestoken, waar twee vuisten
Deschlkbaar waren én noodig.
Neen, de Belgen ondervinden wel, dat
het met de groote lui kwaad kersen
eten is, ook al melden dezen zich, als
de Engelschen, als redders der verdruk
te onschuld. Hoe de oorlog verder ook
oope, België is vrijwel vertrapt en de
toestand is nu zoo, dat al zouden in het
gunstige geval de bondgenooten er in
slagen, de Duitschers terug te werpen
in de richting van waar zij gekomen
zijn, het rampzalig België er alleen bij
zou winnen, dat het nog eens, ditmaal
in omgekeerde richting, vertrapt zou
worden.
Maar wij gelooven na Antwerpen's val
niet zoo gemakkelijk meer aan een terug
werpen der Duitschers. Zij zijn en blijven
in Frankijk en wij zullen van hem eerder
een vooruitgaan zien, nu zij de Antwerp-
sche klis van hun zijde hebben geschud.
Frankrijk ontvangt op die manier na
België het grootste aandeel in de oorlogs
ellende. Die ellende, welke het zwaartst
gevoeld wordt, niet door het land, dat
de oorlog voert, maar door het land waar
gevochten wordt. Duitschland wist wat
iet deed door den oorlog dadelijk buiten
zijn grenzen te houden. Dit mochten de
I abrikanten der bondgenootschappelijke
snoevende, weinig zaakrijke, technisch
prulachtige berichten der al of niet op
het gevechtsveld aanwezige correspon
denten te veel door de Nederlandsche
Pers overgenomen wel wat minder
uit het oog verliezen. Zij zien de boomen
niet het bosch en zelfs de boomen niet
meer als zij, zooals in vele gevallen voor-
comt, hun berichten van het gevechts
veld thuis opstellen, omdat ze door de
de Fransche militaire autoriteit worden
weggezonden. Het gebrek aan feitenwaar
neming moet dan door bijvoegelijke
naamwoorden en uitroepen, ontleend aan
het tekstboekje der militaire kaleidoscoop
van den onvolprezen korporaal Smit wor
den aangevuld. Speciaal munten de En
gelsche correspondenten hierin uit die,
sedert ze ons geërgerd hebben met hun
bluf" gedurende het eerste tijdperk van
den Transvaal-oorlog en -tijdens den
Balkan-oorlog, opnieuw bewijzen, dat ze
geen haar veranderd zijn, ook al omdat
het publiek aan hun steeds zeer partijdige
profetische bioscoop-fantaisieën blijft
smullen.
Zoo verkondigt de militaire medewer
ker van de Times de enormiteit, dat de
val van Antwerpen een voordeel voor
de bondgenooten is. Tenminste volgens
dien autoriteit moeten zij er bijna dank
baar voor zijn. Een ander van dat kali
ber, de befaamde Asmhead-Bartlett, ver
telt in de Manchester Guardian niet alleen
dat de aanval van Antwerpen geen over
wegenden invloed zal hebben op dekrijgs-
verrichtingen op het front, maar let
wel dat de Duitsche verbindingslijnen
door de vermeestering van Antwerpen
zelfs in grooter gevaar zouden kunnen
verkeeren
Neen, de val van Antwerpen is inte
gendeel moreel en trategisch van buiten
gewone beteekenis. Slaagt het overschot
van het Belgische leger er in het meest
gunstige geval al in over Ostende of langs
de kust trekkend naar Frankrijk aan een
gevangenneming te ontsnappen, dat zal
het eerste gevolg zijn, dat geen vijand
de Duitschers in België d. i. op hun stra-
tegischen rechterflank, meer bedreigt,
dat zij hun front aanzienlijk kunnen be
korten, terwijl zij tegenover den linker
vleugel der verbondenen in aanzienlijk
gunstiger positie zijn gekomen en de
veilige lucht-route der Zeppelins voor
een „raid" naar Londen, ook wat het
gedeelte over zee betreft, aanzienlijk ver
kort is.
In Frankrijk.
Over den toestand in noordelijk Frank
rijk schrijft de militaire deskundige van
de Times
Deze geheele streek is goed bevolkt
en er liggen talrijke dorpen. Die dorpen
zijn vermoedelijk middelpunten van vele
afzonderlijke gevechten en hebben on
getwijfeld onder de projectielen van de
artillerie van de eene of de andere par
tij te lijden. Het is een streek waarin
goede troepen, die defensief blijven, een
aanvaller zijn voordeelen duur kunnen
laten bekoopen en die voordeelen zeiven
alleen ten koste van tijd en inspanning
te behalen zijn, Het is uit de berichten
niet geheel duidelijk, of de Duitschers al
dan niet aanvallen, maar over het alge
meen schijnen zij zich op de meeste
punten tot de verdediging te moeten
beperken en komt de winst, die behaald
wordt, ten goede aan de bondgenooten.
