Nummer 49.
Donderdag 17 Juni 1915
38e «iaaryraog
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waal wi|l;sclie Stoomdrukkerif Antoon Mn.
De tweede Vrouw
Gemeenteiaadsvergadefingeri
FEUILLETON.
Oorlogsstemmiiig en
oorlogsgevaar.
Telefoonnummer 38. Telegram-Ad ób: ECHO.
xxm.
De Echo van het Zuiden,
Wnalwyksclie en Langslraalselie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele ryk f 0.90
Brieveningexonden stokkengelden err «ranco te xeuden aan den
Uitgever.
UITGAVE
Prijs drr AdvretintiKn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote
etters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonRement worden speciale teer voordeelige contracten
gesloten. Reclame* 15 cent per regel
Met volkomen iastemrr.log i emen wij
't volgende uit de Nieuwe Courant over
Met den wensch en den wil van ons
volk in zijn overgroote meerderheid,
zooals die aan den dag treedt in het
vertrouwen, dat in onze Regeering sinds
het uitbreken van den oorlog onafge
broken geschenken werd en nog onver
zwakt haar deel bleef, is niet alleen elk
oorlogszuchtig drijven in strijd, maar
ook het stelselmatige bewerken van de
openbare meening tegen een der oorlog
voerende mogendheden.
Men kan hierover in ons land niet
schrijven zonder zich bloot te stellen
aan de bewering dat men voor Duitsch-
land pleit. Ea dat om de eenvoudige
reden, dat er in ons land wel van
anti-Engelsche of anti-Fransche indivi-
dueele gevoelens, maar van een anti-
Engelsche of antl-Fransche campagne
geen sprake is. In een uitmuntend
populair vlugschriftje, dat dezer dagen
verscheen en waaraan wij een ruime
verspreiding onder't volk toewenschen
werd het zoo goed gezegd laat u niet
afschrikken om krachtig tegen elk
oorlögsdrijven en haat- aanstoken op te
komen, uit vrees dat men u »pro-Duitsch"
zal schelden. »Bedenkt dat de vrede-
lievenden, de kalmer betoogenden zijn,
bedenkt, dat niemand met zekerheid
kan zeggen, dat een bloedig offer, door
Nederland te brengen, voor ons volk
nuttig zou zijn.
Het aankweeken van een oorlogsstem
ming in ons land door stelselmatige
ophitsing tegen Duitschland, daartegen
is het dat wij, voor ons deel, zonder
voor anti-Nederlandsche qualificatie of
nijdige verdachtmaking, trachten en
zullen blijven trachten te waken. Wij
gevoelen ons in dat opzicht één met
een, gelukkig, nog alüjd groot deel van
de Nederlaodsche pers. Maar wij wilden
wel dat het gevaar van dat drijven door
meerderen van ons publiek en ook door
een grooter deel van onze provinciale
en kleine pers levendiger werd beseft
dan het geval is.
Wij mogen, zoo het onze oprechte
wil is, bulten oorlog te blijven tenzij
VaB „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
men ons ertoe dwingt, ons niet leenen
als werktuig waarmee de oorlogvoerenden
elkander bestrijden. Op velerlei wijze
wordt getracht onze pers als zoodanig
te gebruiken. Zoo zendt b. v. sinds
eenlgen tijd (vermoedelijk een uitvloeisel
van de onlangs openlijk te Londen
aangekondigde >verhoogde pers-actie*
onder de neutralen, waarvan wij de
vruchten voorzoover ze in betere infor
matie omtrent hetgeen in Engeland zelf
gebeurt, hoog zullen waardeeren) een
Londeosche firma van >Press and
Advertising Agents* aan onze bladen
(al of niet vertaalde mededeelingen toe
omtrent Dultsche gruwelen en Dultsche
barbaarschheid, onder toevoeging van
een gedrukt schrijven waarin 't volgende
voorkomt
»Wij wenschen geenszins dat u eenig
verlies zoudt lijden door het opnemen
van dit schrijven en indien u ons daarom
wilt doen toekomen eeoe rekening voor
onkosten, verbonden aan het zetten en
eventueel aan de vertaling (ervan) zal
het ons een genoegen doen u met het
bedrag in rekening te crediteeren of u
desgewenscht onze chèque per keerende
post doen geworden." En nu voDden
wij waarlijk reeds in een onzer provin
ciale hoofdbladen een van die vertalingen
opgenomen onder ^Ingezonden mede
deelingen (A zooveel cents de regel)"
zoodat de verspreiding van Engelsche
rapporten over Dultsche gruwelen voor
een dagblad dat in het onzijdige
Nederland verschijnt, reeds een bron
van inkomsten vormt 1 Zoo iets gaat,
al moge de redactioneele verantwoor
delijkheid formeel bij die rubriek niet
betrokken zijn. alle perken te buiten
en wij kunnen niet krachtig genoeg
opkomen tegen zulk een persbederf.
