Nummer 1.
Vrijdag 1 Januari 1915
58e Jaargang
k
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwi|ksche Stoomdrukken] Moon Tielen,
NIEUWJAAR.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever
UITGAVE
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Prijs dcr Advertbntikn 10 cent per regelminimum 6 regelsgroote
etters naar plaatsruimte. Advertentiëu 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige coQtr&o-
gesloten. Reclame* 15 cent per regel
't Vervlogen jaar mijn afscheidsgroet
De jonge loot, die ouden tronk ontschoot
Als eerder jeugd, mijn wellekom.
Een feniks, zich verjongend bij den dood,
Ontplooi de knoppen en toon ons uw schat.
Dat we in uw binnenst lezen, hoe ge zijt.
Zijn 't bloemen, die ge biedt, of vruchten
Zijn 't doornen, rozen, vrede of strijd
Schenk ons d'olijftak, groenend vredepand,
Gelijk de duive Noach bracht.
Na bange reize t Nieuwe Land.
Een gulden zon na bangen nacht.
Weer wenkt t ruime arbeidsveld.
Welaan vooruit met moed
En vrijen, blijen levenszin
U, Nieuwjaar, mijnen groet.
A. J. A. C. van Delft
Zoo staan wij dan weer op den drem
pel van het nieuwe jaar en slechts met
tegenzin en huivering werpen wij nog
een terugblik op 1914, dat met letters
van vuur en bloed in de geschledboeken
blijft aaugeteekend. Met letters vau vuur
en bloed Want zien wij niet in onze
verbeelding die ontelbare rookendc pui-
nen, laatste overblijfselen van eertijds
zoo welvarende steden en dorpen, die
een gelukkige, vreedzame en nijvere be
volking huisvestten, genietend van de
zoete, welverdiende vruchten van haar
onverdroten arbeid Aanschouwen wij
daarbij niet die honderdduizenden doo-
den, voorheen de bloem, de pit en de
hoop der natie, uitgestrekt in ijzige
stilte of wegkrimpend van pijn op den
met stroomen bloeds gedreakten grond
Wordt ons oor niet verscheurd door de
gillende, snijdende jammerkreten zoowel
van de dapperen, die vielen voor hun
land, als van de overblijveoden, die in
onbeschnjflijken rouw en ellemde, handen
wringend, ten hemel schreien Ach, Heer,
geef toch vrede Lijkt het niet of de
beschaving met algeheelen ondergang ge
doemd is, nu het dierlijke in den mensch
de overhand gekregen heeft, en de wer
ken van beschaving en kunst, de roem
en trots van een land, eeuwen op het
hoofd torsend, als io een ommezien met
den groad gelijk gemaakt zijn Zouden
wij niet geneigd zijn onderhand te ge-
lo^ven, dat niet de Christus maar de
Satan regeert en het woord van den
dichter waarheid bevat, waar hij zegt:
Dan schreien aard' en lucht en ber-
[gen en valleien,
Maar d'afgrond juicht en lacht, als
[stervelingen schreien
Doch neen, steeds huilt hij, maar al
[huilend schept hij lucht,
Wanneer het menschlijk kroost in
[zijn benauwdhèen zucht.
(Bilderdijk.)
