BINNENLAND. Provinciaal Nieuws. Verschillende Berichten. toeschouwer aan, dat hier geen dooden maar gewonden worden vrrkoold. Aldus wordt gepoogd om bij de on mogelijkheid de lijken te begraven »e voorkomen, dat de dooden onbpgraven op de velden wegrotten ten verderve van de levenden. Tijd, De slag aan de Yser. Yperen is nog steeds het middelpunt van den aanval der Duitschers, seint een correspondent van de Daily Mail uit Noord-Frankrijk De gevechten zijn zeer hevig en de mist bemoeiliikt ze zeermaar die mist heeft ten minste aan de Indische troepen eenige gelegenheden verschaft waarnaar ze verlangden. De bajonet overtreft het geweer als het dik van mist is, en in den laatsten tijd was dit zoo zwaar, dat klee- ren en wapenen druipnat waren. De En- gelsche patrouilles hebben anders geno ten van dien mist en waren schier op getogen, dat zij nu de luchtverkenners konden vervangen. Kleine klompjes gevangeoen zijn aan weerskanten genomen. De Duitschers zijn weer met geweld langs het kanaal voortgerukt in de rich ting van La Bassée. Al deze bewegingen gingen samen met een nieuw bombardement van de drie steden Yperen, Béthuoe en het ongeluk kige Atrecht, waar nu weer een mooie kerk ingestort is. Nooit heeft echter het Fransche veldgeschut vaD 7.5 c.M. beter werk gedaan. Na maanden lang gebruik verwikken die kanonnen nog zoo weioig dat een schot ze geen handbreed doet afwijken, en men een wijnglas op een wiel kan zetten zonder een druppel te morsen. Een deel van de artillerie zit in de buurt van Yperen hopeloos in de modder en eiken dag moet de taktiek van den aanvaller zich meer naar de bodemge steldheid en het weer richten. De Fran- schen manoeuvreeren in het gevecht bui tengewoon handig met hun artillerie. Hun verliezen aan maoschappen en kanonnen zijn sedert den opmarsch van de Marne buitengewoon klein geweest. Men moet niet denken, dat de pogingen der Duitschers verzwakt zijn. Nog altijd trekken zij op belangrijke punten groote strijdkrachten samen. Hachelijke gevech ten, waarbij levens en materieel verloren gaan, zijn aan de orde van den dag. De Duitschers winnet^ nier, maar zijn ook niet verslagen. Het is nog niet zoo duidelijk geweest, dat Engeland en zijn bondgenooten om te kunnen slagen, het geheele gewicht van de natie achter zich moeten hebben. De dagelijksche gedachte van den sol daat aan het front geldt de versterking van het leger. Naar de berichten dien aangaande zien zij verlangender uit dan naar tijding van de hunneD. Zes millioen Duitse he reservetroepen. Van Duitsche zijde schrijft men: Dezer dagen zijn de ambtelijke statis tieken aangaande het getal Duitsche re servetroepen opgemaakt. De vredes- sterkte van het Duitsche le^er is 800 000 man met inbegrip van officieren en kader. Tientallen van jaren zijn er jaarlijks 150,000 weerbare mannen voor den dienst onder de wapenen niet opgeroe pen. Daardoor is het te verklaren, dat Duitschland thans te beschikken heeft over ongeveer twee millioen vrijwilli gers. Dit zijn geheel voor den dienst geschikte 'mannen, die slechts daarom niet onder de wapens werden geroepen, omdat het benoodigde aantal manschap pen niet overschreden mocht worden. Op dit oogenblik heeft Duitschland on geveer 4'/2 millioen soldaten onder de wapens staan, De door Engeland ver spreide bewering, dat zich onder hen talrijke lieden bevinden van 50 tot 60 jaar, is volkomen ongegrond. Er zijn slechts een gering getal van vrijwilligers op dien leeftijd. Dit getal is volgens een vrij nauwkeu rige schatting niet hooger dan 5000. Nu zijn in de laatste weken preciese opgaven gedaan aangaande weerbare mannen, d. w. z. mannen op den leef tijd van 18 tot 45 jaar, die nog in Duitschland