Provinciaal Nieuws. heid proviand en munitie met zich ge voerd. Tusschen Gent en Oostende is de Duitsche bezetting zeer zwak; men ziet hoofdzakelijk étappeposten. Tusschen Sluis en Oostende hebben de wegen een somber aanzien. Zij zijn doodsch en verlaten. Men ziet er slechts zelden Belgische vluchtelingen en tal van doode paarden liggen langs den weg. Tusschen Antwerpen en Brussel is men druk bezig de telegraaflijnen te herstellen, welke werkzaamheden geschie den door Duitsche werklieden onder toezicht van civiele ingenieurs, zoodat dit werk geheel buiten de leiding van de militaire overheid geschiedt. Het beleg van Antiver pen. Een correspondent van de N. R. Ct schrijft Mijn artilleur, v. B. genaamd, diende in het fortvan de middelste linie reeds een vollen dag had men niets van het opperbevel gehoord, 's Morgens om tien uur waren er 400 man in het fort, waarvan twee licht gewond. Toen was het opeens zonder klaarblijkelijke reden een sauve qui peut. De bezetting liep naar Antwerpen terug. Niemand in het fort wist iets van den toestand, en zoodoende hadden zich de wildste ge ruchten vastgezet, waarvan geen enkel zoo ernstlgen inhoud had als de waar heid. Mijn zegsman is overtuigd, dat velen der bezetting, die achteraangeko men zijn, in de handen van den vijaod moeten gevallen zijn. Werkelijk ziet men dan ook een half uur later bij de Cen trale statie .een Duitsch soldaat met twee Belgische krijgsgevangenen loopen die hij bij de polsen vasthoudt. Ze wa ren, eveneens niets kwaads vermoedend, in de stad teruggekeerd. Op mijn vraag naar de houding der Engelschen antwoordt de man mij, dat die het eerst zijn afgetrokken. Daar op is eene paniek gevolgd. Hij staat echter waarlijk geslagen, als hij ver neemt, dat reeds om vijf uur des morgens de toegang voor de vluchtenden naar den linker Schelde- oever door het dynamiteeren van de bruggen is afgebroken. Had men zoo'n haast om weg te komen, dat er zelfs geen kans moest worden gelaten aan de rest van het bezettingsleger, om zich bij de hoofdmacht In het land van Waes te voegen Ik vraag, waarom de Duitsche batte rijen zoo maar ongehinderd gedurende 36 uren de stad hebben kunnen bom bardeeren, terwijl men geen enkele po ging bemerkte, om hunne positie's te be schieten. Daarop was Immers de hoop van een groot deel der burgers gericht geweest. Hij antwoordt, dat gedurende zes dagen een ballon captif gevuld en wel klaar geweest is om op te stijgen, maar dat dit niet is geschied, daar hij te veel geëxposeerd was. Hij voegt er aan toe, dat gedurende denzelfden tijd de Duitsche ballon dag en nacht eveneens geëxposeerd boven is geweest en de stellingen der Belgische kanonnen ge trouw heeft aangeduid. Ook de vlieg tuigen der Eogelsche en Belgische vlie gers hebben gedurende drie dagen geen enkele poging gedaan om op te stijgen naar de Oostzijde van Antwerpen. Zoo is dan ook te verklaren, dat de kanon nen van den vijand volkomen ongehin derd de stad Antwerpen hebben kunnen beschieten. Hedenmorgen is de paniek bij de for ten groot geweest. In de ruimte tusschen de forten en is een kapitein met 200 man plotseling vertrokken zonder zijn luitenant te waarschuwen deze be merkte op een gegeven oogenblik, dat 4/s van de compagnie al weg was. Tengevolge van de verwarring der laatste dagen heeft niemand dan ook een Inzicht gehad in het aantal troepen, die het belegeringsleger om Antwerpen heb- hen uitgemaakt. Geen der officieren heeft op de vragen der manschappen kunnen antwoorden, hoeveel Duitschers zij bij benadering tegenover zich hadden. Deze onwetendheid heeft waarschijnlijk de operaties niet weinig gestoord. Er schijnt, ten rechte of ten onrechte, bij de soldaten een vaag wantrouwen en eene groeiende verbetenheid tegen de Engel schen te bestaan, die hun rol van redders