Zouden wij na zooveel barbaarschheid
nog hoop op een betere toekomst mo
gen voeden en allen, doch onzen abon-
nés in de eerste plaats, een -tZalig
Nieuwjaardurven toewenschen Ons
antwoord hierop luidt volmondig Ja
Hebben in deze droevige tijden niet tal-
looze engelen van menschlievendheid en
hulpvaardigheid, weldoend en zegenend
over de aarde rondgewandeld, zoekend
en speurend, waar wonden te verbinden,
honger en dorst te stillen, tranen te
drogen, smart te balsemen was en nog
is? Werd de deur niet geopend voor
den armen verlatene en het brood met
den hongerige niet gedeeld Is men
ooit dieper overtuigd geworden dan
thans, dat de oorlog een ondiog, eeD
schande is voor het menschelijk geslacht
en alle middelen beraamd moeten wor
den om hem in de toekomst te voorkomen
tot een onmogelijkheid te maken Is er
ooit meer en vuriger gebeden, zelfs door
hen, die alle geloof overboord schenen
geworpen te hebben? Wij mogen ver
trouwen in een betere toekomst, doch
dienen daarbij geduld te oefenen. De
wetenschap heeft de pest, voor Europa
althans, naar de doos van Pandora terug
gedreven het snelle en drukke handels
verkeer heeft den hongersnood zoo goed
als geheel doen verdwijnen en ook de
oorlog, de laatste doch de verschrikke
lijkste van de drie geesels der mensch-
heid, zal, met Gods hulp, eenmaal voor
goed tot bet verleden behooren, wanneer
de Christelijke geest, de geest van Hem,
die de „Vredevorst" bij uitstek en in
den waren zin des woo ds is, dieper in
de zielen doorgedrongen is. Als straks
de fakkel des oorlogs gebluscht is, wacht
ons dus een heerlijke taak, dan zullen
wij allen de hand aan den ploeg slaan
om een nieuw veld te bearbeiden, dat
mettertijd heerlijke vruchten zal voort
brengen, dan zullen wij de lessen van het
verleden in practijk brengen en er In de
eerste plaats en vóór alles aandenken, dat
wij menschen, d.i. kinderen van één Vader
zijn, die naar Zijn gebod elkander moe-
tet liefhebben m plaats van te bestrijden.
Dan moet ons streven er op gericht
zijn van onderaan, d.i. bij de jeugd een
heilzjmen afkeer tegen den oorlog in te
boezemen en de militaire macht slechts
te beschouwen als een droeve noodzake-
lijkheicom den met geweld verstoorden
binnenUndscheo vrede te herstellen, de
vrijheid des lands te handhaven, orde en
recht te doen eerbiedigen. Dan moetei
wij de blikken vestigen op den tempei
des Vredts te 's Gravenhage die hoe
ook in deze dagen bespot, eerst nu voor
goed aan zijn grootsche bestemming, gaat
beantwoordei en de plaats zal zijn, waar
internationale geschillen op vredelievende
wijze voortaaV bedecht worden. Dan
moeten wij wtrken om in eigen land,
al werd het, Gode zij eindeloos dank,
tot heden voor de gruwelen der verwoes
ting gespaard, in te halen, wat ook hier
verloren ging, de bronnen van welvaart
ruimer te doen vloeien, door arbeid en
vlijt handel en industrie hooger op te voe
ren, kortom dan moeten wij allen zonder
onderscheid ons best doen om ons land,
onze provincie, gemeente, gezin, ons
zeiven eindelijk, gelukkig en beter te
maken. Aan vele slechte dingen, wij wil
len het ronduit bekennen, heeft de oorlog
ook voor ons, schoon er niet In betrokken,
een einde gemaakt. Vele wanverhoudin
gen zijn verdwenen en beter dan ooit
beseffen wij thans, dat wij niet tegeD,
maar met en voor elkander moeten ar
beiden, dat wij elkander moeten steunen
daar waar zulks maar eenigszins mogelijk
is. Met deze gedachten bezield treden
wij het nieuwe jaar, ondanks het namen
loos leed, dat in Europa zoo schrijnend
gevoeld wordt, met zekere blijmoedigheid
in. In de hoop, dat ons dierbaar Vader
land ook in 1915 buiten het gedrang mag
blijven, de vredesolijf weldra geplant, han
del en nijverheid zich weer normaal ont
wikkelen, arbeid en vlijt welvaart in ieder
gezin brengen, liefde en godsdienstzin
onze karakters adelen, ons nader tot el
kander voeren mogen, ook zelfs bij ver
schil van meening, roepen wij U, geachte
lezers, in de volheid des harten toe
ZALIG NIEUWJAAR 1
Berichten van Donderdag.
De operaties in Frankrijk en België.
BERLIJN, 30 December. (W. B.). Uit
het groote hoofdkwartier wordt heden
morgen gemeld
Om de boerderij St. Georges, ten
Zuid-Oosten van Nieuwpoort, welken
wij voor een onverwachten aanval van
den vijand moesten ontruimen, wordt
nog gestreden.
De storm en de geweldige regens
hebben zoowel aan onze positie als aan
die van den vijand in Vlaanderen en in
het Noorden van Frankrijk schade aan
gericht.