als reservetroepen beschik baar zijn. Het resultaat is, dat Duitsch land in staat is, nog 6 millioen solda- fen te velde te brengen, zonder dat jongelingen beneden de 18 en mannen boven de 45 jaar behoeven te worden opgeroepen. Onderdanen van neutrale staten, die in Duitschland komen, zijn dan ook verbaasd, als zij in alle steden nog zulk een groot getal soldaten rond zien loopen, gereed om te velde te trekken. Behandeling van gewonden. Voor eenigen tijd schreef de corres pondent van de Tijd over onbehoorlijke schandelijke bejegening van Engelsche gewonden te Landen door Duitsche mi litairen. Officieel werd nu dezer dagen dit bericht van Duitsche zijde tegenge sproken De correspondent daaromtrent door zijne redactie ondervraagd, had te legrafisch verklaard, zijn beweringen te genover de Duitsche officieele tegen spraak te handhaven. Hij is er nu in een uitvoerigen brief op teruggekomen waarin hij er allereerst op wijst dat eerst bijna een maand na de publicatie van zijn verhaal de Duitsche regeering en miltitaire overheden den tijd gekomen achten, om dit te weerspreken na een onderzoek dat eigenlijk geen onderzoek te noemen is. Uit hun communiqué's blijkt wel, dat enkele soldaten gehoord zijn, die vermoedelijk tot de medeplich tigen, in elk geval tot belanghebbenden eener loochening van de wandaad te Landen behooren. Er blijkt echter niet uit de communiqué's, dat de Duitsche overheden ook de aanwezige gewonden zeiven hebben gehoord, plus de beide Nederlanders, die in den trein reisden, de jongejuffrouw de Bruin van Amster dam en de correspondent van de Tijd, plus de burgerlijke getuisen te Landen. Tegenover de getuigenissen van den magazijninspecteur Huebner en den landweersoldaat Krueger, waarvan niet vermeld is, dat hun beweringen, be- eedigd zijn, verklaart de correspondent zich bereid, om indien een volledig en onpartijdig onderzoek wordt inge steld hetzij aan een daartoe bevoegde commissie in Nederland of in Du-tsch- land, hetzij aan den daartoe aangewe zen rechter, onder eede te bevestigen. Hij verklaart dan nog eens het vol gende Vrijdag den 9den October in het mid daguur heeft hij te Landen, in een ont zettend langen trein van personen- en goederenwagens met naar schatting 2000 gewonden, een veertig minuten oponthoud gehad, gedurende welk op onthoud de gewonden werden gevoed. Hij zag hoe een troep van 200 a 300 Duitsche soldaten, deels licht gewon den, die nog goed loopen konden, deels de Duitsche soldaten van de bezetting Landen, af en aan zwermden voor de geopende wagendeuren van een der laatste wagons, razend en tierend tegen drie zwaar gewonde Engelsche solda ten, waarvan hem hun Fransche mede gevangenen verzekerden, dat zij in geen vijf dagen eten hadden gehad. De ge wonden werden als „zwijnen" be schimpt, bespuwd en enkele geweren werden op hen gericht. Toen hij een onderofficier betuigde, dat het tooneel gruwelijk was, antwoordde deze„De Engelsche zwijnen, ze krijgen geld voor hun vuil werk" (daarmede zinspelend op de soldij, die de Engelsche vrijwil ligers genieten). De soep is den Engelschen niet aan geboden, doch de Duitsche soldaten hielden de rookende hoeveelheden heete soep aan hen voor, terwijl ze hun toe donderden „Eten wilt ge hebben, zwij nen zwijnen Kapot moet je Dat kun je krijgenEn terwijl ze dit laatsten zeiden, richten ze hun geweren op hen, terwijl anderen, die deze wapens niet hadden, de vuisten dreigend ophieven of hen bespuwden. Wat de bewapening der Duitsche sol daten aangaat, waar is, dat de gewonde soldaten geen geweren bij zich hadden, doch het opstootje bestond uit soldaten, die tot de lichtgewonden behoorden en uit soldaten van de bezetting Landen Deze