Nummer 93. Donderdag 19 November 1914 37e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. s b Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tieien. Q. 1. R. Eerste Blad. OR' DOORDMMTmBLll. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen Oorlogsleening. FEUILLETON. e, jen het aan elt, tot )or- gd, Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. ver- 3310 1 in Ier- 100,000 124,000 1,5 125,000 149,000 2 150,000 199,000 2,5 7.00,000 299,000 3 300,000 399,000 3.5 400,000 499,000 4 500,000 749,000 4,5 750,000 999,000 5 f-ai 5-8 8 4,- 4,20 4,80 7,- DERDEDEEL. De krankzinnige van Ecobeil. (59) 1916 5 5 917 5 5 1918 5 5 191$ 5 5 1920 5 5 1921 5'/2 57a 1922 6'/2 67a 1923 7 7 1924 71 /2 77a 1925 8'/2 87a 1926 9 9 1927 9'/2 97a 1928 10 Va 107a 1929 11 11 100 100 In de memorie van toelichting wordt De Echo van het Zuiden, Waalwpsclie en Langstraalsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond, Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken s gelden ems., franco te lenden aan Uitgever. den UITGAVE Prijs der Advkrtbntikn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale teer voordeelige contrac gesloten. Reclames 15 cent per regel Ingediend is het wetsontwerp tot het aangaan van een geldleening of-leenin gen van f 275 millioen en tot voorziening in de middelen tot dekking van rente cn aflossing dier leening of leeningen. In art. 1 wordt bepaaldEr wordt een vrijwillige geldleening aangegaan ten laste vaD den staat tot een bedrag van f 275 millioen tegen een rente van 5 ten honderd in het jaar, betaalbaar op halfjarige coupons, verschijnende 1 Fe bruari en 1 Augustus. Art. 3 bepaalt, dat er geen inschrij vingen dan van f 100 of een veelvoud daarvan worden aangenomen. Voorts wordt bepaald, dat, wanneer de inschrijvingen op de vrijwillige leening minder bedragen dan f 150 millioen, een gedwongen leening wordt aangegaan, rentende 4 ten honderd in het jaar be taalbaar op halfjarige coupons, verschij nende 1 Mei en 1 November. Zij, die voor het belastingjaar 1914/15 zijn of worden aangeslagen in de ver mogensbelasting naar een vermogen van f 75,000 of meer, zijn verplicht, deel te nemen io de in deze afdeeling bedoelde leeningdoorstorting van zoodanig bedrag als voor elk vermogen volgt uit onder staande tabel. percentage van het vermogen Vermogenstot hetwelk is deel te nemen in de leeniDg f 75,000 t/m. f 99,000 1 1,000,000 1,499,000 5,5 1,500,000 1,999,000 6 1,- 1,25 1,35 2,10 2,15 2,85 8,20 8,40 5.30 4 11,45 2,000,000 1,999,000 6,5 5,000,000 en hooger 7 met dien verstande dat het bedrag der verplichte deelneming naar boven wordt afgerond tot een veelvoud van f 200. De belastingplichtigen, bedoeld in art. 1 la b der wet op de bedrijfsbelasting, met uitzondering van de Nederlandsche Bank, welke in die belasting zijn of wor den aangeslagen wegens ultdeelingen, tot een totaal bedrag van f 10,000 of meer over een boekjaar, geëindigd in het tijdvak van 1 Mei 1913 t/m 30 April 1914, zijn verplicht, deel te nemen in de gedwongen ieening door storting van een bedrag, dat gelijk staat met de helft van die uitkeeringen. Omtrent de middelen tot dekking van de rente en aflossing der leening of lee ningen in deze wet bedoeld en omtrent het beheer dier middelen, wordt o. a. bepaald, dat wordt ingesteld een Lee- ningfonds 1914, waarvan de inkomsten en uitgaven jaarlijks bij afzonderlijke be grooting worden vastgesteld. Ten laste van de begroollng van dit fonds worden gebracht: a. de uitgaven voor rente, aflossing en amortisatie van de leening of leenin gen ingevolge deze wet aangegaan b. de kosten vallende op de uitgifte (daaronder begrepen de provisie) dier leening of leeningen c. de periodieke kosten van het beheer