Men bedenkt ook dit. Het is om
er niet meer van te zeggen, volstrekt
niet waar, dat de wrok en de verbittering
in het oostelijke nabuurland gewekt wor
den door de succesvolle anti-Duitsche
campagne van enkele bladen, voor ons
and wordt opgewogen, door de sym
pathieën die men zoo doende bij de
westelijke boodgenooten verwerkt. Als
Nederland stilaan zich anti-Dultsch laat
maken niet naar het zwaard grijpt tegen
Duitschland gelooft niet dat men het
ons in Engeland en vooral in Frankrijk
ten goede zal rekenenLeest hoe
de Fransche pers de neutraliteit waar
deert I Herinnert u den Eogelschman die
u een bezoek brachtWhy the devil,
don't you fight with us En droomt dan
nog dat gij straks bij en na den vrede
op de dankbaarheid van Duitschland's
tegenstanders aanspraak zult kunnen
maken, omdat gij zoo heerlijk-neutraal
op de Dultschers gescholden hebt.
Het opwekken van hartstocht binnen
en van wrok bulten onze grenzen is dus
zoowel een onmiddellijk als een toekom
stig gevaar. Velen onzer beseffen het,
sommigen zoo sterk dat zij het met
geweld zouden willen bereiden. Kan dit
en moet het f
De Groote Schuldige door C.
J. F. Brands en Mar. F. E. Dekker.
N.V. Drukkerij „Volharding" te Amster
dam, die op aanvraag exemplaren toe
zendt.
EEN AFGELUISTERD GESPREK.
43)
Waar woont die Chessex vrosg Philippe.
In het huis van den menechenhater, die sedert
eenigen tijd deze streek heeft verlateD. Hij
weet zelf ook niet veel omtrent dien zonder
lingen man, maar in elk geval meer dan ik of
een ander, antwoordde de honthakker.
Zij hadden na een Bpoor gevonden.
Zij bedankten den honthakker hartelyk voor
zijne inlichtingen en gingen naar de herberg
terng, want bet werd t"yd voor het diner.
Zij namen zioh voor den volgenden morgen
den gewezen knecht van den menschenhater te
f;aan opzoeken want na twyfelden zij er niet
anger aan of die zoogenaamde mensobenhater
wee niemand anders dan kapitein Pierre
Mornay.
Zij hoopten wel dat Chessex ben zon kunnen
zeggen, waar zyn gewezen meester was
heengegaan.
Wat zal die nacht my lang vallen, zeide
Bnrgand. Indien het niet zoo laat was en w(
beter in dit land bekend waren, dan zoa ik
niet tot morgen willen wachteD, zoo ongeduldig
ben ik.
Maar na zallea wij wel gedold moeten
hebben, zeide Philippe, er is niets snders aan
te dooD.
Pigeonnean zat op de steenen bank vóór
de herberg.
Aan bet opgewekte gelaat van zijne reisge-
nooten zag hij, dat hnnne pogingen met een
gnnstigen uitslag bekroond waren.
Hij wilt alleen, dat zy een zekeren Pierre
DUSSEN.
O cnbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 12 Juni des
namiddags ten 6 uur.
Voorzitter Ed. Achtb. Heer J. Snijders.
Klokslag 6 uur opent de Voorzitter
de vergadering. Afwezig de leden G.
v. d. Koppel en A. v. Honsewijk.
De notulen der vorige vergadering
worden onveranderd goedgekeurd en
vastgesteld.
Aan de orde de volgende punten
1. Gemeenteverslag over 1914 en ver
slag volkshuisvesting 1914.
De Voorzitter zegt dat deze beide
verslagen op de secretarie ter visie zullen
worden gelegd.
2 Verordening tot regeling van de
hulp, die de bevolking io militaire werk
zaamheden zal hebben te verleenen.
De Voorzitter leest een schrijven voor
van het Militaire gezag houdende raede-
deeling, dat door de gemeente arbeids
krachten moet worden beschikbaar ge
steld, Indien In 't belang van de verde
diging, de rooilng van boomen enz
noodzakelijk wordt geacht.