laatsten waren zij, die juist voor de bewaking en de orde op het station en het stationsemplacement waren aan gewezen. Tegenover de bewering, dat het op stootje niet kan hebben plaats gehad, omdat de soldaten in de eetzaal gevoerd werden, stelt de correspondent dat die „eetzaal" bestond uit een opgeslagen, aan de voorzijde geheel open, schuur, waarin eenige bankjes. En daarin wer den eerst de lichtgewonde soldaten ge spijzigd en toen men daarmee gereed was werd voedsel gebracht aan de zwaardere gewonden, die in den trein waren achtergebleven. De licht gewon den en de voor bewakingsdienste aange wezen soldaten waren toen met de soep-uitdeelers langs den trein opgeloo- pen, om hier en daar met hun kamera den in den trein nog een praatje te ma- en kwamen zoodoende ook bij de En gelschen terecht, toen daar de wagon deur geopend werd. Berichten \an Vrijdag. Van het Oostelijk front. ST. PETERSBURG, 13 November. (Reuter Voor zij Joh^nnisburg in Oost- Pruisen vermeesterden moesten de Rus sen ten tweede male zich een weg banen door de bosschen en de uitgestrekte moerassen, die ten zuiden van de Ma- surische meren een natuurlijke bescher ming vormen. Langs de linie Soldau-Lyck hebben de Duitschers zwaar getimmerde en van veel geschut voorziene blokhuizen op gericht, die met prikkeldraadversperrin gen afgerasterd zijn. De Duitschers hebben ten noorden van de Masurische meren een sterke troepenmacht samengetrokken, die voor zien is van zwaar geschut uit de vesting Koningsbergen. WEENEN, 13 November. (Wolff.) Het groote hoofdkwartier deelt vanmid dag officieel mede: Aan het noordoostelijke front is gis teren niets van beteekenis gebeurd. De Rassen zijn Tarnow (aan de Duoajec, een zijrivier van den Weichsel), Jaslo (aan de Wisloka) en Krosno (ten oosten van Jaslo) binnengerukt. Het aantal in Oostenrijk-Hongarije ge ïnterneerde krijgsg>evangenen is sedert gisteren 867 officiereu en 92,727 «inde- ren gestegenj De Oostenrijkers in Servië. t WEENEN. 23 November. (Wolff.) Het groote hoofdkwartier deelt officieel me de De Serviërs blijven van Koceljewo (ten noorden van Waljewo) en Waljewo naar het Oosten terugtrekken. Aan de Save is Usee stormenderhand genomen onze troepen hebben Beljin Bonjani bereikt. Van de vijandelijke verschanste stellingen zijn Gomile en Dreginje reeds in ons bezit en Sopot Stalitze is bereikt. De van het westen en noordwesten oprukkende kolonnes zijn bij Waljewo aangekomen. Vooral de Zuidelijke ko lonnes hebben door moeilijk terrein moeten marcheeren en dezen zwaren tocht op voorbeeldige wijze volbracht. Volgens de Osmanischer Lloyd heeft de Bulgaarsche regeering aan de Servische regeering de volgende eischen gesteld le. directe vrijlating van alle ia Ma cedonië voor den d'enst opgeroepen Bulgaren 2e. bestraffing van den moor denaar van den Bulgaarschen afgevaar digde George3e. maatregelen te ne- tegen het opruien door de Servische overheden in Macedonië. In de officieele Duitsche verlies- lijsten, zoo wordt aan de Times gemeld komen nu 509.000 namen voor gesneu velden, gewonden en vermisten. De meeste namen zijn nog van September, somwige zelfs nog van Augustus en slechts weinige van October. De commandant van de »Emden« en Prins Frans Jozef van Hohenzollern zijn beiden gevangen genomen zij wa ren niet gewond. De verliezen van de »Emden< zijn 300 dooden en 30 ge wonden. De minister van marine heeft order gegeven, om den overlevenden van de »Emden« alle militaire eer te bewijzen. De commandant en de offi cieren mogen hun degens behouden- Door de Duitsche militaire autori teiten te Antwerpen wordt medegedeeld dat, te beginnen van Donderdag ^No vember, niemand in België zal gelaten worden, die niet