Nummer 13
Donderdag 11 Februari 1915
38e Jaargang.
Tweede Blad
Provinciaal Nieuws.
-v. --
Waalwiik, 10 Febr. 1915.
Koopt niet In den vreemde, wat gij
Jn Waalwijk even goed en even
goedkoop kant vinden.
2651 W. B.
Waalwijks Belang.
Maandagavond had in de achterzaal
van het Hotel Verwiel de jaarijksche
algemeene vergadering van Waalwijks
Belang* plaats, die slechts zeer matig
bezocht was.
De Voorzitter Dr. van Gils opende de
vergadering en zeide dat het 't bestuur
zeer veel genoegen deed de oude be
proefde vrienden van W. B. weer te
zien en dat het hem speet dat zoovelen,
die toch de vergadering konden bijwonen,
afwezig waren die schijnen, zoo zeide
hij, alleen te bewegen te zijn als er iets
bijzonders op het programma voorkomt.
De notulen der vorige algemeene en
buitengewone algemeene vergadering,
alsmede het jaarverslag werden door
den secretaris voorgelezen en zonder
aanmerkingen met een woord van dank
van den voorzitter goedgekeurd.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester, werden door eene com
missie van twee leden onderzocht en in or
de bevonden. De penningmeester werd
onder dankbetuiging gedechargeerd.
Met bijna algemeene stemmen werden
tot bestuursleden herkozen de heeren
Dr. van Gils, M. A. van Liempt en Jan
van Schijndel. De vergadering werd na
de gebruikelijke rondvraag gesloten.
zoowel voor de leden als voor 't publiek.1
.Het publiek kreeg een mooie, hoog
staande uitvoering, waarin het goed-
zingen in combinatie met het mooi
voorhanden stemmateriaal en kundige
eiding iets extra's hebben voortgebracht,
e leden mogen tevreden zijn met zulk
een mooi bezette zaal van Waalwijken
daarbuiten. Moge de vereeniging op
den ingeslagen weg voortgaan, moge
zij groeien en bloeien, om naast onze
andere muziekgezelschappen, het muzi
kale leven en daardoor den kunstsmaak
en de gezelligheid in onze plaats te
bevorderen.
Boven allen, een woord van lof aan
den bekwamen directeur, den heer Gerrit
Gerritsen, die dit betrekkelijk kleine
corps in korten tijd tot zulk een hoogte
ïeeft weten te brengen, dat zegt ons
voldoende voor zijne hoogstaande mu
zikale kenniszijn dirigeeren getuigde
ook van groote musicaliteit, was zeer
)ittig, zonder overdrijving en zoodoen
de een lust voor de oogen.
Dat het accompagnement der soliste
op de piano en van enkele koornum
mers op 't orgel bij den heer Gerritsen in
uitnemende handen was, behoeft niet
gezegd.
Waalwijks Gemengde Zangvereeniging.
In onze voorloopige aankondigingen
der eerste uitvoering van „Waalwijks
Gemengde Zangvereeniging" hebben we
doen uitkomen dat wij goede verwach
tingen koesterden van de prestaties van
dit jeugdige gezelschap. Wij grondden
deze verwachtingen op het feit, dat er
met zooveel ijver en ambitie was gere
peteerd, dat er vele goede krachten
huisden onder de leden, maar niet
't minst op de goede eigenschappen die
de muziekwereld den directeur toekent.
We moeten dan direct verklaren dat
onze verwachtingen en ook die van velen
onzer best bevoegde beoordeelaars zijn
overtroffen. „Waalwijks Gemengde
Zangvereeniging" heeft ons een in elk
opzicht verzorgde uitvoering gegeven,
ons een genotvolle avond verschaft.
En al heeft ook zij te kampen gehad
met omstandigheden waardoor verschil
lende leden, zeer zeker tot hun spijt,
deze eerste uitvoering niet konden
medemaken, niettemin heeft zij ons iets
geboden dat „af" was. We bedoelen
niet een zuiver kritisch verslag te geven,
maar wenschen toch te constateeren dat
voor alles zeer zuiver is gezongen, dat
met alle nuances zoo volkomen rekening
werd gehouden, dat men zich niet kon
indenken dat men hier een gezelschap
dames en heeren voor zich had, dat
zijne eerste uitvoering aan het publiek
bood.
Mogen we een paar nummers aan
stippen, dan noemen we van 't koor
„Alt Deutsches Marienlied" vanPratorius
„Ave Verum" van Mozart en niet 't
minst „In Stiller Nacht", „Abschiedslied
„Schnitter Tod", van Brahms, die alle om
de nummers zelf en de wijze waarop
ze gegeve* werden, een hoogstaand
muzikaal genot schonken.