Op het overige front verliep de dag
over het algemeen rustig.
PARIJS, 30 Dec. (R.O.) Het ofticieel
communiqué van hedenmiddag drie uur
luidt
In België hebben wij in de streek
van Nieuwpoort een'g terrein gewonnen.
De vijand bombardeerde St. George
met groote heftigheid.
Wij veroverden ten Zuid-Oosten van
Zonnebeke een Duitsch steunpunt.
Van de Leye tot de Oise valt niets
te melden.
Langs de Aiose en in Champagne
toonde de vijand een verhoogde activi
teit, vooral door hevige bombardementen,
welke wij met succes beantwoordden.
In het Argonnerwoud hebben wij
lichte vorderingen gemaakt.
Op de hoogten langs de Maas werd
een zeer hevig artillerievuuronderhouden.
In de Vogezen sloegen wij een aan
val van deD vijand op de hoogte Faux
kopf af.
In den BovenElsas versterken wij
onze posities.
De Duitsche batterijen, die Boven
Aspach bombardeerden, zijn tot zwijgen
gebracht.-
Van het Oostelijk oorlogstooneel.
BERLIJN, 30 December. (W. B.) De
groote generale staï meldt hedenmorgen
In OoBl-Praieen is de Russische cavalerie
op Piilkallen teruggedreven.
In Polen op den reenteroever van de
Weichsel is de toestaud onveranderd.
Op den Westelijken oever van dé Weich
sel werd het offensief ten Oosten van de
B9ura voortgezet. 0/erigem duren d*e ge
vechten aan en ten Oosten van de Riwka
voort, evenals bij Iuowlodz en ten Zuid-
Westen van deze plaats.
Door buitenlandsche berichten wordt de
schijn gewekt alsof Lowitsch en Skemewiie
nist in ons bezit zijn. Deze plaatsen zijn
sinds meer dan zes dagen door ons veroverd.
Ske'newiae ligt reeds een heel eiod ach'er
ons front.
Amerikaansche nota aan Engeland.
WASHINGTON, 29 December. (Reu
ter. Part.). In een nota van de regeering
der Ver. Staten aan Engeland wordt ge
zegd dat, hoewel de verschepers de
raadgevingen van de Engelsche regeering
hebben opgevolgd, er geen verbetering
in de toestand van de onzijdige scheep
vaart is gekomen vergeleken bij het be
gin van den oorlog. De nota erkent het
werk dat Engeland in het verleden heeft
gedaan door de zeeën voor de onzijdigen
te beveiligen, doch hoopt dat Engeland
zal inzien van hoe ernstige beteekenis
de voortdurende inmenging van Engeland
voor de onzijdige scheepvaart is De nota
betoogt, dat de voedingsstoffen voorwaar
delijke contrabande zijn, daar ze zoowel
voor de burgelijke bevolking als voor
het leger bestemd zijn. Ten aanzien van
de aanhouding van schepen op zee zegt
de regeering dat hoewel het recht der
oorlogvoerende staten tot doorzoeking
van schepen moet worden erkend, het
bewijs van de vijandelijke bestemming
der lading overtuigd behoort te zijn op
het oogenblik van de doorzoekiog. Zij
protesteert tegen het opbrengen van on
zijdige schepen in havens van oorlog
voerende landen alleen op verdenking.
De nota betoogt dai de oorlogvoerende
mogendheden den neutralen handel be
hooren te beschermen. Eogeland wordt
voorts behuldigd dat het ten opzichte
van Skandinavische koperladingen an
ders heeft gehandeld dan ten opzichte
van Amerikaansche koperladingen. Ame
rikaansche zendingen naar Italië zijn aan
gehouden, terwijl die voor Skannlnavië
bestemd, ongemoeid werden gelaten.
Nederland heeft zich bij dit protest aan
gesloten.
Uit België.
Een redevoering.
De provinciale raad van de Belgische
provincie Henegouwen was op 19 dezer
door de Duitsche overheid in België
bijeengeroepen om te beraadslagen over
oorlogsbelastingen, die het geheele land
zullen treffen. In die vergadering heeft
de onder-voorzitter van den provlnc'alen
raad, het republikeinsche lid mr. F.