Het is moeilijk om het belang van
dezen slag te overschatten. Een overwin
ning voor de eene of de andere partij
zal gelijk staan met het herwinnen van
strategische vrijheid, ingeval de Duit
schers de nederlaag lijden, kunnen de
bondgenooten België terugwinnen. Komt
het tot schaakmat, dan zal tot op zekere
hoogte een herhaling van den toestand
aan de Aisne intreden. Maar alleen tot
op zekere hoogte. De heerschappij ter
zee, die Engeland bezit, stelt het in staat
troepen aan wal te zetten wanneer en
waar het wil en een Duitsche linie als
die op de kust steunt, om te trekken.
De Engelsche troepen kunnen wegens
de nabijheid van hun land in die streek
met veel voordeel optreden, en over het
algemeen is de toestand bemoedigend.
Het historische slagveld bij Nieuwpoort.
De correspondent van de Telegraaf
in Sluis meldt van gisterenIk ben
zooeven uit de Belgische kuststreek
lier aangekomen. Zonder ophouden
buldert het kanon. Er wordt verwoed
gebombardeerd tusschen Ostende en
Nieuwpoort. De Duitschers vuren van
Maria- en van Middelkerke bij Ostende
de Franschen van uit Nieuwpoort; de
ingelschen van uit zee, over de duinen.
Van de duinen bij Ostende ziet men bij
tielderder weer dan het thans is de En
gelsche schepen op de hoogte van
Westende en Nieuwpoort. Deze waren
thans in nevel gehuld. Engelsche avia-
teurs duiden de vijandelijke stellingen
aan.
De Franschen en Belgen verzetten
zich hardnekkig tegen een overtocht
der Duitschers over de IJser. Men heeft
de dijken van de rivier doorgestoken
en bij hoog getij de oevers ver onder
water gezet. Bovendien is de polder-
grond zeer drassig door den voortdu-
renden regenval. De Duitschers kunnen
niet doordringen en lijden zware ver-
iezen. Men tracht dit te verbergen,
maar gewonden komen zonder ophou
den in grooten getale te Brugge en te
Ostende aan.
Woensdagnamiddag arriveerde van
Gent per trein te Brugge een troep sol
daten, die na een korte rustpooze, door
de Medepoort boven Sint Andries in
de richting van het gevechtsterrein mar
cheerden. Ook nieuwe kanonnen zijn
aangekomen om de oorlogsschepen te
besroken
Te Ostende zelf is slechts een bezet
ting van mariniers achtergebleven. De
andtroepen zijn in den strijd. De Duit
schers hebben in de stad allerlei artikelen
opgeeischt. Gisteren nog duizenden de-
cens.
Het slagveld te Nieuwpoort en Ostende
is nagenoeg hetzelfde als in 1600. Niet
ang geleden stond op die plek, eenzaam
in de duinen, waar men van tijd tot tijd
gebeente van Nederlandsche en Spaan-
skhe soldaten vond, een groot zwart
kruis ter nagedachtenis van de gesneu
velden. Bij het aanleggen der badplaat
sen is dit kruis verdwenen. Deze bad
plaatsen lijden veel van het verwoed
bombardement. De gansche streek wordt
geteisterd. Verschillende dorpen liggen
in puin. Velen van de bevolking zijn
naar veilige oorden gevlucht. TeWest-
campe zag ik den pastoor van het ge
teisterde dorp Slijpe.
Hij vertelde, dat de Duitschers zelf
de bevolking aangeraden hadden te
vluchten.
Te Zeebrugge is ook een bezetting van
mariniers. De landweermannen, die voor
eenige dagen hier de wacht hielden, pa
trouilleeren nu ten Noorden van Brugge.
Zij haalden in het gemeentehuis de in
geleverde wapens af.
De felheid van den strijd.
In een ander telegram meldt deze
correspondent dat zelfs in Sluis
(Zeeuwsch-VIaanderen) de ramen in som
mige huizen van het kanongebulder, dat
geen oogenblik zwijgt, trillen. De Duit
schers, dte bij Middelkerke hun artillerie
hebben opgeste'd, knnnen niet voor
waarts. Sedert Donderdagochtend wijken
zij zelfs iets.
Bommen vallen zonder ophouden op
hun kanonnen en richten vreeselijke
verwoestingen aan. Het gevechtsterrein
is met dooden bezaaid, maar nieuwe
troepen moeten voortdurend in het vuur.