voorzien is van een door een door een der Hollandsche con sulaten hier te lande afgeleverd >Pas- sitrschein4, vermeldende naam, plaats van bestemming, duur en doel van het verblijf in België. Deze maatregel zal den terugkeer der vluchtelingen natuurlijk niet weinig be moeilijken. De Times van 11 dezer geeft de namen van 84 gesneuvelde of aan hun wonden gestorven Britsche offisieren. Daarvan komen op de officieele lijst 57 en in de overlijdensadvertenties 27 na men. Tegenwoordig zijn er vrijwel eiken dag zulke lijsten in de Engelsche bla den. Het enorme verlies aan Britsche officieren op een leger, dat vergeleken bij het Fransch4 of Duitsche niet zoo talrijk is, kan ten deele verklaard wor den uit het feit, dat, waar de Engelsche treepen in de vuurlinie staan, de aan vallen der Duitschers het felst zijn. (Noord-west Frankrijk, Zuidwest Vlaan deren), Maar ook hieruit, dat er in de Britsche formatie op 800 man 29 offi cieren komen, hetgeen een hooger per centage is dan in het Duitsche of Fran sche leger. De Duitschers schijnen het per soonlijk op den president der Fransche republiek gemunt te hebben. Nadat de president met den heer Millerand van Duinkerken en Veurne terugkeerde, be zocht de heer Pomcaré het miiitair hos pitaal te Pol-sur-Ternoise. Opeens vloog een Duitsch vliegtuig om de stad en liet een bom in dn Rue des Procureurs val len. Een aantal Fransche vliegers maak ten jacht op den vijand en verdreef hem in de richting van de vijandelijke linies. De Europeesche oorlog en onze paardenfokkerij De tegenwoordige oorlog verslindt dui zenden paarden. Bij eiken cavalerieaanval liggen de cadaver» enkele dagen later bij honderd^ op het slagveld. Een verminkt paard heeft voor het ge- bmik ook geen waarde meer. Het gevolg aal dos zijn, dat er na den oorlog een groot tekort aan paarden zal ontstaan, vooral in Duitschland, Frankrijk, België en Oostenrijk. Ook Rusland zal zijn paarden bij duizenden zien vallen. Er ia nog een omstandigheid, die van grooten invloed zal zijn op het ontstaan van een groot tekort aan paarden in ge noemde landen. Het fokken van paarden is totaal in de war geraakt. Dit zal ten gevolge hebben, dat er b^ de groote slachting, welke er thans onder de paarden wordt aangebracht, nog een groote storing zal komen in den toevoer van paar den van de fokkerijen in genoemde landen en daardoor zal het tekort aan paarden in den eersten tijd na den oorlog nog grooter worden. Dit is een zaak, waarover men wel eens mag nadenken in ons neutraal geble ven landje. Er is nog iets. Ons land voert jaarlijks minstens 8000 hitten in uit Rusland, welke n Goor op de markt verhandeld worden. Hitten worden i.i ons land niet gefokt, zoo dat geregelde toevoer uit Rusland moet ko men. Invoer van hitsen kan thans niet plaats hebben. We meenen daarom, dat op het fokken van paardeu in ons land alle aandacht ge vestigd kan wordeD, want na het sluiten van den vrede zal de groote vraag naar paarden in het buitenland wellicht nog vrij lang blijven bestaan. Ook het aankoopen van jonge paarden zou met het oog daarop aanbevolen kunnen worden. Over eenigen tijd zal er in het buiten land, met name in de oorlogvoerende landen, groote vraag naar paarden komen voor den landbouw, mijnbouw, sleeperyen en andere doeleinden. Al zijn onze grenzen thans voor uitvoer van paarden gesloten^ na den vrede zal de toestand ontstaan, zooals wij dien hierboven geschetst hebben. Daarom meenen wij thans de aandacht op deze zaak te moeten vestigen. Ouze paardenfokkerij gaat stellig een goeden tijd tegemoet. Waalwijk, 14 Nov. 1914. Koopt Diet In den vreemde, wat in Waalwijk even goed en even goedkoop kunt vinden. 2651 W. B. Benoeming. Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot notaris der standplaats Waalwijk, de heer Arie Schaap, cendidaat-notaris aldaar. Wij feliciteeren den heer Schaap van harte met deze onverwachte, mooie pro motie, die door de gemeente Waalwijk en omgeving, waar de benoemde zich in den tijd dat hij als candidaat werk zaam was om tal van eigenschappen en redenen, reeds zoovele goede vrienden heeft gemaakt, met ingenomenheid zal worden vernomen. Bij Kon. besluit van 9 dezer is, met ingang van 19 dezer, benoemd tot burgemeester der gemeente Genemuiden, H. J. Groote Balderhaar ten Velde, met toekenning van gelijktijdig eervol ont slag als Burgemeester der gemeente Werkendam. Hanze-cursus. Met genoegeo kan worden medege deeld dat de deelname aan den handels cursus van >de Hanze4 telken jare is toegenomen, zoodat dit jaar de lessen worden gevolgd door een dertigtal de gelijke, ijverige studenten, die voor de toekomst in den middenstand zeer veel beloven. Moge deze inrichting voor vele nog niet-leden van >de Hanze4 een aanwij zing zijn om niet alleen het toekomende, maar ook het huidige belang van den R. K. Middenstand te behartigen en eene aanleiding zijn om als lid dezer Vereeniging toe te treden. Bieten-cultuur. Dat ook in deze streek steeds meer aan den verbouw van suikerbieten wordt gedaan, kan o. m. blijken uit de vrij drukke verzending daarvan, die van uit onze gemeente plaats heeft. Aan spoor en haven ziet men voortdurend laden door de boeren uit den omtrek, die hunne bieten, door agenten opgekocht, verder van hier naar de fabriek doen vervoeren. Ooft-cultuur. Men is thans druk bezig m«t het in orde brengen van het groote dubbele stuk weiland van de Diaconie, schuin tegenover het station, waar de heer W. van Loon, onder leiding der Pomologl- sche vereeniging, een grooten boomgaard geheel voor ooftcultuur gaat aanleggen. Deze cultuur neemt in onze gemeente steeds toe. Haven. Wij hadden goed schrijven in ons vo rig nummer, dat in de haven een dam was gelegd om de kom af te sluiten, ten einde zoodoende met het betonwerk te kunnen beginnen. Wij konden natuurlijk moeielijk weten dat een ontzettende storm in den nacht van Woensdag op Donderdag dezen geheelen dam zou wegslaan niet alleen, maar ook dat de geweldige watervloed door groote kracht opgezweept, met alle macht een paar gaten van een tiental meter breedte in de kade zou slaan, daardoor in eenige uren den geheelen buitenpolder inundeerend. Dit toch is geschied.. Men had de dam van zand zoover mogelijk gereed gemaakt en Donderdag zou men met geheide palen en damplan ken dit werk versterken, toen de kolos sale Westerstorm kwam opzetten en het hooge water met ontzettende kracht te gen ea weldra door dezen verschen dam stroomde. Wat de uitvoerder en zijne werklieden in den nacht ook probeerden, er was tegen het element niets te hou den, de dijk werd weggeslagen, de ha venkom liep vol en met alle kracht sloeg het water tegen de afgegraven kade, waarin weldra een paar galen werden geslagen, die door afbrokkeling aldoor grooter werden. Door het verval vloog het water met geweldige vaart den pol der in, terwijl massa's zand, men sprak van een 1000 M3, door het neerstortende en snelstroomende water werden uit den grond geslagen en meegevoerd. De langs het zwaaigat gerooide boomen werden als veertjes medegevoerd den polder in. De boeren die hun beesten nog in 't land hadden, moesten deze spoedig in veiligheid brengen, wat ge lukkig alles nog zonder eenig ongeluk is afgeloopen. Den geheelen dag Don derdag, vooral toen het getij opkwam, stroomde het water met onverminderde kracht voort en door voortdurend ener giek werken slaagde men er in, een dam te leggen voorbij