der leening of leeningen, daaronder be grepen in art 1. bedoelde provisie we gens de uitbetaling van coupons in het buitenland d. een uitkeering van f 1000.000 aan de algemeene middelen tot dekking der uitgaven begrepen in de staatsbegroo- ting e. het vermoedelijk nadeelig saldo der rekening van ontvangsten en uitgaven wegens de fondsbegrooflng over het voorafgaande jaar. Ten behoeve van het fonds worden geheven 20 opcenten op a. de grondbelasting en b. de personeele belasting over de jaren 1915 en navolgende c. op de bedrijfsbelasting over de belastingjaren, loopende van 1 Mei 1915 t/m 30 April 1916 en volgende, op te leggen aan de sub aen ck. van art. 1 der wet op Van nDE ECHO VAN HET ZUIDEN." die belasting bedoelde belastingplichti gen. alsmede van de sociëteiten ;d. op de aanslagen in de bedrijfsbelasting over de belastingjaren loopende van 1 Mei 1915 t/m 30 April 1916 en volgende op te leggen aan sub. b. van art. 1 der wet op die belasting bedoelde belastingplichti gen behalve de socleteiten w egens ult deelingen als bedoeld in art 5 1 dier wet, betrekking hebbende op een boek jaar, welks einde valt in de hiervoren sub c. genoemde belastingjaren. e. op de aanslagen in de vermogens belasting over de belastiogjaren, loopen de van 1 Mei 1915 t/m 30 April 1016 en volgende 50 opcenten op de zegelrechten van buitenlandsche effecten geheven of ver schuldigd geworden na 14 December 1914 10 Opcenten op de rechten en boeken van registratie, alsmede op de rechten en boeken van hypotheek, verschuldigd van alle na 14 Dec. 1914 geregistreerde akteu. 20 Opcenten op de rechten en boeten, die krachtens de successiewet worden geheven, wanneer het overlijden of de andere gebeurtenis, waardoor de ver plichting tot aangifte bestaat, plaats heeft na 14 Dec. 1914, zoomede wanneer na dit tijdstip wordt geërfd of verkregen tengevolge van de vervulling eener voor waarde. Van 15 Dec. 1914 worden geheven tien opcenten op de invoerrechten, aan welke hefting echter o. a. niet onder worpen zijn azijn, bier en zout. Ook worden geheven a. tien opcenten op den gedistilleerd- accijns, die na 14 Dec-1914 vorderbaar wordtb. tien opcenten op den accijns van al het vee, dat ter slachting wordt aangegeven na 14 Dec. 1914 c. twintig opcenten op den accijns op suiker, welke geheven wordt in de jaren 1915 en vol gende d. twintig opcenten op den ac cijns, geheven van wijn, die in de jaren 1915 en volgende wordt ingevoerd, hier te lande vervaardigd of uitgeslageu uit entrepot of uit een bergplaats, als bedoeld in art. 14 der wet van 20 Juli 1870, alsmede op den wijnaccijns, die In dat tijdperk ter zake van ondermaat in een particulier entrepot moet worden inge vorderd. Vóór l Januari 1920 wordt een voor stel van wet ingediend tot herziening of tot bestendiging der artikelen, krachtens welke bovenbedoelde opcenten worden geheven. Artikel 39 verlangt den suikeraccijns tot op het bedrag, bedoeld bij art. 1. Par. 1 der Suikerwet van 1897, welk art. io 1903 werd gewijzigd, doch nu in zijn oorspronkelijken inhoud wordt hersteld. Doch, vervolgeus heb ik nagedacht en heb ik er mij rekenschap vaD gegeven, dat het my niets geholpen zou hebben, den schuldige aan te klagen. De plaats niet kunnende aandniden, waar de kleine Raymond verborgen is, zou ik de premie niet getrokken heübeD. Ik heb mij dus Btil gehouden, want ik had slechts last op mijn hals gehaaldEen oogenbl.k heb ik eraan gedacht u om raad te vragen, heer baron Raad My om raad vragen? Waarom? Wel, ten tyde dat de kleine do Pommery opgelicht werd, stond gij met den heer Cbauvenel op den be3ten voet, gedurig waart gij te zamen te zien. Toen heb ik bij mij zeiven gezegd dat gij ongetwijfeld iets wist van de pionnen van