Mejuffrouw Cato de Wit, sopraan te
Utrecht die hare welwillende medewer
king verleende, beschikt over een zeer
fijn, lief geluid, dat zeer geschoold is.
Zij had een zware taak, maar heeft zich
daarvan op uitnemende wijze gekweten.
We noemen van haar „Madonna
kindje" van Cath. van Rennes. „Immer
leiser wird mein Schlummer" van
Brahms en „Niemand hat's gesehn" van
Löwe. Mocht haar stem voor een groote
zaal wat sterker gewenscht zijn, het
lieve, heldere geluid, de fijne nuaneering
de groote techniek met uitstekende voor
dracht hebben haar mede een groot deel
van 't succes dezer geslaagde uitvoering
bezorgd.
Want werkelijk deze eerste uitvoering
is in elk opzicht geslaagd, we zouden
durven zeggen, is^één succes geweest,
Een onzer muziek-recensenten schrijft
ons nog
Een concert van meer dan gewone
beteekenis, Waalwijks Gemengde Zang
vereeniging, directeur de heer Gerritsen,
biedt en beveelt zich zelve voor de
eerste maal bij het kunstlievend publiek
aan, dat in vrij grooten getale van hier
en elders is opgekomen.
Aan de ontroering, de z.g. „planken-
fieber, kon ook deze Vereeniging zich
niet geheel onttrekken. Daarvandaan
wellicht, dat het eerste nummer: »Mo-
tette" van Schulz, wat zenuwachtig ge
zongen werd. Reeds aanstonds echter
bleek, dat de Vereeniging over goede
sopranen en alten beschikt, waartegen,
wonder genoeg bij een gemengde Zang
vereeniging, de mannenstemmen niet
voldoende opwogen.
Reeds beter marcheerden het oude
Duitsche Marienlied van Pratorius en
het heerlijke, diepvrome „Ave Verum"
van Mozart, een juweeltje in zijn soort
welks modulatiën bijna ultra modern
mogen heeten. Zeer fraai klonk het
„Ende des Gerechten" van Schlicht,
waar de Vereeniging geheel zich zelve
was. De koren van Brahms, Anna Laurie,
van Kissner, benevens een paar aller
liefste nummers van Worp liepen mede
uitmuntend van stapel. Aangenaam is
het ons te mogen zeggen, dat de zui
verheid bijna nergens in het gedrang
kwam en zoowel uitspraak als nuancee
ring goed verzorgd waren. Daarbij mo
ge men van een eerste optreden, een
soort vuurdoop, niet te veel eischen,
immers
„Harmonisch ontwikkelt de schepping
haar gaven. De knop windt zich los en
de bloesem wordt vruchtEn iedere
knop, die bloesem en vrucht wil voort
brengen, moet strijd verduren van bin
nen, doch vooral van buiten. Jammer
Och neen, de knop, die geen rukwind
of hagelslag verdragen kan, draagt toch
de kiem der ontbinding in zich die
groeit en bloeit slechts voor korten tijd.
Als soliste was geëngageerd Mej. Cato
de Wit, sopraan te Utrecht, die over
een lieve stem beschikt, welke o.i. zich
beter leent voor kamermuziekuitvoering
dan voor een groote zaal als Musis.
Niettemin werden hare talrijke liederen,
alsSpirito Santo van Löwe, Auf dem
Kirchofe van Brahms, „De Kruisweg"
van Kuiler Madonnakindje van C. v.Ren-
.nes, een drietal fraaie liederen van Cha-
minade, nog enkele van Brahms en
Löwe, warm toegejuicht, wijl de artiste
door een uitmuntende methode en een
keurige uitspraak trachtte te vergoeden,
wat aan kracht ontbrak.
De heer Gerritsen bleek naast een
geroutineerd directeur een uitstekend
begeleider te zijn. Trouwens op dat
laatste gebied heeft de heer Gerritsen
reeds lang zijn sporen verdiend. De
leiding van het geheel kan dus al moei
lijk aan betere handen worden toever
trouwd, zoodat wij de toekomst der
Vereeniging met gerustheid tegemoet
zien. In ieder geval de Vereeniging is
erzij heeft haar eerste proef glansrijk
doorstaan en bedriegende voorteekenen
ons niet, dan zal het ook met haar
„Excelsior" gaan.
De Hanze.
Maandag 8 Februari hield boven
genoemde vereeniging hare jaarlijksche
algemeene vergadering in het boodsge-
bouw.