niet al te ruim hebben kunnen opvatten. Mijn zegsman beklaagt de mannen, die zonder argwaan nu waarschijnlijk nog de stad zullen binnenkomen, om een goed heenkomen te zoeken zullen ze nog in het Noorden in de richting van Cappelle weg kunnen, nu de bruggen over de Schelde opgebroken zijn Hij gaat naar het gasthuis om zich daar te melden, teneinde niet de kans te loopen, om la ter als deserteur te worden behandeld, Onderweg ontmoet hij zijn kommandant eveneens in civiel, die hem aanspreekt. Hij is zeer voldaan over deze ontmoeting men zal nu later niet kunnen zeggen, dat hij zonder medeweten zijner supe rieuren is weggeloopen. De val van Antwerpen. De Amsterdammer (Groene) schreef in zijn nummer van 11. Zondag over den val van Antwerpen 't volgende De val van Antwerpen is de zwaarste nederlaag door de bondgenooten tot nu toe geledenop hunne liniën in Frankrijk. Nog in ons vorig opstel we zen wij op de strategisch uiterst gevaar lijke positie der Duitschers, omvat als zij feitelijk waren in een wijden boog van Toul over Reims naar Noyon, van daar Noordelijk naar Rijssel en verder Noord-Oostelijk naar Antwerpen, terwijl dat Antwerpen, via Ostende tot nu toe in ongerepte gemeenschap met Enge land en Frankrijk alle gelegenheid had een voor de Duitschers levensgevaarlij ken stoot toe te brengen in de richting BrusselNamen. Waar is, ook in het geval Antwerpen één spoor te ontdekken geweest van krachtige samenwerking onder één hooi dige leiding bij de bondgenooten Ie der schijnt voort te gaan zoo ongeveer op eigen houtje oorlog te voeren, met het gevolg, dat het geheel, strategisch prutswerk te zien geeft. Een kleinigheid door velen waarschijnlijk over het hoofd gezien, spreekt hier boekdeelen de ko van Belgle, die te Ostende is achterge bleven als hoofd van de Belgische troe pen. Dus zou de koning van België on der opperbevel van Generaal Jof- fre staan 1 En hoe is de verhouding toch wel ten opzichte van de Engelsche troepen en hun commandanten Wie zond dat handjevol Engelschen binnen Antwerpen en met welk doel, met welke opdracht Op wiens bevel ver lieten zij deze plaats en België weer hun daar wanhopig strijdende bondge nooten aan hun lot overlatend Dat de val van Antwerpen geen grooter cata strophe voor het Belgische leger ge worden is, is werkelijk niet aan het be leidvol optreden van het (denkbeeldig opper-commando der verbondenen te danken. En nog is het aan de Noordzee strijdende restant van het Belgische leger niet buiten gevaar Waartoe vraagt men zich af na het bovenstaande waartoe de ellende van een bombardement, die hartverscheu rende lijdensweg der bevolking tot in de uithoeken van Nederland, waartoe die offers van het gedupeerde Belgische eger, nu Antwerpen op zulk een voor de Engelschen en Franschen smadelijke wijze is losgelaten Het grootste gevaar voor de verdedig- jaarheid van een belegerde vesting of stelling is de invloed van de bevolking. Die bevolking trok hier echter vrijwillig uit Antwerpen weg, de belegeraars lieten ïaar trekken. De militaire bezetting der stelling verkeerde dus dadelijk reeds ook in dit opzicht in ongekend gunstige conditie. Het heeft niet mogen baten. Evenmin als bij Luik of Namen hebben de Franschen en Engelschen meer dan een pink uitgestoken, waar twee vuisten Deschlkbaar waren én noodig. Neen, de Belgen ondervinden wel, dat het met de groote lui kwaad kersen eten is, ook al melden dezen zich, als de Engelschen, als redders der verdruk te onschuld. Hoe de oorlog verder ook oope, België is vrijwel vertrapt en de toestand is nu zoo, dat al zouden in het gunstige geval de bondgenooten er in slagen, de Duitschers terug te werpen in de richting van waar zij gekomen zijn, het rampzalig België er alleen bij zou winnen, dat het nog eens, ditmaal in omgekeerde