mijn patroon. Zet nu zoo'n gezicht maar uiet op Hadt gij dienaangaande iets nuttigs kunnen mede - deelen, dan zou ik u niet vergeten hebben. Wy hadden eerlijk gedeeld. Ja, ik zweer het u, wy hadden de premie onder elkaar ver deeld.... Honderd vyftig duizend franbB kens, elk.... My ware het genoeg ge weest, en u had 't altijd in staat gesteld eenige schalden te betalen't was beter dan niets. D'Allardes beproefde te lacheD en murmel de Heel lieftallig van u aan my gedacht te hebben Chacail. Ongelnkbig kan ik u geen nattige helper zyn en zoo ontsnapt my de hoop oensmetu de 300.000 francs te deelen, welke het rantsoen van den kleinen Raymond uitmaken. De wildstrooper keek ernstig voor zich en niet lichtzinnig onherstelbare woorden uit te 6prekon, deed hij twee, drie trekken aan zijn pijp, en beek den rook achterna. Daarop vervolgde hij Het spijt my zeer u te moeten tegen spreken, heer baron, maar gij hebt jaist be kend dat gij al de kleine omstandigheden van de oplichtiog kent... waarschijnlijk omdat gij er deel aan gehad hebt. Gy verbaast my, sprak Roger, die be proefde te gekscheren. Gij had uwe verwondering wat vroeger en om eene andere reden moeten laten bly ken. Wanneer ik gezegd heb dat ik den schnldige kende, hebt gy u niet verroerd, hebt gy zynen naam uiet gevraagd... Een bewijs dat gy hem zoo goed kent als ik Eu zoo gy hem kent, is 't omdat gy met hem meegewerkt hebt... Wat deukt gij doarvan Op zulke onzinnigheden heb ik niets te antwoorden, wedervoer d'Allardes. Eu om kort te gaan Tot weerziens myn beste Chacail, voegde hij erbij, en dank in alle geval voor do in lichtingen welke gy mij verstrekt hebt. Roger verwijderde zich, terwijl de wild strooper op zijn aardhoop rustig zijn pyp bleef rooken. Plan van aflossing Aroortieatieplan. vrijwillige leening Gedwongen Ieening. Percentage van het Percentage van het werkelijk bedrag werkelijk bedrag der Jaar der Ieening, dat leening, dat is te be is af te lossen a steden voor aflossing pan. of aankoop van schuldbekentenissen der leening. Toen d'Allardes Villaines naderde, bemerkte by Adèle die hem op den weg tegemoet kwam. Zij hield een papier in de hand en scheen eveD ongeduldig als ontroerd. Waar waart gy toch vroeg zij op haren man toetredende, Sinds een uur zoek ik u overal. Ik ben tot aan La Jonchère geweest. Gij sliept toon ik weggegaan ben en ik hebn niet willen storen. Hier is een brief welken de bode ge bracht heeft, Och ja, ik heb hem niet ontmoet, hij zal eerst langi Ecobeil omgegaan zyn. Waarschijnlijk. Wilt gy kennis nemen van dezen brief? Hebt gij hem geopend? Ja, daar het duidelyk is dat wy voor elkaar geen geheimen hebben. Overigens, bet om zich den tijd te gunnen na te denken en schrift bad my doen vermoeden dat het eene vraag om halp of eene aanbeveling gold Zoo nw voedster niet sinds eenige weken te Villaines was, zon ik aan haar gedacht hebben. Natalie 1 Zy kan niet lezen od heelt alle moeite om uit oen gedrukt stuk wijB te worden hoewel ze naar het schijnt, twee jaar op school geweest is. 't Is waar dat dit zoo lang geleden is dat zy sindsdien alles wa«r kan vergeten hebben. De brief kon dan van haar niet zijn begrepen. Myne aarzeling heeft overigens niet lang geduurd, ik heb terstond ingezien dat hij kwam van de dochter uwer voedster. De dochter van Natalie Welke Lses en gy zult zien. Niettegenstaande het aandringen zyner vrouw legde Roger weinig haast aan den dag om ben nis te nemen van dien brief, als had hy het voorgevoel gehad, dat de inhoud hem niet anders dan onaangenaam kon zijn, Eindelyk nam hij toch een besluit en las half luid ,,Heer baron, Voor eenige weken heb ik aan moeder ge schreven dat wij besloten waren de Argentijn— sche republiek te verlaten, waar