Een Fransch eskader steunt het En
gelsche. De Duitschers kunnen de oor
logsschepen moeilijk bereiken zij lieten
nieuwe kanonnen komen. Ook beschik
ken zij over cavalerie, maar hebben daar
betrekkelijk weinig aan. Mannen en
paarden worden weggemaaid. Zoo keer
de van een troep van 35 uhlanen slechts
1 terug. Het terrein is goed verdedigd
door inundatie en geweldige loopgraven.
De hotels te Ostende liggen vol ge
wonden.
Ook naar de zijde van jabbeke wordt
door de geallieerden het vuur gericht,
blijkbaar met doel de spoorlijn Ostende
Brugge te vernielen.
Nedet landsche uitgewekenen uit
Antwerpen.
Het comité ran Nederlandsche uitgewe
kenen uit Antwerpen te Amsterdam meldt,
dat de heeren A. Yelleman en Arn. Droyff,
leden van het comité, die deze week te Ant
werpen hebben vertoefd, te Amsterdam zijn
teruggekeerd. De delegatie, die de vorige
week is vertrokken, blijft voorloopig in Ant
werpen, teneinde de regeling tusschen ver
huurders en huurders verder voort te zetten.
Het is het comité, dank zij de welwillende
medewerking van de Duitsche militaire over
heid van Antwerpen, gelukt, toestemming
te verkrijgen tot het onder bescherming
stellen van huizen, bewoond door Nederlan
ders, die zich bij het comité hebben laten
inschreven. Deze bescherming zal geschieden
door bovenbedoelde huizen te voorzien van
een plakbrief, waarop het volgende staat
vermeld
Hier wohnt
Niederlandische Staatsangehörige.
Antwerpen19.
Nederlandsch onderdaan.
Deze plakbrieven worden voorzien van
een stempel der Nederlandsche regeering.
Een Nederlansch schip door de Karlsruhe
in den grond geboord
Reuter seint uit Londen
Lloyds deelt mede, dat onder de sche
pen, door de Karlsruhe in den grond
geboord, zich ook het Nederlandsche
stoomschip Maria bevindt. De Marie van
Portland Oregon naar Belfast varend,
had een lading van 23000 quarters (een
quarters is 12.7 K.G.) tarwe aan boord.
Het aan de Holland Gulf stoomvaart
maatschappij te Rotterdam (directie J.
de Poorter) beboorende stalen schroef-
stoomschip Marie is in 1898 door de
firma J. Priesrman Co te Sünderland
gebouwd en was groot bruto 3804 en
2863 reg. ton.
Belgische vluchtelingen
Naar het Vad. meldt staat het vast,
dat de Fransche en Engelsche regeering
weldra een belangrijk deel van de zorg
voor de Belgisshe vluchtelingen van ons
zullen overnemen. Het voornemen bestaat
om Fransche schepen ter beschikking
van de vluchtelingen te stellen, ten einde
daarmede uit ons land te worden over
gebracht naar plaatsen in Frankrijk en
Engeland, waar voor hen vanwege de
regeeringen van die landen zal worden
gezorgd.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft den commissarissen der Koningin
meegedeeld, dat het bij hem geen bezwaar
ontmoet, dat vluchtelingen zoo noodig
voor rijksrekening worden ondergebracht
bij particulieren.
Daarbij zal echter de grootste zuinig
heid moeten worden betracht en dus
geen vergoeding kunnen worden gegeven
boven een bedrag van 30 ct. per dag
en per persoon.
Het totaal aantal vluchtelingen dat
zich gisteren uit Nederland via station
Rosendaal naar België heeft begeven,
bedroeg 16 768.
Eergisteren was dat aantal 10,119.
De *Emden* kaapt verder.
Lloyds agent te Colombo seint aan de
Engelsche admiraliteit dat de Engelsche
schepen >Chilkana4 >Troilus4 »Benmohr<
en>Clan Grant4, ook een baggermolen
waarschijnlijk de Ponrabbel4. zijn in den
grond geboord door den Dultschen krui
ser »Emden«. Ook de Britsche stoom
boot //Exford4 werd door de >Emdenc
buit gemaakt.
De >Emden4 had al 10 Engelsche
schepen gekaapt. Dat zijn er dus nu 16.
Twee Engelsche eskaders zijn sinds
eenige weken belast met het opsporen
van den rusteloozen vervolger, in den
Indischen Oceaan maar blijkbaar zonder
succes.
Eerste Kamer.
De Provinciale Staten van Zuid-Holland
hebben gister gekozen tot lid van vde
Eerste Kamer (vacature-wijlen van der
Kun) den heer A. J. A. Gilissen (R.-K.)
bankier te Rotterdam, met 45 stemmen.