richting, vertrapt zou worden. Maar wij gelooven na Antwerpen's val niet zoo gemakkelijk meer aan een terug werpen der Duitschers. Zij zijn en blijven in Frankijk en wij zullen van hem eerder een vooruitgaan zien, nu zij de Antwerp- sche klis van hun zijde hebben geschud. Frankrijk ontvangt op die manier na België het grootste aandeel in de oorlogs ellende. Die ellende, welke het zwaartst gevoeld wordt, niet door het land, dat de oorlog voert, maar door het land waar gevochten wordt. Duitschland wist wat iet deed door den oorlog dadelijk buiten zijn grenzen te houden. Dit mochten de I abrikanten der bondgenootschappelijke snoevende, weinig zaakrijke, technisch prulachtige berichten der al of niet op het gevechtsveld aanwezige correspon denten te veel door de Nederlandsche Pers overgenomen wel wat minder uit het oog verliezen. Zij zien de boomen niet het bosch en zelfs de boomen niet meer als zij, zooals in vele gevallen voor- comt, hun berichten van het gevechts veld thuis opstellen, omdat ze door de de Fransche militaire autoriteit worden weggezonden. Het gebrek aan feitenwaar neming moet dan door bijvoegelijke naamwoorden en uitroepen, ontleend aan het tekstboekje der militaire kaleidoscoop van den onvolprezen korporaal Smit wor den aangevuld. Speciaal munten de En gelsche correspondenten hierin uit die, sedert ze ons geërgerd hebben met hun bluf" gedurende het eerste tijdperk van den Transvaal-oorlog en -tijdens den Balkan-oorlog, opnieuw bewijzen, dat ze geen haar veranderd zijn, ook al omdat het publiek aan hun steeds zeer partijdige profetische bioscoop-fantaisieën blijft smullen. Zoo verkondigt de militaire medewer ker van de Times de enormiteit, dat de val van Antwerpen een voordeel voor de bondgenooten is. Tenminste volgens dien autoriteit moeten zij er bijna dank baar voor zijn. Een ander van dat kali ber, de befaamde Asmhead-Bartlett, ver telt in de Manchester Guardian niet alleen dat de aanval van Antwerpen geen over wegenden invloed zal hebben op dekrijgs- verrichtingen op het front, maar let wel dat de Duitsche verbindingslijnen door de vermeestering van Antwerpen zelfs in grooter gevaar zouden kunnen verkeeren Neen, de val van Antwerpen is inte gendeel moreel en trategisch van buiten gewone beteekenis. Slaagt het overschot van het Belgische leger er in het meest gunstige geval al in over Ostende of langs de kust trekkend naar Frankrijk aan een gevangenneming te ontsnappen, dat zal het eerste gevolg zijn, dat geen vijand de Duitschers in België d. i. op hun stra- tegischen rechterflank, meer bedreigt, dat zij hun front aanzienlijk kunnen be korten, terwijl zij tegenover den linker vleugel der verbondenen in aanzienlijk gunstiger positie zijn gekomen en de veilige lucht-route der Zeppelins voor een „raid" naar Londen, ook wat het gedeelte over zee betreft, aanzienlijk ver kort is. In Frankrijk. Over den toestand in noordelijk Frank rijk schrijft de militaire deskundige van de Times Deze geheele streek is goed bevolkt en er liggen talrijke dorpen. Die dorpen zijn vermoedelijk middelpunten van vele afzonderlijke gevechten en hebben on getwijfeld onder de projectielen van de artillerie van de eene of de andere par tij te lijden. Het is een streek waarin goede troepen, die defensief blijven, een aanvaller zijn voordeelen duur kunnen laten bekoopen en die voordeelen zeiven alleen ten koste van tijd en inspanning te behalen zijn, Het is uit de berichten niet geheel duidelijk, of de Duitschers al dan niet aanvallen, maar over het alge meen schijnen zij zich op de meeste punten tot de verdediging te moeten beperken en komt de winst, die behaald wordt, ten goede aan de bondgenooten. Het is moeilijk om het belang van dezen slag te overschatten. Een overwin ning voor de eene of de andere