het leven niet houdbaar was en wij besloten naar Frankryk weer te keeren. Móeder beeft u dat moeten zeggen daar zij, naar bet schijnt van tijd tot tijd naar Villaines gaat. Oos vertrek is kort op dezea brief gevolgd De Fransche concul te Buenos-Ayres beeft ge zorgd dat wij konden terugkeeren wij bad den geen duit meer. Wy zijn thans te Bordeaux aangekomen doch bevonden ons zonder eenig inkomen. Wat meer is, de kleine Raymond die het totnutoe goed stelde, is ziek geworden, zelfs tamelijk erg ziek, zoodat de doctor noodig geoordeeld heeft, hem naar het gasthuis te doen overbren gen. Mijnheer, ik kom beroep doen op uw goed hart, op uwe edelmoedigheid. Zoo gij ons ten minste de vyf maanden bondt sturen, welke gij ons wegens verzorging van bet kind nog verschuldigd zyt, dit zou oob reeds grooteu dienst bewijzen. Wij willen, inderdaad, te Bor ïerlonerd aan de geheime nota, die de minister van financiën aan de Staten- Generaal deed toekomen en welke thans, nu de redeneD, waarom van uit deTweede Kamer geheimhouding dier nota werd gevraagd, hebben opgehouden van kracht te zijn, bij het wetsontwerp wordt ge voegd. Het overleg, dat de regeering over deze aangelegenheid heeft gepleegd met de voorzitters der verschillende kamer clubs, heeft er toe geleld om in het ontwerp op één punt van het in de nota ontwikkelde plan af te wijken en het op een ander punt aan te vullen. Het eerste punt betreft den termijn gedurende welken, wat de vrijwillige leecing aangaat, conversie wordt uitge sloten. Die termijn is vau zes jaren verkort tot drie jaar. Het tweede punt staat met de ver korting van den uitsluitiogstermijn in nauw verband. Bij het overleg met de voorzitters der Kamerclubs bleek er vooral groot verschil van meening te zijn over de wijze, waarop in 't ontwerp wordt voorgesteld, rente en aflossing der leening te dekken. Gevreesd werd, dat indien aan den wetgever der toekomst niet de verplichting werd opgelegd, zich binnen een in de wet zelve met het vraagstuk der dekking opnieuw bezig te houden, hij al te licht geneigd zou zijn, aan het eenmaal bestaande niet te tor nen,.ook al zou dit aan gewettigde cri- tiek bloot staan. Daarom werd in het ontwerp opgenomen, dat een voorstel tot herziening of bestendiging der be palingen omtrent de dekking van rente en aflossing vóór 1 Januari 1920 bij de Tweede Kamer moet worden ingediend. In bovenbedoelde nota worden de kosten der mobilisatie begroot op I kosten te land op de oorlogsbe- grootiog voor het loopende jaar werden buitengewone credieten toegestaan tot een gezamenlijk bedrag van 100 mllll- oen van 1 Januari tot 1 April 1915 zal nog minstens f 30.000.000 II. kosten ter zee In Augustus eu September werden van het extra-krediet uitgegeven ongeveer 21 /2 millioen. De minister van marine raamt de uitgaven per kwartaal op ongeveer f 1.200.000, dus van 1 Oct. 1914 tot 1 April 1915 rond f2,500.000 samen 4 millioen, zoo dat de kosten der mobilisatie zijn te schatten op f 135.000.000. De verleende credieten van te samen 105 millioen zullen dus niet voldoende zijD, indien niet voor April a.s. gede mobiliseerd wordt. De kosten der maatregelen van soci alen aard zijn nog moeilijker te ramen. Voor werkloosheidverzekering, bijdragen aan het Koninklijk Nationaal Steunco mité, kosten van of bijdragen in werken, die worden uitgevoerd ter tegemoetko ming in de verminderde werkgelegen heid, kosten vallende op den toevoer van levensmiddelen en veevoeder, bij slag in maatregelen, die vanwege ge meenten worden getroffen, garanties voor credieten, waarbij het algemeen belang is betrokken, voorschotten aan gemeenten enz. moet gerekend worden op een bedrag van f 60,000,000. Kosten van vluchtelingen, waarvoor deaux blij