Hierna leest de Voorzitter de verschil
Mornay, een oom van M de Montalais zochten
en hy vermoedde wel, dot bet een gevolg
was van hetgeen zy te Londen hadden ver
nomen. Maar by hield zyne opmerkingen voor
zich en mengde zioh nooit in bet gesprek van
de heeren, uit vrees voor onbescheidenheid.
Hy diende hen met tronw en toewyding en
vooral sedert dot avontnnr te Londen in
White-Cbapel, w&b by innig gehecht aan
Philippe de Montalois. Het wekte zijne eerznebt
op, diens leven gered te hebben.
Ik heb den marskramer gezien, die hier
in de herberg logeert, zeide by, toen zy aan
tafel zaten. Voor dien man hehoeven wy niet
te vreezen- Hij denkt er niet aan, om ons
kwaud te doen, dat weet ik zeker.
In de kenken at de marskramer met de
meid en den gids van onze vrienden.
Toen by gegeten had. vroeg hy aan de meid
hem zijn slaapplaats te willen aanwijzen, daar
hy vermoeid was, en den volgenden dag weer
vroeg wilde opstaan.
De meid lichtte hem met eene kaara voor
naar den zolder.
Op de eerste verdieping gekomen, bleef by
bygend stasn.
Oef zeide hy, ik moet eens uitblazen op
myn leeftyd is men niet meer zoo ving ter
been.
Haast u maar niet, goede man, zoidede
meid. Ik kan wel wachten.
Behalve die vier heeren logeert er op
het oogenblik niemand bier, niet waar vroeg
by.
Neen, in dit seizoen is het niet drnk,
maar in den zomer, dan is bet wat anders.
Dan hebben wy plaats te kort.
Die ryke heeren zullen zeker wel schoone
kamers hebben.
Zeker, de beste van het geheele hnis,
maar zy moeten er ook veel voor betalen.
Waar zyn hnnne kamers
Uier, aan het einde van dezen gang.
Komaan, zeide marskramer, ik ben nn
weer wat uitgerust. Laat ons nn maar naar
boven gaan
Zy giDgen den trap op naar den zolder
waar de meid hem een bed aanwees op een
zolderkamertje.
Ziezoo hier ia nw slaapplaats, zeide zy,
lende bepalingen van deze verordening
voor, welke onveranderd worden goedge
keurd.
3. Af- en overschrijving.
Overeenkomstig het voorstel van B W
wordt besloten de af- en overschrijvingen
te doen plaaats vinden.
4. Huur van grond.
De Voorzitter leest een schrijven voor
van de Kerkvoogdij der Hervormde
gemeente te Dussen houdende mede-
deeling dat zij bezwaar hebben tegen
verkoop van het. door de gemeente
Dussen gevraagde perceeltje. Zij zijn
echter wel genegen het perceeltje te
verhuren voor 10 jaar tegen eene som
van f 14. per jaar.
De Voorzitter zegt dat deze brief in
vergadering van B. W. is geweest,
die het beter vinden het perceeltje van
jaar tot jaar te verhuren.
Na eenlge discussie wordt besloten
de Kerkvoogdij te vragen of zij genegen
zijn het perceeltje van jaar tot jaar te
verhuren.
5. Ingekomen stukken en mededee
lingen.
Koninklijk Besluit houdende goedkeu
ring tot wijziging van den Hoofdelijken
Omslag.
Schrijven van Ged. Staten houdende
goedkeuring van de gemeenterekening
Schrijven van de Wed. C. v. Dinther te
Hank houdende verzoek haar vergunning
te willen verleenen tot verkoop van
sterken drank.
De Voorzitter stelt voor dit schrijven
in handen te stellen van B. en W. daar
dit stuk niet thuis behoort bij den raad.
Verordeniog houdende bepalingen tot
het schoonhouden van wielen en karren.
6. Reclames Hoofdelijken Omslag.
Dit punt wordt in eene gesloten
vergadering behandeld.
Het lid A. v. Beurden geeft bij de
rondvraag in overweging, of de gemeente
met het bestuur van den Z.-Holl. polder
niet in overleg zou kunnen treden
betreffende het aanleggen daar ter
plaatse van een fietspad.
De Voorzitter vindt het een prachtig
idee, en zal zien hoever de wederzijdsche
rechten gaaD, om dan later met een
voorstel bij den raad te komen.
Het lid F. v. d. Pluym vraagt of het
schoonmaken van het afwateringskanaal
niet wat vroeger kan geschieden.