Voor een zeer slechte opkomst opent
de Voorzitter de heer Walt. van der
Heijden te ongeveer 7V2 uur met den
chrlstelijken groet de vergadering en
geeft het woord aan den adviseur der
vereeniging, den ZeerEerw. Heer Buijs
uit Besoijeo.
Wijl diens tijd echter beperkt was,
moest Z. Eerw. slechts kort zijn. Spr. wijst
er op dat, hoewel de tijden minder gun
stig zijn, er toch eenige vooruitgang valt
te bespeuren. Voorts spoort Spr. de le
den aan Diet alleen trouwe leden, doch
ook ijverige propagai. 'Isten te zijn.
De Voorzitter brengt Z. Eerw. namens
de vergadering eenige woorden van
iank en verzoekt den Secretaris de
notulen te willen voorlezen. Nadat door
den secretaris hieraan is voldaan, wor
den deze onveranderd goedgekeurd en
vastgesteld.
2. Jaarverslag Secretaris.
Uit dit jaarverslag blijkt eveneens dat
er eenige vooruitgang valt te bespeuren
terwijl de leden daai in nogmaals worden
aangespoord, door ijverige samenwer
king den bloei der vereeniging te be
vorderen.
3. Jaarverslag van den Penningmees
ter.
Uit dit ovetzicht blijkt, dat de ver
eeniging een batigsaldo heeft te boeken
van f26.03.
4.Verkiezing van een bestuurslid, we
gens periodieke aftreding van den heer
C. de Greeff.
Na gehouden stemming blijkt dat de
leer C. de Greeff met algemeene stern-
is herkozen.
De Voorzitter feliciteert den heer de
Greeff met zijne benoeming en vraagt
of hij deze aanneemt.
De heer de Greeff dankt de verga
dering en zegt dat hij met zijne benoe
ming ten zeerste vereerd is.
Voorts zegt Spr. het geluk te hebben
gehad 2 nieuwe leden aan te werven,
terwijl hij heeft kunnen bewerken dat
enkele personen, die vroeger lid zijn
geweest, wederom tot de vereeniging
zullen toetreden.
De 2 nieuwe leden welke door den
heer de Greeft zijn voorgedragen, wor
den met algemeene stemmen aangeno
men.
6. Voorstel van het Bakkersgllde.
Een der leden zegt dat in de laatste
bakkersvergaderiug een voorstel is in
gekomen om stappen te doen bij het
Hoofdbestuur van de Hanzegilde, dat
deze zal protesteeren tegen den uitvoer
van voedingsmiddelen, daar deze zoo
duur zijn.
Na «ene onderlinge gedachtenwisse-
ling vorlt besloten het Hoofdbestuur
met dit voorstel in kennis te stellen.
7. Behandeling van den Handelscur
sus door den WelEd. Heer L. M. A.
Schoenmakers, Leeraar M. O. Boekhou
den.
Daar sprekers tijd zeer beperkt was,
toont hij in 't kort aan, met aanhaling
van enkele voorbeelden, de groote nood
zakelijkheid van het handelsonderwijs
voor den middenstand.
De Voorzitter betuigt Spr. namens
de vergadering zijnen dank voor zijne
leerzame lezing.
Ten slotte wordt nog besloten den
algemeenen adviseur den WelEerw.
Z. Gel. Heer Dr. van Beurden uit Hees-
wijk uit te noodigen op een nader te
bepalen dag eeDe lezing te komen hou
den, waartoe alle middenstanders zullen
worden uitgenoodigd.
Niemand meer het woord verlangen
de sluit de Voorzitter met den gebrui-
kelijken groet de vergadering.
>De Waalwijksche artist Jan van
Delft toont met een warmkleurlg bui
tentafereel evenals met origineel por-
tretwerk, dat hij snel voortgang maakt
in vrije, losse behandeling en goede
ofschoon soms ietwat matte kleuren-
keus.«
De Prov. 's-Hertogenbossche Crt.
schrijft
>Is in Jan van Delft's zelfportret de
opzet spontaan en gedurfd, er is ee
nige oppervlakkigheid. Meer dan dit
laatste geeft hij in »Mans«-portret
oorspronkelijkheid. Bij de frapante ge
lijkenis lijkt ook het pictcrale gedeelte
kundig verzorgd.*
Bond van Nederl Lederfabrikanten.
In 1.1. Maandag gehouden bestuurs
vergadering van bovengenoemden bond
is tot vice president gekozen de heer
M. C. J. van Son te Waspik en tot pen
ningmeester de heer Gerard van Loon
Pzn. te Waalwijk.
Flora-Bioscoop.