vod, zoolang de kleine niet zal genezen zijn. Wy logeeren in eane kleine herberg. «Inde bijeenkomst von de Gersenaren", Baralankaai. Een nederig en niet duur verblijf, maar het moet toch betaald worden en zoolang Richet geen werk aan de haven zal gevonden hebben bezitten wij niets, volstrekt niets. Ik hoop dus, bear baron, dat gy ons zonder uitstel geld znlt zenden, wij hebben het drin gend noodig. x Nu zal ik van de gelegenheid gebruik maken om u te melden welke onze plannen zijn voor de toekomst. Daar wy volkomen ten onderge bracht zijn, dat wij niets meer in 't verschiet hebben, zien wij er van af eene hoeve te huren. Wij zullen ons liever als dienstboden plaatsen en hopen wel een huis te vinden waar men onze diensten kan gebrniken. Docb, daarvoor is het noodig dat wy van den kleiuen André afraken; het zal ons spijten want wij hielden veel van bet ventjp. Maar omdat er geen middel is anders te bandelen, zullen wij daartoe wel moeten overgaan. Ik kom u dos verzoeken, heer baron, den armen kleine te willen terugnemen, zoodra zijn toestand zal toelaten hem zonder gevaar te komen halen. Gij zult hem aan zijne grootmoe der weergeven of bem aan iemand anders toevertrouwen, dat is iets dat gij zelf Bchikken moet. Wat ons aangaat, wij vorlangen zoo spoedig mogelijk van die verantwoordelijkheid af te zijD. In afwachting van een spoadig antwoord, bieden wij u, heer baron, ouze beleefde groeten nan. Celine Ricbet, Bacalanbaai, Bordeaux." Welnu, wat denkt gy er van? vroeg Adèle, toen haar man dien brief gelezen hadt. Ik denk, sprak Roger met geveinsde onverschilligheid, dat de arme Richets geen geluk hebbeD. Dat zij slechte zaken gemaakt hebban in Frankryk waar bet leven dnnr is, valt nog te begrijpen. Maar dat zij erdoorge- tobd zijn in Argentinië, waar het in 't algemeen iedereen Inkt, moeten zy waarlijk door een on verbiddelijk noodlot vervolgd zijn een nood lot van den aard als het mijne. 't Is niet daarover dat ik h^b willen spre ken, wedervoer de jonge vronw. Dat de Richets geen fortnin gemaakt hebben in Amerika is zeker te betreuren, voor ben, eu ik beklaag hen van ganscher harte maar alles wel inge zien, dat gaat slechts hen ann Dat is echter niet het ergste geval, wel eene andere kwestip. Welke kwestie? sprak Roger, verwonde ring veizende. -- Wat is dat kind vroeg Adèle plots beslist dat kind welk gij vroeger aan de zorgen der echtelieden Richet zondt toevertrouwd heb ben en dat zij du u willen teruggeven?... O murmelde d'Allardes die geheimziu nig wilde doen, dat is namelijk moeilijk om uit te leggen overigens daar is mil geheimhouding over verzocht. Het zy u voldoende dat het een kind iB... vod... een mijner vrienden... Hetgeen gij zegt, verrast mij ten ze rate stamelde de jonge vronw. Wolken ouderdom bezit dit kind Eerlijk, ik zon het niet juiBt kannen zeggen-.. Anderhalfjaar... twee jaar misschien. Eu om welk tijdstip hebt g'y het aan de echtelieden Richet toevertrouwd Ik bid u, maak my niet lastig door uwe onbescheiden vragen. Heel wel.' Uw gebaar van ongeduld is zooveel als een antwoordhet beduidt dat gij dit kind aan de Richets bebt toevertrouwd na juist dertienmoandan geleden,..- is te zeggen, in die dogan dat de kleine Raymond de Pommery ontroofd werd. In andere woorden beteekent het dat dit kind juist de zoon is van Salange. D'AUardeB haalde de schonders op en wendde het hoofd om zooder te antwoorden. Uw stilzwijgen is een bekentenis, ging Adèle voort, zich opwindende, en het ontslaat my u verdere ophelderingen te vragen, üve rigens, ik hoef er niet op aan te dringeD. Gy weet nu wat u te doen ataat en ik durf gelooven dat gij nwen plicht zult volbrengen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1914 | | pagina 1