De Voorzitter zegt dat hij 't volgende
jaar gaarne met het verzoek rekening
zal houden.
De Voorzitter zegt nu dat hij het niet
billijk vindt dat de marechaussees geen
belasting betalen voor hunne honden.
Daar echter de marechaussees nog al
eens politie diensten bewijzen stelt spr.
voor de marechausses en de veldwachters
een gracificatie te verleenen gelijk
staande met het bedrag waarvoor zij
zijn aangeslagen.
Goedgekeurd.
De Voorzitter brengt ter kennis van
de leden een schrijven van veldwachter
Heymans, waarin deze vergoeding vraagt
voor de meerdere uitgaven van reparatie
aan zijn rijwiel, waarvoor hij eene reke
ning overlegt groot f 28,10.
De Voorzitter stelt voor hem eene
vergoeding te geven van f 5,
Na eenige discussie wordt 't voorstel
van dtn Voorzitter aangenomen.
Hierna sluit de Voorzitter de verga
dering.
hebt ge nn niets meer noodig
Neen, ik daDk n, ik ben vermoeiden ga
slapen.
Goeden nacht dan,
Zy ging heeD, liet de kaars achter en sloot
de dear van het zolderkamertje.
Hy nette zyn kis'je in eenen hoek Deer en
na sich verzekerd te hebben dat dedenrgoed
gesloten was, deod hy pruik en baard af.
Oor onder deze vermomming verborg zioh
Fernand Lagonsse.
Bah zeide by hoe vervelend met zoo'n
prnik en valsohen baard te moeten loopen. Ik
hoop maar, dat bet nn voor de laatste keer
zal zyn en dat bet my zal gelukken, bet doel
van hnnne reis te weten te komen-
Hy trok zyne laarzen uit en sloop op zyne
konsen naar benedeD, naar de kamers der
vier reizigers.
Met een soort van breekyzsr, een werktuig
dat voor een schelm zooals Lagonsse onmisbaar
is, opende by de kamerdeur, trad biDnen en
sloot de dear weer achter zioh.
Het «as donker in de kamer, Lagonsse stak
een lucifer aan en zag rond. De meubelen
waren zeer eenvoudig en bestonden slechts nit
een bed, eene tafel, eene woschtafel en wollen
gordynen behangen, die tot op den grond
afhingen. In eenen boek stond een reiskoffer,
hetgeen hy voor dat van Philippe herkende.
Aha, mompelde by, dat is wat ik hebben
moet.
Hy kroop onder het bed en waohtte tot zy'ne
vyanden zonden komen.
Weldra werd de kamerdeur geopend en
Philippe, Panl en Bnrgand traden binnen.
Pigeonnean, die niet by hnD gesprek tegen
woordig wilde zyD, nam aan da deur afscheid
en ging naar bed.
Onwillekeurig sidderde Lagonsse. Wanneer
een der drie heereD op het denkbeeld kwam
onder het bed te kyken, dan was by verloren.
Zy schenen echter niets te vermoeden en
zetten zich alle drie aan tafel.
Het is nog vroeg genoeg, wy knnneD
eerst nog wel eens wat samen spreken, voor
wy naar bed gaaD, zeide Pan).
Zeker, sprak Philippe, wy kannen dat
hier beter doen dan ergens aDders. Hier zyn
wy zeker dat niemand ons kan boorën.
De Oorlog.
Oostelijk front.
ReMrn do Russen aan den Dn jester
tijdelijk «uccèi gehad, thans hebben zij e-
weer tegenslagen te boeken. Tusschen den
Dnjester en de Proeth ie bet legei van ge
neraal Pt'lanzer opnieuw krachtig opgetreden
en heeft er Jezierzany en Niezwiska, N. van
Obertya stormenderhand geuomen. De
Oostenryksche troepen rokten op naar Czer»
uelica en overschreden daar O. van Horo-
denka. dén Dnjester.
Zileszciyk is genomen. Avonds en
'e naahts deden de Russen wanhopige aac-
vallen op deze stad, die alle onder zware
verliezen voor den vijan 1 werden afgewezen.
Ook de aanval van een Kozakken-regi
ment mislukte geheel en al.
In de. Boe.kowiua moesten de Russen ook
de laatste stellingen nan da Proeth opgeven,
en hebben zij zich met groote verliezeD,
scherp door de Oostenrykrche troepen
achtervolgd, over de lijksgrens ternggetiok-
keo. De Vrydag geleverde gevechten vru
Lagonssa glimlachte. Zy dachten er niet
aan, dat hy, in zyn schuilhoek elk woord
verstond.