Voordea.s. Vastenavonddagen, waarop
de feestelijkheden in vergelijking met
andere jaren terecht zooveel mogelijk
zijn beperkt, heeft de Flora-Bioscoop
het goede idee gehad een prachtfilm
te geven. Alle drie de dagen zal gege-
veij worden het bekerde drama >Het
Kind van Parijs*, dat door zijn keurige
afwerking, boeiende inhoud, als uitne
mende actie een bioscopisch meester
stuk is. Het heeft overal een zeer groot
succes gehad en daarom zal ook ieder
een het hier en in de omgeving willen
zien. Voor nadere bijzonderheden zie
men de advertentie.
TV. V. Waalwijk Vooruit".
Jan van Delft.
In den Bosschen Kunstkring wordt
eene tentoonstelling van schilderijen ge
houden, waarbij we onder de ongeveer
30 inzenders vele goede namen treffen.
Zoo noemen we Jeanette Slager, Frans
Slager, de Groot, Pilichowsky, Thijssen,
Antoon van Welie, Frans Oerder, Frans
Kops, Botteldijk, Anthonie Lewin, Mon-
nickendam, Opsomer, Derkinderen Moer
kerk, Teulings enz.
Ook onze kunstschilder Jan van Delft
exposeert. We geven hieronder een paar
recensies over hem. De eerste is uit de
kunstbeschouwing van >de Maasbode*,
die van Delft met slechts zeer enkelen
(een zestal) met name noemt en beschrijft:
Zondag j.l. speelde W. V. de aange
kondigde wedstrijd tegen Wilhelmina
(s' Bosch). De Bosrche Courant geeft
van deze match onderstaand verslag.
Het is gegaan, zooels ik voorspeld heb.
De toeschouwers hebben niet een der
spannendste wedstrijden kunnen zien, ja
zelfs was de wedstrijd erg saai voor de
rust. na de rust ging het beter. Een der
hoofdoorzaken of liever gezegd de oor
zaak hiervan was het verregaande non
chalante spel der Wilhelminianen, die be
gonnen met de gedachtewij winnen
dit spelletje toch wel gemakkelijk. Het
liep echter heel anders, zelfs was ik een
oogenblik bang, to?n W. V. haar eerste
goaltje maakte.
Om twee uur stelt Wilhelmina zich op
met het volledig elftal, terwijl Waalwijk
in haar elftal verschillende wijzigingen
aangebracht heeft, die geen kwaadgedaan
hebben.
Reeds dadelijk is het te zien, dal het
geheele Wilhelmi ia-elftal het slordig op
neemt en het duurt heel lang voor er
eenigszins teekening in 't spel komt. Het
is zelfs zoo, dat W V. kans ziet, om
uit een misverstand tusschen de beide
Gevers een doelpunt te maken en zoo
doende de leiding te nemen. Niet lang
duurt dit echter. Slechts enkele gevaar
lijke doorbraken worden door W. V.
ondernomen, terwijl de verdere tijd een
belegering van Let W. V.-doel plaats
heeft, waaruit door het slechte schieten
echter slechts een goaltje geforceerd kan
worden en wel door H. van Gooi, die
door alles been stuivend, zijn club op
gelijken voet brengt met W. V.
Zoo breekt de rust aan met een gelij
ken stand 11. Men kan op de gezichten
der verstokte liefhebbers de ontevreden
heid lezen. Ik hoorde reeds zeggen, ,,'t
Is schande".
Na de rust echter was de stemming
veranderd. Men had die gezichten van
de oude getrouwen gezien en besloten
eens beter werk te doen. Nu kunnen
wij ook gedurende eenigen tijd genieten
van een vuriger spel, dat ook resultaten
oplevert,^ zoodat de stand weldra 4—1
wordt. In deze perione kannen wij ook
bemerken, dat de nieuwe speler der B.
V. V. Wilhelmina, /otornebrink, oud-
Bosschenaar, zich langzamerhand thuis
gevoelt en dat wij in hem een goed
bruikbare kracht gewonnen hebben. Ook
de rechtsbinnen L. Stolz verdient eeni
ge vermelding.
Eindelijk echter dachten zij weerhet
is genoeg en het onverwachte gebeurde.
Bij een doorbraak der W. V., komt de
links-binnen vrij voor open goal en geeft
Piet het nakijken, den stand op 4—2
brengend. Nu wordt er weer wat beter
aangepakt en ware Fortuna niet zoo
geheel tegen ons ge weest, Jde stand was
zeker 5 of 6—2 geweest. Een schot
van onzen kleinen linksbinnen op eenig»
meters van 't doel, werd bijv. door den
keeper gestopt, zonder dat hij cr zelf
iets van wist.