Op den heer dr. A. Plate (lib.) waren
29 stemmen uitgebracht.
Wijziging in ons Ministerie.
Den Haag, 23 Oct. Naar wij vernemen,
zal de Staatscourant hedenavond bevat
ten het eervol ontslag van den minister
van finantiën Bertling, voorts het eervol
ontslag van minister Treub als minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel en
diens benoeming tot minister van Finan
tiën.
Naar wij vernemen is het de bedoeling
dat, nu Minister Treub overgaat naar
het ministerie van finantiën, de afdeeling
arbeidersverzekering zoo spoedig moge
lijk onder dat ministerie zal worden ge
bracht en dat de uitvoering der Beurs
wet aan den minister van finantiën zal
worden opgedragen.
In verband hiermede is het waarschijn
lijk dat minister Treub het ministerschap
van nijverheid, handel en landbouw ad
interum zal^blijven waarnemen totdat de
noodige wettelijke regelingen voor de
bovenbedoelde overbrengingen zullen
zijn getroffen.
Het jinancieele vooruitzicht.
Het sHuisgezln4 schrijft
>Een nieuw crediet van vijftig m'tl-
lioenvoor de kosten der mobilisatie wordt
gevraagd.
Dat is één.
Minister Cort van der Linden heeft de
laatste weken geen enkele toezegging
ten behoeve van het defensiefonds meer
te boeken gehad.
Dat is twee.
We staan al voor ver over de honderd
millioen aan extra-uitgaven.
Wie waarborgt ons, dat het daarbij
blijven zal
Dat niet straks de derde vijftig mil-
lioeu alleen voor de mobilisatiekosten
zal moeten worden aangevraagd
Met deze vermeerdering van uitgaven
houdt de inkomsten-vermindering gelij
ken tred.
Het mes snijdt dus, in negatieven zin
aan twee kanten 1
Ramen wat de extra-uitgaven aan den
eenen kant, de inkomsten-vermindering
aan den anderen kant, samen bedragen
zullen, kan niemand.
Het gat is eenvoudig niet te peilen.
Een schatting van 250 millioen, als
dr. Bos in de Vragen des Tijds" waagt
behoeft intusschen niet ongerijmd, noch
buitensporig te worden geacht.
Van het defensiefonds komt natuurlijk
aiete.
De mooie illusie, dat de vermogenden,
die te zamen over zeven milliard beschik
ken, in een élan van practische vader
landsliefde honderd millioen zouden of
feren, behoort bij andere mooie illusies
te worden opgeborgen.
De koude fiscus zal nu zijn werk heb
ben te doen met den maatstaf der
distributieve rechtvaardigheid.
Minister Bertling schijnt geneigd, ook
uit de indirecte heffingen een aanzienlijk
bedrag te willen verkrijgen.
Deze genegenheid wijst op een ver
andeiing van koers, waarmee we vrede
kunnen hebben mits niet de accijnzen
het kind van de regeering worden en
men bedenke dat de draagkracht van
de lagere en de middelklasse toch reeds
aanmerkelijk gedaald is.
De fortuinen en de groote inkomens
zullen, bon gré, mal gré, het groote gat
stoppen, door de crisis en haar gevolgen
in 's lands financieel welvaren geslagen.
Anders komt de kleine man en de
kleine middenstand er nooit bovenop.4
Ernstig ongeluk.
Men meldt uit Geldrop d.d. 20 Oct.
ann de P. N. Ct.
Heden had alhier een treurig ongeluk
plaats hetwelk de geheele gemeente met
deernis heeft vervuld.
Aan de gevaarlijke bocht op Klein-
Braakhuizen wilde de le Luitenant der
veldartillerie Josephus Jitta gezeten op
zijn rijwiel, voor de aankomende stoom
tram van Mierlo de lijn oversteken doch
werd daarbij door de locomotief gegre
pen en een heel eind weegs meegesleurd.
Na opgenomen en voorloopig in het
hotel Knaapen behandeld te zijn, werd
de ongelukkige, die zwaar gekneusd
bleek te zijn, naar het ziekenhuis alhier
vervoerd alwaar deze omstreeks 2 uur
aan zijne bekomen wonden overleed.
De ongelukkige is gehuwd en laat
een jonge weduwe met 2 kinderen achter.
Waalwijk, 24 Oct. 1914.
Koopt niet in den vreemde, wat gU
in Waalwijk even goed en even
goedkoop kunt vinden.
2651 W. B.
Uitvoering.
Naar wij vernemen is er sprake van