Ik vraag my gedurig af, begon Philippe
waarom myn oom, na hier jaren vertoefd te
hebben, zoo eenklaps en zonder reden is
verdwenen.
- Maar wie zegt u dat aw oom hier jaren lang
gewoond heeft v oeg Panl. Niets bewyst dat,
want niemand of byna niemand herinnert aicb
hem.
Dat ben ik niet met u eens, M. de
Saint—Yves, zeide Bnrgand. Ik geloof wel dat
de kapitein hier langen tyd gewoond heeft.
Denk maar eens aan de inlichtingen, welke
dien bonthakker aan ons gegeven heeft.
Maar is de man, waarvan hy sprak, wel
M. Pierre Mornay hernam Paul. Hij sprak
over een man, dien men bier in het land den
„Menscbenhater« noemde en al vermoeden wy
du ook dat die „Menschenhater« en M. de
Mornay dezelfde is, dan bestaat daaromtrent
nog volstrekt geen zekerheid.
Toen Lagonsse den naam van Pierre Mornay
hoorde nitBpreken, maakte hy een gebaar van
verwondering.
Yerdniveld dat is wat nienws, dacht by.
Laat ons goed opletteD.
Hy hield zijnen adem in om beter te knnDcn
lniBteren.
Naar betgeen wy te Londen vernomen
hebben, vervolgde Paul, is nw oom inderdaad
bier geweest, maar bet is mogelyk dat by
voortdurend de wereld heeft doorgezworven,
om zyn verdriet te «tillen en bier slechts
korten tyd vertoefd heeft. Ik wil hopen dat
die Chessex ons tal knnnen zogaen waar hy
heenging, toen hy Bonrg- Saint - Pierre verliet.
Het is ten minste zeker, dat by niet meer hier
woont.
Hetgeen ge zegt, is aannemelijk, sprak
Philippe, maar, helaas 1 ook volstrekt niet
zeker. Ik zon zelfs niet weten waarom Pierre
onmiddellyk Bonrg—Saint - Pierre son verlaten
hebben, toen by do doodakte van Eva
Milton zyne vronw, bad ontvangen.
O, o dacht Fernand, dat wordt hoe
langer hoe ingewikkelder. Zy hebben te Londen
veel meer vernomen dan ik dacht, meer nog
dan ik zelf wist.
Wy verdiepen ons iu allerlei gissingen,
zeide Bnrgand, maar alles blyft in 't duister.
Maar waarom heeft bij die doodakte van
Eva Milton gevraagd V Waarom had by die
noodig vroeg Philippe.
Dit, myn waarde Pnilippe, znllen wy
zeker nooit vernemen dan uit den mond van
nwen oom zelf. Wy kmmen hieromtrent hon
derden veronderstellingen maken en dam om is
het beter, dat we gedold bobben tot M Mornay
teruggevonden is.
Helaas, znllen wy hem ooit terngviuden
zuchtte Philippe. Ik moet u bekenneD, dat de
telenrstelliDgen van heden my byna allen moed
ontnomen bebben.
Komaan, niet moedeloos wordeD, Phi
lippe. zeide Bargnnd. Wie weet of de kapitein
bier niet diobt by is.
Boe vnrig zon ik het wenschen, want
myn oom alleon kon ons verlossen van de
ellendige vrouw, die onze familie dreigt te
onteeren en ons allen in bet verderf wil storten.
Ik Bon tienmaal myn leven willen wagen om
hem de hand te drukken. M,ar indien hy eens
dood was.
Maar waarom vreest ge dat hy dood
zou zyn riep Panl nit. Welke reden bestaat
er nn toe Zoo ond is by toch niet.
Neen maar het verdriet en de wanhoop,
waarin die vronw hem gedompeld beeft, konden
hem wel eens hebben doeD sterveD.
Ik geloof het niet. Volg< ns de beschrijving
vun Bnrgand was uw oom een sterk, gehord
man, die kracht genoeg had, om aan de
stormen des levens fcet hoofd te bieden.
Zeker, bevestigde Burgand, dat was myn
kapitein-
Eo wie weet, zeventien joar is een
langen tyd, misschien heeft by troost gevondeD
io
Halt, M. Panl, da kopitein was er de
mon ni«t naar om troost te viDden. Mo
gelijk heeft de tyd eyn leed verzacht maar
troost, genezing voor een smart, die in weinice
dagen zyn haar vergrysd heeft, neen, dat
dat nooit. Gy kent hem niet.
(Wordt vervolgd.)