Aodré, een redevoering gehouden, waar
in hij vooreerst aan koning Albert en de
Belgische soldaten een saluut vao dank
baarheid en bewondering gebracht heeft.
Wij zijn, vervolgde mr. André, hier
bijeen om op bevel oorlogsbelastingen
aan te nemen, die het geheele land
treffen. De leden van de verschillende
provinciale raden beraadslagen met el
kaar over de maatregelen, die cr om
zoo te zeggen gemeenschappelijk geno
men kunnen worden over onderwerpen,
die buiten hun bevoegdheid gaan. Vol
gens de Belgische wet, die door geen
Duitsch besluit is opgeheven, begaan zij
aldus een overtreding. In afwachting
van het oogenblik, waarop dc Duitsche
overheid het recht zal hebben belastingen
over het geheele land fe heffen, is het
thans, nu onze 120.000 soldaten nog
Belgisch gebied bezet houdeD, zeker,
dat er, volgens de bepalingen van de
conventie van Den Haag, slechts belas
ting geheven kan worden voor de be
hoefte van het bezettingsleger.
Na de vraag beantwoord te hebben
wat een bezettingsleger is, vervolgde
mr. André
Zonder aanspraak of recht eischen dus
de Duitschers 480 millioen van het land.
Moeten wij die reusachtige oorlogs
schatting goedkeuren Zoo wij alleen
naar ons hart luisterden, zouden wij
antwoorden Neen, neen, vierhonderd-
tachtig-mlllioen maalneen Want ons
hart zou Ons heggenwij waren een
klein land, dat gelukkig was te leven
van zijn vrijen arbeidwij waren een
eerlijk, klein land, dat vertrouwen had
in tractaten en aan de eer geloofde.
Wij waren een ongewapende kleine natie
vol vertrouwen toen D'dtschland plotse
ling twee millioen man op onze grenzen
wierp, het geweldigste leger dat de
wereld ooit gezien had, en tot ons zei-
de >Verraad het woord, dat gij gegeven
hebt, laat mijn legers doortrekken, opdat
ik Frankrijk verpletteren kan en ik zal
u goud geven.*
België heeft geantwoord »Houdt uw
goudik wil liever sterven dan eerloos
leven I*
De Historie zal eenmaal op de grootsch-
heid wijzen van dit gebaar, dat ons te
genover de toekomst voorgoed verheer
lijkt. Want niets komt in de geschied-
boeken van het verleden de zelfverloo
chening van dit volk rabij, dat, niets te
winnen hebbende en alles te verliezen,
liever alles verloren heeft om zijn eer
te redden en dat zich vastberaden in
den afgrond van nood maar van
glorie 1 geworpen heeft.
Het DuiLchc leger heeft dus het va-
deiland overweldigd, plechtige tractaten
schendend. >Dat is een lout, heeft de
Duitsche rijkskanselier gezegd het lot
van Duitschland heeft ons gedwongen
die fout te begaan. Maar wij zullen het
ongelijk, dat er aan België aangedaan
is door het doortrekken van onze legers
herstellen.*
In al onze ellende voelen wij slechts
het >ongelijka, dat ons vaderland is aan
gedaan, want wij alleen kunnen de diepte
van ons ongeluk peilen. Mr. André wijdt
dan eenige woorden aan de nagedachtecis
van het tragisch omgekomen, hoogbe
jaarde lid van den provincialen raad,
Hadelin Piret. Zijn redevoering vervol
gende, zeide hij
Dat ongelijk wil men aldus herstellen
Duitschland zal betalen Neen België
zal aan Duitscbfand 480 millioen frank
betalen. Geef er uw stem aan I
Toen Galilei, nadat hij ontdekt had,
dat de aarde om de zon draait, aan den
voet van den brandstapel gedwongen
werd zijn dwaling af te zweren en te
zeggen: >de aarde draait niet*, heeft
hij, zoo zegt men, gefluisterd>toch
draait ze!» Welnu, mijneheeren. daar ik
voor mijn land een nog grooter ellende
vrees, stem ik vóór de 480 millioen.
Maar aan den voet van den brandstapel
Haal wij li se lie en
Courant,
De Oorlog.