Langzamerhand verstrijkt de tijd en
zoo wordt de eindstand 4 2 in't voor
deel van Wilhelmina.
Men zal bemerken dat de verslaggever
een heel andere toon aanslaat, dan in
het verslag van den onlangs te Waalwijk
gespeelden wedstrijd. Daarbij vergeet hij
nog te vermelden, dat W. V. slechts
met 10 man speelde wat op zoo'n groot
veld een geduchte handicap is. Tegenover
de Bossche bewering, dat met een beeije
geluk de stand wel 6—2 had kunnen
worden, zeggen wij op onze beurt, dat
W. V. met elf man spelend, beslist een
gelijk spel geforceerd zou hebben.
- Zondag a.s op het terrein alhier
W. V. N. A. C.
Politiezaken.
In den nacht van Zaterdag op Zondag,
is een persoon, die reeds een proces
verbaal wegens dronkenschap had op-
geloopen en die zich niet naar de or
ders en vermaningen der politie schikte,
onder verzet naar het bureau overge
bracht.
Ook Zondagnacht was het vrij ru
moerig. zoodat de politie overal goed
een oog in 't zeil moest houden. Het
bepaalt zich dan in hoofdzaak in, wat
we zouden kunnen noemen gerafineerd
plagen en sarren der politie, dikwijls
tot drie, vier uur in den nacht. Het
zijn steeds dezelfden, waaronder ook
zelfs jongens van een achttien jaar, die
er hun vermaak in schijnen te stellen
het de politie lastig te maken. Het zal
zoo lang duren tot eens een goed voor
beeld wordt gesteld en dat zal ook wel
het eenige afdoende middel zijn om
hierin verbetering te brengen.
Electriciteits-voorziening.
In de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig verslag der Commissie van
Rapporteurs der Eerste Kamer, betref
fende Hoofdstuk IX (Waterstaat) der
Staatsbegrootlng voor 1915 zegt de Mi
nister van Waterstaat In zake het vol
gende
Voor de bedenking, welke tegen de
iD dezen voorgenomen wijze van handelen
in de eerste plaats is aangevoerd, dat
p.l. de concessieverleening door het
Rijk wtttelijken grondslag mist, moge
worden verwezen naar hetgeen omtrent
dit punt voorkomt in de Memorie van
Antwoord op het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer (zie bladz. 4) en
verder naar wat in aansluiting daaraan
door ondergeteekende in de vergadering
dier Kamer van 22 Dec. 1914 werd op
gemerkt (Handelingen 1914/1915, II. blz.
506—507.)
Het bezwaar, dat tegen provinciale
regeling is te berde gebracht, kan on
dergeteekende niet als juist erkennen,
aangezien hij geheel in tegenstelling met
de opvatting, welke in het Verslag te
dezer zake tot uiting komt, van oordeel
is, dat, in weerwil van het feit, dat pro
vinciale verordeningen gemakkelijk kun
nen worden gewijzigd, de duurzaamheid
van bedoelde regeling zeer voldoende
verzekerd is. Naar hem voorkomt, heb
ben de Staten in dezen ook aanspraak
op vertrouwen, gelet op de omstandig
heid, dat zij op een zooveel omvangrij
ker gebied dat van den Waterstaat,
waar ook nog heel wat gewichtiger be
langen op het spel staan, gedurende
zoo tal van jaren hun taak met eere
hebben vervuld.
Ondergeteekende meent zich ten aan
zien van de vraag, of zich inderdaad
moeilijkheden zullen voordoen, als door
de leden, welke Id het verslag het eerst
aan het woord zijn, worden gevreesd
van beschouwingen te moeten onthou
den, op denzelfden grond als in de
Memorie van Antwoord omtrent hoofd
stuk der onderwerpelijke Staatsbegroo
tlng (zie bladz. l) door den Minister
van Binnenlandsche Zaken voor zijne
handelwijze is aangegeven en dat wel,
wijl blijkens het gekozen voorbeeld in
de eerste plaats is gedacht aan de elec-
triciteitsvoorziening in Noordbrabant.
Dat latere Rijksregelingen door het
verschil, dat tusschen de onderscheidene
provinciale regelingen uit technisch en
uit administratief oogpunt zal bestaan,
zeer zullen worden belemmerd, kan met
het oog op artikel 142 der provincial
wet in het algemeen niet worden toege
geven.
Naar aanleiding van de opmerking,
dat voortaan concessies zullen worden
gegeven, zonder dat daarvoor regels
van