partij zal gelijk staan met het herwinnen van strategische vrijheid, ingeval de Duit schers de nederlaag lijden, kunnen de bondgenooten België terugwinnen. Komt het tot schaakmat, dan zal tot op zekere hoogte een herhaling van den toestand aan de Aisne intreden. Maar alleen tot op zekere hoogte. De heerschappij ter zee, die Engeland bezit, stelt het in staat troepen aan wal te zetten wanneer en waar het wil en een Duitsche linie als die op de kust steunt, om te trekken. De Engelsche troepen kunnen wegens de nabijheid van hun land in die streek met veel voordeel optreden, en over het algemeen is de toestand bemoedigend. Het historische slagveld bij Nieuwpoort. De correspondent van de Telegraaf in Sluis meldt van gisterenIk ben zooeven uit de Belgische kuststreek lier aangekomen. Zonder ophouden buldert het kanon. Er wordt verwoed gebombardeerd tusschen Ostende en Nieuwpoort. De Duitschers vuren van Maria- en van Middelkerke bij Ostende de Franschen van uit Nieuwpoort; de ingelschen van uit zee, over de duinen. Van de duinen bij Ostende ziet men bij tielderder weer dan het thans is de En gelsche schepen op de hoogte van Westende en Nieuwpoort. Deze waren thans in nevel gehuld. Engelsche avia- teurs duiden de vijandelijke stellingen aan. De Franschen en Belgen verzetten zich hardnekkig tegen een overtocht der Duitschers over de IJser. Men heeft de dijken van de rivier doorgestoken en bij hoog getij de oevers ver onder water gezet. Bovendien is de polder- grond zeer drassig door den voortdu- renden regenval. De Duitschers kunnen niet doordringen en lijden zware ver- iezen. Men tracht dit te verbergen, maar gewonden komen zonder ophou den in grooten getale te Brugge en te Ostende aan. Woensdagnamiddag arriveerde van Gent per trein te Brugge een troep sol daten, die na een korte rustpooze, door de Medepoort boven Sint Andries in de richting van het gevechtsterrein mar cheerden. Ook nieuwe kanonnen zijn aangekomen om de oorlogsschepen te besroken Te Ostende zelf is slechts een bezet ting van mariniers achtergebleven. De andtroepen zijn in den strijd. De Duit schers hebben in de stad allerlei artikelen opgeeischt. Gisteren nog duizenden de- cens. Het slagveld te Nieuwpoort en Ostende is nagenoeg hetzelfde als in 1600. Niet ang geleden stond op die plek, eenzaam in de duinen, waar men van tijd tot tijd gebeente van Nederlandsche en Spaan- skhe soldaten vond, een groot zwart kruis ter nagedachtenis van de gesneu velden. Bij het aanleggen der badplaat sen is dit kruis verdwenen. Deze bad plaatsen lijden veel van het verwoed bombardement. De gansche streek wordt geteisterd. Verschillende dorpen liggen in puin. Velen van de bevolking zijn naar veilige oorden gevlucht. TeWest- campe zag ik den pastoor van het ge teisterde dorp Slijpe. Hij vertelde, dat de Duitschers zelf de bevolking aangeraden hadden te vluchten. Te Zeebrugge is ook een bezetting van mariniers. De landweermannen, die voor eenige dagen hier de wacht hielden, pa trouilleeren nu ten Noorden van Brugge. Zij haalden in het gemeentehuis de in geleverde wapens af. De felheid van den strijd. In een ander telegram meldt deze correspondent dat zelfs in Sluis (Zeeuwsch-VIaanderen) de ramen in som mige huizen van het kanongebulder, dat geen oogenblik zwijgt, trillen. De Duit schers, dte bij Middelkerke hun artillerie hebben opgeste'd, knnnen niet voor waarts. Sedert Donderdagochtend wijken zij zelfs iets. Bommen vallen zonder ophouden op hun kanonnen en richten vreeselijke verwoestingen aan. Het gevechtsterrein is met dooden bezaaid, maar nieuwe troepen moeten voortdurend in het vuur. Een Fransch eskader steunt het En gelsche. De Duitschers kunnen de oor logsschepen moeilijk bereiken zij lieten nieuwe kanonnen komen. Ook beschik ken zij over cavalerie, maar