de sluis voor het water van den Binnenpolder, anders had ook daar een overstrooming het gevolg kun nen zijn, wat veel meer schade zou hebben berokkend dan in den Buitenpolder, waar het weiden vrijwel is afgeloopen. Alleen kan nu het overtollige zand wat nadeel geven. De schade voor den aannemer der betonwerken bij dit ongeval zal be trekkelijk nogal van beteekenis zijn, om dat het tot dusverre uitgevoerde werk vrijwel nutteloos is. Vrijdagmorgen was het water veel la ger en kalmer, de wind was meer Zuid west en de werkzaamheden aan dam en haven werden weer hervateen gat is reeds gestopt. Ook in den Polder trok het water langzaam weg. De toestand in Noord-Brabant. Ofschoon vele looierijen en vooral de grootere fabrieken nog eenigen tijd voorraad hebben, zoo kan men zonder vrees voor tegenspraak, beweren dat de Brabantsche leerfabrikant ernstig gaat vreezen zijn bedrijf te moeten stopzetten, althans zéér beduidend te verminderen. De schoenfabrieken werken, veelal aan voorjaarsorders, drukker dan een maand geleden, doch ook zij zien met schrik den tijd tegemoet. Het baart algemeen verwondering dat de prijzen van schoen werk tot heden nog tamelijk stationnair zijn, ondanks de ongekende duurte der grondstoffen. N. L. f L. de Beer. f Te Tilburg overleed de heer L. de Beer schoenfabrikant op het Goirke. De heer de Beer, in de omtrek beter bekend als Narus de Beer, heeft zijne zaak zeer om hoog weten te werken en was door zijne eerlijkheid en rechtschapenheid zeer ge zien en bemind bij collega's en afnemers. Daar zijn eenige zoon den geestelijken staat omhelsde, telt de zaak; gee a recbV- streekschea opvolger. N. L. Leerverbruik door de Europeesche legers. Vier en twintig millioen soldaten zijn er naar ruwe schatting in het veld. Een Amerikaansch vakblad berekent het maandelijksch verbruik aan voetbeklee- ding van het Europeesche leger op 14 millioen paar, daarbij komt dan nog het andere leer voor militair werk (paarden tuigen, koppels, ransels etc.). Er wordt dan gerekend dat het totale leerverbruik door de Europeesche legers bianen een half jaar 300 millioen gulden beloopt, 't Is de vraag of hiervoor genoegzaam huiden en looistoffen zijo te betrekken. N. L. Huidenleder tn extracten. Uit de berichten uit verschillende lan den blijkt, dst bijna overal een uitvoer verbod van huiden en lool-extracten is afgekondigd en dat de prijzen der hui den, maar vooral ran 't leder, enorm stijgen. Expositie Jan van Delft. Jan van Delft exposeert vanaf heden eene collectie schilderijen in de vitrine bij den heer C. de Cortie alhier. Een aansporing lot een kijkje, is natuurlijk overbodig. Staatscommissie - werkeloosheid. Verschenen is het eindverslag aan H.M. de Koningin van de Staatscommissie voor de Werkloosheid (ingesteld bij Koninklijk Besluit van 80 Juli 1009), waarv-n ook de heer E. W. Kl|jberg-P rum a hier, lid is. Het is een lijvig boekdeel groo' 878 d. zijden, met zeer belangrijke verhandelingen, waaraan wij nog wel eens gelegenheid zullen hebben een en ander te ontleenen Bevordering. Bij de 2e Com pie van het 42e Bat. Lande. Inf. werd tot sergeant bevorderd de beer J. v. Eijkelenbuig alhier. De heeren Jo». van Vugt alhier en Joh. Hoymayer te Besoijen korporaal» bij 't le Regt. Infanterie zijn eveneens tot sergeant bevorderd. *De Hanze.* De Jaarvergadering van de Diocesane Gilden der Bouwkundige Vakken der in het Bisdom van 's-Bosch bestaande Plaat* selijke-, Districts- en Dekenaatsgilden in de bouwbedrijven zal gehouden worden op Maandag 16 November e.k. des na middags om half drie, in de bovenzaal van het Café »Voskens4 Heuvel, hoek Bosscheweg, Tilburg.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 6