hebben daar betrekkelijk weinig aan. Mannen en paarden worden weggemaaid. Zoo keer de van een troep van 35 uhlanen slechts 1 terug. Het terrein is goed verdedigd door inundatie en geweldige loopgraven. De hotels te Ostende liggen vol ge wonden. Ook naar de zijde van jabbeke wordt door de geallieerden het vuur gericht, blijkbaar met doel de spoorlijn Ostende Brugge te vernielen. Nedet landsche uitgewekenen uit Antwerpen. Het comité ran Nederlandsche uitgewe kenen uit Antwerpen te Amsterdam meldt, dat de heeren A. Yelleman en Arn. Droyff, leden van het comité, die deze week te Ant werpen hebben vertoefd, te Amsterdam zijn teruggekeerd. De delegatie, die de vorige week is vertrokken, blijft voorloopig in Ant werpen, teneinde de regeling tusschen ver huurders en huurders verder voort te zetten. Het is het comité, dank zij de welwillende medewerking van de Duitsche militaire over heid van Antwerpen, gelukt, toestemming te verkrijgen tot het onder bescherming stellen van huizen, bewoond door Nederlan ders, die zich bij het comité hebben laten inschreven. Deze bescherming zal geschieden door bovenbedoelde huizen te voorzien van een plakbrief, waarop het volgende staat vermeld Hier wohnt Niederlandische Staatsangehörige. Antwerpen19. Nederlandsch onderdaan. Deze plakbrieven worden voorzien van een stempel der Nederlandsche regeering. Een Nederlansch schip door de Karlsruhe in den grond geboord Reuter seint uit Londen Lloyds deelt mede, dat onder de sche pen, door de Karlsruhe in den grond geboord, zich ook het Nederlandsche stoomschip Maria bevindt. De Marie van Portland Oregon naar Belfast varend, had een lading van 23000 quarters (een quarters is 12.7 K.G.) tarwe aan boord. Het aan de Holland Gulf stoomvaart maatschappij te Rotterdam (directie J. de Poorter) beboorende stalen schroef- stoomschip Marie is in 1898 door de firma J. Priesrman Co te Sünderland gebouwd en was groot bruto 3804 en 2863 reg. ton. Belgische vluchtelingen Naar het Vad. meldt staat het vast, dat de Fransche en Engelsche regeering weldra een belangrijk deel van de zorg voor de Belgisshe vluchtelingen van ons zullen overnemen. Het voornemen bestaat om Fransche schepen ter beschikking van de vluchtelingen te stellen, ten einde daarmede uit ons land te worden over gebracht naar plaatsen in Frankrijk en Engeland, waar voor hen vanwege de regeeringen van die landen zal worden gezorgd. De minister van binnenlandsche zaken heeft den commissarissen der Koningin meegedeeld, dat het bij hem geen bezwaar ontmoet, dat vluchtelingen zoo noodig voor rijksrekening worden ondergebracht bij particulieren. Daarbij zal echter de grootste zuinig heid moeten worden betracht en dus geen vergoeding kunnen worden gegeven boven een bedrag van 30 ct. per dag en per persoon. Het totaal aantal vluchtelingen dat zich gisteren uit Nederland via station Rosendaal naar België heeft begeven, bedroeg 16 768. Eergisteren was dat aantal 10,119. De *Emden* kaapt verder. Lloyds agent te Colombo seint aan de Engelsche admiraliteit dat de Engelsche schepen >Chilkana4 >Troilus4 »Benmohr< en>Clan Grant4, ook een baggermolen waarschijnlijk de Ponrabbel4. zijn in den grond geboord door den Dultschen krui ser »Emden«. Ook de Britsche stoom boot //Exford4 werd door de >Emdenc buit gemaakt. De >Emden4 had al 10 Engelsche schepen gekaapt. Dat zijn er dus nu 16. Twee Engelsche eskaders zijn sinds eenige weken belast met het opsporen van den rusteloozen vervolger, in den Indischen Oceaan maar blijkbaar zonder succes. Eerste Kamer. De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben gister gekozen tot lid van vde Eerste Kamer (vacature-wijlen van der Kun) den heer A. J. A. Gilissen (R.-K.) bankier te Rotterdam, met 45 stemmen. Op den heer dr. A. Plate (lib.) waren 29 stemmen uitgebracht. Wijziging in ons Ministerie. Den Haag, 23 Oct. Naar wij vernemen, zal de Staatscourant hedenavond bevat ten het eervol ontslag van den minister van finantiën Bertling, voorts het eervol ontslag van minister Treub als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel en diens benoeming tot minister van Finan tiën. Naar wij vernemen is het de bedoeling dat, nu Minister Treub overgaat naar het ministerie van finantiën, de afdeeling arbeidersverzekering zoo spoedig moge lijk onder dat ministerie zal worden ge bracht en dat de uitvoering der Beurs wet aan den minister van finantiën zal worden opgedragen. In verband hiermede is het waarschijn lijk dat minister Treub het ministerschap van nijverheid, handel en landbouw ad interum zal^blijven waarnemen totdat de noodige wettelijke regelingen voor de bovenbedoelde overbrengingen zullen zijn getroffen. Het jinancieele vooruitzicht. Het sHuisgezln4 schrijft >Een nieuw crediet van vijftig m'tl- lioenvoor de kosten der mobilisatie wordt gevraagd. Dat is één. Minister Cort van der Linden heeft de laatste weken geen enkele toezegging ten behoeve van het defensiefonds meer te boeken gehad. Dat is twee. We staan al voor ver over de honderd millioen aan extra-uitgaven. Wie waarborgt ons, dat het daarbij blijven zal Dat niet straks de derde vijftig mil- lioeu alleen voor de mobilisatiekosten zal moeten worden aangevraagd Met deze vermeerdering van uitgaven houdt de inkomsten-vermindering gelij ken tred. Het mes snijdt dus, in negatieven zin aan twee kanten 1 Ramen wat de extra-uitgaven aan den eenen kant, de inkomsten-vermindering aan den anderen kant, samen bedragen zullen, kan niemand. Het gat is eenvoudig niet te peilen. Een schatting van 250 millioen, als dr. Bos in de Vragen des Tijds" waagt behoeft intusschen niet ongerijmd, noch buitensporig te worden geacht. Van het defensiefonds komt natuurlijk aiete. De mooie illusie, dat de vermogenden, die te zamen over zeven milliard beschik ken, in een élan van practische vader landsliefde honderd millioen zouden of feren, behoort bij andere mooie illusies te worden opgeborgen. De koude fiscus zal nu zijn werk heb ben te doen met den maatstaf der distributieve rechtvaardigheid. Minister Bertling schijnt geneigd, ook uit de indirecte heffingen een aanzienlijk bedrag te willen verkrijgen. Deze genegenheid wijst op een ver andeiing van koers, waarmee we vrede kunnen hebben mits niet de accijnzen het kind van de regeering worden en men bedenke dat de draagkracht van de lagere en de middelklasse toch reeds aanmerkelijk gedaald is. De fortuinen en de groote inkomens zullen, bon gré, mal gré, het groote gat stoppen, door de crisis en haar gevolgen in 's lands financieel welvaren geslagen. Anders komt de kleine man en de kleine middenstand er nooit bovenop.4 Ernstig ongeluk. Men meldt uit Geldrop d.d. 20 Oct. ann de P. N. Ct. Heden had alhier een treurig ongeluk plaats hetwelk de geheele gemeente met deernis heeft vervuld. Aan de gevaarlijke bocht op Klein- Braakhuizen wilde de le Luitenant der veldartillerie Josephus Jitta gezeten op zijn rijwiel, voor de aankomende stoom tram van Mierlo de lijn oversteken doch werd daarbij door de locomotief gegre pen en een heel eind weegs meegesleurd. Na opgenomen en voorloopig in het hotel Knaapen behandeld te zijn, werd de ongelukkige, die zwaar gekneusd bleek te zijn, naar het ziekenhuis alhier vervoerd alwaar deze omstreeks 2 uur aan zijne bekomen wonden overleed. De ongelukkige is gehuwd en laat een jonge weduwe met 2 kinderen achter. Waalwijk, 24 Oct. 1914. Koopt niet in den vreemde, wat gU in Waalwijk even goed en even goedkoop kunt vinden. 2651 W. B. Uitvoering. Naar wij vernemen is er sprake van

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 6